DE VROUW MET RAAD EN DAAD 0 0 u HET SCHOONHEIDSIDEAAL VOORHEEN EN THANS m Vt&RDE BLAD DE NOORD-OOSTER VAN ZATERDAG S APRtt. fV4f ALS ECONOMISCHE F4CTOR. Schoonheidsfouten die de mode beïnvloeden Kruissteekrandjes Verwerken van vruchten tôt Jam en Sap. Roodekoolsla. HET KNUTSELEN MET DE KLEINTJES. WAT DE PRACTISCHE HUISVROUW MOET WETEN. VOOR IIE VROUW Het la geen toeval en ook geen ga lante geste, dat vele zakenmenschen, die voor een of ander artikel reclame wlllen maken, zich met het aan huis bezorgde drukwerk tôt de huisvrouw richten. Statistieken hebben bewezen, dat in Amerika zoowel als In Europa vrouwesn ongeveer elf maal zooveel ar- tikelen voor haar man koopen als om- gekeerd het geval is. Ook sonder statistieken gelooven wij dK gaame, want het is immers niets vreemds, wanneer men een vrouw een heeren-modewinkel blnnen zlet gaan, om met kennis van zaken overhemden, dassen, sokken, bretels, ondergoed enz. voor haar echtgenoot te koopen. Zal het echter wel vaak voorkomen, dat een rpan lingerie en kousen voor zijn vrouw koopt T We. gelooven het niet. Ult statistische gegevens la eveneens gebleken, dat mannen bijvoorkeur zelf hun boorden koopen andere inkoopen laten zij gaar- ne aan hun vrouw over. Mannen houden niet van vrouwenmode. De meeste mannen vin-den het zelfs heel vervelend om met hun vrouw mede te gaan, wanneer deze Inkoopen gaat dœn, vooral wanneer het betreft mode artikelen bijvoorbeeld, een nleuwen hoed of een japon e.d. Zelfs al zal zij het argument gebruiken, ,,dat andere mannen ook wel boodschappen gaan doen met hun vrouwen", dan bewijst de practijk, dat „andere" mannen er even wedndg voor voelen als hij zelf. Men kan wel zeggen, dat practlsch aile Inkoopen van stoffen, lingerie, hoe- dan, gebruiks- en hulshoudeltjke artike len door vrouwen gedaan worden, hetztj alleen of in gezelschap van andere vrou wen; slechts zelden smaakt manllef dit voor hem twijfelachtlge genoegen. Hoe belangrijk de vrouw als koopster en dus als eoonomische factor ls, blijkt ult het felt, dat zij op een congres, dat eenige jarén geleden in Amerika gehouden werd, in het middelpunt stond van een uitvoerige dlscussle. De eenige vrouwelijke deelneemster, Mrs. Christine Frederick, deelde de vrouwen in vier groepen in en wel vol- gens de met haar leeftijd overeenko mende inzichten. Wisselende kooplust der vrouw. De eerste groep bestond volgens haar uit melsjes van 1622 jaar, die gaarne aan zichzelf en haar uiterlijk denken De gebruiksvoorwerpen, die het ge- zin moodig heeft, boezemen haar weinig of'geen belang in. Dan volgt een leef- tijdsgroep van 22—28 jaar, waarin de meeste meisjes voor de inrichting van haar tehuis gaan zorgen, het zij, dat zij trouwan dan wel zich als werkende vrouwen zelfstandig wenschen te vesti gen. Meubilair en een keukeninricbting worden in min of meer bescheiden vorm aangeschaft. Onder deze omstandig- heden worden de grootste bedragen uitgegeven aan practlsche dingen en telfs het tjdele jonge melsje zal het koo pen van een nleuwen hoed ultstellen om een of ander nuttdg keukengereedschap te kunnen aanschaffen. In de derde groep vallen vrouwen van 2840 jaar en het koopen geschledt reeds aanmerkelijk verstandiger. Zij voelen voor ailes, wat tnderdaad tôt arbeidsbesparing kan leiden; doch op dezen leeftijd spelen persoonlijke wen schen, mode en amusementen nog een groote roi. De vlerde groep