C OOK BIJ PLEUNTJE KWAM DE PAASCHHAAS J PRIJSVRAAG VOOR DE JEUGD. Onze SUizzie-Hu&ùeh i 12 DE NOORD-OOSTER VAN ZATERDAG 5 APRIL 1941 VIERDE BLAD LETTEREN. ONTVANGEN BOEKEN. TIJDSCHRIFTEN. Het regent. WERD DE POST UITGEVONDEN DOOR KONING CYRUS Puzzle No. 247. Oplossing Puzzle No. 246. Wat weetgierig Jantje vroeg JOB NOOIT" hoekje LENTE. Je ZOO GAIT "T. (Vervo.g van pag. 11.) grooten dichter Joost van den Vondel en diens dochte. tje Anna. Twee figuren heeft deze roman als middelpunt. In de eerste plaats Anna Vondel en in den tweeden plaats 'den dichter. „De Trou" is de lakenwinkel van Vondel in de Warmoesstraat te Amster dam, waar de dichter in de achterka- mer, die geheel ingericht was tôt werk- vertrek, zijn treurspelen schreef. Von- dels echtgenoote Mayken leidde deze zaak, terwijl "r nàel er' zelf slechts weinig aandacht aan besteedde. De roman var.gt aan in het begin van de zeventiende eeuw, als Anna een klein meisje is en lievelinge van haar vader. Zij is een vroeg-ontwikkeld kind, dat reeds op jeugdigen leeftijd belangstelling toont voor de werken van haar vader. Haar oudere broer, Joost, voor wien va der Vondel 'n prachtigen toekomst heeft uitgedacht in een bloeiende zaak, is de oorzaak, dat de dichter zijn geheele vermogen kwjjtraakt en tenslotte als grijsaard van zeventig als boekhouder op de Bank van Leening moet werken. Bedriegers, schuldeischers en deur- waarders schijnen onophouaelijk het pad van Joost den Jongen te moeten kruisen. Zijn leven is een aaneenschake- ling van teleurstellingen voor den va der. Zijn jonge, schoone en luchtharti- ge tweede echtgenoote, Baertje Hooft, nicht van den Muider Drost, is niet de vrouw om den jongen Joost steun te ge- ven en het slot van het lied is dan ook, dat hjj alleen naar Indië vertrekt en daar sterft. Twee kinderen van Vondel sterven jong: Constantijntje en Saartje, en wanneer tenslotte in Februari 1635 Mayken overlijdt in afwezigheid van den jongen Joost, blijft enkel Anna nog over om voor haar ouden vader te zor- gen. Het meisje besluit om haar vader niet te verlaten, hetgeen een einde be- teekent van de vrijage tusschen haar en den jongen Aelbrecht Blau, zoon van Vondels uitgever. Het boek In „De Trou" is geen historische roman, het is in de eerste en tweede plaats een Vondel-roman en eerst in de laatste plaats een Amster- damsche roman uit de Gouden Eeuw. Wanneer de schrjjver hier en daar aan dacht besteedt aan het Amsterdamsche leven uit dien tijd, doet het aan, alsof hjj even met het verhaal pauseert om de omgeving op te nemen en de tjjdsver- schijnselen te noteeren. Wallagh is journalist en dat is merkbaar in zijn ro man, die waarschjjnljjk zijn eersteling is. Overigens is het een vlot en aardig geschreven boek over den grooten Am- aterdamschen dichter, die in het alge- meen wel genoeg geëerd, maar wiens werken veel te weinig gelezen worden. Anna Vondel, de vrouw, die een bijzon- deren steun geweest is, in het leven van haar vader, krjjgt in deze roman de plaats, die haar toekomt De schrjjver heeft met deze roman blijk gegeven van zijn stad te houden en haar historié bjj- zonder goed te kennen. Het doel dat hij met deze roman beoogde: Anna Vondel uit te beelden, zooals zij te weinig bekendheid geniet, heeft hij volkomen bereikt. Bob Buys schilderde den om- »OReg4A(H K. Schuur. HET KAADSEL DÉR GKOOTE PYRAMIDE. Door Dr. W. van Bemmelen W. P. van Stockum, Den Haag. In dit met enkele teekeningen ver- duidelijkte boekje beschrijft Dr. van Bemmelen de grootste en merkwaar- digste pyramide ter wereld, de pyra mide van Oheops, en behandelt de theo- riën en vraagstukken, welke in