C
OOK BIJ PLEUNTJE
KWAM DE PAASCHHAAS
J
PRIJSVRAAG VOOR DE
JEUGD.
Onze SUizzie-Hu&ùeh
i
12
DE NOORD-OOSTER VAN ZATERDAG 5 APRIL 1941
VIERDE BLAD
LETTEREN.
ONTVANGEN BOEKEN.
TIJDSCHRIFTEN.
Het regent.
WERD
DE POST UITGEVONDEN
DOOR KONING CYRUS
Puzzle No. 247.
Oplossing Puzzle
No. 246.
Wat weetgierig Jantje vroeg
JOB NOOIT" hoekje
LENTE.
Je
ZOO GAIT "T.
(Vervo.g van pag. 11.)
grooten dichter Joost van den Vondel
en diens dochte. tje Anna.
Twee figuren heeft deze roman als
middelpunt. In de eerste plaats Anna
Vondel en in den tweeden plaats 'den
dichter.
„De Trou" is de lakenwinkel van
Vondel in de Warmoesstraat te Amster
dam, waar de dichter in de achterka-
mer, die geheel ingericht was tôt werk-
vertrek, zijn treurspelen schreef. Von-
dels echtgenoote Mayken leidde deze
zaak, terwijl "r nàel er' zelf slechts
weinig aandacht aan besteedde.
De roman var.gt aan in het begin van
de zeventiende eeuw, als Anna een klein
meisje is en lievelinge van haar vader.
Zij is een vroeg-ontwikkeld kind, dat
reeds op jeugdigen leeftijd belangstelling
toont voor de werken van haar vader.
Haar oudere broer, Joost, voor wien va
der Vondel 'n prachtigen toekomst heeft
uitgedacht in een bloeiende zaak, is de
oorzaak, dat de dichter zijn geheele
vermogen kwjjtraakt en tenslotte als
grijsaard van zeventig als boekhouder
op de Bank van Leening moet werken.
Bedriegers, schuldeischers en deur-
waarders schijnen onophouaelijk het
pad van Joost den Jongen te moeten
kruisen. Zijn leven is een aaneenschake-
ling van teleurstellingen voor den va
der. Zijn jonge, schoone en luchtharti-
ge tweede echtgenoote, Baertje Hooft,
nicht van den Muider Drost, is niet de
vrouw om den jongen Joost steun te ge-
ven en het slot van het lied is dan ook,
dat hjj alleen naar Indië vertrekt en
daar sterft.
Twee kinderen van Vondel sterven
jong: Constantijntje en Saartje, en
wanneer tenslotte in Februari 1635
Mayken overlijdt in afwezigheid van
den jongen Joost, blijft enkel Anna nog
over om voor haar ouden vader te zor-
gen. Het meisje besluit om haar vader
niet te verlaten, hetgeen een einde be-
teekent van de vrijage tusschen haar en
den jongen Aelbrecht Blau, zoon van
Vondels uitgever.
Het boek In „De Trou" is geen
historische roman, het is in de eerste en
tweede plaats een Vondel-roman en
eerst in de laatste plaats een Amster-
damsche roman uit de Gouden Eeuw.
Wanneer de schrjjver hier en daar aan
dacht besteedt aan het Amsterdamsche
leven uit dien tijd, doet het aan, alsof
hjj even met het verhaal pauseert om de
omgeving op te nemen en de tjjdsver-
schijnselen te noteeren. Wallagh is
journalist en dat is merkbaar in zijn ro
man, die waarschjjnljjk zijn eersteling is.
Overigens is het een vlot en aardig
geschreven boek over den grooten Am-
aterdamschen dichter, die in het alge-
meen wel genoeg geëerd, maar wiens
werken veel te weinig gelezen worden.
Anna Vondel, de vrouw, die een bijzon-
deren steun geweest is, in het leven van
haar vader, krjjgt in deze roman de
plaats, die haar toekomt De schrjjver
heeft met deze roman blijk gegeven van
zijn stad te houden en haar historié bjj-
zonder goed te kennen. Het doel dat hij
met deze roman beoogde: Anna Vondel
uit te beelden, zooals zij te weinig
bekendheid geniet, heeft hij volkomen
bereikt. Bob Buys schilderde den om-
»OReg4A(H
K. Schuur.
HET KAADSEL DÉR GKOOTE
PYRAMIDE.