bestaat uit vrouwen boven de veertig jaar. De nog werkende vrouwen leven zoo zuinlg mo- geltjk, ten elnde nog wat te kunnen spa- ren. Veelal begint zich een nelging tôt conservatisme te openbaren en vele dingen, die jonge vrouwen noodig heb ben, worden door vrouwen op dlen leef tijd niet meer gebruikt. Het valt haar, naar mate zij ouder worden, menigmaal moeilijk zich aan nieuwe dingen aan te passen. De terlng naar de nering Het behoeft geen betoog, dat deze in deeling niet voor aile vrouwen geldt. want er zijn vooral in dezen tijd onge- twijfeld melsjes van 16—22 jaar, die verder denken dan alleen aan de ver- zorging van haar uiterlijk en wel dege- lijk rekening houden met de practische waarde der dingen. Aan den anderen kant zljn er vrou wen van veertig jaar en ouder, bij wie de ijdelheid sterker ls dan de macht der gewoonte en het eenlgszins aan de zen leeftijd eigen conservatisme. Verder dient niet ult het oog verloren te worden, dat ln verreweg de meeste gevallen de vrouwen, van welken leef tijd ook, gedwongen zijn om haar koop lust aan te passen aan haar koop kracht. Hleruit volgt, dat de beteekenls van de vrouw als economische factor niet alleen afhangt van haar leeftijd, doch tek van haar portemonnai*. Blouses, gemaakt van klein couponuetjes. Het ls thans de kunst om zich goed te kleeden en slechts heel welnlg punten uit te ge- ven. We worden in dit opzlcht steeds geroutineerder en ma ken dankbaar gebruik van de klelne coupons, die zonder punten verkrijgbaar zfln tôt een lengte van 90 cM. Een tekort aan stof kan te- vens aangevuld worden door een gebreid boord of gebreide reepen, die als verbinding van verschillende deelen wor den gebruikt. Een andere mogelijkheld is om reepen stof, eventueel van een andere kleur met randen in den krulssteek te bewerken en deze als entredeux te ge bruiken, hetgeen steeds een apart en tevens persoonlijk cachet aan kleedingstukken geeft. Verschillende aardige voorjaars- en zomerweefsels leenen zich voor dit doel. Aardig ls hei om b.v. linnen of zijden- linnen couponnetjes te verwerken en entre-deux van fantasie materiaal b.v. bedrukt katoen als aanvulling aan te wenden. Zelfs oude jumpers bieden nog vele mogeltjkheden om tôt alleszins bruik- bare kleedingstukken te verwerken. En- kele aanwijzingen hlervoor vindt men op bijgaande afbeeldingen aangegeven. Links een damesjumper, waarvan de goede gedeelten gebruikt en aangevuld zijn geworden met een breeden rand van krulssteken, die over. stramien op 3tof zijn gewerkt. Midden in geeft de jumper een entre-deux aan voor- en rugzijde te zien en rechts breede mouw- en schouderreepen. Met een weinig fantasie ls het moge- lijk om onze bestaande kleeren tôt ln het onelndige te veranderen, zonder dat hlervoor groote geldelijke- of pun- tenoffers gebracht behoeven te worden. Het 'ls een bekend felt, dat de mode door verschillende omstandigheden be- invloed wordt minder bekend is even- wel, dat zij meermalen een uitvloeisel is van ydelheid zooals o.a. het geval is met den hoepelrok, die jarenlang de be- langstelling der dames beeft gehad. De overleverlng wil, dat de £>paansche In fante Isabella een goed figuur, doch te breede heupen had, waaraan zij zich danig ergerde. Zij llet een japon met ruimte om de heupen ontwerpen, waar- over haar hofdames zôô enthousiast wa- ren, dat zij haar voorbeeld al spoedlg volgden en haar rokken