TROUW
m
DE VERZOENING
m
De gramofoon der
toekomst
DE NOORD-OOSTER VAN ZATERDAG 15 MEI 1937
DIT DEN AETHER
A.
drdnlrr?
ONZE EENDAGS-VLINDERS
Een Pinks erverie ling van
Frans yan Dongen
Bacteriën drijven een machine.
Onze gramofoon, hoe geperfectionneerd ze
sinds de invoering van de electrische opname-
en weergave-procédé'a dan ook werd, heeft en
had steeds een nadeel, dat niet altijd even sterk
gevoeld werd, maar in zeer veel gevallen toch
belangrijk is, n.l. het gebonden zijn aan de
bepaalde tijdsbeperking, die een gramofoon-
plaat nu eeninaal oplegt. Op de plaat is het
geluid vastgelegd in den vorm van kleine slin-
geringen in een spiraalgroef, de naald raakt
door het volgen van deze slingeringen in tril-
ling, waardoor het geluid ontstaat. De groe-
ven in de plaat liggen zeer dicht naast elkaar
er is echter ook al met het oog op de in de
groef aanwezige zijwaartsche slingeringen
een bepaalde minimum-afstand, die men niet
kan verkleinen. Het gevolg daarvan is, dat
op een gramofoonplaat slechts een beperkt
muziekwerk zonder onderbreking kan worden
vastgelegd en afgedraaid, wanneer men althans
niet wil vervallen in meer uitgebreide instal-
laties met platenwisselaars enz., zooals die in
de omroepstudio's gebruikt worden.
De klankfilm heeft de gramofoon echter een
weg gewezen, die wellicht in de toekomst be-
wandeld zal worden. De klankfilm bracht
een nieuw systeem van geluids-conservatie en
weergave, hier werden de geluidsklanken om-
gezet in licht-impulsen, welke dan fotogra-
fisch op de filmband werden vastgelegd. Het
is duidelijk, dat men dit systeem ook zou kun-
nen volgen voor een installatie, die alleen de
muziek weergeeft, zonder het bijbehoorende
filmbeeld. Ook is het duidelijk, dat men hier
in veel mindere mate beperkt wordt in den
tijdsduur van het weer te geven muziekwerk.
Bij de klankfilm worden de geluidstrillingen
omgezet in licht-variaties, die op hun beurt
weer worden vastgelegd op de filmband in een
smalle strook naast het filmbeeld. Men zou
nu het filmbeeld geheel achterwege kunnen
laten en door middel van een soortgelijke ap-
paratuur als het geluidsgedeelte van de film
projector een soort van gramofoon krijgen,
waarop heele opera's zonder onderbreking zou-
den kunnen worden afgespeeld.
Men is zelfs nog verder gegaan. De hiervoor
benoodigde celluloidband is niet direct goed
koop! Daarom heeft men beproefd, of men in
plaats van op het cellulose-materiaal, zooals
dat voor een film gebruikt wordt, de geluids
trillingen niet kon vastleggen op papier en
men is daarin geslaagd. Hiermede openden
zich wijde perspectieven, immers zou men nu
de benoodigde geluidsrollen zeer eenvoudig
kunnen vermenigvuldigen en vervaardigen, n.l.
door ze zonder meer te drukken.
Hieruit heeft zich een nieuw muziek-lnstru-
ment ontwikkeld, dat wellicht eens de gramo
foon zal vervangen en dat boven de laatste tal-
looze voordeelen heeft. Men gaat hierbij op
de volgende wijze te werk.
Evenals bij de gewone gramofoonplaten-op
name wordt het vast te leggen geluid ook hier
opgenomen door een microfoon, die de geluids-
stroompjes toevoert aan een lampversterker.
Na voldoende te zijn versterkt, kunnen de
etroompjes naar een neonlamp worden geleid,
we krijgen dan het verschijnsel dat deze lamp
gaat oplichten in flikkerende variaties, al naar-
mate de toonaard van de door de microfoon
opgenomen geluidstrillingen. Hier hebben we
dus de geluidstrillingen omgezet in geheel er
mee correspondeerende lioht-„trillingen".