verband daarmede zijn opgeworpen. Eerst de laatste jaren is de belangstelling van het groote publiek gewekt voor de be- langrijke ontdekkingen in verband met deze pyramide en speciaal voor de be- teekenis, welke Marsam Adam en Da vidson daaraan hebben gehecht. Een in bevattelijke stijl geschreven boekje over een buitengewoon intéressant onder- werp. i BELASTINGHEFFING VAN NAAM LOOZE VENNOOTSCHAPPEN. Door Mr. H. A. Zeven H. D. Tjeenk Willink en Zoon N.V., Haarlem. Na de begrippen Vennootschapsbelas- ting en Winstbelasting afzonderlijk te hebben vastgelegd, wjjdt de schrjjver een hoofdstuk aan de rechtvaardiging van de belasting, om tenslotte uitvoerig de inriohting na te gaan. Het is een bijzonder overzichtelijke studie van een terzake-kundige. REKENBOEK VOOR HET LAGER NIJVERHEIDSONDERWIJS. Door J. B. J. van den Boogaart en B. van Sluyters J. B. Wolters' U. M. N.V., Groningen. DE TOONEELSPIEGEE (A. J. G. Strengholt, Amsterdam Twee ar- tikelen zijn deze maand gewtjd aan ,,1'Ar- lesienne" van Alphonse Daudet en de opvoering onder leiding van Cor v. d. Lugt Melsert in ons land. Verder een besohrijving van Leopold Mozart en diens beide kinderen Wolfgang en Nan- nerl aan ons land in September 1765. benevens drie artikelen gewijd aan Balthasar Verhagen, Adriaan v. d. Horst Jr. en aan het tooneel in Den Haag, waar thans Shakespeare's „De Storm" o.m. wordt opgevoerd. DE TOERISTENKAMPIOEN brengt een poldemummer, als gevolg van het fedt, dat de Nederlanders de komende zomervacantie in eigen land moeten doorbrengen. Aan dit nummer werd Ze nadueu ailemaal een goed Paasch- rapport. Niemand had een extra taak gekregen. Dat beloofde 'n fîjne Paasch- vacantie! Nu was 't Paasch-Zateraag en in de keuken was 't al feest! Anders waren Bet en Doortje en Lotti nu niet zoo erg grâag daar, want kopjes afdrogen von- den ze nu niet bepaald leuk! Alleen 't tevreden gevoel, dat ze soms hadden,1 als ze moeder geholpen hadden, ver- zoende hen met dat nare ,,vatenwas- schen", zooals zij het afdrogen van die paar kopjes en bordjes heel gewichtig noemden Maar vanmiddag! Er werd Paasch- lekkers gebakken! Al weken van te vo- ren had moeder de meelbonnen opge- spaard en nu stond er dan deeg op ta- fel en mochten ze zelf dat deeg vormen! Bert 'kon het best overweg met krake- lingen. Doortje maakte Paaschzonne- tjes. Bolronde plakjes, waar ze met een paar krentjes en een stuk sukade, zon- negezichtjes van maakte. En Lottie maakte Paaschvuurtjes, Lange, smalle reepjes, van boven ongelijk als vlamme- tjes. Eerljjk gezegd, moest je wel wé- ten wat haar koekjes voorstellen, an ders dacht je: „Wat een rare, afgeknab- belde dingen". Maar als je 't eenmaal wist, vond je ze reuzenleuk! Alleen al om de gedachte! Nu zouden ze in de oven geschoven worden en als dat gedaan was gingen ze eieren kleuren. Ze waren met z'n vjj- ven en al de week voor Paschen had den ze geen enkel el gekocht. Daarom hadden ze dan morgen TIEN eieren. Voor ieder twee! Die gingen ze kleuren. En hoe! Mooier dan ze ooit hun eieren gekleurd hadden. Want vroeger stap- te je naar de winkel en je kocht eieren zooveel je wou, als je tenminste eieren- geld had! Maar nu! Nu 1s een el iets bijzonders geworden. En gek! Nu heb je veel meer plezier van een ei! Vroe ger dacht je: ,,0, een ei!" Maar nu: „Haaaa! Fijn! Een ei!" En je bent in je schik en iedereen in huis is in z'n schik op eieren-dag en zoo heb je veel meer feestdagen dan vroeger! Bert, Doortje en Lotti merkten dat ook en omdat ze hun eieren aile eer wilden bewijzen, gingen ze eerst een heusche eiervergadering houden. Want welke kleuren zouden ze kiezen en wat voor t'iguurtjes zouden ze op de eieren tee- kenen? Ze vergaderden zoo ernstig, dat moeder eens om 't hoekje kwam kjj- ken, wat ze wel uitvoerden. 