dienovereen- komstlg gingen dragen. Uit deze model- len werd ten slotte de crinoline gebo- ren, die tôt ongeveer 1870 ln de mode bleef, om daarna plaats te maken voor modellen genre ,,robe princesse." De geschiedenis der mode leert ons, dat er talrjjke voorbeelden zijn aan te wijzen, dat beroemde mannen en vrou wen modellen wisten te doen ontwer pen, waardoor een of ander lichaams- gebrek, dat zij hadden, gecamoufleerd kon worden. Aan dit feit zijn dan ook de verschillende uitwassen in de mode te danken. KEIZERIN JOSéPHINE EN HAAR KANTEN ZAKDOEKJE. Een inderdaad eigenaardig verle- den heeft de kanten zakdoek, die tlen- tallen jaren lang op feesten en bals ln de hand gedragen werd, een mode, die de gemalin van Napoléon, Joséphine de Beauharnais deed ontstaan. Zij hield steeds op coquette wljze het kostbare doekje voor den mond bij het spreken en lachen, wanneer zij zdch ln gezel- schappen bevond, teneinde haar leelij- ke tanden en onwelrlekenden adem te verbergem. De voorhoofdiband werd ln de mode gebracht door een hofdame van een Franschen koning, teneinde een groot Utteeken te bedekken. Dat de lange, slepende avondtoiletten te danken zijn aan de overmatig groote voeten van een prinses ls slechts wel nlg bekend. LODEWUK XIV, VADER VAN DE PKLIK. Zelfs de pruik dankt haar ontstaan aan een schoonheidsfout. Lodewijk XIV, Zonnekoning, constateerde tôt zijn ver- driet, dat zijn haar steeds dunner werd en zijn hoofd ten «lotte ksaal begon te worden, althans een ,maantje" vertoon de. Om dit te verbergen droeg hij den hofkapper op, een prulk te ontwerpen met lange, tôt de achouders relkende haren, een mode, die aan vele Europee- sche hoven navolging vond, zoowel bi) vorsten als hovellngèn en arlstocraten De Franschman Pierre Frac heeft den rok uitgevonden, het kleedingstuk, dat de heeren der schepping bij bepaalde feestelijke en officleele gelegenheden dragen. De uitvinding was evenwel geen uit vloeisel van een lichaamsgebrek, doch het ontstaan ervan is te danken aan een vetvlek. Het was in den zomer van het jaar 1787, dat de achtenswaardige Pierre Frac, gekleed in lange, gekleede jas, op het punt «tond zich bi) zijn gas- ten te voegen, toen hem te binnen schoot, dat hij zijn kok nog een order te geven had. Shel begaf hij zich naar de keuken, toen uit een pan vet omhoog spatte, waardoor zijn nieuwe ambtskleedij da nig werd bevlekt. Wat te doen? Goede raad was duur, want een nieuw klee dingstuk had hij niet bij de hand. IJlings ontbood hij zijn kleermaker, liet deze stukken van de beide voorpanden a.fkndppen en omwerken. Zoo ontstond de frak of rok, die stormachtigen bijval bij het aanwezige gezelschap mocht oogsten. PUNTSCHOENEN MET BELLETJES. Wie kent niet de oude afbeeldingen, waarop de ,,snavelschoenen" te zien zijn, welker ontstaan te danken was aan de pijnlijke voeten van den graaf de Plantagenet? Man van de wereld als hij was, ontbrak hij op geen enkele feeste lijke bijeenkomst, doch leed soms ondra- gelijke pijnen, doordat eksteroogen en eeltplekken hem het leven zuur maak- ten. Schoenen, althans normale model len, kon hij niet meer dragen; om aan dit ljjden een eind te maken llet hij een apart soort schoeisel vervaardigen met lange omgebogen punten. En is het thans wel beter gesteld met allerlel modegrillen? Hoeveel kleedlng stukken hebben thans ook wellicht nog indirect hun ontstaan te danken aan klelne