mk M AKKERTJE S Schaken Dammen Bridge-Rubriek m m 18 DE NOORD-OOSTER VAN ZATERDAG 15 MEI 1937 VIJFDE BLAD iNGtZONDEN MEDEDEEUNGEN 'n "Akkertie" heschermt U Als 't gure weer U koud en rillerig doet thuis komen en voor 'n zware verkoudheid, zelfs voor een griep- aanval doel vreezen, neem dan voor 't naar bed gaan een "AKKERTJE" Ge voorkoml dan veel narigheid en slaal morgen gezond en prettig opl sa sa sa PARTIJ No. 417 HoUandsche verdediging Gespeeld in een tournooi te Moskou WIT ZWART Goglidze Ragosin 1. d2d4 e7e0 2. c2c4 f7—f5 Zooals bekend doet zwart, als hjj Hollandsch wil spelen, het beste om eerst e6 te spelen. Speelt hij direct f5, dan kan wit met 2.e4 een kansrjjk gambiet beginnen, hoewel het lang niet vast staat, dat dit in wit's voordeel zal uitval- len. De Russen, die zeer goede kennera van de Hoilandscbe verdediging zijn, vermjjden niette- min dit gambiet bj| voorkeur. S. e2 e3 Een tamme voortzetting, welke beter nog even achterwege had kunnen bljjven. Beter ia Pc3 gevolgd door g3 en Lg2. 3Pg8f6 4. Pblc3 Lf8b4 In vele varianten van deze opening bezorgt de looper zwart eenige laat en zwart bealuit daarom maar direct hem tegen het paard op te ruimen. Een nadeel la, dat zwart op de zwar- te velden dikwjjls zwak wordt. 5. Lcld2 b7b6 6. Lfl—e2 Wit kiest een twjjfelachtige opatelling. In aanmerking komt Ld3, om na Lb7 te vervol- gen met f3, en Pge2. 6. Lc.8b7 7. Le2—18 c7c6 Ook dit doet wel wat vreemd aan, daar Lb7 veraperd wordt. Echter zou ruil op f3 de witte ontwikkeling bevorderen. 8. Pgle2 0—0 Hier kwam d7d5 in aanmerking, om wit'a volgenden zet tegen te houden. 9. e3e4 d7—d5 10. c4xd5 Wit profiteert niet van zwart'a nalatigheid. Met 10.ed5:,ed5: Il.cd5:,cd5: 120—0 zou hjj be ter gestaan hebben. 10Lb4xc3 11. Pe2xc8 f5xe4 12. Pc3xe4 Pf6xe4 13. Lf3xe4 Dd8h4 Met deze kleine matdreiging, die in ieder ge- val eerat gepareerd moet worden krijgt zwart de betere atelling, weike bestaat uit een pion- nenoverwicht op den damevleugel, tegen een ge- isoleerden centrumpion van wit. 14. Le4f3 e6xd5 15. Ld2e3 Pb8d7 16. 0—0 Ta8e8 Met Pf6, gevolgd door Pg4 of Pe4 kon zwart Lf3 tôt ruil brengen waarna de ongelijke loo- pers de partij een remiaekarakter geven. De tekatzet wil dit vermijden. 17. Tflel Pd7f6 18. g2—g3 Dh4hS 19. Le3r4 Dh3f5 20. Tel—e5 Waarschjjnlijk een kleine miarekening. Het beate waa nog Lg2 om daarna met Le5 en f4 de atelling af te aluiten. 20, Te8xe5 _^1_. d4xe5 t Wit ia wel gedwongen om met den pion terug te nemen, waardoor deze echter op den duur onhoudbaar wordt. Waarschtjnlijk ziet hjj te laat, dat Le5: niet kan, wegena Pd7, hetgeen direct een pion koat na ruil op e5 of op f2. Ook kon de looper niet naar f4 terug wegena g5, hetgeen trouwena nu toch voigt. 2 1g7g5 23. Lf4d2 Na ef6:,gf4:g4,Df6: ia het witte apel onhoud baar. 2 2Df5xe5 23. Ld2eS De5f5 24. Lf3—g2 Het la duidelijk, dat wit met dezen looper minstena een belangrjjk tempo verloren heeft. 24. c6c5 De pionnenmeerderheid komt in actie. Zwart speelt de rest zeer sterk. Niet goed zou ge- weest zjjn 24...Pe4 25.Le4:,Df2: 26.Khl,de4: 27.Dd7,Tf7 28.Dd8+ enz. 25. Ddla4 Pf6e4 26. Lc3el d5d4 27. Da4xa7 Wit la er ln geslaagd zjjn pion terug te win- nen, maar de dame ia nu aan de verdediging onttrokken. 