't Was zoo stil in huis! "Verdacht stil", vond moe der. Maar toen ze in de vergadering kwam, begreep ze de stilte dadelijk. En ook moeder keek vergaderingachtig ernstig! Maar even later... olijk! Met dat olijke gezicht ging ze de kamer uit om even later met een eier-ernstig ge zicht weer binnen te komen. Eier-plech tig zette ze een schaal op tafel. De eer ste koekjes! „Om te proeven", zei ze ,,en om niet te vergeten, dat Paschen een vrooljjk feest is!" Ze moesten la chen om moeders gezicht en juist sprongen ze door de kamer op een ma nier die aan Paaschhazen deed denken, toen er gebeld werd. Hoe 't kwam is niet te zeggen, maar jpeens wisten ze alleniaal: Daar komt een Paaschverrassing! Met z'n allen renden ze naar de deur! 't Wàs een Paaschverrassing! Een telegram, waar- in stond, dat grootvader van de boerde- rij ze aile vijf verwachtte. Voor eerste Paaschdag, voor tweede Paaschdag en dan voor nog zes daagjes! Was dat even wat! Dat werd een geren en ge draaf die Zaterdagnamiddag. Zooals nog nooit was gebeurd! Maar toen va der thuis kwam stonden er... twee kof- fers, gesloten en wel in de gang te wachten. Vader was wàt verwonderd over die koffers, maar die verwondering duurde niet lang! Al gauw wist ook hij van de Paaschverrassing en zelfs vader deed van vreugde een soort Paaschha- zensprong! Toen gingen ze hun eieren kleuren, want die moesten nu mee naar grootvader toe. Grootmoeder was er niet meer, daarom moesten ze grootva der maar eens heel erg verwennen want op Paschen voelde hjj zlch soms zoo alleen. Misschlen zouden de met verf én lieve gedachten gekleurde eieren hem een beetje kunnen troosten. Zoo dachten Bert en Doortje en Lottie aile drie. Toen ailes klaar was, gingen ze slapen, want morgen was 't al heeJ vroeg dag! Paaschmorgen gingen ze om acht uur de deur uit en om elf uur wa ren ze er al. In grootvaders woonkamei stond een gedekte tafel, Neen maar wie had er ooit zoo'n Paaschtafel ge- zien! In 't midden «tond een Paasch. haas, haast half zoo groot als een leven- o.m. medegewerkt door Mr. Roel Hou- wink, Bert Bakker, Ds. de Stoppelaar Fred Thomas en C. Visser. Het Maartnummer van SUCCES- NIEUWS kondigt nieuwe uitgaven van deze boekenclub aan en is intéressant als steeds. PRO CIVE (A. W. Sjjthoff, Leiden) Het Maartnummer is bijna geheel ge wijd aan de openbare luchtbescher mingsverlichting, waarbij speciaal de maatregelen te Den Haag uitvoerig worden beachouwd. de haas! Van chocola was hjj en op z'n rug droeg hij drie rieten korfjes. Ge- vuld met kleine suikereitjes. Rose, geel, wit, bruin en warempel waren er ook groene by Voor wie die mandjes wa ren, begrepen Doortje, Bert en Lottie best! Op de tafel stonden ook groote pullen met voorjaarsbloemen en stel je voor, naast ieders bord lagen zes eieren van chocola. Ook naast 't bord van va der en moeder! 't Was gewoon niet om te gelooven. En toen ze 't geloofden, waren ze er... verlegen mee. En weer hielden Bert en Doortje en Lotti een vergadering en weer was 't zoo stil, dat nu grootvader eens kijken kwam. Ze waren toen net uitvergaderd en Bert stak dan ook dadelijk van wal: „Groot- vader, wjj wilden u wat vragen". Dat doe je dan maar", zei die en keek hem nieuwsgierig aan. „Wat hebben jullie wel te vertellen, dat je zoo ernstig kijkt?" ..Grootvader, nou hebben wjj zooveel lekkers gekregen en zoveel prêt komt er nog, dagenlang, dat we... dat we... samen voor Paaschhaas wilden spelen bjj Pleuntje v. d. Kromme Weg. U weet wel..." Ze hoefden niets meer te zëg- gen, grootvader knikte en... was weg. Maar vjjf mniuten later kwam hij te- rug met een mandje. ..Alsjeblieft, Paaschhazen, ga gerust je gang! Wat gaat er gebeuren?" Blijft u kjjken, grootvader, dan kunt u 't zlen!" En grootvader bleef. Bert haalde van allerlei groen. Tus schen het groen kwamen narcissen en verder vulde hij 't mandje met allerlei kleurig papier. En daarin legden ze drie chocolade-eieren, groote, en zeker wel twààlf suikeren eitjes! 