NOORD-OOSTER van MAANDAG 6 lanuari 1936
TWEEDE Bl AD
GRUWELIJKE MOORDAANSLAG.
FONDS TER VERSTERKING DER
WEERMACHT.
GEMENGDE BERICHTEN.
De Paus tôt den adel.
Ingetogen strijd om een eeuw.
Duitsche landbouw in de tweede helft
van 1935.
ONZE ILLUSTRATIE-PAGINA
Cliché's Clichéfabriek ,,Bali", Groningen.
Ik wou hem een lesje geveo.
Onlangs werd in het ziekenhuis te Sainte-
Marie-aux-Mines (Frankrijik) een boer uit Mont-
gontte opgenomen, die emstige brandwonden
had opgeloopen.
De boer, Vogel geheeten, 38 jaar oud en va-
der van vijf kinderen, bleef dagenlang bewuste-
loos. Toen hij weer bijkwam, kon hij geen en-
kele aanwijzing geven over de oorzaak van het
ongeluk. Mem nan^ algemeen aan, dat hij met
een brandende petroleumlamp in de hand in zijn
schuur was uitgegleden en dat hij zoo het hooi
en z\jn kleeren in brand had gestoken. Zijn
vrouw en knecht hadden verklaard, dat zij hem
toen ze hem om hulp hoorden roepen, als een
levende flambouw hadden aangetroffen op den
drempel van de schuur.
Geruchten, eerst vaag, daarna meer in bij-
zonderheden, wilden, dat de knecht, Edouard
Weiller 45 jaar oud, meer wist van den brand,
die niet door een ongeluk zou zijn veroorzaakt.
Die geruchten kwamen ook aan de politie
ter oore. Weiller werd aan een nauwgezet ver-
hoor onderworpen. Tenslotte bekende Weiller
volledig. Hij erkende, dat hij zijn baas levend
had willen verbranden en verklaarde:
„Ik had wat gedronken, toen ik, op de boer-
derij terugkomend, licht zag in de schuur. De
deur openend, zag ik, dat de baas was gaan
slapen in het hooi en dat niet ver van hem een
lantaam stond. Toen kwam ik op het denkbeeid
hem eens een goed lesje te geven voor het
standje, dat hij me 's morgens had gemaakt. Ik
maakte de lamp open en liet wat petroleum
loopen op de kleeren van den slaper. Toen nam
ik een stukje hout, dat ik aan de vlam van de
lamp aanstak en bij de kleeren van den baas
hield. De baas was dadelijk door vlammen om-
ringd en stond schreeuwende op, terwijl ik, me
rekenschap gevende van injjn verschrikkelijke
daad, mijn best deed om het hooi uit te trappen
en de brandende kleeren van het lijf van mijn
patroon te rukken. Het was echter al te laat,'
De politie neemt aan, dat er bijzondere re-
denen voor den knecht zijn geweest om zich
van zijn baas te ontdoen, vooral nu ze aan de
weet is gekomen, dat Weiler, toen zijn patroon
eenige weken voor het drama zijn vrouw mis-
handelde, Vogel een flesch op het hoofd heeft
stuk geslagen. Vogel heeft van dit incident geen
aangifte bij de politie gedaan en evenmin zijn
knecht ontslagen.
De boer ligt nog steeds in zorgvollen toestand
in het ziekenhuis.
Verschillende opvattingen in het voorloopig
verslag.
Versohenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer over de wetsontwerpen tôt in-
stelling van een Fonds ter verbetering van de
materieele uitrusting van de landmacht en van
de zeemacht voor zooveel de kustdefensie van
Nederland betreft, en tôt vaststelling van de
begrooting van dat fonds voor 1936.
Verscheidene leden konden zich niet vereeni-
gen met de meening van de regeering, dat de
gewijzigde internationale verhoudingen aanlei-
ding zijn, de materieele uitrusting van het in
1922 aanvaarde legerstelsel thans met meer
spoed te voltooien. Zij erkenden, dat de inter
nationale toestand zich allengs ongunstig heeft
ontwikkeld, doch daartegenover staan lichtpun-
ten, zooals o.a. het Engelsch-Duitsche vloot-
accoord, dat ook voor ons land het oorlogsge-
vaar vermindert, en de gebleken bereidwillig-
heid van de leden van den Volkenbond tôt toe-
passing van sancties tegen een aanvaller, waar-
door, indien de uitwerking daarvan sterk genoeg
zal zijn, in het vervolg andere landen zullen
worden weerhouden van een aanval.
