EEN BEZOEK
Snakerijen van Tijl Uilenspiegel
1
Onze
Slu&zie-Huhiek.
N
We kunnen trots zijn
ieuws aan
den
loopenden band.
I
DE NOORD-OOSTER VAN ZATERDAG 15 MEI 1937
ONZE KINDERKRAN1
OPLOSSING PUZZLE NO. 52
PUZZLE NO. 53
Herinneringen aan een vermoorden
Koning.
Een methusalem onder de boomen.
Hagelkorrels als handelsartikel.
Juweelen van Lady Houston op
de veiling.
Frankrijk herdenkt zijn jongsten
vrijwilliger.
i
wmmMwmm. mm
gestorven Maurice Brouard, den jongsten vrij-
williger van Frankrijk, wien een zeer treurig
lot beschoren was en kort geleden in een asyl
overleed. Op 14-jarigen leeftijd meldde de knaap
zich vrijwillig aan en zou niet aan het front
hebben mogen strijden, als men niet toestem-
ming gegeven had op de valsche papieren, die
de jongen bfl zich droeg. De papieren waren van
zfln vier jaar ouderen broeder. Als jongeman
van 18 jaar mocht hy wel aan het front stry-
den. De knaap toonde zich in den oorlog zoo
dapper, dat hij niet anders, dan in de voorste
Unies Wilde vechten. Hij maakte den geheelen
wereldoorlog in de voorste rijen mede, onder-
scheidde zich herhaalde malen en werd door de
Fransche regeering geridderd. Later bleek, dat
de jongen eerst 14 jaar oud was.
Als soldaat nam Maurice Brouard ook deel
aan de Rijnbezetting. Nadien probeerde hij in
Parijs een behoorlyke betrekking te krijgen,
doch sinds 1929, dat jaar, dat ook voor Frank-
rijk zooveel werkloosheid bracht, kon Maurice
Horizontaal: bete botweg Asen Oss
tel domper aie Epe Engels
rut Let Alem drijver skat.
Verticaal': boa ets tweern een
Esopus pellen Oder smet taël lest
eerlijk ars Eva met.
Het lot wees aan als winnaar
de heer A. Sassen, 3e Krulsdlep 3691,
Nieuw-Weerdlnge.
geen werk vinden. In 1932, toen hij intusschen
volwassen was geworden, werd hy zwaar ziek
en na zijn lichamelijk herstel bleek htj geheel
geestesziek te zijn, zoodat opname in een krank-
zinnigeninrichting noodzakelijk was. Hier is de
ongelukkige jongeman gestorven.
In de oude Belgrader vesting ,,Kalimegdan"
heeft Frins Paul, de prins-regent van den Jon
gen Koning Peter, het Joego-Slavisch Oorlogs-
museum geopend, hetwelk bestaat uit twee
groote vertrekken, waarvan een gewyd 1s aan
den vermoorden koning Alexander, die, zooals
bekend, op 9 October 1934 in Marseille het
slachtoffer werd van een terrorist.
In het muséum, dat zeer veel belangstelling
trekt, ziet men de doorschoten uniformjas van
den vorst, de met bloed bevlekte kleedingstuk-
ken en het kussen, waarop de vorst het gewond
hoofd neerlegde en waarop hy stierf.
Zelfs het wapen van den moordenaar heeft de
Joego-Slavische regeering in handen kunnen
krygen. Ook de automobiel, waarin de koning
met Monsieur Barthou had plaats genonien, is
in het muséum te bezichtigen. De wagen heeft
men in denzelfden toestand gelaten. Ook de
gebroken ruit heeft men er in gelaten.
36.
Paradys.
37.
boos.
38.
plaats in Gelderland.
39.
Europeaan.
40.
loot.
41.
pynboota.
Verticaal:
2.
vuur, geestdrift.
3.
inhoudsmaat.
4.
Afr. tweehoevig dier.
5.
achten.
6.
puntige rots.
T.
denkbeeld.
Holland mag dan klein zijn, en in vele op-
zichten niet meer dàt beteekenen, wat het in
vroeger eeuwen beteekende we hebben nog
àlle redenen om trots te zyn. Vroeger groote
scheepvaarders, groote handelslieden, groote
strijders te land en te zee, groote politici en
geleerden thans niet minder beroemde ge-
leerden, de beste piloten ter wereld, beroemde
teohnici.
Bekijk bovenstaande weg maar eens even.
Wat een prachtige, volmaakte Verlichting! Eén
lijn van licht, tôt aan de kim, in de verte!
