mk
M
AKKERTJE S
Schaken
Dammen
Bridge-Rubriek
m
m
18
DE NOORD-OOSTER VAN ZATERDAG 15 MEI 1937
VIJFDE BLAD
iNGtZONDEN MEDEDEEUNGEN
'n "Akkertie"
heschermt U
Als 't gure weer U koud en rillerig
doet thuis komen en voor 'n zware
verkoudheid, zelfs voor een griep-
aanval doel vreezen, neem dan voor
't naar bed gaan een "AKKERTJE"
Ge voorkoml dan veel narigheid en
slaal morgen gezond en prettig opl
sa
sa
sa
PARTIJ No. 417
HoUandsche verdediging
Gespeeld in een tournooi te Moskou
WIT ZWART
Goglidze Ragosin
1. d2d4 e7e0
2. c2c4 f7—f5
Zooals bekend doet zwart, als hjj Hollandsch
wil spelen, het beste om eerst e6 te spelen.
Speelt hij direct f5, dan kan wit met 2.e4 een
kansrjjk gambiet beginnen, hoewel het lang niet
vast staat, dat dit in wit's voordeel zal uitval-
len. De Russen, die zeer goede kennera van de
Hoilandscbe verdediging zijn, vermjjden niette-
min dit gambiet bj| voorkeur.
S. e2 e3
Een tamme voortzetting, welke beter nog
even achterwege had kunnen bljjven. Beter ia
Pc3 gevolgd door g3 en Lg2.
3Pg8f6
4. Pblc3 Lf8b4
In vele varianten van deze opening bezorgt
de looper zwart eenige laat en zwart bealuit
daarom maar direct hem tegen het paard op
te ruimen. Een nadeel la, dat zwart op de zwar-
te velden dikwjjls zwak wordt.
5. Lcld2 b7b6
6. Lfl—e2
Wit kiest een twjjfelachtige opatelling. In
aanmerking komt Ld3, om na Lb7 te vervol-
gen met f3, en Pge2.
6. Lc.8b7
7. Le2—18 c7c6
Ook dit doet wel wat vreemd aan, daar Lb7
veraperd wordt. Echter zou ruil op f3 de witte
ontwikkeling bevorderen.
8. Pgle2 0—0
Hier kwam d7d5 in aanmerking, om wit'a
volgenden zet tegen te houden.
9. e3e4 d7—d5
10. c4xd5
Wit profiteert niet van zwart'a nalatigheid.
Met 10.ed5:,ed5: Il.cd5:,cd5: 120—0 zou hjj be
ter gestaan hebben.
10Lb4xc3
11. Pe2xc8 f5xe4
12. Pc3xe4 Pf6xe4
13. Lf3xe4 Dd8h4
Met deze kleine matdreiging, die in ieder ge-
val eerat gepareerd moet worden krijgt zwart
de betere atelling, weike bestaat uit een pion-
nenoverwicht op den damevleugel, tegen een ge-
isoleerden centrumpion van wit.
14. Le4f3 e6xd5
15. Ld2e3 Pb8d7
16. 0—0 Ta8e8
Met Pf6, gevolgd door Pg4 of Pe4 kon zwart
Lf3 tôt ruil brengen waarna de ongelijke loo-
pers de partij een remiaekarakter geven. De
tekatzet wil dit vermijden.
17. Tflel Pd7f6
18. g2—g3 Dh4hS
19. Le3r4 Dh3f5
20. Tel—e5
Waarschjjnlijk een kleine miarekening. Het
beate waa nog Lg2 om daarna met Le5 en f4
de atelling af te aluiten.
20, Te8xe5
_^1_. d4xe5 t
Wit ia wel gedwongen om met den pion terug
te nemen, waardoor deze echter op den duur
onhoudbaar wordt. Waarschtjnlijk ziet hjj te
laat, dat Le5: niet kan, wegena Pd7, hetgeen
direct een pion koat na ruil op e5 of op f2. Ook
kon de looper niet naar f4 terug wegena g5,
hetgeen trouwena nu toch voigt.