Door Dr. W. van Bemmelen W. P.
van Stockum, Den Haag.
In dit met enkele teekeningen ver-
duidelijkte boekje beschrijft Dr. van
Bemmelen de grootste en merkwaar-
digste pyramide ter wereld, de pyra
mide van Oheops, en behandelt de theo-
riën en vraagstukken, welke in verband
daarmede zijn opgeworpen. Eerst de
laatste jaren is de belangstelling van
het groote publiek gewekt voor de be-
langrijke ontdekkingen in verband met
deze pyramide en speciaal voor de be-
teekenis, welke Marsam Adam en Da
vidson daaraan hebben gehecht. Een in
bevattelijke stijl geschreven boekje over
een buitengewoon intéressant onder-
werp. i
BELASTINGHEFFING VAN NAAM
LOOZE VENNOOTSCHAPPEN.
Door Mr. H. A. Zeven H. D. Tjeenk
Willink en Zoon N.V., Haarlem.
Na de begrippen Vennootschapsbelas-
ting en Winstbelasting afzonderlijk te
hebben vastgelegd, wjjdt de schrjjver
een hoofdstuk aan de rechtvaardiging
van de belasting, om tenslotte uitvoerig
de inriohting na te gaan.
Het is een bijzonder overzichtelijke
studie van een terzake-kundige.
REKENBOEK VOOR HET LAGER
NIJVERHEIDSONDERWIJS.
Door J. B. J. van den Boogaart en
B. van Sluyters J. B. Wolters' U.
M. N.V., Groningen.
DE TOONEELSPIEGEE (A. J. G.
Strengholt, Amsterdam Twee ar-
tikelen zijn deze maand gewtjd aan ,,1'Ar-
lesienne" van Alphonse Daudet en de
opvoering onder leiding van Cor v. d.
Lugt Melsert in ons land. Verder een
besohrijving van Leopold Mozart en
diens beide kinderen Wolfgang en Nan-
nerl aan ons land in September 1765.
benevens drie artikelen gewijd aan
Balthasar Verhagen, Adriaan v. d.
Horst Jr. en aan het tooneel in Den
Haag, waar thans Shakespeare's „De
Storm" o.m. wordt opgevoerd.
DE TOERISTENKAMPIOEN brengt
een poldemummer, als gevolg van het
fedt, dat de Nederlanders de komende
zomervacantie in eigen land moeten
doorbrengen. Aan dit nummer werd
Ze nadueu ailemaal een goed Paasch-
rapport. Niemand had een extra taak
gekregen. Dat beloofde 'n fîjne Paasch-
vacantie!
Nu was 't Paasch-Zateraag en in de
keuken was 't al feest! Anders waren
Bet en Doortje en Lotti nu niet zoo erg
grâag daar, want kopjes afdrogen von-
den ze nu niet bepaald leuk! Alleen 't
tevreden gevoel, dat ze soms hadden,1
als ze moeder geholpen hadden, ver-
zoende hen met dat nare ,,vatenwas-
schen", zooals zij het afdrogen van die
paar kopjes en bordjes heel gewichtig
noemden
Maar vanmiddag! Er werd Paasch-
lekkers gebakken! Al weken van te vo-
ren had moeder de meelbonnen opge-
spaard en nu stond er dan deeg op ta-
fel en mochten ze zelf dat deeg vormen!
Bert 'kon het best overweg met krake-
lingen. Doortje maakte Paaschzonne-
tjes. Bolronde plakjes, waar ze met een
paar krentjes en een stuk sukade, zon-
negezichtjes van maakte. En Lottie
maakte Paaschvuurtjes, Lange, smalle
reepjes, van boven ongelijk als vlamme-
tjes. Eerljjk gezegd, moest je wel wé-
ten wat haar koekjes voorstellen, an
ders dacht je: „Wat een rare, afgeknab-
belde dingen". Maar als je 't eenmaal
wist, vond je ze reuzenleuk! Alleen al
om de gedachte!