En wat deze weg met ons landje te make;
heeft Wel, het belichtings-effect is een
Nederlandsche vinding, een Hollandsch pro-
duct! ,,Philora"-natriumlampen van Philips të
Eindhoven zyn het, die het verkeer over een
hoofdader van ons nabuurland, België, zoo „in
't zonnetje" zetten.
Dit natriumlicht, dat eenigszins geelgekleurd
is, heeft het voordeel, dat het op 't netvlies
van ons menschelijk oog maar één scherp,
beeldje vormt (monochromatisch licht) ter-
wijl het gewone lamplicht door een bepaalde
eigenschap meerdere beeldjes veroorzaakt en
daardoor de totaal-indruk verzwakt. Dat klinkt
natuurlijk nog als potjes-latijn in juliie ooren,
maar als je grooter bent en op de H.B.S. al
iets over het licht en over het spectrum ge-
hoord hebt, zul je wel snappen, wat er bedoeld
wordt.
De hoofdzaak is, dat je weet, dat het een I
prachtige uitvinding is en dat onze Nederland
sche lampen-industrie te Eindhoven er in bui-
ten- zoowel als in binnenland een bijzonder
succès mee heeft! Het licht verblindt niet,
zoodat het aantal ongelukken flink zal ver-
minderen (natuurlijk zijn er nog altijd domme
menschen, die tôoh tegen elkaar opjakkeren!)
en doet toch iedere kleinigheid op den weg
scherp uitkomen!
Zoodat we weer zien: Holland aan de spits!
Het was Pinksteren en heerlijk lenteweer.
Voor hun huisje, dat midden op
de groote heide stond, zaten op het
hekje Jan en Janneke. Ze waren alleeu
thuis. Vader en moeder waren vanmorgen al
vroeg weggegaan naar de kerk. Het dorp, waar
de kerk stond, was wel een uur loopen verwy-
derd van het huisje op de heide. Jan en Janneke
waren nog maar een enkele keer in het dorp
geweest, want naar school gingen ze nog niet.
Ze hadden al verschillende spelletjes gedaan. Nu
eens waren ze hier en dan daar. Maar eigenlijk
verveelden ze zich een beetje. Het was niets ge-
zellig, dat moeder er niet was. Dat gebeurde
haast nooit. Zoo waren ze dan eindelijk gaan
zitten op het hekje en keken uit over de groote
a tille hei. Heel in de verte bijna aan de horizon
zagen ze de kerktoren, waar vader en moeder
op het oogenblik waren.
Wie zou daar wonen, vroeg Jan opeens en
wees met zijn vinger naar een huisje, dat bijna
verscholen ging in het bosch. Dit huisje was
ook ver weg, maar het lag een heel andere kant
uit dan het dorp. Janneke haalde haar schou-
ders op. Ze wist het ook niet. Haar oogen ke
ken alweer naar iets anders en ze dacht niet
meer aan het vreemde huis. Maar Jan keek tel-
kens naar dat huis. Hy was verschrikkelijk
nleuwsgierig. Plotseling zei hij: Zullen we
er eens heen loopen. Zoo ver is het niet. Jan
neke keek hem verbluft aan. Zooiets was nog
Eindelyk schynt voor de botanici een vraag-
atuk te zyn opgelost, dat den geleerden reeds
lang bezig hield. Men heeft aile reuzenboomen
in Mexico, Canada, Britsch-Indië en Java als de
oudste gewassen der aarde beschouwd en hun
ouderdom geschat op 6 7000 jaren. Thans
echter is in Queensland in Australië een Macro-
zamia-boom ontdekt, die zes meter hoog en
minstens 120 eeuwen oud moet zijn. Reeds vroe
ger kende men den Macrozamia, doch hoogstens
in exemplaren van één meter hoogte. Deze
boomen moeten een leeftijd van 3000 jaren heb
ben bereikt, wilden zij tôt de oudste gewassen
der aarde behooren. Een verrassing was het dus
bepaald, toen Prof. Chamberlain van de Chica-
go-University, in het natuurreservaat van het
Tamborine-Gebergte den zes meter hoogen
Macrozamia vond. De geleerde wereld vond het
geval zoo belangrijk, dat men besloot enkele
zeer vermaarde boomenkenners uit Amerika te
laten komen, om den boom te onderzoeken.