Licihtvariaties kimnen we vastleggen, dat
Weet elk fotograaf, n.l. door middel van licht
gevoelig materiaal. Dat doet men hier: de
licht-variaties worden vastgelegd op een lange
smalle strook lichtgevoelig papier, die als een
film in een film-camera langs de neonlamp af-
rolt. Na het ontwikkelen en fixeeren van deze
papierband zullen we daarop dus een afwisse-
lend lichtere of donkerder band aantreffen:
ons vastgelegd geluid. Nu de kwestie, hoe dit
geluid weer hoorbaar te maken Hiervoor
koant de foto-cel ons te hulp. Deze foto-cel is
een apparaat, dat uiterlijk ljjkt op een radio-
lamp, de werking ervan is deze, dat ze gevoe
lig is voor veranderingen in de lichtsterkte
waarmee ze wordt bestraald. We hebben in
de foto-cel een hulpmiddel, dat ons in staat
stelt, veranderingen in lichtsterkte weer om te
zetten in veranderingen in een electrischen
stroom, en daarmee zijn we klaar Laten we
n.l. een lichtstraal d66r ons afrollend papierlint
op de foto-cel vallen, dan zal die lichtstraal va
rieeren naarmate een donkerder dan wel een
lichter getint gedeelte van het lint tusschen
cel en lichtbron passeert.
De varieerende stroom, die hierdoor in het
celketen ontstaat, kunnen we weer toevoeren
aan een versterker, die via de luidspreker ons
het geluid weer hoorbaar maakt, en hier zon
der het beruchte naaldgeruisch van de gewone
gramofoon
De apparatuur, noodig voor het afspelen, be-
hoeft afgezien van de benoodigde verster
ker en luidspreker, niet belangrijk duurder te
zijn dan een gewone gramofoon en de voor
deelen boven de laatste zijn talloos! In het
kort samengevat zou men kunnen zeggen, dat
men hiermee ,,meer muziek voor hetzelfde
geld" zou krijgen, want een papierrol ter leng-
te van 1200 meter, voldoende voor het afspe
len van een heele opéra, zou niet duurder be-
hoeven te zijn dan nu een kwaliteits-gramo-
foonplaat kost De rollen kunnen n.l. in mas
sa-productie vervaardigd worden, evenals ge
wone gramofoonplaten, ze kosten daarbij prac-
tisch niets aan materiaal.
De hier beschreven apparatuur werd reeds
in 1931 ontworpen en deed toen onder den
naam van Selenophoon veel van zich spreken.
Nu is het zonderlinge van dit geval, dat deze
apparatuur sindsdien plotseling als het ware
uit de techniek is weggevaagd, de toestellen
kwamen niet aan de markt, men hoorde er de
laatste jaren niets meer van. Gezien het groote
voordeel ervan boven de thans gebruikelijke
gramofoon is dit vreemd. Men fluistert echter,
dat de gràmofoon-concerns aile op deze vin
ding betrekking hebbende patenten hebben op-
gekocht en blijkbaar opzettelijk als belangheb-
benden de ontwikkeling ervan tegenhouden. On-
mogelijk is het niet, maar het publiek is daar
mee allerminst gediend! Overigens zou het niet
ide eerste keer zijn, dat zooiets gebeurde.
Onder redactie van den heer J. W. H1SKES
Posta traat 20, Stadskanaal.
ck in
„Hij heeft me verzekerd, dat hjj slaapwande-
laar is, maar wat moet 1k daar nu wel van
denken
Kijk hier maar vast Doris. De kroning vindt
reeds over een week plaats en de kroningsstoet
komt hier in elk geval voor bij.
Hij wilde de torenwagen voor de Engelsche
kroningsfeesten huren.
KRUISW OORDR A ADSEL.
„Ik denk er over, om tôt den zomer naar een
Zuidzee-eiland te gaan."
,,Kunt u mij ook een noemen?"
„Zeker, uit hoeveel letters moet de naam van
het eiland bestaan
„Ik moet voorzichtig zijn soms zie ik ailes
dubbel
„Doe dan één oog dicht
Hij kan niet tegen het schijnen van de zon in
zijn oogen.
„Waar blijft vandaag uns ontbijt toch?"
