1 UIT CROMWELL'S TIJD UIT DE WERELD DER UURWERKEN BILJARTEN De Leeuw kampioen van Nederland. WIELRENNEN Van Hout slaat uur-record. SCHAKEN Fine wint tournooi te Hastings. SCHAATSENRIJDEN Noorsche kampioenschappen. Ballangrud kampioen van Noorwegen. De man die 15 millioen uitgaf voor drankbestrijding. RADIO-PROGRAMMA GEMENGDE BERICHTEN. Zonderlingen, die de eenzaamhèld zochten. Groot biijart cadre 45 11. Zaterdag werden de wedstrijden om het kam- pioenschap van Nederland cadre 45 11 te 's Gra- venhage voortgezet. De uitslagen waren 1500 M.: 1. Ballangrud, 2 min. 22.4 sec., 2. j Haraldsen, 2 min. 22.5 sec., 3. Mathiesen. 10.000 M.: 1. Ballangrud, 17 min. 28.9 sec., 2. Mathiesen, 17 min. 36.4 sec., 3. Warmberg. Kampioen van Noorwegen werd Ivar Bal- I langrud. De wereldkampioen Staksrud wist zich niet te plaatsen. pnt. brt. h.s. gem. Van Vliet 300 25 70 i2.— Gehrels 121 25 20 4.84 Sweering 300 20 69 15.— Dommering 147 20 46 7.35 Sweering 300 13 75 23.07 Gehrels 86 13 17 6.61 De Leeuw 300 36 45 8.33 Van Eymeren 151 36 22 4.19 De Leeuw 300 44 60 6.81 Dommering 231 44 21 5.25 Van Eymeren 300 33 55 9.09 Van Vliet 238 33 66 7.21 Sweering 300 27 54 11.11 Van Eymeren 262 27 39 9.70 Dommering 300 18 92 16.66 Gehrels 148 18 34 8.22 De Leeuw 300 16 94 18.75 Van Vliet 129 16 28 8.06 Gehrels 300 28 60 10.71 Van Eymeren 254 28 38 9.07 Van Vliet 300 35 51 8.57 Dommering 292 35 34 8.34 De Leeuw 300 22 70 13.63 Sweering 177 22 37 8.84 Eindstand: gew P- b. h.s. gem. 1. De Leeuw 5 1500 151 104 9.93 2. Sweering 4 1377 105 75 13.11 3. Van Vliet 4. Van Eymeren. 5. Dommering ANTWERPEN, 5 Januari. De Nederlandsche wielrenner v. Hout heeft heden een geslaagde record-poging gedaan tôt verbetering van het uurreeord op de baan van bet Antwerpsche sportpaleis. Hij legde een afstand af van 43.956 K.M. De vorige recordbouder was de Belg Visser met 42.046 K.M. Wat een zakhorloge te verduren heeft. DE WONDERKLOK VAN POTSDAM. Van betrouwbare en onbetrouwbare tydmeters. (Van onzen Berlijnschen correspondent.) Berlijn, Jan. 1936. 6. Gehrels. Landau en Prins onder de pryswinnaars. De resultaten van den laatsten dag van bet scbaaktournooi te Hastings luiden: FlobrTylor remise. FineAlexander remise. Micbell verliest van Tartakower. KoltanowskiGolombek remise. TbomasWinter remise. De slotstand luidt dus: 1. Fine 7% put.; 2. Flobr 6% pnt.; 3. Tar takower 6 pnt.; 4. Koltanowski 5% pat.; 5. Alexander 4 pnt.; 6 en 7 Golombek en Tbomas ieder 3% pnt.; 8. en 9. Micbell en Tylor 3 pnt.; 10. Winter 2% pnt. Premier reserves I. Van Seters wint van Wood. Enevoldsen verliest van Landau. Premier Reserves il. Prins wint van Jackson. Major A. Soheffer wint van Boff. Knoppers verliest van Diemer. Grothers verliest van Morrison. De afgebroken partij MorrisonBoff is door Morrison verloren. In bet Premier Reserves I-tournooi deelen Landau en Klein den eersten prijs. In het Pre mier Reserves H-tournooi deelen Lenton, Morry, Prins, Mieses en Rey den eersten prijs. Zaterdag zijn te Oslo de Noorsche kampioen- scbappen in bet bardrijden op de scbaats aan- gevangen. Op de 1500 M. werd Engnestangen eerste in den tijd van 44.1 sec. Harry Haraldsen werd tweede met een tijd van 44.5 sec. Derde werd Georg Krog met 44.8 sec., vlerde Hugo ygren 45 sec. en 5e Micbael Staksrud met een tijd van 45.2 seconden. Op de 5000 M. won Charles Mathiesen in den tijd van 8 min. 