't Werd een eenig leuke mand! En toen kwam grootvader opeens met de trom- Het regent, het regent, Wat word ik al nat 1 Mijn hoed is warempel Al heelemaal plat Het regent, het regent, Ik loop op een draf Want t' water, zoowaar, Loopt mijn kleeren al af Het regent, het regent, Hoera, daar is Truus Ze komt mij al halen Met twee paraplu's K. mel koekjes, die moeder voor hem mee- genomen had. Aile hoekjes en gaatjes werden gevuld met koekjes en toen trokken ze naar kleine Pleun. Voor haar deur zetten ze hun mandje en een brief- je schoven ze door de kier. Op dat brief - je stond, met keurige roode letters: ,,Weet je wie er heeft gebeld? De Paaschhaas van 't groene veld." Toen belden ze zelf en sprongen weg als rechtgeaarde Paaschhazen dat altijd doen. Pleuntje van de Kromme Weg heeft nooit geweten wie er voor Paaschhaas heeft gespeeld, maar Pleuntje gelooft vast en zeker dat er weer wonderen kunnen gebeuren en Doortje en Lottie en Bert hebben nooit ook maar 't kleinste bedankje gehad voor hun aan dachten, schijnt er een zonnetje in hun hart! EEN MOTORJACHT VOOR EEN OUDE FIETS. In de bladen van Buenos Aires stond dezer dagen het bericht, dat een jonge man, die voor 50 pesos een nieuwe fiets kocht en inplaats van een gedeelte in afbetaling, zjjn oude fiets ter verreke- ning van dit eerste gedeelte gaf. Dien- zelfden dag rullde hij de nieuwe fiets in als afbetaling op een motorfiets ter waarde van 350 pesos, om eenige uren later op dezelfde manier in het bezit te komen van een sportauto ter waarde van 2500 pesos. Tenslotte is hij met een mo- torjacht ter waarde van 10.000 pesos, waar voor hjj ztjn sportauto weer inruil- de, in zee gestoken, en zal waarschijnlijk wel niet meer boven water komen. We vinden het nu heel gewoon om een brief naar de post te brengen; per dag wordt de brievenbus een paar keer ge- leegd; per dag krjjgen we een paar keer post eu onze brieven gaan naar de verste landen. Wat zouden we moeten begtn- nen aïs we de post niet hadden? Maar door wie is de post eigenljjk ultgevonden? Ik ben erg nieuwsgierig om dat te weten. Juliie zeker ook? Nu, koning Cyrus van Perzië, die onr geveer 550 jaar voor Christ us leefde, wordt als cfe uitvinder van de post be- schouwd. Je ziet, dat de post dus al heel lang bestaaL Maar natuurljjk - was de post afhankelijk van het verkeer in dien tijd. Cyrus had een geweldig groot rjjk en het was voor hem heel moeiljjk om met de bestuurders van zjjn provincies te onderhandelen. Toen kreeg hij een idee, dat de oorsprong van de post was. Htj liet de tjjd, die een goed loopend paard in een bepaald aantal uren kon loopen, uitrekenen. Vervolgens liet htj stallen bouwen die op een bepaalde afstand van elkaar lagen. In die stallen hulsden paarden, berijders en een „postmeester". De laatste nam de postpaketten en brie ven van de boden in ontvangst en gaf ze door aan hun opvolgers. Deze post ging altijd door. Over dag, 'g naohts, door weer en wind. Deze postverbinding ging zoo goed en breidde zicto zoo uit, dat de betrekking van „postmeester" heel hoog en belang- rjjk werd. Vôôrdat Darius koning van Perzië werd, was htj postmeester. Voor