HET INTERNATIONALE KARAKTER DER VRIJMETSELARIJ S. S. DE NOORD-OOSTER VAN ZATERDAG 5 APRIL 1941 •mm Wsrkwijze der ,,blauwe" Johannes loge volgens indeeling in drie graden. De taak der Nederlandsche Hongaarsche beraamt ontvoering. RAADSVERGADERING TE MUNTENDAM Het A.N.P. schrijft In ons vorig arUkel hebben we geschreven over het internationale karakter van de vrijmetselarij. Teneinde nu de individueele leden geschikt te maken voor het aanvaa>rden van dit internationale karakter en hen los te maken van het eigen volk, heeft de vrijmetselarij een opvoedingssysteem opgebouwd dat uitermate geschikt is den mensch rijp te maken voor de zoogenaamde, op wereldburger- schap gegrondveste, humaniteitsgedachte. Reeds hebben we dit systeem in het kort aangeduid, toen we in ons eerste artikel schreven over de indeeling in graden. Thans willen we hierop na- der ingaan. Zooals men weet is de Schotsche ritus der vrij metselarij, welke het meest verbreid is, verdeeld in 33 graden, Iedere graad kent zijn eigen cere- moniën. De bijeenkomsten van de broeders van een be- paalden graad worden ,,loge" genoemd, al naar gelang van het doel der bijeenkomst onderver- deeld in inwijdingsloges, waarin een nieuw lid wordt opgenomen, bevorderingsloges, waarin een lid wordt bevorderd tôt een hoogeren graad, werkloges, welke dienen tôt de geestelijke vor- ming van de leden in vrijmetselaarszin, rouwlo- ges, waarin een overleden broeder wordt her- dacht en tafelloges, feestmalen ter gelegenheid van bijzondere gelegenheden. Al deze bijeenkom sten worden gehouden in speciaal hiervoor inge- richte vertrekken. Het voornaamste van deze vertrekken is de „tempel", een rechthoekige zaal zonder ven- sters, ingericht volgens het voorbeeld van den tempel van Salomo. De zetel van den voorzitter is tegenover den ingang aan den naar het Oosten gerichten korten wand geplaatst. Voor hem is een tafel, waarop attributen, zooals passer en winkelhaak, zwaard e.d, Verder vindt men in den tempel steeds het zespuntige Davidschild terug, een ieder bekend als het joodsche sym- bool bij uitstek. INWIJDLNG. Wanneer nu een ..profane" waardig gekeurd is opgenomen te worden als leerling, wordt hij eerst door een der functionarissen, den broeder- opziener naar de voorbereidingskamer gevoerd. Hij moet hier een verklaring onderteekenen, dat hij uit vrijen wil toetreedt en niets zal verraden van hetgeen hem als vrijmetselaar bekend zal worden gemaakt. Vervolgens moet hij aile me- taal, dat hij bij zich draagt, afleggen, jas en vest uittrekken, de linkerborst ontblooten en linkerbroekspijp opstroopen tôt boven de knie, een verband om de knie leggen, de schoenen uit trekken en een. paar afgetrapte pantoffels aan- trekken. Vervolgens wordt hij geblinddoekt den tempel binnengevoerd. Dit zonderlinge toetake- len moet gelden aïs een bewijs voor de volkomen onderwerping van het nieuwe lid. Het afleggen van het metaal geschiedt, omdat bij den bouw van een tempel van Salomo geen metaal werd gebruikt en metaal dezen tempel ontwijdde. Het ontblooten der borst heeft ten doel te voorko- jpen. dat ef" -y-rrvKr i- ---U CJL.uit t-" v jmr -r 'voren heeft het adspirantlid een half uur doorgebracht in het voorbereidingskamertje: een zwart geschilderd vertrek zonder ramen, waarin een tafel met stoel. Op de tafel een doodskop, een zandlooper en andere attributen. Meestal staat in het kamertje nog een doodkist met een geraamte. Op de wanden zijn toepasaelljke spreu- ken „Memento Mori" en ,,Ken Uzelve" geschil derd. In deze ongezellige omgeving moet de ad- spirant voor de laatete maal diep nadenken over de stap, welke hij gaat zetten en de gevolgen hiervan. In den tempel aangekomen, wordt hij in zijn potsierlijke uitrusting op reis naar het Oosten gezonden, d.w.z. hij wordt driemaal rond den tempel geleid. Hieruit blijkt wederom het nauwe verband van de huidige vrijmetselarij met het oude Oosten, waarover wij reeds in ons eerste artikel hebben geschreven. Na nog een reeks