34.3 sec. voor Staksrud, die een tijd noteerde van 8 min. 37.9 sec. Derde werd Ballangrud met 8 min. 40.9 sec., vierde Carsten Cbristensen 8 min. 49.3 sec. en vijfde Engnestan gen met een tijd van 8 min. 48.7 sec. De uitslagen van de wedstrjjden om het kam- pioenschap (2e dag) luiden: De „Physikalisch-technische Reichsan- stalt" heeft ten dienste van de Duitsche uurwerkindustrie een onderzoek inge- steld naar de „levensomstandigheden" van het zakhorloge, waarbij men tôt hoogst intéressante resultaten is geko- men. Geen kostbare chronometers waren het, die de ,,Physikalisch-technische Reichsanstalt" te Ber lijn gebruikte voor haar onderzoek naar de eischen, die in het dagelijksch leven aan een horloge worden gesteld, doch gewone zakhor- loges, zooals ze in iederen winkel te krijgen zijn. En als laboratoria dienden de vestzakjes van talrijke proefpersonen, die de voor het onder zoek bestemde horloges precies zoo hadden te behandelen als zq altijd gewoon waren. Door middel van een speciaal voor dit doel geconstru- eerde zaktermograaf, een schok- en een gang- meter, die de proefpersonen eveneens in hun vestzakje bij zich droegen, slaagde men er in, den invloed van temperatuur, weersgesteldheid, bewegingen en omgeving op de zakhorloges nauwkeurig vast te stellen. Men kwam tôt het resultaat, dat al naar gelang van de werkzaam- heden en de levenswijze van den drager de hor loges dagelijks tôt 32000 schokken hebben te doorstaan. Dus is het geen wonder, dat een horloge, al is het nog zoo goed, wel eens voor of achter gaat loopen De houding van het hor loge is echter, zooals door deze proeven onom- stootelijk kon worden vastgesteld, van geen in vloed op het loopen. Daarentegen vertoonen zak horloges op bepaalde dagen neiging tôt onregel- matigheid. Rust roest geldt ook voor horloges Zoo schijnt de Zondagsrust het uurwerk geen goed te doen. Op Zondagen werden namelijk de meeste afwijkingen vah den règelmatigen gang vastgesteld. De temperatuur ih den vestzak zoo bleek uit het onderzoek variëert van 7.3 tôt 29.5 gr. C. Zij bereikt natuurlijk haar laagste punt voor het opstaan, voor het vest weer wordt aangetrokken en haar hoogste punt bij ingespan- nen lichaamsarbeid van den drager. Al deze in- vloeden van de omgeving op het zakhorloge werden door de drie genoemdé instrumenten zoo pijnlijk nauwkeurig opgeteekend, dat men uit de curven kon aflezen, hoe laat de drager naar bed was gegaan en hoe laat hij 's morgens op- stond. Een permanente voorlooper. Een intéressante tegenhanger van deze proef- horloges is de torenklok van de Drievuldigheids- kerk te Gôrlitz, die in zijn soort zeker wel als de merkwaardigste ter wereld kan worden be- schouwd. Deze klok loopt namelijk reeds gedu- rende meer dan 400 jaar precies zeven minuten voor, zonder dat er eenig defect aan het uur werk is of was. Men laat deze klok namelijk ter herdenking aan een historische gebeurtenis in het jaar 1527 (een oproer, dat op slag van twaalven zou uitbreken, kon in de kiem worden gesmoord, doordat een van de samenzweerders den torenwachter had overgehaald, de torenklok zeven minuten voor te zetten, zoodat het aan- valssignaal ontijdig gegeven werd) met opzet zeven minuten voorloopen De kwartskiok van Potsdam. Kan deze klok dus gereedelijk doorgaan voor het onbetrouwbaarste uurwerk ter wereld, in Potsdam tevindt zich zijn tegenhanger, een