In zoover koesterden deze leden hoogere ver-
waohtingen van den invloed van den Volkenbond
dan de regeering. Zij betreurden, dat de regee
ring blijk geeft, weinig vertrouwen te hebben
in het vredeswerk van dien bond.
Vele andere leden onderschreven daarentegen
de uiteenzetting der regeering omtrent de in
ternationale verhoudingen en voegden daaraan
toe, dat ook de verhoudingen in den Pacific in
dit verband voile aandacht verdienen. Met de
regeering waren zij van oordeel, dat de gewijzig
de internationale toestand bijzondere voorzienin-
gen ter versterking van de weermacht noodza-
kelijk maakt.
Verscheidene leden, voorstanders van de ver
betering van de materieele uitrusting, achtten
intusschen fondsvorming een onjuist middel ter
berelking van het gestelde doel. De voorgestel-
de wjjze van financiering zou alleen dan juist
zijn, indien vaststond, dat in 20 jaren geen ver-
dere verbetering van de materieele uitrusting
noodig zou zijn. Sommigen hunner waren dan
ook van meening, dat de voorgestelde voorzie-
ningen uit den gewonen dienst bekostigd zou-
den moeten worden. Anderen zouden zich evenwel
over hun bezwaren kunnen heenzetten, indien de
regeering bereid zou zrjn, den aflossingstermijn
aanzienljjk korter te stellen dan 20 jaren. Eeni
ge leden zouden dezen termjjn op ten hoogste
acht jaren willen stellen.
Sommige leden vroegen of ten behoeve van
het fonds niet een bijzondere leening zou kun
nen worden aangegaan tegen verlaagde rente;
z\j verwezen naar het voorbeeld van Engeland.
Geteisterde menschheid moet hulp zoeken
bij God.
Men seint uit Rome d.d. 4 dezer:
De Heilige Vader .pntving hedenmiddag de
leden van den Romeinschen adel en van het
Romeinsche patriciaat, die Hem bij monde van
vorst Ordini, assistent bij den Pauselijken troon,
hun gelukwenschen ter gelegenheid van het
Nieuwe Jaar kwamen aanbieden.
De Heilige Vader antwoordde met een korte
toespraak, waarin Hij de hoop uitsprak dat de
zwaar geteisterde menschheid eindelijk zal be-
grijpen, waar de eenige geneesmiddelen te vin-
den zijn, namelijk bij de Goddelijke Voorzienig-
heid, die ailes regelt en over ailes heerscht. Het
schijnt echter, dat degenen, die zulks het meest
moesten inzien, dit vergeten hebben.
Zijne Heiligheid spoorde allen daarom aan,
thans meer dan ooit te bidden.
Sinds John D. Rockefeller twintig jaar gele-
den besloot 't beheer van zijn zaken en van het
reusachtige vermogen, dat hij verworven had,
aan anderen over te laten en zich op zijn land-
goed terugtrok, koesterd hij nog een wensch:
honderd jaar te worden. Al zijn streven is er
op gericht dezen leeftijd te bereiken.
Hij leidt een uiterst kalm en teruggetrokken
leven en vermijdt zorgvuldig elk overbodig con
tact met de buitenwereld. Hij is voor niemand
te spreken en hij wordt als de ongenaakbaar
ste man in Amerika beschouwd.
Rockefeller is thans 96 jaar, zijn huisgenoo-
ten, die hem „mr. R." noemen, zijn eenparig
van oordeel, dat de millionnair den begeerden
leeftijd zal bereiken. Hij is nog zeer kras en
heeft een opgewekt, vriendelijk humeur.
Rockefellers leefwijze wordt uitsluitend dooi
zijn doctoren bepaald. Zij hebben hem sterke
lichamelijke inspanning verboden; hij heeft
daarom ook zijn geliefkoosde sport, golf, dat
hij jarenlang beoefende, moeten opgeven. Even
min is het hem geoorloofd deel te nemen aan
feestjes, daar dit den ouden heer te veel zou
vermoeien. Kon men hem vroeger bijna elken
dag, gehuld in een warme deken, in een van
zijn vele auto's zijn ochtendritje zien maken,
thans is dit een zeldzaamheid, al is Rockefel
ler nog steeds bijzonder op dit uitstapje ge-
steld. Hij heeft zich echter te schikken in het-
geen zijn doktoren hem voorschrijven, want zij
Willen den ouden „John D." door volkomen
geestelijke en lichamelijke rust gezond houden
en niet hun toevlucht nemen tôt allerlei medi-
cijnen.