die Fransche kinderen heeft de uitvtnding van de post nog een groot voordeel gehad. Ze krjjgen nameljjk op school voor niets les. En dat hebben ze aan de brief post te danken! De universi- telt van Partjs stelde dit voor heel Franikrijk in en bestemde de opbrengst er van aan het geven van gratis les op school. Die opbrengst werd zoo enorm, dat koning Hendirik HI haar voor den staat bestemde. Maar de instelling van het gratis les- geven bleef bestaan en dit is zeker niet een van de kleinste voordeelen die het postwezen voor een land gehad heeft, BRATVEN VAN JAANTJE OP •T AILAAND VAN WII.DER- VAA.NK AAN GEERT OET LAANGE LEEGTE EN VEEN- DAM EN AAN S OM. Beste Jaantje. Joa, wicht zoo is 't nou in dlzze we reld: As de menschen in nood zitten, den doun zai aan ailes. En zoo worren 'n hail beulde menschen tegenwoordeg boer en verbauen zai eerdappels en broene boonen. Ik ben lest noar stad tou west en heb doar ais mit 'n kameroad rond keken in de toentjes van de stad- jers even boeten 't stadspaark. Vrouger sluig doar d' aine bloume d' aandeie, moar nou is d' halle boude! omgroaven en wachten zai tôt zai wat zaalen ken nen. As je heur naît tegenhuilen, den zollen zal vast en zeker nou al aan 't zaaien wezen. De stadjers wollen dunk mie wel drei keer zaaien en oogsten in ain joar. Och, och, wat het dei kame road mie wat oafvroagd. Zai zeggen wel ais, dat ain gek meer vroagen ken as tien wiezen beantwoorden. Moar 't is ook zoo. Dei vrund van mie vruig mie 't hemd sikkom van 't oaf. Dingen, woar wie nou nooit meer om denken, doar denken zal om en moaken zai zok kob- schraaben om. Ik wos soms naît wat ik wel zeggen mos. Moar ik heb mie d'r goud deursloagen. Ik zette moar 'n hail geleerd gezichte en ik zee moar van ailes. Ik wol ja beslist nait zeggen, dat ik 't nait wos. le mouten joe Ja nait in de koart loaten kieken. Doar is 't Ja nait om begonnen en den ben je ja joen haile prestige mit ain handomdraai kwiet. Moar joa, net as ik zeg, d'r ben 'n hail beulde menschen dei boer worren en de maisten vinnen 't hail nait slim. Zai vuilen nou ais, hou gezond dat 't boeren- waark is. D' olle spieren kommen ais weer lôs. Zai doun gezondhaid op en zai doun gain aander kattekwoad. Want ik ken die verzekem, as voader zien haile vrjje Zoaterdagmiddag op 't laand wa&rkt het, den het e gain lust om s oavends nog uut te goan, noar soos of noar de bioscoop, moar den blift hai hail gezelleg bie vrau en kinder in huus. Zoo wat is ook hail wat weerd. Moar doar bennen ook echte aigen- wieze knuppels onder dei neimoodse boeren. Noast mien kameroad woont 'n meneer dei ook 'n toentje huurd haar. Dei haar zeker groot verlet om allerlei gruinte. Hai het aal drok aan 't zaaien west. Van ailes haar e al in de grond stopt. Spinoazie, boonen en eerdappels en ook al boeskoolplanten. Woar e dei vandoan kregen het, wait ik nait. Zeker van 'n toenman, dei wat in de kassen kweekt haar. Misschien het dei wel te- gen hom zegd, dat e dei planten nog nait boeten deure zetten kom, moar hai zei dunk mie wel beter waiten hebben. Zundag stonnen dei planten d'r nog. Moar dou ik annerdoags 's moms om vief uur opston, dou stonnen d'r bie ons in de zummerkeuken bloumen aan 't ven- ster. Dou heb ik ook even docht aan dei meneer uut stad mit zien boeskoolplan ten en dou heb 'k bie miezulms docht, dat 'k d'r wel n kwartje veur over haar om dei boeskoolplanten van dei meneer te zain en zien gezichte d'r bie. Hai zel wel 'n beetje roar op zien neuze keken hebben, denk ik, en zel nou in 't vervolg wel nait altied ailes beter waiten. Joa, deur schoa en schande wordt de mensch wies. GEERT. Er