summum van nauwkeurigheid, de onlangs in ge- bruik genomen „kwartsklok" van het Geode- tisch Instituut aldaar. Het is een electrische klok met een uiterst gecompliceerd mechanisme, dat in een aantal reusachtige houten kasten is ondergebracht. Het uurwerk wordt gedreven door de slingeringen van een kwartsplaat, welke beweging wordt opgewekt door een constanten electrischen stroom. In een heel jaar mag deze klok hoogstens een paar duizendste secon den achter loopen. De groote wijzer rust op een groot, bevingsvrij voetstuk; de kleine wijzer loopt in drie seconden in 't rond. De registratie van de voor astronomische metingen en onder- zoekingen noodzakelijke tijdsignalen geschiedt door een automatisch schrrjfapparaat. Hoe laat is het in Helsingfors, in Tokio? Een ander merkwaardig staaltje van uurwerk- makerskunst is de z.g. „wereldklok" van Bad Reichenhall in Oberbayern. Deze klok, die de voile breedte van een flinke kamer beslaat, heeft een aantal wijzerplaten, rijk versierd met allego- rische voorstellingen en beschilderingen. Men kan er niet alleen jaar, maand, dag, uur, minuut en seconde op aflezen, doch tevens geeft zij op de minuut af aan, hoe laat het is in aile hoofd- steden over de geheele wereld. Op deze klok kan men er zich dus altijd met één oogopslag van vergewissen of Oom in Amerika al naar bed is en of de famiHe in Batavia nu aan het mid- dagdutje is. De „luchtdrukklok" van Orebro. Vermelding verdient voorts nog de z.g. „lucht- drukklok" in het ZWeedsche stadje Orebro, die daar nu al meer dan 19 jaar den juisten tijd aan- geeft zonder nog een enkele maal opgewonden te zijn. Sedert November 1916 wordt deze klok enkel en uitsluitend door veranderingen in den luchtdruk aan den gang gehouden. Doch tevens is het uurwerk zoo geconstrueerd, dat het ook twaalf maanden achtereen kan loopen voor het geval er in dezen tijd niet de minste verande- ring in den luchtdruk optreedt. Het uurwerk be- staat uit zeven metalen cylinders, die op elke verandering in den luchtdruk buitengewoon ge- voelig reageeren. De kracht, die de veer optrekt en de wijzers in beweging houdt, wordt uitslui tend uit de structuurwijzigingen van deze me talen lichamen verkregen. Nog nooit, sinds de klok nu meer dan negentien jaar geleden aan den gang werd gemaakt, heeft het uurwerkge- wicht zijn laagste punt bereikt. De uitvinder van dit waarlijk wonderbaarlijke uurwerk beweert dan ook, dat zijn klok naar aile waarschijnlijk- heid eerst na vele jaren tôt staan zal komen, als de lagers en de metalen deelen door de langduri- ge beweging afgesleten zullen zijn. Zoo heeft dé mensehelijke Vindingrijkheid in vereeniging met de hoogstë precisietechniek wa- re wonderwerken geschapen, waarbij het zoozeer begeerde perpetuum mobile nog wel geen werke- lijkheid is geworden, maar toch binnen beperkte grenzen is mogëlijk gemaakt. (Nadruk verboden). veranderde, hetgeen hij dan ook deed. Het bleek, dat hij 'n nakomeling was van een oud-Ken- tisch geslacht van dieu naam. De overledene, die in een flink heerenhuis had kunnen wor en, bleef echter aan zijn weinig comfortabele huisvesting de voorkeur geven. Te Kingston brj Canterbury zal hij nu in het fa- miliegraf der Kelceys naast zijn voorvaderen rusten. F. N, Charrington overleden. Frederik Charrington, die een vermogen van 15 millioen gulden aan drankbestrijding heeft besteed, is