ce- remonieën te hebben ondergaan, welke van min- der belang zijn, moet de adspirant den eed af leggen, welken wij in ons eerste artikel hebben opgenomen en waarin hij volkomen geheimhou- ding en gehoorzaamheid belooft. Hierna wordt hem de blinddoek afgenomen en worden hem de geheime teekens bekend ge maakt, waarmede hij zich overal ter wereld aan broeders bekend kan maken als mede-broeder. In Nederland werd hem ook het groote nood- en hulpteeken bekend gemaakt. Dit teeken mag al- leen in grootsten nood en bjj levensgevaar gege- ven worden, doch ieder vrijmetselaar is dan ook verplicht hulp te verleenen. Dit teeken bestaat ln het boven het hoofd vouwen van de handen met de ellebogen haaks boven het hoofd, waarbij geroepen wordt ,,A moi les enfants de la veuve". Volgens den leerlingeatechismus der vrijmetse larij moet zelfs vijand tegenover vijand dit tee ken erkennen en den broeder van den dood red- den. De metselaar heeft geen vaderland meer, hij is wereldburger geworden. Na eenlgen tijd als leerling te hebben ge- werkt, wordt hij tôt gezel bevorderd. Hij ver plicht ziçh dan tôt geheimhouding van hetgeen hy als vrijmetselaar verneemt, niet alleen tegen over „profanen", dat zijn allen, die geen vrij metselaar zijn, doch ook tegenover de leerlin- gen. Ook belooft hij zijn broeders te waarschu- wen voor gevaar dat hem dreigt, voor zoover dit in zijn vermogen ligt en ook hen te helpen voor zoover dat mogelijk is zonder zichzelf en zijn fa- milie nadeel te berokkenen. Als straf bij over- treding wordt in de eedsformule gezegd „...ep geen mindere straf, dan dat mij het hart uit de bloote linkerborst gescheurd worde en tôt een prooi aan de gieren der lucht gegeven." Vervol gens worden hem de geheime teekens van zijn graad bekend gemaakt. Toont de gezel zich een trouw lid, dan wordt hij na eenigen tijd bevorderd tôt meester, den hoogsten graad in de Johannes-vrijmetselartj. Bij de inwijdingsloge is de tempel geheel met zwart behangen, waarop zilveren tranen zijn aangebracht. In het midden staat een doodkist waarover een zwart laken. Dit symboliseert, dat de meester zich op leven en dood aan de vrijmet selarij verbindt. Ook de ceremonieën van het op- nemen hebben hierop betrekking. Den aanstaan- den meester wordt, nadat hij den tempel ls bln nengevoerd, het verhaal verteld van den bouw meester van den tempel van Salomo, Hiram Abiff. Deze hart omdat hjj niet aile arbeiders per- soonlijk kende, een wachtwoord en een geheimen handdruk ingesteld, verschillend voor den leer ling, gezel en meester. Op deze wijze wist hij welk loon hij ieder op den betaaldag moest ge- ven. Een drietal gezellen nu had afgesproken hem te dwingen het meesterwoord aan hem me- de te deelen, opdat zij het loon van een meester in ontvangst zouden kunnen nemen. Zij overvie- len Hiram in de tempel en toen deze weigerde het woord te zeggen, sloeg de eerste hem met een maatlat tegen den strot. Hiram vluchtte en wilde door de westelijke deur de tempel verlaten. Hier stond de tweede gezel, die op het afwij- zende antwoord van Hiram, hem met een win kelhaak tegen de linkerborst sloeg. Hiram poog- de nu langs de Oostelijke deur den tempel te verlaten, doch hier stond de derde gezel en toen Hiram voor de derde keer weigerde het meester woord bekend te maken, sloeg deze hem met zijn hamer dood. Tijdens het vertellen van dit verhaal slaat de voorzitter den adspirant-meester op de drie ge- noemde plaatsen met een hamer. Bij de derden slag moet de candidaat omvallen en wordt hij in de kist gelegd. Hij moet het geheele verhaal doorleven. Wanneer ht) in de kist ligt in den laatsten tijd werd het slachtoffer ook wel naast de kist gelegd, of moest gaan liggen op een ta- pijt, waarop een doodkist stond afgebeeld wordt het verhaal verder verteld. Konlng Salo mo miste Hiram en llet naar hem zoeken. De gezellen hadden het lijk in den grond verstopt. Salomo vreesde, dat het meester-woord verraden was en bepaalde, dat het eerste woord, dat