lichaamsgebreken Laten we niet verder onderzoeken, want we weten uit de practijk, dat klelne oorzaken dik wijls groote gevolgen hebben en zelfs de mode zich hieraan niet onttrekken kan (Nadruk verboden.) Wanneer men vrouwenpor tretten uit verschillende tjjdperken met elkander vergeljjkt, valt aanstonds op, dat de op- vatttngen omtrent het Ideale figuur en ook omtrent het gelaat onderllng zeer verschiilen. Het ls niet mogeltjk om dienaangaande bepaalde voorschrlften te volgen, aangezien de amaak der men- schen zich wijzigt en zich ook aan be paalde tijdsomstandigheden aanpast. De levensulting van een tijd beînvloedt de opvattingen omtrent vrouwelijke schoon heid, doch steeds wordt aan de natuur- ltjke vormen de voorkeur gegeven boven die, welke door kunstnalddelen verkre- gen ls. In het voorjaar, krtjgt iedere huis vrouw het gevoel, dat, nadat het huis extra beurten gehad heeft, een en ander verandering, zoo noodig vernieuwlng behoeft. Op eenvoudige wijze ls dit mo geltjk door b.v. effen, gekleurde lapjes linnen met kruissteekrandjes te bewer ken en voor kussens of kleedjes te ver werken. Aardig zijn op deze wijze versierde gordijntjes voor een speelgoedkastje Van een ouden stoel, die we nog in een bergruimte hebben staan wordt de leu- nlng afgezaagd en het aldus ontstane bankje ls zeer geschtkt voor de kinder kamer. Van linnen wordt een kussen gemaakt, dat ook met kruissteekrand jes wordt bewerkt en met vier handen om de pooten van den stoel wordt ge bonden. Het weergegeven randje. dat b.v. in cwee kleuren gewerkt kan worden, leent zich eveneens voor het versieren van tlnderjurken. Aangezien de kruisjes, Indien de weefseldraden niet grof zijn, moeilijk ult te tellen zijn, werkt men deze over 3tramien, dat min of meer grof zal zljn. naar gelang het te bewerken weefsel dit wenecheiyk maskt, Vorming van een suikervoorraadje gewenscht- Nu de boter gerantsoeneerd ls, zal men in de meeste huishouddngen, vooral in kindeiTijke gezinnen, meer jam op de boterham gebruiken dan vroeger. Zoo- dra de vruchtentyd begint, zal menige huismoeder gaame zelf een kleinen voorraad jam bereidsn, maar daar- voor is suiker noodig. De ons toege- dachte hoeveelheid suiker is nàet zôô gering, dat men nog niet een klein voor- raadje kan vormen en daarmede zal thans een aanvang gemaakt dienen te worden. Vruchten kunnen, dat heeft de practjjk bewezen, met minder suiker tôt jam verwerkt worden, dan men tôt dus- verre plaoht te gebruiken. Wanneer men voor een huishouding van 4 5 perso- nen de beschikking heeft over ongeveer drie kg. suiker, dan komt men reede een heel eind in de goede rlchting. Om deze hoeveelheid in enkele maan- den te sparen behoeft men zich werke- lt)k niet al te veel te ontzeggen. In de eerste plaats zal de suiker, die aan kof- fie en thee wordt toegevoegd of aan de surrogaten hlervan, minder kunnen be dragen dan vroeger, omdat we een en ander veel minder sterk drinken. Voorts is het gewenscht, dat men een hoeveel heid suiker afweegt, waarmede men ge durende een week uit moet komen Nood breekt wet, en daarom zal de er- varen hand der huisvrouw de suiker moeten verdeelen, die vooi kwark, yog- hurt en andere toespijzen noodig is. Plaatst men een voile suikerpot op ta- fel, dan heeft leder der aanizittenden het gevoel, dat ze maar toe kunnen tasten. Bij verschilende gerechten kan suiker gespaard worden, indien van een of