op 85-jarigen leeftijd te Londen over- leden. Hier volgt zijn levensgeschiedenis in zijn eigen woorden: „Op 20-jarigen leeftijd als student van Marl- borough Collège was ik op zekeren avond met eenige vrienden op stap. In een van Londens beruchtste straten kwamen we langs een drank- paleis op het oogenblik dat een bleeke, jonge vrouw een man die de deur uitkwam toe- schreouwde: om godswil geef. me een stuiver; de kinderen ltfden honger. De dronkaard hief zijn vuist op en sloeg haar neer. Mijn vrienden en ik kwamen tusschenbeide en toevallig keek ik naar de deur, waarboven het opschrift prijk- te: „drinkt Charringtons bier". Hier was een der oorzaken van den rijk' dom van onze familie. Op dat oogenblik hief ik mijn hand ten hemel en zwoer dat geen stuiver van dat vervloekte geld mijn handen ooit zou bezoedelen Charrington ging naar het Eastend, stichtte de Tower Hamlets missie in Mile End Road en besteedde zijn geheele vermogen aan de bestrrjding van drank, spel, tabak enz. Meer dan 50 jaar heeft hij iederen Zondag een warmen maaltijd verschaft aan eenige honder- den kinderen uit het arme Oosten. Zijn methoden waren niet altijd van de zacht- zinnigste. Hij had een lijfgarde van 2 of 3 jonge mannen, die hij had bekeerd, maar hij ontzag zich volstrekt niet ook voor groote restaurants in het Westen herrie te maken, zoodra hij iemand in de gaten kreeg, die aangeschoten was Op 73-jarigen leeftijd werd hij nog bewusteloos geslagen bij een dronkemansvechtpartij. In 1915 bracht hij het Lagerhuis in opschud- rUng door, midden in een zeer ernstige discus- sie over de ooriogspensioenen, binnen te stor- men en voor de sergeants het verhinderen kon- den de mace van de tafel voor den voorzitters- stoel weg te nemen en te protesteeren tegen de bar in het restaurant van het Huis in oorlogs- tijd. „Uncle Fred", zooals hij algemeen genoemd werd, was toen in zijn 65ste jaar, maar zoo sterk dat er zes leden van het Huis aan te pas kwa men om hem te overmannen. Hij werd formeel gearresteerd, en 2 uur in den post van het Huis vast gehouden om te kalmeeren en daarna vrij- gelaten. Zijn secretaris heeft medegedeeld dat de over ledene, die den 2den Kerstdag kou gevat heeft en naar bed is gegaan, zijn lichaam aan het Londen Hospital heeft vermaakt. Van het aan- zienlijke familiefortuin, dat de jonge Charring ton in 1871 erfde is nog een goed deel over, het geen in den geest van den overledene verder voor drankbestrijding zal worden aangewend. is... 7.30 Dinsdag 7 Jan. HILVERSUM I A.V.R.O. 8.00 Gramofoonmuziek. 9.00 En semble Rentmeester. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Ensemble Rentmeester. 11.00 Wenken voor de huishouding. 11.30 Orgel- concert. 12.30 Lunchmuziek. 2.00 Middagconcert, 3.00 Knipcursus. 4.00 Wies Defresne zingt. 4.30 Radio-Kinderkoorzang. 5.00 Kinderhalfuur. 5.30 Het Omroeporkest. 6.00 Dinermuziek. 6.30 Het Omroeporkest. 7.05 De Fiscus wat des Fiscus maar niet meer 7.05 Allemaal meezingen Eng. les. 8.00 Nieuwsberichten en mede- deelingen. 8.10 Revue „Even tijd voor vroolijk- beid". 10.00 „De Staalmeesters" spelen. 10.30 Bretonsche liedjes. 11.00 Nieuwsberichten. 11.10 Aansluiting met ..Central" in Den Haag. HILVERSUM H K.R.O. 8.00 Morgenconcert. 10.00 Gramo foonmuziek. 10.30 Muziekuitzending. 11.00 Gra mofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.01 Politieberichten. 