Nu zouden ze in de oven geschoven
worden en als dat gedaan was gingen
ze eieren kleuren. Ze waren met z'n vjj-
ven en al de week voor Paschen had
den ze geen enkel el gekocht. Daarom
hadden ze dan morgen TIEN eieren.
Voor ieder twee! Die gingen ze kleuren.
En hoe! Mooier dan ze ooit hun eieren
gekleurd hadden. Want vroeger stap-
te je naar de winkel en je kocht eieren
zooveel je wou, als je tenminste eieren-
geld had! Maar nu! Nu 1s een el iets
bijzonders geworden. En gek! Nu heb
je veel meer plezier van een ei! Vroe
ger dacht je: ,,0, een ei!" Maar nu:
„Haaaa! Fijn! Een ei!" En je bent in
je schik en iedereen in huis is in z'n
schik op eieren-dag en zoo heb je veel
meer feestdagen dan vroeger! Bert,
Doortje en Lotti merkten dat ook en
omdat ze hun eieren aile eer wilden
bewijzen, gingen ze eerst een heusche
eiervergadering houden. Want welke
kleuren zouden ze kiezen en wat voor
t'iguurtjes zouden ze op de eieren tee-
kenen? Ze vergaderden zoo ernstig, dat
moeder eens om 't hoekje kwam kjj-
ken, wat ze wel uitvoerden. 't Was zoo
stil in huis! "Verdacht stil", vond moe
der. Maar toen ze in de vergadering
kwam, begreep ze de stilte dadelijk. En
ook moeder keek vergaderingachtig
ernstig! Maar even later... olijk! Met
dat olijke gezicht ging ze de kamer uit
om even later met een eier-ernstig ge
zicht weer binnen te komen. Eier-plech
tig zette ze een schaal op tafel. De eer
ste koekjes! „Om te proeven", zei ze
,,en om niet te vergeten, dat Paschen
een vrooljjk feest is!" Ze moesten la
chen om moeders gezicht en juist
sprongen ze door de kamer op een ma
nier die aan Paaschhazen deed denken,
toen er gebeld werd.
Hoe 't kwam is niet te zeggen, maar
jpeens wisten ze alleniaal: Daar komt
een Paaschverrassing! Met z'n allen
renden ze naar de deur! 't Wàs een
Paaschverrassing! Een telegram, waar-
in stond, dat grootvader van de boerde-
rij ze aile vijf verwachtte. Voor eerste
Paaschdag, voor tweede Paaschdag en
dan voor nog zes daagjes! Was dat
even wat! Dat werd een geren en ge
draaf die Zaterdagnamiddag. Zooals
nog nooit was gebeurd! Maar toen va
der thuis kwam stonden er... twee kof-
fers, gesloten en wel in de gang te
wachten. Vader was wàt verwonderd
over die koffers, maar die verwondering
duurde niet lang! Al gauw wist ook hij
van de Paaschverrassing en zelfs vader
deed van vreugde een soort Paaschha-
zensprong! Toen gingen ze hun eieren
kleuren, want die moesten nu mee naar
grootvader toe. Grootmoeder was er
niet meer, daarom moesten ze grootva
der maar eens heel erg verwennen
want op Paschen voelde hjj zlch soms
zoo alleen. Misschlen zouden de met
verf én lieve gedachten gekleurde eieren
hem een beetje kunnen troosten. Zoo
dachten Bert en Doortje en Lottie aile
drie.
Toen ailes klaar was, gingen ze
slapen, want morgen was 't al heeJ
vroeg dag! Paaschmorgen gingen ze om
acht uur de deur uit en om elf uur wa
ren ze er al. In grootvaders woonkamei
stond een gedekte tafel, Neen maar
wie had er ooit zoo'n Paaschtafel ge-
zien! In 't midden «tond een Paasch.
haas, haast half zoo groot als een leven-
o.m. medegewerkt door Mr. Roel Hou-
wink, Bert Bakker, Ds. de Stoppelaar
Fred Thomas en C. Visser.