volgt deze week weer een kruiswoord- raadsel. Wanneer de echte liefhebber dit hokjesfiguur aankijkt dan zal hij er zeker geen oog éérder af- laten dan pas nadat aile hokjes gevuld zjjn Oplossingen vô<5r WOENSDAGMID- DAG 5 ULR aan ons Bureau. In den lln- kerbovenhoek van de enveloppe vermelden: 1 „PUZZLE. RUBRIEK". Voor de(n) prjjs- wlnna(a)r(es) is een prjjs van t 2.50 be- sohikbaar gesteld. Oplossingen in het volgende Zaterdag- nummer. Correspondentie over deze rubriek 1 kan slechts gevoerd worden, indien postzegel voor antwoord wordt ingesloten. De omschrjjvlngen voor dit kruls- woordraadsel zjjn HORIZONTAAL i 2. getyde 7. ooruil 8. stad in Italië 9. temperatuur onder het vriespunt 11. Europeaan 13. handeling in schaak- en damspel 15. bekende filmmaatschappjj 16. betoovering 18. indien 19. tuln met vruchtboomen 20. vragend voomaamw. 22. Finsche havenstad 23. tjjdvak 25. oogenblik 26: vod 27. godsdienst 31. sprookje met een moraal 32. ruige stof voor regenkleedlng 33. Franseh componist. VERTIKAAL 1. begrip 2. vrijwillige ouderdomsverzekering 3. naam van Pausen 4. wandversiering 5. slaapje 6. Heillge Sclirift 10. schoonmaakinstrument 11. onmlsbaar element 12. ljjst 13. leeren zltting op paard of fiets 14. Russische heerscherstitel 16. bont 17. nieuw in samenstellingen 21. Russische gebergte 24. roosvormig sieraad 27. Europeaan 28. groente 29. Eng. bier 30. in den grond levend zoogdier Uit onze rekenkundlge opgave van de voi'ige week moest nu eens een keer- tje geen zin uit een roman worden „ont- dekt", maar was het een opmerking van ..onnoozel" Jantje, die de puzze- laar bjj juiste oplossing van de om- schrijvingen vond. Deze opmerking was de volgende „Een vader zei tegen ztjn zoontje .Jantje, je mag niet wijzen met je vinger", waarop Jantje vroeg „Vader, waar heb ik dan een wjjs- vinger voor De verdere oplossing luidde De Lente is bezongen in tallooze ver- diensteltjke en minder verddenstelijke gedichten. Sommdgen dweepen met de gedichten, maar gaan de eerste groene lootjes, de eerste vogelgeluiden en die veranderde geur buiten achteloos voor- bjj. Anderen weten weinig van gedichten TTLRJ4_r zij voelen de lente in de natuv zoo intuitief-initens aan, dat hun oo: - opaiag heiderder en hun tint gezond wordt. Men zou kunnen zeggen dat - j er feesteijjk uitzien, omdat het feest van de natuur over het ontwakende le ven hen beinvloedt. De natuur schijnt dood gedurende haar winteralaap. Wie voor het eerst in December kale boomen zou zien, zou zioh moeiljjk kun nen voorstellen, dat diezelfde boomen eenige maanden later gaan ontluiken en nog wat later bladeren en bloesems zullen dragen. Wjj kennen eenmaal de nooit falende kringloop der seizoenen en verbazen ons daarom niet langer over wat toch eigenlijk altjjd wonderbaarljjk bljjft. Een wonder, dat zich regelmatig herhaalt, verliest in onze oogen zijn be- teekenls als wonder, Ook aan de menscheljjke natuur is een soort kringloop van seizoenen eigen, hoewel niet met dezelfde regelmaa Het menscheljjk gevoel kan langen ty ci schjjndood zjjn. Dit is meestal het gevai na een groote teleurstelling of een reeks van teleurstellingen. Dan reageeren wjj op weinig meer; wjj zjjn onvatbaar voor ieder contact, menschen en dingen ver mogen niet onze belangstelling te wek- ken. Wjj wenschen niets meer en ver- wachten niet meer; wjj meenen zelfs dat wjj op niets meer hopen. Maar dit laatste is onjuist, want de hoop leeft in een menschenkind tôt zjjn laatste harteklop. Al gevoelt men niets hoop- vols, toch leeft die hoop evengoed, diep in ons hart als de wortels van de dood- schjjnende boomen onder de a&rde le