an der zoet-middel gebruik gemaakt wordt, hetgeen niet alleen bij koffie en choco- lade mogeltjk is, doch ook bij de berei- ding van compôte en zoete nagerechten Voorts is men er spoedig aan gewend, indien minder suiker aan thee wordt toe gevoegd, temeer, daar (Jeze in de meeste gezinnfen thans heel slap gedronken zal worden. Indien men op een of ander bezuini- gen wil, dan leert de practijk, dat dit op verschillende manieren mogeltjk ls, zoodat men ondanks de toegewezen hoe veelheid suiker met een weinig overleg nog kan reserveeren om in den vruch- tentjjd een en ander te conserveeren 1 (Nadruk verboden.) 250 gr. roodekool, 250 gr. appelen, zure augurk, stukje mierikswortel, azijn, zout, suiker, 1 eetl. slaolie. Roodekool zeer fijn schaven of met een koolmes in dunne reepjes snijden; daarna vermengen met de olie; azijn zout en een tikje suiker en goed murm stampen. Op de kool wordt een plat bord geplaatst, waarop men b.v. een kan met water of een gewicht plaatst zoodat de massa gedurende pl.m. 1 uur geperst wordt, daarna worden geraspte appelen en mierikswortel toegevoegd en eventueel een gehakt uitje; de sla blijft nog eenige tijd afgedekt staan voor het opdlenen. In de oudheid diroegen de Grieken losse gewaden, die door een ceintuur om het middel bijeengehouden werden, waardoor de stoffen op de meest natuur- ltjke wijze worden gedrapeerd, zonder behulp van baleinen of hoepels, zooals dit in latere ttjdperken mode geweest is. Deze gedrapeerde gewaden deden, on danks hun mime plooienval, het figuur recht wedervaren, terwijl het klassieke karakter tôt uiting kwam. Kapsels ln den loop der eeuwen. Kapsels zullen zich door de eeuwen heen hebben moeten aanpassen aan het silhouet, dat de Mode voorschreef; doch daarbij moest altijd rekening gehouden worden met den vorm van het gelaat. Een kapsel, dat als zijnde „het nleuw- ste" aangekondlgd wordt, zal volstrekt niet ledere vrouw flatteeren daarom ls zelfkenmls ook ln dit opzicht geboden. De vrouwen en meisjesflguren uit de oud-Jonische koren, die men in het Acropolis-museum in Atfaene kan be- wonderen, hebben sierlijk opgamaakte kapsels, die evenwel niet te vergelflken zjjn met de torens van krullen, welke men tijdens het Barok-tijdperk placht te dragen. Geheel anders ls de verschij- ning van de vroeg-Gotische vrouwen, wler kleedij eenvoudig en onopgesmukt was en waarbij ploolen een groote roi speelden. Ook het haar werd eenvoudig opgemaakt, meestal in een roi of in een op den rug hangende vlecht. Tijdens het EJmpire-tijdperk, na de Fransche revolutie, toen men ,,weer naar de natuur terug wilde", treden meer eenvoudige modellen op den voorgrond, waarvan de rokken tôt even onder de buste waren opgeknipt, zoodat het cor sage slechts zeer kort was, terwijl het kapsel herinnerde aan dat der oud- Grieksche vrouwen. Min of meer star en streng was de verschijning der vrou wen uit de vroege Renaissance; de strak aanslui tende kleeding deed haar 11- chaamsvormen sterk uitkomen. Ook de glad gekapte haren pasten zich aan de gestelde eischen aan, terwijl de wegge- schoren wenkbrauwen aan het gelaat een volkomen andere uitdrukking ver- leenden. Lange, aansluitende mouwen maakten een onderdeel van de strenge japonnen uit. den wat haar lichaamsvormen betreft volstrekt niet aan het sportieve, min of meer jongensachtige figuur, dat na den wereldoorlog 19141918 korten tijd als