Op den vijfden dag van Olga's Pinksterva-
cantie stelde zij voor zich zelf al vast dat het
verblijf in het pension haar verveelde. Ofschoon
velen haar geraden hadden te wachten tôt de zo-
mervacantie om dan een weekje in 'n badplaats
door te brengen, had ze haar plan doorgezet
en een week pension besproken.
Er was uiteraard nog weinig afwisseling
in de seizoenplaats en Olga had wat spijt ge-
kregen van haar besluit, al zou zij dat niemand
laten merken.
Zeker, de menschen in het pension waren
alleraardigst en die jonge dokter Van Zanten
was zelfs heel beminnelijk. Telkens, als bij
toeval, ontmoetten zij elkander en net als nu
troffen zij elkaar heel dikwijls op 't groote bal
con, van waaraf men een prachtig vergezicht
over de duinen had.
„Kent U deze plaats eigenlijk al lang
vroeg ze.
„Niet direct, ik bezoek nooit dezelfde plaats
tweemaal".
„Is dat een Iuim, of eh, sentimentaliteit
„Ik denk dat ik het schranderheid moet noe
men. Herinnert U zich dat wjj gisteren over
trouw spraken Ik zei wanneer wij werkelijk
waarde aan dit begrip hechten, dan is er ook
maar één soort trouw en die is onwankelbaar.
Dat wij die eigenlijk veel te weinig kennen, dat
komt omdat wij haar verwaarloozen".
Dokter Van Zanten schoof zijn stoel wat
dichter bij Olga. „Ik zal U daarvan een kleine
geschiedenis vertellen; die zal U veel verdui-
deiijken".
Hij bood het meisje een cigaret aan, stak
er zelf ook een op en blies de rook ver voor
zich uit. Toen ging hij voort „Twee menschen
kunnen zoo veel van elkander houden dat het
steeds tezamen zijn voor hen het grootste geluk
beteekent en toch scheiden zij vaak van elkaar,
dikwijls ten gevolge van heel onbeduidende
voorvalletjes. Soms bestaat er niet eens een
aanleiding voor, dan is het net of de tijd van
geluk eenvoudig om is
Toen de vrouw van wie ik heel veel hield mij
verliet, trok ik me "dat meer aan dan een man
graag bekent. En ik geloof beslist dat er voor
Nell geen andere reden was, dan dat zij meende
dat onze tijd voorbij was. Ik heb nog getracht
haar door brieven opnieuw aan mij te binden,
maar ze bleven onbeantwoord. Toen ging 't met
mij als met zoovele anderen. Ik nam genoegen
met de eerste de beste kennis die ik zou ont-
moeten. Vergeet niet, dat er intusschen al weer
twee voile maanden verstreken waren.
In een café in een buitenplaats leerde ik een
meisjekennen. Ofschoon ik absoluut niet kan
zeggen dat ik naar een avontuur verlangde,
deed het mij toch prettig aan dat het meisje
liet merken dat ik haar beviel.
Zij was het, die met het voorstel kwam er
eens op uit te trekken en vleiend stelde ze op 'n
mooie ochtend voor Zullen wij eens naar De-
nekamp gaan Het is daar zoo mooi
Waarom moest het nu juist dât plaatsje zijn?
Daar immers had ik met Nell de eerste mooie
zomerdag doorgebracht en nu Het was na-
tuurlijk onmogelijk om dat aan het meisje te
vertellen. Tenslotte was Denekamp een lief
plaatsje en het lieve kind zou haar zin hebben".
Hij stak een nieuwe cigaret aan, terwijl Olga
geïnteresseerd luisterde. „Hoe dichter wij bij
Denekamp kwamen, hoe meer ik aan Nell
moest denken. Verwondert het U Wij hielden
stil bij het Bondshotel, gingen de eetzaal binnen
en zaten vrjj lang aan tafel voor een uitgebreide
lunch.
Toen ging de deur van de eetzaal open en
Nell kwam binnen, mooi, glimlachend als
een fantoom zag ze er uit heel even keek
ze me aan verbijsterd toen zag ik hoe ze
verbleekte; zij klemde haar lippen op elkander,
draaide zich snel om en verdween.
Ik sprong op, bekommerde mij op dat oogen-
blik niet om mijn metgezellin, liep de straat op
maar Nell was nergens meer te vinden.