Het Maartnummer van SUCCES-
NIEUWS kondigt nieuwe uitgaven van
deze boekenclub aan en is intéressant
als steeds.
PRO CIVE (A. W. Sjjthoff, Leiden)
Het Maartnummer is bijna geheel ge
wijd aan de openbare luchtbescher
mingsverlichting, waarbij speciaal de
maatregelen te Den Haag uitvoerig
worden beachouwd.
de haas! Van chocola was hjj en op z'n
rug droeg hij drie rieten korfjes. Ge-
vuld met kleine suikereitjes. Rose, geel,
wit, bruin en warempel waren er ook
groene by Voor wie die mandjes wa
ren, begrepen Doortje, Bert en Lottie
best! Op de tafel stonden ook groote
pullen met voorjaarsbloemen en stel je
voor, naast ieders bord lagen zes eieren
van chocola. Ook naast 't bord van va
der en moeder! 't Was gewoon niet om
te gelooven. En toen ze 't geloofden,
waren ze er... verlegen mee. En weer
hielden Bert en Doortje en Lotti een
vergadering en weer was 't zoo stil, dat
nu grootvader eens kijken kwam. Ze
waren toen net uitvergaderd en Bert
stak dan ook dadelijk van wal: „Groot-
vader, wjj wilden u wat vragen". Dat
doe je dan maar", zei die en keek hem
nieuwsgierig aan. „Wat hebben jullie
wel te vertellen, dat je zoo ernstig
kijkt?"
..Grootvader, nou hebben wjj zooveel
lekkers gekregen en zoveel prêt komt
er nog, dagenlang, dat we... dat we...
samen voor Paaschhaas wilden spelen
bjj Pleuntje v. d. Kromme Weg. U weet
wel..." Ze hoefden niets meer te zëg-
gen, grootvader knikte en... was weg.
Maar vjjf mniuten later kwam hij te-
rug met een mandje. ..Alsjeblieft,
Paaschhazen, ga gerust je gang! Wat
gaat er gebeuren?" Blijft u kjjken,
grootvader, dan kunt u 't zlen!" En
grootvader bleef.
Bert haalde van allerlei groen. Tus
schen het groen kwamen narcissen en
verder vulde hij 't mandje met allerlei
kleurig papier. En daarin legden ze drie
chocolade-eieren, groote, en zeker wel
twààlf suikeren eitjes! 't Werd een
eenig leuke mand! En toen kwam
grootvader opeens met de trom-
Het regent, het regent,
Wat word ik al nat 1
Mijn hoed is warempel
Al heelemaal plat
Het regent, het regent,
Ik loop op een draf
Want t' water, zoowaar,
Loopt mijn kleeren al af
Het regent, het regent,
Hoera, daar is Truus
Ze komt mij al halen
Met twee paraplu's
K.
mel koekjes, die moeder voor hem mee-
genomen had. Aile hoekjes en gaatjes
werden gevuld met koekjes en toen
trokken ze naar kleine Pleun. Voor haar
deur zetten ze hun mandje en een brief-
je schoven ze door de kier. Op dat brief -
je stond, met keurige roode letters:
,,Weet je wie er heeft gebeld?
De Paaschhaas van 't groene veld."
Toen belden ze zelf en sprongen weg
als rechtgeaarde Paaschhazen dat altijd
doen.
Pleuntje van de Kromme Weg heeft
nooit geweten wie er voor Paaschhaas
heeft gespeeld, maar Pleuntje gelooft
vast en zeker dat er weer wonderen
kunnen gebeuren en Doortje en Lottie
en Bert hebben nooit ook maar 't
kleinste bedankje gehad voor hun
aan dachten, schijnt er een zonnetje in
hun hart!
EEN MOTORJACHT VOOR EEN
OUDE FIETS.