Toen is men tôt de ontdekking gekomen, dat
de zonderlinge boom wel behoort tôt de Macro-
zamia's, doch dat hij toch een zeer bijzonder
exemplaar is, waarvan men geen tweede ter
wereld zal vinden. Zaad van den reuzenboom is
naar Amerika mee teruggenomen en werd in
den bodem gestoken van het Nationaal Natuur
reservaat in de nabijheid van Chicago. Over et-
teljjke duizenden jaren zal ons nageslacht te
zlen krijgen, wat er van den boom terecht ls
gekomen
nooit in haar opgekomen. Nog nlmmer waren
ze van huis geweest zonder vader of moeder en
nu zouden ze maar zoo met hun tweetjes naar
dat vreemde huis gaan.
Wy alleen naar dat vreemde huis? zei ze
dan ook.
Ja, was het antwoord, vader en moeder
komen nog lang niet terug.
Janneke aarzelde, maar toch volgde ze Jan
op een afstandje, die al voortging door
den tuin. Tôt zoover ging ailes best. Maar er
ging alleen een pad naar het dorp; geen pad
in de richting van het vreemde huis. Janneke
wilde eerst niet verder. Ze was bang voor ad-
ders.
Maar Jan zette door en verder gingen ze
dwars over de groote heide. Herhaaldelijk strul-
kelden ze over de ruige bossen heide, of vielen
in een kuil. Heel langzaam kwamen ze verder.
Een paar keer moesten ze rusten omdat beiden
zoo vreeselijk moe werden van het struikelen
en vallen. Maar eindelijk kwamen ze toch dicht
bij het huis. Groote boomen stonden er omheen
en een heel groote tuin lag er achter. Wat ver-
legen, nu ze er waren, gingen ze den tuin in.
Daar kwam echter een groote zwarte hond luid
blaffend op hen toe springen. Wat schrokken
die twee. Janneke begon te gillen van angst en
ook Jan schreeuwde even. Gelukkig kwam op
het geblaf en gegil, dadelijk een man naar bui-
ten, die den hond in zijn hok joeg. Toen keek
hij verbaasd naar de twee kleine kinderen, die
daar zoo onverwachts in zijn tuin stonden. Bij
hem in de buurt woonden geen menschen, die
zulke kleine kinderen hadden. Het huis, dat het
dichtst bij hem stond, was nog wel een kwar-
tier loopen bovendien.
Waa- komen jullie vandaan vroeg hij
Jan, gerustgesteld door de glimlach op het
gezicht van den man, wees met zijn kleine vin
gertje over de heide naar hun kleine huisje, dat
nu haast niet meer te zien was.
Daar wonen wij, voegde Janneke er aan
toe. De man schudde zijn hoofd en vroeg of ze
zin hadden in een glas melk. Heftig knikten de
twee, dat was iets heerlijks na zoo'n tocht. De
man nam ze mee naar binnen, waar zijn vrouw
ook zat. Deze vertelde hij, wat de kinderen ver-
teld hadden. De vrouw was ook erg verbaasd
Zoo ver weg woonden die kinderen en toch
kwamen ze dwars over de heide aanloopen. Ze
vroeg, of hun vader en moeder dat wel wisten
Jan en Janneke bloosden erg en Janneke be-
kende, dat vader en moeder naar de kerk wa
ren en ze zich zoo verveelden bij huis. De man
begon te lachen en zei: Toen dachten jullie
zeker: we gaan nu eens op bezoek bij onze bu
ren. Ook de vrouw lachte en schonk hen gauw
een heerlijke beker melk in. Dat smaakte.
Zouden vader en moeder nu nog niet thuis
zijn? vroeg de vrouw. Ze zullen zeker angstig
worden als jullie weg zijn.
Janneke keek wel een beetje angstig, toen
de vrouw dit zei. Daar hadden ze nog niet aan
gedacht. Als vader en moeder nu eens thuis-
kwamen en zij waren er niet. Wat zouden ze
dan bang worden.
Wees maar gerust, zei de man, toen hy de
verschrikte gezichtjes zag, ik zal het vader en
moeder gaan zeggen, dat jullie hier bent. Da
delijk stond hij op en vertrok, Janneke wilde
ook mee, maar de vrouw zei: Rust eerst
maar fijn uit. Je bent nu nog veel te moe. Van-
middag brengen we jullie zelf naar huis en dan
gaan we op bezoek bij jullie vader en moeder.
Dat vonden de kinderen prachtig. De man
kwam na een trjd terug en vertelde, dat vader
en moeder blij waren geweest, toen ze hoorden,
waar hun bengels zaten. Ze waren echter pas
thuis gekomen, dus heel lang hadden ze geluk- I
kig niet in ongerustheid gezeten. Daarna gingen
ze eten. De man en vrouw, die zelf geen kin
deren hadden, vonden het erg prettig, die twee
aan tafel te hebben en hun gepraat te hooren.