Ik was radeloos
Later gelukte het mij van den kellner nog
wat te weten te koipen. Hij herinnerde zich „die
blonde dame". Zij was er al sinds twee dagen,
maar juist dezen middag had zij de kamer op-
gezegd.
Thuisgekomen vond ik een brief, die een paar
uur na mij vertrek was afgegeven.
„Wanneer deze laatste maanden ook jou
tôt de erkenning gebracht hebben, dat wij
toch bij elkander behooren zullen wij
dan niet liever den moed hebben het el
kaar te zeggen In Denekamp zal ik op
je wachten, daar, waar wij onze eerste ge-
lukkige dagen hebben doorgebracht.
Je Nell".
Zij had op mij gewacht, omdat zij de Nell
was gebleven, die van mij hield. Waarom had
ik daaraan niet kunnen gelooven Een onbe-
dachtzaamheiu, een kleine dwaasheid leidt dik
wijls tôt zulke groote gevolgen en dan eerst
blijkt vaak of wij de ware trouw gekend heb
ben".
De dokter zweeg en keek peinzend voor zich
uit, langs Olga heen staarde hij in de verte,
Olga trok haar shawl wat vaster om haar hais
en trok zich op haar kamer terug. Toen nam
zij papier en inkt en schreef een brief aan
iemand die zij in de stad had achtergelaten,
Een brief, die al lang geschreven had moeten
worden en ze schreef snel en hartstochtelijk,
opdat hij zijn doel nog tijdig zou bereiken voor
het te laat zou zijn
weerkeeren, doch die men ook nooit zou willen
vergeten. Hij twijfelde niet, of Christa had een
voudig hallucinaties, doch de gedachte, dat het
teere, mooie schepseltje, dat hij had liefgehad,
zelfs als ze zou weerkeeren als een schim, angst
en afschuw kon inboezemen, verbaasde hem en
Christa werd driftig toen hij dat zei. Ze riep
schreiend, dat hy haar nooit zoo zou liefhebben,
hoewel zij een heel wat betere vrouw voor hem
was.
Langzamerhand begon ze een soort van ver-
beten gevecht tegen de andere, die zweefde door
de kamer, of zich neerzette in een hoek. Ze be
gon de kamers te veranderen, verbande allerlei
meubels en schilderijen naar den zolder en
Alard liet haar begaan, omdat hij haar over-
spannen toestand toeschreef aan het feit, dat ze
een kind verwachtte en haar niet wilde tegen-
werkten. Toen 't kind geboren was, werd ze in-
derdaad veel rustiger, doch dat kwam, doordat
ze triomfeerend had vastgesteld, dat ze de an
dere verdreef. De bleeke schim vertoonde zicl)
nu zelden meer aan haar en nooit anders dan
in een der gangen of in den tuin.
Eens ontwaakte Christa 's nachts en meende,
dat ze iemand zachtjes hoorde snikken. Het
maakte haar nerveus en ze drong, voor de zoo
veelste maal aan, dat ze het huis zouden ver
koopen en verhuizen. Ditmaal verzette Al ait
zich minder sterk dan tevoren. Hij was blij met
het kind en dankbaar voor de zorgen en teeder
heid van zijn vrouw. Doch hij traineerde dt
zaak, gehecht aan het huis en met een vaag
gevoel dat hij Ellen onrecht zou doen, door o]
deze wjjze „hun" tehuis voor goed af te breken
Op een avond, zag Christa, toen ze thui;
kwam, de schim der andere staan in de gang
zoo duidelijk, alsof ze een bezoekster was, dit
daar stond. Ze droeg een ouderwetsch geworder
japonnetje en de groote oogen in het engel
mooie gezichtje keken zoo treurig. Christa
kreeg een flauwte en dien avond beloofde
Alard, den volgenden dag naar een makelaar te
zullen gaan om werk te maken van de verkoop.