12.15 Gramofoonmuziek. I.00 Het K.R.O.-Orkest. 1.50 Gramofoonmuziek. 2.00 Vrouwenuurtje. 3.00 Modecursus. 4.00 Gra mofoonmuziek. 4.15 Het K.R.O.-Orkest. 5.00 Gramofoonmuziek. 5.10 Het K.R.O.-Orkest. 5.30 Volkszang. 6.00 Het K.R.O.-Orkest. 6.40 Espe- rantocursus. 7.00 Politieberichten. 7.15 Uitz. van het R.K. Werkliedenverbond. 7.35 Gramofoon muziek. 8.00 Nieuwsberichten en mededeelingen. 8.10 De K.R.O.-Melodisten. 8.30 Tilly van Vliet in haar répertoire. 8.40 De K.R.O.-Melodisten. 9.00 Tilly van Vliet. 9.15 Inleiding Concert. 9.30 Standaardconcert. 9.50 Drie andere Koningen. 10.20 Solistenco'ncert. 11.00 Gramofoonmuziek. II.15 De K.R.O.-Boys. 11.45 Gramofoonmuziek. Klaus vroeg Ina ontwijkend. „Dat is nog niet met zekerheid bekend, juf- frouw Ina menschen, die zooals ik in diploma- tieken dienst zijn, worden nu hier, dan daarheen uitgezonden. Ze moeten de halve wereld door- zwerven en worden op het alleronverwachts overgeplaatst." Ina keek den jongen graaf aan, zag hem diep in de oogen. Hij verloor zijn kalmte er geen oogenblik door. Toen sprak ze „Graaf Klaus ik hoop, dat u het tennissen niet verleerd hebt in de vijf jaren van uw af- wezigheid „Het tennissen O, neen. Dat behoort mede tôt de vaardigheden, die jonge diplomaten be- hooren te bezitten," lachte Klaus. En mevrouw Von Holty dacht de gravin Von Dittersburg is niet zonder reden trotsch op haar zoon Hij is werkelijk een pracht-mensch. En Ina schijnt al eenige interesse voor hem te be zitten Ina sprak verder „Ik hoop dan maar, graaf Klaus, dat we over eenigen tijd het genoegen mogen smaken, u op onze tennisbanen te zien verschijnen." „Het zal mij een eer zijn. We hebben vroeger menigmaal tegen elkaar gespeeld, juffrouw Ina „Dan zullen we een dag vaststellen ik heb mij hier de laatste weken ontzettend verveeld. Ik heb geen enkelen goeden speler als partner kunnen vinden." „Welken dag wenscht u tegen mij te spelen?" „Laten we zeggen Zaterdag in den na- middag, graaf. We hebben hier dan nog eeni ge gasten. Convenieert het u dan, graaf „Ja ik heb den Zaterdag geheel beschikbaar. Ik zal gaarne aan uw zeer gewaardeerde uit- noodiging gehoor geven Het gesprek werd nog eenigen tijd voortge zet. Toen nam Klaus von Dittersburg afscheid en vertrok. „Nu Ina wat denk je van den jongen graaf vroeg mevrouw Von Holty, nadat de bezoeker heengegaan was. „Ach Ma, wat zal ik zeggen Hij is knap en sympathiek. Ik zal niet ontkennen, dat hij mij heel goed bevalt." „Ik zal je helpen, kind, je zooveel mogëlijk in zijn gezelschap te brengen. Je moeder meent het heel goed met je Ina liep alleen het terras op en prevelde zacht- jes „Als ik hem neem, dan zal hij mij gehoor- zamen als een hond deze elegante graaf HOOFDSTUK TV. „Neen, ik zal niet meer naar Rildesheim over- varen nooit meer Hanna tuurde uit het venster naar buiten, waar de morgehzon vroolijk het Iandschap met de rivier bescheen. Het huisje van de tante, waar het meisje bij in woonde, lag aan het eind van een der eeuwenoude, romantische, kronkelende stegen van Bingen, die naar den oever van den Rijn afliepen en een weinig ste- delijk karakter bezaten. „Neen, ik ga niet Het fijnë, teedere gelaat had een uitdrukking van groote vastberadenheid aangenomen. Op een kastje, terzijde van het venster, lag de luit. Het was tjjd om te gaan. Gedurende vier dagen was ze niet uitgegaan met haar instrument. En het geld