In de bladen van Buenos Aires stond
dezer dagen het bericht, dat een jonge
man, die voor 50 pesos een nieuwe fiets
kocht en inplaats van een gedeelte in
afbetaling, zjjn oude fiets ter verreke-
ning van dit eerste gedeelte gaf. Dien-
zelfden dag rullde hij de nieuwe fiets in
als afbetaling op een motorfiets ter
waarde van 350 pesos, om eenige uren
later op dezelfde manier in het bezit te
komen van een sportauto ter waarde van
2500 pesos. Tenslotte is hij met een mo-
torjacht ter waarde van 10.000 pesos,
waar voor hjj ztjn sportauto weer inruil-
de, in zee gestoken, en zal waarschijnlijk
wel niet meer boven water komen.
We vinden het nu heel gewoon om een
brief naar de post te brengen; per dag
wordt de brievenbus een paar keer ge-
leegd; per dag krjjgen we een paar keer
post eu onze brieven gaan naar de verste
landen. Wat zouden we moeten begtn-
nen aïs we de post niet hadden?
Maar door wie is de post eigenljjk
ultgevonden? Ik ben erg nieuwsgierig
om dat te weten. Juliie zeker ook?
Nu, koning Cyrus van Perzië, die onr
geveer 550 jaar voor Christ us leefde,
wordt als cfe uitvinder van de post be-
schouwd. Je ziet, dat de post dus al heel
lang bestaaL Maar natuurljjk - was de
post afhankelijk van het verkeer in dien
tijd.
Cyrus had een geweldig groot rjjk en
het was voor hem heel moeiljjk om met
de bestuurders van zjjn provincies te
onderhandelen. Toen kreeg hij een idee,
dat de oorsprong van de post was. Htj
liet de tjjd, die een goed loopend paard
in een bepaald aantal uren kon loopen,
uitrekenen. Vervolgens liet htj stallen
bouwen die op een bepaalde afstand van
elkaar lagen. In die stallen hulsden
paarden, berijders en een „postmeester".
De laatste nam de postpaketten en brie
ven van de boden in ontvangst en gaf ze
door aan hun opvolgers. Deze post ging
altijd door. Over dag, 'g naohts, door
weer en wind.
Deze postverbinding ging zoo goed en
breidde zicto zoo uit, dat de betrekking
van „postmeester" heel hoog en belang-
rjjk werd. Vôôrdat Darius koning van
Perzië werd, was htj postmeester.
Voor die Fransche kinderen heeft de
uitvtnding van de post nog een groot
voordeel gehad. Ze krjjgen nameljjk op
school voor niets les. En dat hebben ze
aan de brief post te danken! De universi-
telt van Partjs stelde dit voor heel
Franikrijk in en bestemde de opbrengst
er van aan het geven van gratis les op
school.
Die opbrengst werd zoo enorm, dat
koning Hendirik HI haar voor den staat
bestemde.
Maar de instelling van het gratis les-
geven bleef bestaan en dit is zeker niet
een van de kleinste voordeelen die het
postwezen voor een land gehad heeft,
BRATVEN VAN JAANTJE OP
•T AILAAND VAN WII.DER-
VAA.NK AAN GEERT OET
LAANGE LEEGTE EN VEEN-
DAM EN AAN S OM.
Beste Jaantje.
Joa, wicht zoo is 't nou in dlzze we
reld: As de menschen in nood zitten, den
doun zai aan ailes. En zoo worren 'n
hail beulde menschen tegenwoordeg
boer en verbauen zai eerdappels en
broene boonen. Ik ben lest noar stad tou
west en heb doar ais mit 'n kameroad
rond keken in de toentjes van de stad-
jers even boeten 't stadspaark. Vrouger
sluig doar d' aine bloume d' aandeie,
moar nou is d' halle boude! omgroaven
en wachten zai tôt zai wat zaalen ken
nen. As je heur naît tegenhuilen, den
zollen zal vast en zeker nou al aan 't
zaaien wezen. De stadjers wollen dunk
mie wel drei keer zaaien en oogsten in
ain joar. Och, och, wat het dei kame
road mie wat oafvroagd. Zai zeggen wel
ais, dat ain gek meer vroagen ken as
tien wiezen beantwoorden. Moar 't is ook
zoo. Dei vrund van mie vruig mie 't
hemd sikkom van 't oaf. Dingen, woar
wie nou nooit meer om denken, doar
denken zal om en moaken zai zok kob-
schraaben om. Ik wos soms naît wat ik
wel zeggen mos. Moar ik heb mie d'r
goud deursloagen. Ik zette moar 'n hail
geleerd gezichte en ik zee moar van
ailes. Ik wol ja beslist nait zeggen, dat
ik 't nait wos. le mouten joe Ja nait in
de koart loaten kieken. Doar is 't Ja
nait om begonnen en den ben je ja joen
haile prestige mit ain handomdraai
kwiet.