Alard ging den dag daarop naar de stad en
Christa bracht een bezoek aan haar tante. Ze
was er nog, toen het telefonisch bericht kwam,
dat er brand uitgebroken was in huis. Christa
snelde verschrikt naar huis. De zaak was niet
zoo ernstig, doch had zeer tragisch kunnen af-
loopen, aangezien juist de kamer naast het ver
trek waarin de baby sliep, in brand was ge-
raakt en niemand het bemerkt had. De nurse
was in den tuin, meenend, dat het kind rustig
sliep. Een vreemde moet het hebben bemerkt,
zei ze, nog bevend van de schrik, ik was bij
de rozenstruiken, toen ik toevallig omkeek en
een dame zag staan, die me heftig wenkte. Ik
ging naar haar toe, ze rende het huis in en
ik volgde haar, heel verbaasd. Ze liep regel-
recht naar de kamer van de baby en toen ik
daar binnenkwam, drongen de rook en de vlam-
men al door de deur uit het brandende vertrek.
Christa staarde haar aan. Een dame Maar
waar is ze dan gebleven Ik moet haar toch
bedankenze heeft mijn kind gered.
Ze was opeens verdwenen, zei de nurse,
ik kende haar niet, het moet een toevallige
voorbijgangster zijn geweest. Een heel mdôie,
jonge vrouw, voegde ze er bij, maar ze zag
er wat vreemd uit, ik meen in haar kleeding.
Christa werd doodsbleek. Vreemd Hoe
zag ze er dan uit Was ze donker of blond
Ze had blonde krullen en een bijzonder
mooi gezicht, ze was nog heel jong, maar ik
geloof, dat ze wat oud-modisch gekleed was.
Christa zweeg.
Den volgenden dag verraste ze haar man
met de mededeeling, dat ze in het huis wilde
blijven wonen. En enkele dagen later waren de
j-, /"*l i- °ucle meubelen en schilderijen weer aile op de
ien vertelling ysn tins v^hristiansan piaatsen gezet en gehangen, waar ze zoolang
waren geweest. Sindsdier klaagde Christa nooit
„Is het nog twee uur loopen naar het dorp
Bestaat er geen mogelijkheid er vlugger te
komen
„Jazeker. Naar beneden springen
1/il.ilill!.il
Jantje gaat meer en meer op je lijken.
Wat heeft hij dan nu weer uitgehaald T
Allard Bergson trouwde twee maal. En groo-
ter tegenstelling dan tusschen zijn beide vrou-
wen en huwelijken was wel niet goed denk-
baar. De eerste maal huwde hij, 23 jaar oud,
uit liefde een bijzonder mooi, talentvol, bekoor-
lijk schepseltje, dat niet de minste aanleg bezat
voor het huishouden, zijn geld verspilde, doch
hem aanbad, zooals hij het haar deed. Misschien
zou hij, na haar dood ze stierf drie jaar na
hun huwelijk nooit meer zijn hertrouwd,
als allerlei omstandigheden en zijn natuur hem
daartoe niet hadden gedreven uit zuiver ver-
standelijke overwegingen. Hij was een man, die
gaven en geest bezat en, nu het grootste geluk
van zijn leven verloren was gegaan, concen-
treerden zich zijn voornaamste gevoelens op
zijn werk. Hij had een vrouw noodig, om zijn
huishouden te besturen, hem terzijde te staan,
bovenal hem te behoeden voor een levenswijze,
die hem niet paste, doch waartoe zijn gepas-
sionneerde natuur hem anders wellicht gedreven
zou hebben. Misschien was het wel heel eerlijk,
doch niet geheel en al verstandig, toen hij
Christa, zijn tweede vrouw, eer hij haar het
jawoord vroeg, volkomen ronduit mededeelde,
dat hij nooit meer zoo zou kunnen liefhebben
als hij het Ellen gedaan had, doch zoo goed
zou zijn voor haar, als hij maar kon en dank
baar voor de genegenheid, die ze hem wilde
schenken.
Christa was niet gelukkig, den eersten tijd
van haar huwelijk, want zij hield meer van
haar man, dan ze uit trots wilde erkennen, nu
hij haar zoo duidelijk had laten merken, wat
hij wilde en wat niet. Bovendien hield ze niet
van zijn huis. Ze zei, dat er in sommige kamers
een atmosfeer heerschte, die haar irriteerde.
De waarheid was, dat het huis haar te veel
herinnerde aan zijn eerste vrouw.