was bijna verbruikt. „Wat zei je daar, Hanneke...?" Het meisje stond op van haar stoel. Haar ge- zicht nam een vriendelijke uitdrukking aan, toen ze op het ledikant toetrad, waarin een zie- ke lag. „Ach, het beteekent niets, Tante. Ik heb mijn luit zooeven gestemd. Ik zal nu maar gaan.' Engelsohe bladen bevatten eenige intéres sante bijzonderheden omtrent een tweetal hol- bewoners, die dezer dag'eû in hun Zeer primitie- ve verblijfplaats, resp. in Somerset en Essex, zijn overleden. In Somrset stierf de 70-jarige George Car- pentier, die 15 jaar geleden, na ruzie met zijn vrouw gehad te hebben, zijn woning verliet. In 'n kleinen zijgang van een mijn in de buurt, die niet meer geëxploiteerd werd, richtte hij zich een verblijf in. De opening der diverse gangen sloot hij met oude zakken af om de koude te weren. Voor verwarming behoefde hij niet te zorgen, daar de temperatuur in zijn ..vertrek" vrij constant was. De zijgang, waarin hij zich had „geinstalleerd", is Ï.80 brèed en 1.20 M. hoog. De tweede holbewoner, die in Essex op 78- jarigen leeftijd is overleden, was John Wood. Deze was eigenaar geweest van een groote boerderjj in Australië en was in 1926 als wel- gesteld man naar Engeland teruggekeerd, waar hij in Essex in een kletn hol ging wonen. Het eenige stuk huisraad in zijn verblijfplaats was een bed. Een jaar geleden ontving de man een erfe- nis. Hierdoor kreeg hjj de jaarlijksche beschik- king over een bedrag van ongeveer 1500 gulden, op voorwaarde, dat hij zijn naam in John Kelcey Het meisje keek de zieke gedurende eenigen tijd oplettend aan. Toen vroeg ze „Hoe voelt u zich nu, Tante Weer wat beter, als de laat ste dagen Zal ik uw kussen nog eens op- schudden De zieke, een smalle door een langdurig lvj den uitgeteerde figuur, trachtte zich wat op te richten. Haar oogen hadden een te sterken glans het was duidelvjk te zien, dat de pa tiente koorts had. „Beter, kind je vroeg, of ik mij beter ge- voel Ik geloof wel, dat ik vooruit ga." „Werkelijk waar, Tante U zegt dat hjjna altijd, ook als het niet waar is..." Een zwak lachje gleed over het ingevallen gelaat van de zieke. „Ik heb heel goed geslapen, Hannele en heel mooi gedroomd, van hemelsche wezens en van bonté bloemen en van kleine, spelende kinde ren." Hanna perste de lippen op elkaar. Koorts- droomen, dacht ze met een gevoel van smart. „Tante, als ik van huis ben, vergeet dan niet, de medicijnen op tvjd in te nemen. Ik heb ook een karaf met versch water hier bij u neerge- zet." „Dank je, Hannele. Zie je wel, hoe heerlvjk mooi de zon naar binnen schijnt Maandenlang lag ze reeds aan het ziekbed gekluisterd en Hanna verzorgde haar met veel toewijding. Maar er was geen redding meer mogëlijk. Ze was lijdende aan bronchitis tel- kens terugkeerende koortsen sloopten lang- zaam maar zeker de laatste levenskracht van deze oude vrouw. Hanna's tante was altijd een teruggetrokken levende, gesloten persoonlijkheid geweest. Nie- mand in de steeg had- haar in., de vele jaren, dat ze daar woonde, nader leeren kennen zelfs de buren, die in haar onmiddellijke nabijheid woonden. hadden zelden met haar gesproken. 223. De man kon niet uitwijken, wan- kelde en viel languit in het watér, waar hij kopje onder ging. Zijn makkers snelden hem te hulp en Hall en Margaret maakten dat zij weg kwamen. 