ge- sproken zou worden bij het vinden van Hiram, voortaan het meester-woord zou zijn. Het mees- territueel gaat dan als volgt voort „Laten wij Salomo's bevelen volgen en het lichaam van den vermoorden meester zoeken. Op deze plek is de grond pas omgewoeld, hier moet de vermoor- de meester liggen(Met deze woorden ko- men de voorzitter en de opzieners bij de dood kist, de tweede opziener neemt het laken weg en beschrljft hiermede het groote meester- teeken). Broeder, probeer of gij uw lichaam kunt oprichten." De tweede opziener pakt den wijsvinger van den liggenden candidaat, laat de ze door zijn vingers glippen en zegt „Mac- Benac". Mac-Benak is Hebreeuwsch en betee- kent in goed Nederlandsch „hij stinkt al". Deze woorden zijn nu het herkenningswoord van den meester-graad. De nieuwe meester wordt opge- richt en ingewijd in de verdere geheime teekens en woorden, waardoor hij zich in aile loges ter wereld kenbaar kan maken als meester. De 3 tôt nu toe behandelde graden welke de ba- sis van de vrijmetselarij vormen worden te zamen ook wel de „blauwe" vrijmetselarij genoemd aangezien de kleur van tempel en distinctieven ln hoofdzaak blauw is. Zij zijn de verzamel-orga- nisatie, waaruit de hoogere graden bij keuze voortkomen. De hoogere graden noemt men ook wel „roode" vrijmetselarij naar het overheer- schend rood als kleur der distinctieven. Ieder, die in eau Hoogrere g-roa-d wordt opgenomen, blrjft evenwel meester van de Johannesloge en neemt als zoodanig deel aan de loges van dezen grand Reeds in de ceremoniën van deze drie laagste graden komt de sterk joodsche inslag tôt uiting Hoe hooger men komt, hoe sterker dit wordt. Het zou te ver voeren de ceremoniën van deze hoogere graden te behandelen. Alleen willen we er nog op wijzen, dat het schootvel, dat door de vrjjmetselaars in aile graden tijdens de loges wordt gedragen, herinnert aan het kleed van den joodschen hoogepriester, 't geen door den vrijmetselaar-schrijvër Gloede wordt toegege- ven. Opmerkelijk is ook het rituaal voor de be- vordering tôt den dertigsten graad, die van Ridder Kadosh of Wreker. Hierbij moet de can didaat een tegenstander symbolisch met zijn dolk doorsteken. De naam van dezen graad spreekt voor zichzelf, evenals de symbolen op het schootsvel, een vuist, waarin een bebloede dolk geklemd en een afgesneden hoofd, van bloed druipend, of een doodskop met twee ge- kruiste doodsbeenderen. e Daar voor den S.S.-man het positieve ras-ele- ment echter voorop staat, wordt bij zijn oplei- ding niet zoozeer aandacht geschonken aan de kleine dingen der dagelijksche politiek, doch eerder aan de groote kwesties van volksgezond- heid en erfgezondheidsleer, die, hoe ingewikkeld ook op het eerste gezicht, een groote aantrek- lùngskracht op onze mannen die in opleidlng zijn blijken uit te oefenen." „Hoe geschiedt de opleidlng zelf?" ,,Gebaseerd op leidersbeginsel en kameraad- schap. De eigenschappen, die reeds in bepaalde mate aanwezig moeten zijn, voordat een jonge- man tôt de oplelding wordt toegelaten, worden natuurlijk op aile manieren bevorderd. De op leidlng geschiedt in kleine groepen, wat de ka- meraadschap zeer ten goede komt. Er wordt bijzonder veel gedaan aan Uchamelijke opvoe- ding, sport en exercitie. De geestelijke scho- ling besteedt veel aandacht aan het Neder landsche volkseigene, er wordt veel gedaan aan heemkunde, volkskunde enz. Voorts trachten wij den mannen een eigen stijl van houding en optreden bij te brengen, die uitmunt door eenvoud, bescheidenheid, waar- digheid en correctheid. De exercitie-oefeningen spelen daarbij een belangrjjke roi. Velen worden afgew/izen. Heeft de zware kjturing niet ten gevolge, dat velen worden afgewezen?" „Inderdaad blijkt gemiddeld 60 tôt 70 pet. der candidaten ongeschikt. Doch dat ls bij de zware eischen, welke wij stellen ten opzichte van lichamelijke gesteldheid, karakter en af stamming ook niet te verwonderen. De kern, welke op deze wijze gevormd moet worden en die