ven. En op een goed en dag begint de hoop zioh te roeren op den bodem van ons voelen; wjj zjjn niet z66 ontoegankeljjk meer voor een beetje vreugde, wjj zjjn niet meer zôô rotsvast overtulgd dat ai les bepaald steeds verkeerd met ons zal bljjven gaan. Dat is het eerste, pril- le begin van de Lente voor het ge- gevoelsleven. De oorzaak is gewoonljjk, dat wjj ontdekken dat de teleurstelling, op het gebied waarop wjj die omdervon- den, geen regel behoeft te zjjn. Wjj vin den ware vriendsohap. nadat wjj gele- den hebben onder de vermeende vrlend- schap, die valsch bleek. Of wjj doen de dubbele ontdekking, dat wjj nog in staat zjjn tôt liefhebben en dat er nog iemand bestaat die liefde waard is, nadat ons gevoelsleven lang „schjjn- dood" is geweest doordat wjj geleden hebben onder miskende of bedrogen liefde. Een mensch zoekt het geluk even na- tuurljjk als een plant zich naar het lichtt wendt. En het geluk komt voor een ieder ééns, voor den een vroeg voor den an- der laat. Menigmaal is het geluk dichtbjj, juist dan wanneer wjj meenen er niet meer op te kunnen hopen. Dan komt de lich- te bljjheid van de Lente over de ziel, het gevoel van ailes te durvem, ailes te willen, ailes te kunnen. En dan zal ook verwonderljjk veel van wat wjj onder- nemen ons als vanzelf gelukken, door de dynamische kracht die een bljj hart ons verleent. Verlies den moed niet als uw idealen u dood en onwezenljjk toeschjjnen; zjj maken slechts een winterslaap door om dat het in uw leven winter is. En geen winter duurt eeuwig. Eens komt de Lente Dr. JOS DE OOCK. Nadruk verboden. A teen t Een B vat t d vad C ter t er D zeil 1 s= zei E regen r t tegen F Rjjn r -f z zjjn G toon t -j- ztje zoontje H Jaaje i nt Jantje I Jet t je J maag a mag K niets s nlet L wjjzer r n met M mat a e wijzen N jeu u O vinder d g vinger P aar w waar Q top t op R kastje ks Jn Jantje S kroeg k v vroeg T vaas as va U dier i der V waas s -f- r waar W het t -f b heb Y hlk h lk Z Daan a ac dan AA been b een BB wjjk k s wjjs CC wringer wr v vinger DD oor v voor ,,Het rad van avontuur" wees als ge- lukkige winnaar van de rjjksdaalder aan: DEN HEER J. STELLING, ZUIDWENDING 108, VEENDAM. Tegen inlevertng van een boa voor gekochte goederen, betrokken bjj een van onze adverteerders, kan hjj de f 2.50 bjj de Administratle ln ontvangst nemen. Zai harrn 't zoo mooi mit 'eur baaidn, Gain zorgn en ook gain verdirait. 'Eur kinder, dei konn zôk reddn, En aisen, dei harrn ze nait. Ze leevdn hail stil en ainvoudeg 'nitlg lioeske en luk stukje land Wat rènte en 't gemoak van wat daiem En veur dlverdoatsde 'n krant. En goie berichtn van kinder, Dei soms weer verwaarmdn 'eur bloud. Wat konn' ze meer nog verlangn, Het leevm was zoo Jà zoo goud. Moar dou kwam het zwoarste van aalles, Dei Dood kwam en spheurde 'eur van ain. „Zien tled was ter eer", zeedn mènsen Moar zai bleef in 't hoeske allain. T. H. BESTE JONGENS EN MEISJES De gevraagde letters in de vorige puzzle waren: z-e-i-e-t. Ingevuld was de oplossing. ..Wjj gingen gisteren naar Z e i s t, doch toen we even niet keken, was rnjjn zusje verdwenen. Opeens zag ik haar en ze la 't riep ik uit. Mjjn moeder wilde haar roepen, doch ik z e 1 s t, want ik was bang, dat ze zou sehrik- ken!" Het was toch werkeljjk niet zdô moei ljjk, dat geen van jullie allen een goe- de oplossing heeft kunnen inzenden. JulUe hebt je er wat te gauw afge- maakt. De volgende week zullen wjj een nieu we puzzle brengen, maar daarop moeten jullie dan beter je best doen!

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


Nieuws- en Advertentieblad, De Noord-Ooster nl | 1941 | | pagina 10