27Lb7d5 28. Taldl Er dreigde d3, met onmiddellijk verlies, bijv 28.Db6:?,d3 29.f3d2 30,Lf2,Pf2: 31.Kf2:,Dd3 enz. 28Tf8f7 Nu dreigt weer mat door 29...Pf2: 30.Ld5:, Ph3-(- enz. 29. Da7b8-j- Kg8g7 30. h2—h3 Wit heeft geen zet meer, welke de atelling kan houden. Op 30.Db6: voigt 30...Pf2: 31.Dc5:. Ph3 32.Lh3:,Dh3: enz. en op 30.f3 voigt 30...Pf6 31.Db6:,Dc2 32.Td2,Dcl 33.Kfl,Lc4+ en wit kan opgeven. 30Pe4xf2 31. Lg2xd5 Pf2xh3+ 32. Kglh2 Df5xd5 33. Kh2xh3 Dd5hl 34. Kh3g4 Dhl—f3+ 35. Kg4h3 Het eenige, want als wit op g5 slaat, voigt Tf5 en mat op h5. 35Df3—h5 36. Kh3—g2 Dh5e2+ 37. Kg2h3 Tf7fl Met g4+,Kh4 bereikt zwart niet veei, omdat het schaak van de witte dame op d5 voorkomen moet worden. 38. Db8c7 Kg7g6 39. Dc7c6+ Kg6h5 Nu staat de zwarte konlng veilig en dreigt g4mat. Speelt wit 40.Dd5, dan voigt Thl-j- en na Dhl: eveneens g4mat en tenslotte voigt op 40.gS—g4 ,Dg4:+ 41.Kh2.Dgl 42.Kh3,g4 mat. Wit gai derhalve de partij op. Na wit's zwak- ken lOen zet heeft zwart op fraaie wijze de partij tôt winst gevoerd. gen den ander aanrennen? Hij had toch zeli ook later ingezien, dat zijn vader het goed met hem gemeend had en hem lief had on danks aile hardheid en hq was er hem later dankbaar voor geweest. Giinter moest dat ook inzien. „Ik houd heel veel van Giinter, Kâte, al kan ik het ook niet zoo toonen als ik zou willen omdat hjj me telkens weer irriteert", zei hij bijna tegen zijn zin door Kâte's smee- kende oogen daartoe gedwongen. „0, lieve oom Heinrich, Giinter houdt ook zoo veel van u en kan het ook al niet zoo toonen, omdat u beiden telkens weer met uw harde hoofden tegen elkaar botst", zei Kâte. dapper in haar poging om Giinter te helpen. De oude heer keek haar nadenkend aan „Denk je? Ben je er werkelijk van overtuigd, dat hjj om me geeft?" „Vast." „Je hebt een erg hoogen dunk van hem, is het niet?" Kâte knikte ernstig en antwoordde: „De beste, die men van iemand hebben kan." Hij keek haar een poosje onderzoekend aan. toen knikte hij: „Goed, ik zal gelooven, dat zijn harde kop hem niet oelet om een warm hart te hebben. En als hjj een wensch van me vervult, een wensch, dien ik hem vandaag heb meegedeeld, dan zal ik hem ailes vergeven wat hij me ooit met zjjn koppigheid heeft aange- daan." Kâte zuchtte diep. Ze wist welke wensch het was, en ze wist ook, dat Giinter er niet over dacht dien te vervullen. „En als het niet kan, oom?" vroeg ze ang- stig. Hij greep glimlachend haar hand. „Ik ver- lang alleen van hem, dat hjj zich gelukklg laat ■skeri. Je hoelt me niet zoo angstig aan te De oplossing van Stand No. 399 is alleen ge- geven door den heer J. G. Heeres, Veendam. Deze is 1. Da8b8 ,e2 2.Peg3 enz. 1g4 2.Pfg3 enz. 1onv. 2.Dd6: enz. Een moeilijke opgave Van no. 400 is de oplossing l.Pg6+,Kh7 2.Pf8+,Kh8 3.Dh7 ,Ph7: 4.Pg6mat. Hiervoor krijgen 3 punten R. V., B. T. T., J. G. Heeres, Veendam, J. v. d. Tuin, Zuidbroek, L. J. de Vries, Stadskanaal, G. Steging, Utrecht C. Brandsema, Wieringen, B. H. te Bos, Nieu- wepekela. Met deze beide standen is de 31e serie be- eindigd. De volgende punten werden behaald Probleemgro ep: D. Dokter, Wieringen 81. B. T. T. Veendam 51, G. Steging, Utrecht 49, J. v. d. Tuin, Zuidbroek 46, R. V., Veendam 27, H. O. Huisman, Annerv.kan. 21, J. G. Hee res, Veendam 19, G. Levenga, Meeden 9, E. Roelofs, Valtermond 7. De punten van P. Wes- tervaarder, Nieuwepekela en J. H. Schoonbeek, Uithuizen zjjn vervallen, daar deze gedurende drie achtereenvolgende