2 1g7g5
23. Lf4d2
Na ef6:,gf4:g4,Df6: ia het witte apel onhoud
baar.
2 2Df5xe5
23. Ld2eS De5f5
24. Lf3—g2
Het la duidelijk, dat wit met dezen looper
minstena een belangrjjk tempo verloren heeft.
24. c6c5
De pionnenmeerderheid komt in actie. Zwart
speelt de rest zeer sterk. Niet goed zou ge-
weest zjjn 24...Pe4 25.Le4:,Df2: 26.Khl,de4:
27.Dd7,Tf7 28.Dd8+ enz.
25. Ddla4 Pf6e4
26. Lc3el d5d4
27. Da4xa7
Wit la er ln geslaagd zjjn pion terug te win-
nen, maar de dame ia nu aan de verdediging
onttrokken.
27Lb7d5
28. Taldl
Er dreigde d3, met onmiddellijk verlies, bijv
28.Db6:?,d3 29.f3d2 30,Lf2,Pf2: 31.Kf2:,Dd3
enz.
28Tf8f7
Nu dreigt weer mat door 29...Pf2: 30.Ld5:,
Ph3-(- enz.
29. Da7b8-j- Kg8g7
30. h2—h3
Wit heeft geen zet meer, welke de atelling
kan houden. Op 30.Db6: voigt 30...Pf2: 31.Dc5:.
Ph3 32.Lh3:,Dh3: enz. en op 30.f3 voigt 30...Pf6
31.Db6:,Dc2 32.Td2,Dcl 33.Kfl,Lc4+ en wit
kan opgeven.
30Pe4xf2
31. Lg2xd5 Pf2xh3+
32. Kglh2 Df5xd5
33. Kh2xh3 Dd5hl
34. Kh3g4 Dhl—f3+
35. Kg4h3
Het eenige, want als wit op g5 slaat, voigt
Tf5 en mat op h5.
35Df3—h5
36. Kh3—g2 Dh5e2+
37. Kg2h3 Tf7fl
Met g4+,Kh4 bereikt zwart niet veei, omdat
het schaak van de witte dame op d5 voorkomen
moet worden.
38. Db8c7 Kg7g6
39. Dc7c6+ Kg6h5
Nu staat de zwarte konlng veilig en dreigt
g4mat. Speelt wit 40.Dd5, dan voigt Thl-j- en
na Dhl: eveneens g4mat en tenslotte voigt op
40.gS—g4 ,Dg4:+ 41.Kh2.Dgl 42.Kh3,g4 mat.
Wit gai derhalve de partij op. Na wit's zwak-
ken lOen zet heeft zwart op fraaie wijze de
partij tôt winst gevoerd.
gen den ander aanrennen? Hij had toch zeli
ook later ingezien, dat zijn vader het goed
met hem gemeend had en hem lief had on
danks aile hardheid en hq was er hem later
dankbaar voor geweest. Giinter moest dat
ook inzien.
„Ik houd heel veel van Giinter, Kâte, al kan
ik het ook niet zoo toonen als ik zou willen
omdat hjj me telkens weer irriteert", zei
hij bijna tegen zijn zin door Kâte's smee-
kende oogen daartoe gedwongen.
„0, lieve oom Heinrich, Giinter houdt ook
zoo veel van u en kan het ook al niet zoo
toonen, omdat u beiden telkens weer met uw
harde hoofden tegen elkaar botst", zei Kâte.
dapper in haar poging om Giinter te helpen.
De oude heer keek haar nadenkend aan
„Denk je? Ben je er werkelijk van overtuigd,
dat hjj om me geeft?"
„Vast."
„Je hebt een erg hoogen dunk van hem, is
het niet?"
Kâte knikte ernstig en antwoordde: „De
beste, die men van iemand hebben kan."