Rockefeller slrjt zijn laatste levensdagen in
zijn reusachtig „winterpaleis", dat omgeven is
door een uitgestrekt park en den naam draagt
van „The Casements". Een groote schare be-
dienden waakt er angstvallig voor, dat niets
zijn gemoedsrust verstoort.
Prikkeldraadversperring.
Het geheele uitgestrekte landgoed is door
een prikkeldraadversperring omgeven, terwijl
bij de toegangspoorten gewapende posten zijn
geplaatst om iederen ongewenschten bezoeker
te beletten het heiligdom binnen te dringen.
Zonder een spéciale vergunning van het familie-
lid, dat aan het hoofd van Rockefellers huishou-
ding staat is het onmogelijk het landgoed te
betreden, doch ook al is men in het bezit van
een dergelijke toestemming, dan wil dit nog
niet zeggen, dat men Rockefeller te zien krijgt.
Dit voorrecht is slechts aan zijn familie, zijn
bedienden en een klein aantal intieme vrienden
beschoren. Dit heeft aanleiding gegeven tôt het
gerucht, dat John D. Rockefellers leven aan een
zijden draadje hing. Niets is echter minder
waar.
Ofschoon „Mr. R." zich van de buitenwereld
heeft afgezonderd, koesterd hij nog groote be-
langstelling voor ailes wat er om hem heen
gebeurt; hij laat zich b.v. iederen morgen de
kranten voorlezen. Zijn huisgenooten zeggen.
dat zijn opmerkingen over de dagelijksche ge-
beurtenissen nog even scherp en raak zijn als
vroeger.
Binnen de grenzen, die de dokters hebben
vastgesteld, is Rockefeller den geheelen dag
druk in de weer; hij zit bîjna geen minuut
van den dag stil. Van het oogenblik af, dat hij
in zijn ruim met zuurstof gevulde siaapvertrek
waar de temperatuur en het vochtigheidsge
halte nauwkeurig is geregeld, ontwaakt, tôt
het tijdstip waarop hij „met de kippen op stok"
gaat, is hij in actie. Bij zacht weer mag hij een
wandeling in het park maken en dan begeeft hij
zich naar het op grooten afstand gelegen zo-
merpaviljoen, waar hij zich door zijn familie-
leden brieven en tijdschriftartikelen laat voor
lezen. Na het middageten doet hij een dutje in
een speciaal voor hem vervaardigd bed, waama
hij naar zijn zitkamer terugkeert om de rest
van den dag te midden van zijn vrienden en
verwanten door te brengen. Zoo geniet de 96-
jarige milliardair een ongestoorden levens-
avond; de eenige wensch, waarvan hij vervuld
is, heeft, zooals het zich thans laat aanzien
groote kans in vervulling te gaan, dank zij de
matigheid, die hij op advies van zijn dokters
in zijn leefwijze betracht.
In het verslag van de Reichskreditgesell-
schaft over het laatste halfjaar van 1935 wordt
wat den Duitschen landbouw betreft, opge-
merkt, dat de oogst van 1935 evenals in het
vorige jaar, onder de droogte geleden heeft, en
daardoor niet aan de verwachtingen voldeed.
De graanoogst was evenwel 400.000 ton beter
dan het vorige jaar, doch blijft onder de door-
snede van de jaren 1929|'34.
De weinig gunstige toestand op veevoeder-
gebied maakt het vergrooten van den veesta-
pel, die in het vorige jaar reeds sterk gedund
werd, moeilijk. In hoe grooten omvang de Duit
sche veestapel door meerdere slachtingen sedert
den winter 1934|'35 gedund is, blijkt het beste
hieruit, dat in het afgeloopen jaar de vleesch-
winning grooter is geweest dan ooit voor of na
den oorlog het geval was.
De schaarschteverschijnselen op de vleesch-,
vet- en botermarkten vinden hun oorzaak in de
verhoogde vraag en in den bemoeilijkten invoer
uit het buitenland, wegens den slechten devie-
zentoestand. Verschillende maatregelen z\jn ge-
troffen, o.a. is de bereiding van busjesmelk,
slag- en koffieroom met 40 percent verminderd
en de bereiding van roomchocolade verboden.
Wat de prijsstijging betreft deze wordt het
sterkst ondervonden bij de landbouwproducten.
Deze zijn van begin 1933 tôt '35 met 25 percent
gestegen, waardoor het vooroorlogsche prijsni-
veau werd bereikt. In den loop van 1935 is we-
derom een verhooging van 4.4 percent ingetre-
den.