sériés niet hebben in- gezonden. Winnaar in deze groep is derhalve de heer D. Dokter. Partijstandengroep: R. V., Veen dam 166, J. v. d. Tuin, Zuidbroek 150, D. Dok ter, Wieringen 139, B. T. T., Veendam 137, J. G. Heeres, Veendam 129, L. J. de Vries, Stads kanaal 114, G. Steging, Utrecht 84, H. O. Huis man, Annerv.kanaal 49, J. H. Schoonbeek, Uit huizen 45, G. Levenga, Meeden en C. Brandse ma, Wieringen ieder 33, B. H. te Bos, Nieuwe pekela 32, H. A. Weitson, Stadskanaal 3. Hier Werd dus de prjjs gewonnen door R. V. te Veen dam. Gaarne feliciteeren wjj de winnaars met hun succès en verzoeken hen ons te melden wat zjj wenschen te ontvangen. In verband met de Pinksterdagen tellen de beide volgende standen niet mede voor den Op- lossingswedstrjjd. De oplossingen zullen ge- plaatst worden in de rubriek, welke op 22 Mei versehjjnt. Zelfmat van J. Hartong. abedefgh Wit dwingt zelfmat in twee zetten. Eindspelstudie van R. Réti kjjken. Hjj moet alleen maar een waardelooze glinsterende glasscherf in de modder laten lig- gen en een kostbaren edelsteen van mjj aan- nemen. Is dat zoo'n onbilljjk verlangen, kind? Zeg zelf, Kâte, moet ik hem als goed vader niet dwingen mijn wensch te vervullen?" „Men kan niemand zjjn geluk opdringen," zei ze zachtjes. „Maar een vader moet onder aile omstan- digheden de macht hebben zjjn zoon te belet- ten in zjjn ongeluk te loopen. En ik zal vast en stellig niet zoo maar inzien, dat Giinter dat doet" Kâte bedacht, dat ze den ouden heer veel beslister zou bijvallen als ze niet geweten had, wàt hjj als Giinter's geluk beschouwde. Oom Heinrich kon zjjn zoon misschlen voor ongeluk behoeden, maar hem tôt geluk dwingen nooit. „Ik weet er geen antwoord op, oom, alleen, dat ik van ganscher harte hoop, dat Giinter ongeluk bespaard bljjft." Hjj knikte. „Ik weet, dat je hem ailes goeds toewenscht, Kâte." Giinter Warneck had zich dien avond naar het theater begeven waar Lori Leixner speel- de. Ze was al na de tweede acte vrj) en toen ze zich in haar kleedkamer verkleedde, werd ze door een van haar collega's, die de kamer met haar deelde, geplaagd. „Jij boft toch maar, Lori, je bent al klaar en kan met een van je aanbidders gaan sou peeren. Wie is vandaag aan de beurt?" Lori gooide het hoofd in den nek. „Dat gaat je geen steek aan." „Nou, nou, ik mag toch wel vragen. Je hebt schoon geljjk, dat je profiteert van je beetje jeugd en schoonheid, het is gauw genoegvoor- bjj. Zeg, die japon die je daar aan hebt, heeft een klein kapitaal gekoet, wie heeft die be- wit speelt de lok-lok-zet 2e. zwart doet de lok- zet 3e. wit gaat er op in 4e. zwart haalt zjjn vermeend voordeel 5e. wit wint per saldo. Het komt er dus op neer, dat wit 2 deelen meer heeft gezien dan zwart. In werkelijkheid komt iets dergelijks alleen in problemen voor, daar zooiets voor 't bord in partijen geweldig moeiljjk te zien is. Daarom vinden wij het echter leuk, dat we in staat zjjn een voorbeeld te toonen uit een op 2 Mei j.l. gespeelde partij om het kampioenschap van Ne- derland tusschen de heeren Vos en Lochten- berg. Uit de partij C. J. Lochtenberg, Amsterdam b c d e t g b Wit aan zet zijnde houdt remise. Red. t Postbus 7 Uroningen. Het onderstaand probleem ontvingen wij met de vermelding iok-lok-zet. Bij nadere beschou- wing bleek ons echter, dat dit geen lok-lok-zet- probleem is, doch een vraagstuk, waarin wit op zeker moment een lokzet doet, na eerst nog een paar andere zetten gespeeld te hebben. H. Jonkers te Appelsga. 