Hij keek haar een poosje onderzoekend aan.
toen knikte hij: „Goed, ik zal gelooven, dat
zijn harde kop hem niet oelet om een warm
hart te hebben. En als hjj een wensch van me
vervult, een wensch, dien ik hem vandaag heb
meegedeeld, dan zal ik hem ailes vergeven wat
hij me ooit met zjjn koppigheid heeft aange-
daan."
Kâte zuchtte diep. Ze wist welke wensch
het was, en ze wist ook, dat Giinter er niet
over dacht dien te vervullen.
„En als het niet kan, oom?" vroeg ze ang-
stig.
Hij greep glimlachend haar hand. „Ik ver-
lang alleen van hem, dat hjj zich gelukklg laat
■skeri. Je hoelt me niet zoo angstig aan te
De oplossing van Stand No. 399 is alleen ge-
geven door den heer J. G. Heeres, Veendam.
Deze is
1. Da8b8 ,e2 2.Peg3 enz.
1g4 2.Pfg3 enz.
1onv. 2.Dd6: enz.
Een moeilijke opgave
Van no. 400 is de oplossing l.Pg6+,Kh7
2.Pf8+,Kh8 3.Dh7 ,Ph7: 4.Pg6mat.
Hiervoor krijgen 3 punten R. V., B. T. T.,
J. G. Heeres, Veendam, J. v. d. Tuin, Zuidbroek,
L. J. de Vries, Stadskanaal, G. Steging, Utrecht
C. Brandsema, Wieringen, B. H. te Bos, Nieu-
wepekela.
Met deze beide standen is de 31e serie be-
eindigd. De volgende punten werden behaald
Probleemgro ep: D. Dokter, Wieringen
81. B. T. T. Veendam 51, G. Steging, Utrecht
49, J. v. d. Tuin, Zuidbroek 46, R. V., Veendam
27, H. O. Huisman, Annerv.kan. 21, J. G. Hee
res, Veendam 19, G. Levenga, Meeden 9, E.
Roelofs, Valtermond 7. De punten van P. Wes-
tervaarder, Nieuwepekela en J. H. Schoonbeek,
Uithuizen zjjn vervallen, daar deze gedurende
drie achtereenvolgende sériés niet hebben in-
gezonden. Winnaar in deze groep is derhalve
de heer D. Dokter.
Partijstandengroep: R. V., Veen
dam 166, J. v. d. Tuin, Zuidbroek 150, D. Dok
ter, Wieringen 139, B. T. T., Veendam 137, J.
G. Heeres, Veendam 129, L. J. de Vries, Stads
kanaal 114, G. Steging, Utrecht 84, H. O. Huis
man, Annerv.kanaal 49, J. H. Schoonbeek, Uit
huizen 45, G. Levenga, Meeden en C. Brandse
ma, Wieringen ieder 33, B. H. te Bos, Nieuwe
pekela 32, H. A. Weitson, Stadskanaal 3. Hier
Werd dus de prjjs gewonnen door R. V. te Veen
dam.
Gaarne feliciteeren wjj de winnaars met hun
succès en verzoeken hen ons te melden wat zjj
wenschen te ontvangen.
In verband met de Pinksterdagen tellen de
beide volgende standen niet mede voor den Op-
lossingswedstrjjd. De oplossingen zullen ge-
plaatst worden in de rubriek, welke op 22 Mei
versehjjnt.
Zelfmat van J. Hartong.
abedefgh
Wit dwingt zelfmat in twee zetten.
Eindspelstudie van R. Réti
kjjken. Hjj moet alleen maar een waardelooze
glinsterende glasscherf in de modder laten lig-
gen en een kostbaren edelsteen van mjj aan-
nemen. Is dat zoo'n onbilljjk verlangen, kind?
Zeg zelf, Kâte, moet ik hem als goed vader
niet dwingen mijn wensch te vervullen?"
„Men kan niemand zjjn geluk opdringen,"
zei ze zachtjes.