het meest Ideale beschouwd werd. Het gelaat van de door Titiaan g;eschilderde vrouwen werd veelal door eenvoudige kapsels omlijst. In den la ter en Baroktijd vindit men de ruime en van zware weefsels gemaakte rokken, welke wijd uitstonden, evenals de onnatuurlijke kapsels, die dermate ingewlkkeld waren, dat zij slechts één- maal in wekem tijd opnieuw gemaakt werden. „Slachtoffers" zouden wij de slaafs volgende vrouwen der groote heerscheresse Mode veelal kunnen noe- men, want is het te verwonderen, dat dergelijke kunstig opgebouwde kapsels een normale nachtrust onmogelrjk maakten Toen de Renaissance een hoogtepunt bereikte kwamen de wijde, uitstaande japonnen en ruime mouwen weer in de mode en de dames hadden inderdaad een overvloed van gepoft fluweel, zwaar bro- caat en geplooide rokken te torsen. De welgedane vrouwen van Titiaan. De vrouwen, die de Italiaansche mees- ter der oudheid, Titiaan, placht te schll- deren, zagen er vrijwel steeds zeer wel- gedaan en moederltjk ult, beantwoord- In de 18e eeuw ging men er toe over oim vereenvoudiging in het modebeeld aan te brengen; de kleeding werd fiat- teuzer en de weefsels waren minder pompeus, alhoewel men nog geen af- stand kon doen van de ingesnoerde taille en de door paniers verbreedde heupen, noch van de gepoederde coiffures. De 19e eeuw bracht het Biedermeiertijdperk, dat zich kenmerkt door wat we zouden willen noemen gemoedelijke, burgerlijke opvattingen, welke ook in de kleeding tôt uitdrukking komen. Nog in de twin- tlgste eeuw is het corset voor vele vrou wen het onmisbare hulpmiddel om het, figuur slanker en zoo noodig gevul- der te maken, alhoewel de wespentaille, die een aantal jaxen terug zooveel na volging vond, thans door ons als hoogst onnatuurHjk wordt beschouwd. Positio, beroep en kllmaat. Maatschappelij ke poeitie, beroep en klimaat, alsmede andere factoren, beïn vloeden de verschijning der vrouw en. hare kleeding. In een tijd als die, waarin wij thans leven, is het zeer begrijpeljjk, dat een mode wordt geschapen, die zich kenmerkt door soberheid, hetgeen even wel het aesthetische element niet be hoeft uit te schakelen. Overdreven ge bruik van stoffen past evenmin in het kader van den tijd; en met dezen factor wordt bij het ontwerpen der modellen wel degelijk rekening gehouden. De na- tuurlijke ljjn domlneert, terwijl sportieve kleeding in overeenstemming is met de opvattingen der hedendaagsche vrouwen. Voor den oorlog heeft men verschil lende malen pogingen aangewend om b.v meer belangstelllng te wekken voor de hoepelrokken, zij het dan ook slechts voor avondjaponnen. Deze pogingen hadden evenwel geen kans van slagen, evenmin als verwacht mag worden, dat de „queue de Paris" opnieuw haar in- trede zal doen. Wij leven thans in een tijd, dat veel meer dan vroeger aan sport gedaan wordt door vrouwen en meisjes, terwijl de eischen, die een gezonde leefwijze stelt, ln veel ruimer kring bekend zijn. Dit ailes maakt, dat de moderne vrouw een ander schoonheidsideaal nastreeft en haar gezond en krachtig Uchaam slechts omhuld wenscht te zien door een kleeding, die daarmede in overeenstem ming is, waarbij het sportieve karakter op den voorgrond treedt, omdat dit haar het beste staat. (Nadruk verboden.) Speelgoed, dat kin- deren tôt stand zien komen, dat voor hun oogen groeit, heeft al is het nog zoo primi- tief van vorm, voor hen veel meer waar