1 8 .Ô3K ;l§ôà 73» W&/, 4b 47 4b 49 50 Zie bjjschrift. De auteur speelt hier eerst w. 1711, zw 6x17, w. 22x11, zw. 16, w. 2117, zw. 12x21, w. 26x17, waarna de stand is ontstaan, die zwart verlokt een schijf te winnen door 712. Wit zal dan op fraaie wjjze winnen, en hoe wel de stand nu juist olgU zoo te bewonderen valt, is het geheel '^A^TVyerdiensteljjk stukje werk van dezen jongen auteur. Het feit echter, dat dit probleem ons werd toegezonden met de vermelding lok-lok-zet, is voor ons een reden geworden, om eens te trach- ten uit te leggen, wat daaronder wordt vol- staan. Het is lastig te begrjjpen en er zijn dan ook vele dammers die eigenlijk niet precies we- ten, wat het eigenlijk zeggen wil. Genoegzaam bekend is het, dat bjj een ge- wone lokzet-probleem b.v. wit een zet doet, waarmee hjj zwart verlokt een inderdaad fou- tieve, doch oogenschjjnljjk voordeel brengende zet of slagzet te doen. Hierna zal wit dan in werkeljjkheid door een dan komenden slagzet winnen. Een lokzet bestaat dus uit 3 deelen. Eerst de lokzet van wit, dan de .foutieve voortzetting van zwart en daarna de winnende slag van wit, Maar nu het lok-lok-zet-probleem of kortweg „lok-de-lok" genoemd. In zoo'n geval wordt de lokzet uitgelokt. Men moet ons thans eens goed volgen. Nu doet b.v. wit een zet, waarmee hjj zwart verlokt een lokzet te doen. Wit heeft reeds ge zien, dat die lokzet van zwart niet deugt en gaat er daarom grif op in, zoodat wit het aan- geboden voordeel accepteert. Nu denkt zwart. ik heb hem, en neemt de voortzetting, die hj) op het oog had maar o wee, nu trekt zwart toch nog aan het kortste eind, want wit komt nu met zijn winstvoortzetting op de proppen, die hjj bjj zjjn eèrsten zet reeds had gezien. Een „lok-de-lok" bestaat dus uit 5 deelen le. taald?" Lori maakte een onverschillig gebaar. „Ik zou wel eens willen weten, waarom je zoo'n belang in me stelt?" zei ze, een coquet hoedje op het korte haar zettend. De oudere vrouw haalde de schouders op. „Dat is nu een soort sport van me toe te kjjken hoe anderen de mannen bjj denneus nemen of omgekeerd." „Ben je jaloersch?" De veel begaafde collega haalde de schou ders op en stak een sigarét op. „Ik weet niet of ik met je zou willen ruilen maar die lekkere soupers benjjd ik je wel. Lori wierp een voldanen blik in den spiegel en floot een deuntje. „Daar geef ik niets om als je te veel eet, wordt je te dik. Goeien avond." „Goeien avond; veel pleizier." Lori gooide bjj dien ironischen wensch het hoofd in den nek, doch reeds voor ze den uit- gang van het theater bereikt had, had haar gezicht een lieve, hulpelooze, onschuldige uit- drukklng aangenomen. In het leven was ze een volmaakte actrice. Zoo kwam ze naar GUnter Warneck toe, die bjj den artistenuit- gang op haar stond te wachten. Hjj begroette haar met stralends oogen. „Eindeljjk!'f „Heb je lang moeten wachten, schat?" Ze noemde al haar aanbidders schat, zeker om zich niet te vergissen. „Nu je bjj me bent is het al weer vergetèn. De-tjjd leek zoo lang, doordat ik zoo naar je verlangde," zei hjj. Ze zuchtte. „Als je eens wist, hoe lang de avonden in het'theater mjj vallen, als ik weet, dat jjj op me wacht Sedert Ik jou ~ken heb ik noggroo- ter hekel aan het