„Maar een vader moet onder aile omstan-
digheden de macht hebben zjjn zoon te belet-
ten in zjjn ongeluk te loopen. En ik zal vast
en stellig niet zoo maar inzien, dat Giinter
dat doet"
Kâte bedacht, dat ze den ouden heer veel
beslister zou bijvallen als ze niet geweten had,
wàt hjj als Giinter's geluk beschouwde. Oom
Heinrich kon zjjn zoon misschlen voor ongeluk
behoeden, maar hem tôt geluk dwingen nooit.
„Ik weet er geen antwoord op, oom, alleen,
dat ik van ganscher harte hoop, dat Giinter
ongeluk bespaard bljjft."
Hjj knikte. „Ik weet, dat je hem ailes goeds
toewenscht, Kâte."
Giinter Warneck had zich dien avond naar
het theater begeven waar Lori Leixner speel-
de. Ze was al na de tweede acte vrj) en toen
ze zich in haar kleedkamer verkleedde, werd
ze door een van haar collega's, die de kamer
met haar deelde, geplaagd.
„Jij boft toch maar, Lori, je bent al klaar
en kan met een van je aanbidders gaan sou
peeren. Wie is vandaag aan de beurt?"
Lori gooide het hoofd in den nek.
„Dat gaat je geen steek aan."
„Nou, nou, ik mag toch wel vragen. Je hebt
schoon geljjk, dat je profiteert van je beetje
jeugd en schoonheid, het is gauw genoegvoor-
bjj. Zeg, die japon die je daar aan hebt, heeft
een klein kapitaal gekoet, wie heeft die be-
wit speelt de lok-lok-zet 2e. zwart doet de lok-
zet 3e. wit gaat er op in 4e. zwart haalt zjjn
vermeend voordeel 5e. wit wint per saldo.
Het komt er dus op neer, dat wit 2 deelen
meer heeft gezien dan zwart.
In werkelijkheid komt iets dergelijks alleen
in problemen voor, daar zooiets voor 't bord in
partijen geweldig moeiljjk te zien is. Daarom
vinden wij het echter leuk, dat we in staat zjjn
een voorbeeld te toonen uit een op 2 Mei j.l.
gespeelde partij om het kampioenschap van Ne-
derland tusschen de heeren Vos en Lochten-
berg.
Uit de partij
C. J. Lochtenberg, Amsterdam
b c d e t g b
Wit aan zet zijnde houdt remise.
Red. t Postbus 7 Uroningen.
Het onderstaand probleem ontvingen wij met
de vermelding iok-lok-zet. Bij nadere beschou-
wing bleek ons echter, dat dit geen lok-lok-zet-
probleem is, doch een vraagstuk, waarin wit op
zeker moment een lokzet doet, na eerst nog
een paar andere zetten gespeeld te hebben.
H. Jonkers te Appelsga.
1
8
.Ô3K ;l§ôà
73» W&/,
4b 47 4b 49 50
Zie bjjschrift.
De auteur speelt hier eerst w. 1711, zw
6x17, w. 22x11, zw. 16, w. 2117, zw. 12x21,
w. 26x17, waarna de stand is ontstaan, die
zwart verlokt een schijf te winnen door 712.
Wit zal dan op fraaie wjjze winnen, en hoe
wel de stand nu juist olgU zoo te bewonderen
valt, is het geheel '^A^TVyerdiensteljjk stukje
werk van dezen jongen auteur.
Het feit echter, dat dit probleem ons werd
toegezonden met de vermelding lok-lok-zet, is
voor ons een reden geworden, om eens te trach-
ten uit te leggen, wat daaronder wordt vol-
staan. Het is lastig te begrjjpen en er zijn dan
ook vele dammers die eigenlijk niet precies we-
ten, wat het eigenlijk zeggen wil.
Genoegzaam bekend is het, dat bjj een ge-
wone lokzet-probleem b.v. wit een zet doet,
waarmee hjj zwart verlokt een inderdaad fou-
tieve, doch oogenschjjnljjk voordeel brengende
zet of slagzet te doen. Hierna zal wit dan in
werkeljjkheid door een dan komenden slagzet
winnen.