Moar joa, net as ik zeg, d'r ben 'n
hail beulde menschen dei boer worren en
de maisten vinnen 't hail nait slim. Zai
vuilen nou ais, hou gezond dat 't boeren-
waark is. D' olle spieren kommen ais
weer lôs. Zai doun gezondhaid op en zai
doun gain aander kattekwoad. Want ik
ken die verzekem, as voader zien haile
vrjje Zoaterdagmiddag op 't laand
wa&rkt het, den het e gain lust om
s oavends nog uut te goan, noar soos
of noar de bioscoop, moar den blift hai
hail gezelleg bie vrau en kinder in huus.
Zoo wat is ook hail wat weerd.
Moar doar bennen ook echte aigen-
wieze knuppels onder dei neimoodse
boeren. Noast mien kameroad woont
'n meneer dei ook 'n toentje huurd haar.
Dei haar zeker groot verlet om allerlei
gruinte. Hai het aal drok aan 't zaaien
west. Van ailes haar e al in de grond
stopt. Spinoazie, boonen en eerdappels
en ook al boeskoolplanten. Woar e dei
vandoan kregen het, wait ik nait. Zeker
van 'n toenman, dei wat in de kassen
kweekt haar. Misschien het dei wel te-
gen hom zegd, dat e dei planten nog
nait boeten deure zetten kom, moar hai
zei dunk mie wel beter waiten hebben.
Zundag stonnen dei planten d'r nog.
Moar dou ik annerdoags 's moms om
vief uur opston, dou stonnen d'r bie ons
in de zummerkeuken bloumen aan 't ven-
ster. Dou heb ik ook even docht aan dei
meneer uut stad mit zien boeskoolplan
ten en dou heb 'k bie miezulms docht,
dat 'k d'r wel n kwartje veur over haar
om dei boeskoolplanten van dei meneer
te zain en zien gezichte d'r bie. Hai zel
wel 'n beetje roar op zien neuze keken
hebben, denk ik, en zel nou in 't vervolg
wel nait altied ailes beter waiten. Joa,
deur schoa en schande wordt de mensch
wies.
GEERT.
Er volgt deze week
weer een kruiswoord-
raadsel. Wanneer de
echte liefhebber dit
hokjesfiguur aankijkt
dan zal hij er zeker
geen oog éérder af-
laten dan pas nadat
aile hokjes gevuld
zjjn
Oplossingen vô<5r
WOENSDAGMID-
DAG 5 ULR aan ons
Bureau. In den lln-
kerbovenhoek van de
enveloppe vermelden:
1 „PUZZLE.
RUBRIEK".
Voor de(n) prjjs-
wlnna(a)r(es) is een
prjjs van t 2.50 be-
sohikbaar gesteld.
Oplossingen in het
volgende Zaterdag-
nummer.
Correspondentie
over deze rubriek
1 kan slechts gevoerd
worden, indien postzegel voor antwoord
wordt ingesloten.
De omschrjjvlngen voor dit kruls-
woordraadsel zjjn
HORIZONTAAL i
2. getyde
7. ooruil
8. stad in Italië
9. temperatuur onder het vriespunt
11. Europeaan
13. handeling in schaak- en damspel
15. bekende filmmaatschappjj
16. betoovering
18. indien
19. tuln met vruchtboomen
20. vragend voomaamw.