tooneel dan vroeger. Ik vind 1 2 8 J. H. Vos, Amsterdam Deze stand ontstond na den 32sten zet van Wit. Nu voigt tevens het bewjjs hoe uitermate moeiljjk het damspel is. Zwart speelde hier 24 29 w. 33x24, zw. 20x29, waarna wit als lokzet 4339 speelde. Zwart kan nu een schjjf win nen of op 44 komen, wat we zoo meteen zullen laten zien. Zwart zag dit ook wel, maar hij zag ook, dat wit dan weer een voortzetting tôt zjjn beschikking had, die toch nog weer het voor deel aan wit's zjjde bracht. Zwart zag dus deze geheele afwikkeling, evenals wit, toen die 43 39 speelde. Toch is de lokzet 4339 niet juist, zooals wit berekende, nadat hjj hem gespeeld had. We zullen het nu echter aanschouwelijk voor- stellen en daarbjj van de veronderstelling uit- gaan, dat zwart, die begint, aile vjjf deelen, zooals boven uiteengezet, ziet en wit slechts 3 deelen. Zwart speelt nu dus WIT ZWART Deel 1. 1. 24—29 2. 33x24 20x29 flederlandsch Ongeêvenaard bij gevatle kou A Griep, rheumatische pijnen, Zenuwpijnen, Hoofdpijn, en». Per 12 si. 52 cl. Zakdoosje 20 ci. frra*** l^b f gens recept van Apotheker Ou mont Met dezen zet lokt zwart de lokzet uit Deel 2: 3. 43—39 De lokzet, waarop zwart echter ingaat, daar hjj verder ziet dan wit. Deel 3. 3. 18—22 4. 17x28 (Anders wint zwart een schjjf). 4. 29—33 5. 38x18 13x44 Nu wil wit zjjn vermeend voordeel halen. Deel 4. 6. 40—34 Wit meent nameljjk, dat zwart nu gedwongen is tôt 4450, waarna wit zou spelen 2722, zw. 50x17, w. 3228, zw. 17x30, w. 35x4. Echter komt nu de groote verrassing voor den dag, die zwart reeds zag bjj den eersten zet 2429, en wel Deel 5. 6. 14—20 7. 25x23 44—60 en zwart heeft zjjn doel bereikt. Wjj hopen, dat men uit dit voorbeeld heeft kunnen begrjjpen, wat een lok-de-lok is. Toen wjj boven op de moeiljjkheid van het damspel wezen, bedoelden wjj daarmee, dat Vos, de ex-kampioen van Nederland, slechts de deelen 3, 4 en 5 zag, toen hjj deel 2 had ge speeld. terwjjl Lochtenberg slechts de deelen 3 en 4 zag. Voor ons is dit een bewjjs, dat er nooit een speler zal komen, die aile phazan van het damspel volkomen beheerscht. het een marteling om op het tooneej te staan voor al die blikken van vreemde mannen. Ze zjjn zoo opdringerig en denken, dat een artiste geen fijn gevoel heeft. En achter de coulissen niets dan afgunst en hatelijkheid o, Giin ter bjj jou is rust en vrede." Ze vljjde zich tegen hem aan en hjj drukte haar arm vast in den zjjne. „Het duurt nu niet lang meer, Lori je wordt nu gauw mjjn vrouw. Binnenkort spreek lk met mjjn vader." Ze keek hem van ter zjjde onderzoekend aan, doch hjj zag die loerende uitdrukking in haar oogen niet „En als je vader zjjn toestemming tôt je huweljjk met een arme actrice nu eens niet wil geven?" „Dan wordt je toch mjjn vrouw. Ik stel mjjn vader dan eenvoudlg voor het feit. Als hj| ziet, dat er niets meer aan te veranderen is, zal hjj er zich wel in schikken." „Ben je daar zoo zeker van?" „Absoluut, wees maar gerust. Hjj zal mis sehien een beetje opspelen en boos zjjn, maar daar hj) er dan toch niets meer aan doen kan, zal hjj wel gauw bedaren en toegeven. Zoo- lang hjj denkt, dat hjj het verhinderen kan, zal hjj ailes doen om mjj voor zjjn wil te doen bui- gen, dat weet ik en daarom houd ik nu al re- kening met een huweljjk zonder zjjn toestem ming." Ze zuchtte diep. „Was ailes maar al achter den