Een lokzet bestaat dus uit 3 deelen. Eerst
de lokzet van wit, dan de .foutieve voortzetting
van zwart en daarna de winnende slag van wit,
Maar nu het lok-lok-zet-probleem of kortweg
„lok-de-lok" genoemd. In zoo'n geval wordt de
lokzet uitgelokt. Men moet ons thans eens goed
volgen.
Nu doet b.v. wit een zet, waarmee hjj zwart
verlokt een lokzet te doen. Wit heeft reeds ge
zien, dat die lokzet van zwart niet deugt en
gaat er daarom grif op in, zoodat wit het aan-
geboden voordeel accepteert. Nu denkt zwart.
ik heb hem, en neemt de voortzetting, die hj)
op het oog had maar o wee, nu trekt zwart
toch nog aan het kortste eind, want wit komt
nu met zijn winstvoortzetting op de proppen,
die hjj bjj zjjn eèrsten zet reeds had gezien.
Een „lok-de-lok" bestaat dus uit 5 deelen le.
taald?"
Lori maakte een onverschillig gebaar.
„Ik zou wel eens willen weten, waarom je
zoo'n belang in me stelt?" zei ze, een coquet
hoedje op het korte haar zettend.
De oudere vrouw haalde de schouders op.
„Dat is nu een soort sport van me toe
te kjjken hoe anderen de mannen bjj denneus
nemen of omgekeerd."
„Ben je jaloersch?"
De veel begaafde collega haalde de schou
ders op en stak een sigarét op.
„Ik weet niet of ik met je zou willen ruilen
maar die lekkere soupers benjjd ik je wel.
Lori wierp een voldanen blik in den spiegel
en floot een deuntje.
„Daar geef ik niets om als je te veel eet,
wordt je te dik. Goeien avond."
„Goeien avond; veel pleizier."
Lori gooide bjj dien ironischen wensch het
hoofd in den nek, doch reeds voor ze den uit-
gang van het theater bereikt had, had haar
gezicht een lieve, hulpelooze, onschuldige uit-
drukklng aangenomen. In het leven was ze
een volmaakte actrice. Zoo kwam ze naar
GUnter Warneck toe, die bjj den artistenuit-
gang op haar stond te wachten. Hjj begroette
haar met stralends oogen.
„Eindeljjk!'f
„Heb je lang moeten wachten, schat?" Ze
noemde al haar aanbidders schat, zeker om
zich niet te vergissen.
„Nu je bjj me bent is het al weer vergetèn.
De-tjjd leek zoo lang, doordat ik zoo naar je
verlangde," zei hjj.
Ze zuchtte.
„Als je eens wist, hoe lang de avonden in
het'theater mjj vallen, als ik weet, dat jjj op
me wacht Sedert Ik jou ~ken heb ik noggroo-
ter hekel aan het tooneel dan vroeger. Ik vind
1
2
8
J. H. Vos, Amsterdam
Deze stand ontstond na den 32sten zet van
Wit. Nu voigt tevens het bewjjs hoe uitermate
moeiljjk het damspel is. Zwart speelde hier 24
29 w. 33x24, zw. 20x29, waarna wit als lokzet
4339 speelde. Zwart kan nu een schjjf win
nen of op 44 komen, wat we zoo meteen zullen
laten zien. Zwart zag dit ook wel, maar hij zag
ook, dat wit dan weer een voortzetting tôt zjjn
beschikking had, die toch nog weer het voor
deel aan wit's zjjde bracht. Zwart zag dus deze
geheele afwikkeling, evenals wit, toen die 43
39 speelde.
Toch is de lokzet 4339 niet juist, zooals wit
berekende, nadat hjj hem gespeeld had.
We zullen het nu echter aanschouwelijk voor-
stellen en daarbjj van de veronderstelling uit-
gaan, dat zwart, die begint, aile vjjf deelen,
zooals boven uiteengezet, ziet en wit slechts 3
deelen.