224. Hall's hoornsignalen waren in- middels gehoord. Kapitein Gay, die zijn kinderen miste, was op onder zoek uitgegaan, en zijn scherpe ooren hadden Hall's hulpgeroep vernomen. Net op tijd verscheeen hij op het tooneel van den strijd. Het geleek den menschen, dat ze er een genoe gen in schiep, in eenzaamheid haar dagen te slijten. Toen was Hanna bij haar gekomen, nog niet zoo lang geleden het was in den winter ge weest. Ze kwam te rechter tijd, want spoedig werd haar tante ziek en was dus niet langer in staat, voor zich zelf te zorgen. De geldmid- delen waren spoedig uitgeput. Maar het meisje zorgde voor nieuwe verdiensten. Ze had haar luit genomen en aan de overzijde van de rivier, waar de welvarende stad RUdesheim lag en ook in de beter gesitueerde gedeelten van Bingen was ze gaan zingen en spelen langs de huizen. Ze wilde het niet laten uit valschen trots. Ze deed haar best, haar wijsjes zoo mooi mogëlijk ten gehoore te brengen. Ze had vroeger betere dagen gekend. Maar die waren reeds lang voor- bij. „Ga je weer zingen, Hannele „Ja Tante." „Je zult het niet lang meer doen." De zieke had kleine, scherp-afgeteekende roo- de vlekken op de wangen. „Waarom niet, Tante Op een geheimzinnigen toon klonk uit het bed de stem van de patiënte „Het is mij hedennacht aangezegd, kind „Ach, Tante, u doet mij schrikken Hanna streelde met teedere hand over het gerimpelde gelaat van de zieke, „Ik ben tegen den middag al weer terug, Tante. Ik blijf in Bingen ik ga niet meer naar de overzijde." De zieke wendde het hoofd wat terzvjde haar oogen zagen het meisje scherp aan. „Waarom ga je niet meer naar Rildesheim, Hanna „Het wordt dan zoo laat, Tante ik ben lie- ver wat vroeger bij u terug." Hanna wendde zich af om de donkere kleur te verbergen, die plotseling haar gelaat tintte. „Ik ga nu, Tante." „Goed, mijn kind, ga maar." Een vermoeide, maar goedige glimlach wierp de zieke naar het meisje. Hanna aarzelde nog enkele oogenbliklœn. Buiten was het stralend zomerweer. Het zou een goede dag zijn om te spelen en te zingen. En het geld in huis was bijna geheel op. Ze liep, haar instrument onder den arm, de deur uit. Haar schreden klonken in de smalle steeg. Hanna had dezen morgen een onrustig gevoel in zich. Was het de langzaam toenemende ziek- te van haar tante, waardoor ze zich zoo vreemd en angstig te moede gevoelde Of... had de ontmoeting met Klaus von Dittersburg, veer- tien dagen geleden op den Rijn, haar in zulk een eigenaardigen, labielen toestand gebracht T Het leek haar, of haar luit dezen dag minder klankvol was dan gewoonlijk. Maar toch had haar spelen haar in enkele uren tijds vrij wat geld opgebracht. Toen ze thuiskwam, zag ze met één oogop slag, dat de toestand van haar tante verergerc, was. Ze dacht er over, naar den dokter te gaan, maar ze durfde haar tante nu geen oogenblik alleen te laten. Hanna bleef bij de zieke. Deze was geheel bij kennis, maar het gerimpelde ge laat was bleek geworden. Onrustig bewogen de handen op het dek heen en weer. Af en dommelde ze gedurende enkele oogenblikkea, om weer met een lichten, onrustigen kreet te ontwaken. Zoo verliepen enkele uren. Toen zei de zieke, die gedurende korten tijd weer wat beter scheen te worden „Vertel me, Hannele, wat je beginnen zult, als als je alleen bent." (Wordt vervolgd).

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


Nieuws- en Advertentieblad, De Noord-Ooster nl | 1936 | | pagina 6