's Middags, na het eten, gingen ze met hun
vieren op weg naar het kleine huisje midden op
de heide.
Horizontaal:
1. insect.
4. munt.
6. gewricht.
8. deel van een fuik.
9. drank.
10. vlag.
12. bloeiwyze.
13. dezelfde, hetzelfde.
15. vochtig.
16. voor (in samenstellingen).
18. deel van een kasteelmuur.
22. soort aardappel.
23. menigte.
24. ontzaglyk.
25. getal.
26. brandverf.
27. strandvogel.
30. Ned. persbureau.
32. Ruw geschat, ongeveer.
34. meisjesnaam (Russ.).
35. Ned. eiland.
In den Amerikaanschen staat Colima in het
Mexicaansch Geoergte leeft een groot deel der
bevolking van den handel in... hagelkorrels.
Nergens ter wereld, zelfs niet in Zuid-Afrika,
vallen in de regenperiode zulke groote hagel
korrels als in Colima. In de natte seizoens valt
er zeer veel hagel. De korrels, die vaak zoo
groot zijn als duiveneieren, worden door de boe-
ren in reusachtige bakken opgevangen. Men be-
waart ze in ijskasten en wanneer het seizoen
van den hagelval is afgeloopen en er rijke oogst
is binnengehaald, dan zijn de bergbewoners in
hun schik, want met hagelkorrels is het goed
zaken doen. Tweeduizend menschen leven van
den handel in hagelkorrels, de groote manden,
waarin de steenen liggen opgestapeld, worden
tydens koele nachten naar lager gelegen oorden
vertransporteerd. Voor zoover men weet, wordt
nergens anders ter wereld handel in hagelkor
rels gedreven als in den bergstaat Colima.
De bekende Londensche kunsthandel Christie
is dezer dagen begonnen met den verkoop van
een aantal zeer kostbare voorwerpen, eenmaal
het eigendom van de excentrieke Lady Houston,
die onlangs overleed. De veiling is voor Londen
het middelpunt der belangstelling. Weliswaar is
over het grootste deel van de nagelaten siéra-
den van de oude dame door de erfgenamen be-
schikt, doch er blijven nog vier groote steenen
over, waaronder een reuzensafier, die door vijf-
tien groote diamanten omgeven is. Aangezien
het hier gaat om een uitgesproken kostbaarheid
voor de liefhebbers, zal het niet te verwonderen
zijn, als dit kleinood weggaat voor een prijs,
welke aanmerkelyk hooger is dan de taxatle
Het „Legioen der 1000 jongste Vrywilligers"
uit den Wereldoorlog geeft een weldadighelds-
postzegel uit met den beeltenaar van den jong
,f
11. beschuldiging.
14. rentmeester, slotvoogd.
17. kapwerk van een dak.
18. lus.
19. ongaarne.
20. plaats in Drenthe.
21. plaats in Limburg.
28. Ned. vliegveld.
29. vuurpjjl.
30. Italiaansche jongensnaam.
31. stut.
32. kleur.
33. natuurlyk waterbekken.
Oplossingen inzenden véôr Woensdag a.s. aan
de Redactie van DE NOORD-OOSTER. In den
linkerbovenhoek vermelden „Puzzle-rubriek."
Deelneming staat alleen open voor abonné's
By meerdere goede oplossingen beslist het lot.
Oplossingen in het volgende Zaterdagnummer.
f KWNtGiettft
115. Ieder haastte zich aan dit verlan-
gen te voldoen. Nieuwsgierig als ze wa
ren, te weten wat dat voor een kunstje
was. Lamme verzamelde al de schoenen
bij elkander het waren die van man-
nen, vrouwen en kinderen. tToen reeg hij
ze allemaal aan een lang touw, heesch
de zware bundel schoenen aan een tak
van den boom omhoog, waar Tijl klaar
stond om het aan te nemen,
116. Nu nam Tijl die bundel schoenen
op en kroop naar een groote boomtak.
Iedereen was vol spanning en aandacht
voor wat er zou gebeuren. Hy zwaaide
een paar inaal het p~" rchoenen heen en
weer, eerst heel langzaam, toen boven
zijn hoofd. Het zwaaien werd al vlugger
en vluggermen kon een speld hoo
ren vallen onder die honderden en hon-
derden menschen en toen
S
M