Zwart speelt nu dus
WIT ZWART
Deel 1. 1. 24—29
2. 33x24 20x29
flederlandsch Ongeêvenaard bij gevatle kou
A Griep, rheumatische pijnen,
Zenuwpijnen, Hoofdpijn, en».
Per 12 si. 52 cl. Zakdoosje 20 ci.
frra***
l^b f gens recept van Apotheker Ou mont
Met dezen zet lokt zwart de lokzet uit
Deel 2: 3. 43—39
De lokzet, waarop zwart echter ingaat, daar
hjj verder ziet dan wit.
Deel 3. 3. 18—22
4. 17x28
(Anders wint zwart een schjjf).
4. 29—33
5. 38x18 13x44
Nu wil wit zjjn vermeend voordeel halen.
Deel 4. 6. 40—34
Wit meent nameljjk, dat zwart nu gedwongen
is tôt 4450, waarna wit zou spelen 2722,
zw. 50x17, w. 3228, zw. 17x30, w. 35x4.
Echter komt nu de groote verrassing voor
den dag, die zwart reeds zag bjj den eersten
zet 2429, en wel
Deel 5. 6. 14—20
7. 25x23 44—60
en zwart heeft zjjn doel bereikt.
Wjj hopen, dat men uit dit voorbeeld heeft
kunnen begrjjpen, wat een lok-de-lok is.
Toen wjj boven op de moeiljjkheid van het
damspel wezen, bedoelden wjj daarmee, dat
Vos, de ex-kampioen van Nederland, slechts de
deelen 3, 4 en 5 zag, toen hjj deel 2 had ge
speeld. terwjjl Lochtenberg slechts de deelen
3 en 4 zag. Voor ons is dit een bewjjs, dat er
nooit een speler zal komen, die aile phazan van
het damspel volkomen beheerscht.
het een marteling om op het tooneej te staan
voor al die blikken van vreemde mannen. Ze
zjjn zoo opdringerig en denken, dat een artiste
geen fijn gevoel heeft. En achter de coulissen
niets dan afgunst en hatelijkheid o, Giin
ter bjj jou is rust en vrede."
Ze vljjde zich tegen hem aan en hjj drukte
haar arm vast in den zjjne.
„Het duurt nu niet lang meer, Lori je
wordt nu gauw mjjn vrouw. Binnenkort spreek
lk met mjjn vader."
Ze keek hem van ter zjjde onderzoekend
aan, doch hjj zag die loerende uitdrukking in
haar oogen niet
„En als je vader zjjn toestemming tôt je
huweljjk met een arme actrice nu eens niet
wil geven?"
„Dan wordt je toch mjjn vrouw. Ik stel mjjn
vader dan eenvoudlg voor het feit. Als hj|
ziet, dat er niets meer aan te veranderen is,
zal hjj er zich wel in schikken."
„Ben je daar zoo zeker van?"
„Absoluut, wees maar gerust. Hjj zal mis
sehien een beetje opspelen en boos zjjn, maar
daar hj) er dan toch niets meer aan doen kan,
zal hjj wel gauw bedaren en toegeven. Zoo-
lang hjj denkt, dat hjj het verhinderen kan, zal
hjj ailes doen om mjj voor zjjn wil te doen bui-
gen, dat weet ik en daarom houd ik nu al re-
kening met een huweljjk zonder zjjn toestem
ming."
Ze zuchtte diep. „Was ailes maar al achter
den rug! Hét leven is zoo hard voor me ge
weest, nadat ik met mjjn vader ook ai mjjn
geld verloren heb."
Lori had GUnter een mooi sprookje verteld
over haar vader en hun vroegeren rjjkdom. In
Werkeljjkheid was haar vader een avonturier
geweest, die altijd op den zak van anderen
leefde, met het geld van anderen min of meer
De oplossing van het probleem van den heer
W. Vegter uit de vorige rubriek, waarvan de
stand was
Zwart 9, 15, 19, 21, 23, 24, 28, 33 en dam op
17;
Wit 16, 27, 30, 32, 37, 40, 42, 44 en 45.
is
Wit 42—38 16x20 32x3 3—21 21—49
Zwart 33x22 15x35 17x50 35x44 veri.