de, dan de veelal du re stukken, die zij heel erg moeten ont- zien. Met behulp van stofresten, notedop- pen, stukjes karton en dergelijke eenvou dige hulpmiddelen kan allerlel aardlgs getooverd worden, dat het klnderoog boeit. Op regenachtl- ge dagen kan men de kleintjes bezig houden met het ma ken van huisjes, die- ren, zelfs van een draaimolen. zooals op bijgaande schets is aangegeven. Velen onzer zullen zich de poppenhuisjes nog wel herinneren, die van oude speelkaar- ten geknipt en ge- meubileerd werden met stoeltjes en ta- feltjes, ,waarvoor vl- sitekaartjes het ma teriaal vormde. Het huisje rechts boven ls gemaakt van op elkander geplakte lucifersdoos- jes, terwijl met behulp van gekleurd papier het aanzien van een huis aange geven wordt. Het dak is van rood kar ton gemaakt. Eikels worden omgetooverd ln fantas- cische vogels en zelfs tôt varkens; hais en pooten worden van lucifersstokjes gerqaakt terwijl de „pauw" links een prachtig uitstaande staart van groene takjes draagt. Doppen van okkemoten tons en een dun rond stokje noodig heeft, alsmede dun garen om de „zit- plaatsen" met den draaischijf te ver- binden. Kandelaars worden van klosjes en grondpapieren sterretjes gemaakt, ter wtjl de lantaarn rechts zich uitstekend leent om door grootere kinderen uitge- zaagd te worden. Het sigaren-kistjes- Oost-Indische inkt hout wordt met __J„zwart gemaakt, terw^l het opengewerk- doen dienst om een draaimolen van te I te gedeelte aan den blnnenkant met maken, waarvoor men twee ronds kar- witte zijde wordt beplaltt Strijken is altjjd een werk, waarvoor tijd genomen dient te worden, want doet men het te vluchtig, dan zijn de resul- taten niet bevredigend te noemen. Be- halve, dat tamelijk veel lichaamskracht vereischt wordt, is concentreeren der gedachten noodig om onheil in den vorm van brand- en schroeiplekken te voor komen, terwijl voorts rekening gehou den dient te worden met tal van kleinig- heden. Op een gegeven oogenblik zal een zwarte vlek opvallen, die op teer duidt, en op onverklaarbare wijze op het waschgoed gekomen is, maar ook weer verdwijnen moet. Een wemig bekend middel is het volgende: Men legt het goed op den verkeerden kant met een stuk vloeipapier er onder en giet een scheut tetra op de stof en bedekt ook den rechten kant met vloeipapier, strijkt daarna over het bovenste stuk vloei met een heet ijeer. In de meeste gevallen zal de vlek door deze eenvoudige behande- ling verdwijnen. Waschgoed, dat te droog is geworden om te strijken, spreidt men ult en legt het op een voch- ttgen badhanddoek, daarna stevig op- rollen en na korten tijd is het weefsel geltJkmatig doortrokken. Wil men aan het lijfgoed een aangenamen geur ge ven, dan giet men een weinig lavendel in het water, waarmede de wasch inge- vocht wordt. Invochten geschiedt met eec spéciale kwast of met een kurk met geperforeerd, aluminium bovëndeel. Kant en plooisels kan men voohtig maken met een buiten gebruik gestelde tandenbor- stel. Bij het wasschen van zomerjapon- nen verdlent het aanbevellng om de knoopen eerst te verwljderen, want bij het strijken geven ze indrukken, die moeilijk weg te krtjgen zijn. Om te voor. komen, dat er een knoop zoek raakt, rtjgt men ze aan een draad en bergt ze iteams ta «ta naaldoo*.

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


Nieuws- en Advertentieblad, De Noord-Ooster nl | 1941 | | pagina 11