22. Finsche havenstad
23. tjjdvak
25. oogenblik
26: vod
27. godsdienst
31. sprookje met een moraal
32. ruige stof voor regenkleedlng
33. Franseh componist.
VERTIKAAL
1. begrip
2. vrijwillige ouderdomsverzekering
3. naam van Pausen
4. wandversiering
5. slaapje
6. Heillge Sclirift
10. schoonmaakinstrument
11. onmlsbaar element
12. ljjst
13. leeren zltting op paard of fiets
14. Russische heerscherstitel
16. bont
17. nieuw in samenstellingen
21. Russische gebergte
24. roosvormig sieraad
27. Europeaan
28. groente
29. Eng. bier
30. in den grond levend zoogdier
Uit onze rekenkundlge opgave van
de voi'ige week moest nu eens een keer-
tje geen zin uit een roman worden „ont-
dekt", maar was het een opmerking
van ..onnoozel" Jantje, die de puzze-
laar bjj juiste oplossing van de om-
schrijvingen vond.
Deze opmerking was de volgende
„Een vader zei tegen ztjn zoontje
.Jantje, je mag niet wijzen met je
vinger",
waarop Jantje vroeg
„Vader, waar heb ik dan een wjjs-
vinger voor
De verdere oplossing luidde
De Lente is bezongen in tallooze ver-
diensteltjke en minder verddenstelijke
gedichten. Sommdgen dweepen met de
gedichten, maar gaan de eerste groene
lootjes, de eerste vogelgeluiden en die
veranderde geur buiten achteloos voor-
bjj.
Anderen weten weinig van gedichten
TTLRJ4_r zij voelen de lente in de natuv
zoo intuitief-initens aan, dat hun oo: -
opaiag heiderder en hun tint gezond
wordt. Men zou kunnen zeggen dat - j
er feesteijjk uitzien, omdat het feest
van de natuur over het ontwakende le
ven hen beinvloedt. De natuur schijnt
dood gedurende haar winteralaap. Wie
voor het eerst in December kale
boomen zou zien, zou zioh moeiljjk kun
nen voorstellen, dat diezelfde boomen
eenige maanden later gaan ontluiken
en nog wat later bladeren en bloesems
zullen dragen. Wjj kennen eenmaal de
nooit falende kringloop der seizoenen
en verbazen ons daarom niet langer over
wat toch eigenlijk altjjd wonderbaarljjk
bljjft. Een wonder, dat zich regelmatig
herhaalt, verliest in onze oogen zijn be-
teekenls als wonder,
Ook aan de menscheljjke natuur is
een soort kringloop van seizoenen eigen,
hoewel niet met dezelfde regelmaa
Het menscheljjk gevoel kan langen ty ci
schjjndood zjjn. Dit is meestal het gevai
na een groote teleurstelling of een reeks
van teleurstellingen. Dan reageeren wjj
op weinig meer; wjj zjjn onvatbaar voor
ieder contact, menschen en dingen ver
mogen niet onze belangstelling te wek-
ken. Wjj wenschen niets meer en ver-
wachten niet meer; wjj meenen zelfs dat
wjj op niets meer hopen. Maar dit
laatste is onjuist, want de hoop leeft
in een menschenkind tôt zjjn laatste
harteklop. Al gevoelt men niets hoop-
vols, toch leeft die hoop evengoed, diep
in ons hart als de wortels van de dood-
schjjnende boomen onder de a&rde le
ven.
En op een goed en dag begint de hoop
zioh te roeren op den bodem van ons
voelen; wjj zjjn niet z66 ontoegankeljjk
meer voor een beetje vreugde, wjj zjjn
niet meer zôô rotsvast overtulgd dat ai
les bepaald steeds verkeerd met ons
zal bljjven gaan. Dat is het eerste, pril-
le begin van de Lente voor het ge-
gevoelsleven. De oorzaak is gewoonljjk,
dat wjj ontdekken dat de teleurstelling,
op het gebied waarop wjj die omdervon-
den, geen regel behoeft te zjjn. Wjj vin
den ware vriendsohap. nadat wjj gele-
den hebben onder de vermeende vrlend-
schap, die valsch bleek. Of wjj doen de
dubbele ontdekking, dat wjj nog in
staat zjjn tôt liefhebben en dat er
nog iemand bestaat die liefde waard is,
nadat ons gevoelsleven lang „schjjn-
dood" is geweest doordat wjj geleden
hebben onder miskende of bedrogen
liefde.