Adree Damrwlactie „De Noord-Oostet**
Hoofddorpplein 22i, Amsterdam
steri»
W.
Hoewel wjj Probleem No. 163 als niet al ta
moeiljjk kenmerkten, bevat deze opgave toch
een zeer geraffineerde schjjnoplossing, welke
begint met uitkomst Klaveren 9 of 10. De juista
oplossing vangt aan met één van de hooge
Schoppen en dan eerst één van de Klaveren. De
tegenpartjj komt dan in een dwangpositie op
den 3en slag West en op den 4en slag Oost.
Z
W
N
O
1.
SA
S9
SB
2.
Kl.9
K1.7
R6
Kl.6
A.
3.
H10
Kl.B
R7
HS
4.
Kl. 10
H8
HA
5.
SH
SVr
S4
S10
6.
S6
HB
H3
Kl.Vr
B.
3.
H10
H8
R7
nS
4.
K1.10
HB
HA
Kl.Vr
5.
S6
Kl.B
H3
S5
6.
SH
SVr
S4
S10
C.
3.
H10
SVr
R7
H6
4.
Kl.10
H8
HA
Kl.Vr
5.
S6
Kl.B
S4
6.
SH
HB
H3
S10
PROBLEEM No. 186
Seh. Vr.
H. A, Vr.
R. B, 4, 3.
Kl. 9, 8, 2.
Sch. 9,4.
H. H,B,8,2.
R. Vr.
KL 10.4.
Sch. H3.
H. 10.9.
R. 10, 9. 5.
Kl. H, 5.
Sch. A, 10.
H. 5.4.
R. H, 2.
Kl. A, Vr, 8.
Er wordt sans-atout gespeeld. Zuid moet aile
slagen maken en West 1s aan slag, die nakomt
met Schoppen vier.
De oplossing van dit probleem zal geplaatst
worden in de rubriek, welke op 29 Mei zal ver-
schijnen.
obscure zaken deed en eindeljjk door een onge
luk stierf vôôr hjj de consequenties van zjjn
handelingen ln den vorm van gevangenisstraf
had moeten ondergaan. Lori had haar moe-
der zeer vroeg verloren en haar lichtzinnige
vader had er geen bezwaar in gezien om de
schoonheid van zjjn dochter als lokmiddel voor
zjjn eigen voordeel te gebruiken. Lori was
even lichtzinnig als hjj geweest was. Ze leef
de maar onbezorgd van den dag op den dag
en liet altjjd anderen voor haar zorgen. Zewas
pas na den dood van haar vader aan het too
neel gegaan en het bezwaarde haar geweten
ook hoegenaamd niet, dat ze nu van de eene
hand in de andere overging.
Ze had nu de laatste maanden haar andere
aanbidders een voor een afgedankt, want
GUnter Warneck die nog ideaien had en lu
haar de reine, onbeschermde vrouw zag, die
door het ongeluk achtervolgd werd, wllde met
haar trouwen. Hier was eindeljjk de schitte-
rende partjj, waar ze ai lang op geloerd had.
Ze wist Giinter handig zéô in te palmen, dat
hjj er glad in Uep. Tërwjjl ze haar gunsten
anders altjjd met kostbare geschenken liet be-
talen nam ze van GUnter niet anders aan dan
bloemen. Ze speelde sluw comedie en had
hem geheel in haar macht gekregen.
Als hjj zich verwonderde over haar kost
bare toiletten vertelde ze hem, dat die, voor
zoover ze voor het tooneel noodig waren, door
de directie betaald werden en bontmantels,
hoeden en wandelcostuums droeg ze als recla
me voor een firma. De juweelen die ze droeg
beweerde ze van haar overleden moedar ge-
erfd te hebben.
(Wordt vervolgd).