Toen Christa op een dag bij haar tante, de
doktores kwam en zei, dat het huis haar gek
maakte, dat ze er „de andere" zâg, die zich
weer had ingedrongen en blijkbaar wilde be-
letten, dat Alard meer van haar ging houden
dan hij in den aanvang deed, dacht deze ervaren
en nuchtere vrouw, dat een niet voldoende be-
antwoorde liefde tôt vreemde zenuwstoringen
kan leiden. Ze werd zelfs wat ongerust, toen
Christa haar bekende, dat ze bij tijden de an
dere vrouw duideljjk voor zich zag. „Ik heb
haar vroeger nooit gezien, maar toen ik een
portret van haar bekeek, zag ik, dat ik haar
juist zdd had gezien". Haar tante betoogde,
dat ze natuurlijk al eens eerder een foto had
gezien. Ze schreef haar rust voor en had een
ernstig gesprek met Christa's man. Alard was
getroffen. Hij had zich méér gehecht aan zijn
vrouw, dan hij eerst voor mogelijk had gehou-
den. Het was een geheel andere liefde dan Ellen
hçm destijds had ingeboezemd. In zijn liefde
voor Ellen had ailes gelegen wat samenhangt
met jeugd, hartstocht en romantiek. Hij stond
nu op den vasten grond, hield veel van zijn
vrouw, en dacht aan Ellen terug, zooals men
denkt aan jeugddrowmen, die nooit kunnen
meer over verschijningen, toonde zich nooit
meer angstig of zenuwachtig. Maar Alard
merkte een paar eigenaardigheden bij haar op,
die hij haar tante vertelde. In de groote zonni-
ge serre-kamer, eens het geliefkoosde verblijf
van Ellen, zette Christa tegenwoordig altijd
bloemen, ze zorgde hier steeds zelf voor. En
soms, als ze samen uitgingen avonds en voor-
dat ze vertrokken nog even naar het slapende
kind gingen zien, liet Christa haar blik als
zoekende rond gaan en dan speelde opeens een
glimlachje om haar mond. Dan kuste ze het
kind en zei opgewekt „Kom, we kunnen
gaan".
„En het eigenaardige is", zei Alard pein
zend, „dat ze bij voorkeur seringen neerzet in
de serre-kamer. Dat waren de lievelingsbloe-
men van mijn eerste vrouw".
,Wat meen je daarmee,?" vroeg Christa's
tante ernstig.
„Ik meenik heb het haar nooit ver-
teldvan die seringen.
Christa's tante glimlachte triest. Dan zei ze:
„Ach Alard wij weten nu eeninaal niets. Ik heb
een en ander gestudeerd en ervaren en jtj bent
een knap man, maar geen van beiden kunnen
we de vraag beantwoorden, of Christa die serin
gen neerzet vooriemand. En als ze dat
doet, hoe het dan komt dat ze wéét, dat het de
lievelingsbloemen waren van je eerste vrouw
En misschien is het wel zoo goed, dat we niets
weten het leven is toch al ingevikkeld ge
noeg zdd",
Onvermoeid zoekt de mensch naar nieuw<
mogelijkheden den arbeid te vergemakkelijke]
door het werkproces te vereenvoudigen. Hierii
is de bacterioloog, Dr. A. Partansky, in samen
werking met zijn assistent, H. Benson, na vel<
moeilijke maanden van proefnemingen, weei
eens geslaagd. Dr. Partansky heeft in Green
castle in Indtena (Am.) een machine laten bou
wen, welke geheel door bacteriën wordt be
diend.
Reeds lang waren de bacteriologen tôt df
ontdekking gekomen, dat een bepaalde soort
moerasbacteriën metaangas in groote massa's
uitstralen, zoodra de microben in een bepaaldi
temperatuur worden gebracht. En werkelijl
gelukte het den geleerden ook, deze moeras
bacteriën ten nutte te maken. Door het gas
dat de microben uitstralen, zijn zij, natuurlijl
bij millioenen en millioenen, in staat een krach
van 18.3 pk. per uur te presteeren. Met dez
kracht kan een papiermolen in werking wordet
gesteld. Vier en twintig uur lang loopt de ma
chine met 1500 omwentelingen per minuut. Re
paraties zijn sinds de bacteriën het werk doet
niet voorgekomen. De bacteriologen zoeke
naar nieuwe mogelijkheden, ym de bacter
ook in ander opzicht voor de nfënschheid mit
to maku^
i