rug! Hét leven is zoo hard voor me ge weest, nadat ik met mjjn vader ook ai mjjn geld verloren heb." Lori had GUnter een mooi sprookje verteld over haar vader en hun vroegeren rjjkdom. In Werkeljjkheid was haar vader een avonturier geweest, die altijd op den zak van anderen leefde, met het geld van anderen min of meer De oplossing van het probleem van den heer W. Vegter uit de vorige rubriek, waarvan de stand was Zwart 9, 15, 19, 21, 23, 24, 28, 33 en dam op 17; Wit 16, 27, 30, 32, 37, 40, 42, 44 en 45. is Wit 42—38 16x20 32x3 3—21 21—49 Zwart 33x22 15x35 17x50 35x44 veri. Adree Damrwlactie „De Noord-Oostet** Hoofddorpplein 22i, Amsterdam steri» W. Hoewel wjj Probleem No. 163 als niet al ta moeiljjk kenmerkten, bevat deze opgave toch een zeer geraffineerde schjjnoplossing, welke begint met uitkomst Klaveren 9 of 10. De juista oplossing vangt aan met één van de hooge Schoppen en dan eerst één van de Klaveren. De tegenpartjj komt dan in een dwangpositie op den 3en slag West en op den 4en slag Oost. Z W N O 1. SA S9 SB 2. Kl.9 K1.7 R6 Kl.6 A. 3. H10 Kl.B R7 HS 4. Kl. 10 H8 HA 5. SH SVr S4 S10 6. S6 HB H3 Kl.Vr B. 3. H10 H8 R7 nS 4. K1.10 HB HA Kl.Vr 5. S6 Kl.B H3 S5 6. SH SVr S4 S10 C. 3. H10 SVr R7 H6 4. Kl.10 H8 HA Kl.Vr 5. S6 Kl.B S4 6. SH HB H3 S10 PROBLEEM No. 186 Seh. Vr. H. A, Vr. R. B, 4, 3. Kl. 9, 8, 2. Sch. 9,4. H. H,B,8,2. R. Vr. KL 10.4. Sch. H3. H. 10.9. R. 10, 9. 5. Kl. H, 5. Sch. A, 10. H. 5.4. R. H, 2. Kl. A, Vr, 8. Er wordt sans-atout gespeeld. Zuid moet aile slagen maken en West 1s aan slag, die nakomt met Schoppen vier. De oplossing van dit probleem zal geplaatst worden in de rubriek, welke op 29 Mei zal ver- schijnen. obscure zaken deed en eindeljjk door een onge luk stierf vôôr hjj de consequenties van zjjn handelingen ln den vorm van gevangenisstraf had moeten ondergaan. Lori had haar moe- der zeer vroeg verloren en haar lichtzinnige vader had er geen bezwaar in gezien om de schoonheid van zjjn dochter als lokmiddel voor zjjn eigen voordeel te gebruiken. Lori was even lichtzinnig als hjj geweest was. Ze leef de maar onbezorgd van den dag op den dag en liet altjjd anderen voor haar zorgen. Zewas pas na den dood van haar vader aan het too neel gegaan en het bezwaarde haar geweten ook hoegenaamd niet, dat ze nu van de eene hand in de andere overging. Ze had nu de laatste maanden haar andere aanbidders een voor een afgedankt, want GUnter Warneck die nog ideaien had en lu haar de reine, onbeschermde vrouw zag, die door het ongeluk achtervolgd werd, wllde met haar trouwen. Hier was eindeljjk de schitte- rende partjj, waar ze ai lang op geloerd had. Ze wist Giinter handig zéô in te palmen, dat hjj er glad in Uep. Tërwjjl ze haar gunsten anders altjjd met kostbare geschenken liet be- talen nam ze van GUnter niet anders aan dan bloemen. Ze speelde sluw comedie en had hem geheel in haar macht gekregen. Als hjj zich verwonderde over haar kost bare toiletten vertelde ze hem, dat die, voor zoover ze voor het tooneel noodig waren, door de directie betaald werden en bontmantels, hoeden en wandelcostuums droeg ze als recla me voor een firma. De juweelen die ze droeg beweerde ze van haar overleden moedar ge- erfd te hebben. (Wordt vervolgd).

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


Nieuws- en Advertentieblad, De Noord-Ooster nl | 1937 | | pagina 2