Een mensch zoekt het geluk even na-
tuurljjk als een plant zich naar het
lichtt wendt.
En het geluk komt voor een ieder
ééns, voor den een vroeg voor den an-
der laat.
Menigmaal is het geluk dichtbjj, juist
dan wanneer wjj meenen er niet meer
op te kunnen hopen. Dan komt de lich-
te bljjheid van de Lente over de ziel,
het gevoel van ailes te durvem, ailes te
willen, ailes te kunnen. En dan zal ook
verwonderljjk veel van wat wjj onder-
nemen ons als vanzelf gelukken, door de
dynamische kracht die een bljj hart ons
verleent.
Verlies den moed niet als uw idealen
u dood en onwezenljjk toeschjjnen; zjj
maken slechts een winterslaap door om
dat het in uw leven winter is. En geen
winter duurt eeuwig. Eens komt de
Lente
Dr. JOS DE OOCK.
Nadruk verboden.
A
teen t
Een
B
vat t d
vad
C
ter t
er
D
zeil 1
s= zei
E
regen r t
tegen
F
Rjjn r -f z
zjjn
G
toon t -j- ztje
zoontje
H
Jaaje i nt
Jantje
I
Jet t
je
J
maag a
mag
K
niets s
nlet
L
wjjzer r n
met
M
mat a e
wijzen
N
jeu u
O
vinder d g
vinger
P
aar w
waar
Q
top t
op
R
kastje ks Jn
Jantje
S
kroeg k v
vroeg
T
vaas as
va
U
dier i
der
V
waas s -f- r
waar
W
het t -f b
heb
Y
hlk h
lk
Z
Daan a
ac dan
AA
been b
een
BB
wjjk k s
wjjs
CC
wringer wr v
vinger
DD
oor v
voor
,,Het rad van avontuur" wees als ge-
lukkige winnaar van de rjjksdaalder
aan:
DEN HEER J. STELLING,
ZUIDWENDING 108, VEENDAM.
Tegen inlevertng van een boa voor
gekochte goederen, betrokken bjj een
van onze adverteerders, kan hjj de f 2.50
bjj de Administratle ln ontvangst nemen.
Zai harrn 't zoo mooi mit 'eur baaidn,
Gain zorgn en ook gain verdirait.
'Eur kinder, dei konn zôk reddn,
En aisen, dei harrn ze nait.
Ze leevdn hail stil en ainvoudeg
'nitlg lioeske en luk stukje land
Wat rènte en 't gemoak van wat daiem
En veur dlverdoatsde 'n krant.
En goie berichtn van kinder,
Dei soms weer verwaarmdn 'eur bloud.
Wat konn' ze meer nog verlangn,
Het leevm was zoo Jà zoo goud.
Moar dou kwam het zwoarste van aalles,
Dei Dood kwam en spheurde 'eur van ain.
„Zien tled was ter eer", zeedn mènsen
Moar zai bleef in 't hoeske allain.
T. H.
BESTE JONGENS EN MEISJES
De gevraagde letters in de vorige
puzzle waren: z-e-i-e-t. Ingevuld was
de oplossing.
..Wjj gingen gisteren naar Z e i s t,
doch toen we even niet keken, was rnjjn
zusje verdwenen. Opeens zag ik haar
en ze la 't riep ik uit. Mjjn moeder
wilde haar roepen, doch ik z e 1 s t,
want ik was bang, dat ze zou sehrik-
ken!"
Het was toch werkeljjk niet zdô moei
ljjk, dat geen van jullie allen een goe-
de oplossing heeft kunnen inzenden.
JulUe hebt je er wat te gauw afge-
maakt.
De volgende week zullen wjj een nieu
we puzzle brengen, maar daarop
moeten jullie dan beter je best doen!