noodzakelijk is voor de instandhouding van ons volk moet volmaakt zuiver zijn. Trouwens, ten gevolge van het afstammings- onderzoek, dat zeer veel tijd in beslag neemt, kan definitieve opname in de S.S. in de prak- tijk in de meeste gevallen toch pas in den loop van het derde opleidingsjaar plaats vinden." „Welke z(jn de leeftijdsgrenzen 7" „Van achttien tôt dertig jaar, maar het liefst hebben wij nog candidaten tusschen de achttien en vijfentwintig. Wanneer ouderen willen toe- treden, ls daarvoor een spéciale vergunning noodig, die maar in enkele bijzondere gevallen wordt verleend. „Gelden de eischen voor den S.S.-man, wat betreft zijn afstammlng en Uchamelijke ge steldheid, ook voor zijn vrouw of aanstaande vrouw." ,Ja, want de S.S. is niet slechts een bond van mannen, doch ook een bond van sibben. De taak: het bewaken en behoeden van de we- reldbeschouwing, die uiteindeltjk leidt tôt de na- tionaal-socialistische samenleving, brengt lit met zich mede. Waar andere poUtieke stroo- mlngen ten gronde zijn gegaan door gebrek aan zelfreinigteg en bezinning op de grond- slagen van haar idee, daar wil de S.S. een orde zijn, die dit wel doet voor het natlonaal-socla- lisme". INTERVIEW MET S.S.-ONDERSTORM- LEIDER WOLFFRAM. In verband met de marschen, welke de Ne derlandsche S.S. dit weekeinde zal houden te Groningen en Leeuwarden, had een rédacteur van de V.P.B. een onderhoud met den plaats vervangend-leider der S.S., den heer J. P, Wolffram te -Utrecht, waarin deze een dulde lijke beschrijving gaf van de taak en het werk van dit corps. Wij ontleenen hleraan het volgende: ,,De Nederlandsche S.S.", aldus onderstorm leider Wolffram, die voor de capitulatie als reserve le luitenant bij de Ilde verkennings groep van het 2e luchtvaartregiment diende heeft tôt taak de positieve Germaansche waar- den in het Nederlandsche volk te behoeden en te bewaren. Dit blijkt reeds a ans tonds uit de selectie, welke op de candidaten voor het corps wordt toegepast. De jongeman, die tôt de S.S wil toetreden, wordt niet alleen volgens zeer strenge maatstaven gekeurd op een gezonde lichamelijke gesteldheid, doch ook op afstam ming. Tôt de Nederlandsche S.S. kunnen alleen Nederlanders behooren, wier afstamming van het jaar 1800 af zuiver Arisch is. Voor de lei ders gaan wij zelfs nog vijftig jaar verder te rug. Bij dit onderzoek is reeds gebleken, dat menige jongen van eenvoudige afkomst van heel wat beter, zuiverder afstamming is, dan candidaten uit de zoogenaamde „betere stan- den". Ook wat zijn karakter betreft, moet de candidaat aan zware eischen voldoen. Tôt zijn voornaamste karaktereigemschappen rekenen wij: trouw, oprechtheid, gehoorzaamheid, plichtsgevoel, opgewektheid. Uit deze zware eischen, welke bij de vor- ming reeds worden gesteld. vloeit voort, dat de S.S.-man een voorbeeld moet geven van de Germaansche levenshouding en levensbeschou wing, welke hij bovendien met het woord en den daad moet kunnen verdedigen. De Ger maansche gedachte kan niet anders leven dan is een nationaal-socialistische samenleving. v$z ctur maakte opmerkingen. Naast enkele bemerkin- gen van administratieven aard, wenschen Ged. Staten o.m. dat le. de gedachte Landelijke bebouwing langs den nieuw-ontworpen Rijksweg langs het gepro- jecteerde kanaal naar Veendam, in hoofdzaak vervalt, daar vanwege het Rijk geen nieuwe uitwegvergunningen naar nieuwe Rijkswegen worden verleend 2e. het aanbeveling verdient, dat op het plan in onderdeelen, de perceelen langs de Westzijde van den Middenwag, nabij de grens der gemeen- te Veendam, die reeds bebouwd zijn, nader voor bebouwing met burgerwomingen worden aange- Omdat winkelier haar liefde versmaadde. BOEDAPEST, 3 April. (S.P.T.) In de Hon- gaarsche hoofdstad is op aanklacht van den 25-jarigen winkelier l'Osas' Ferenc de 34-jarige juffrouw Josha Pap gearfeesteerd onder beschul- diging van het feit, dat zij den winkeUer tnt tweemaal toe heeft willen ontvoeren. Juffrouw Pap kon, zooals zij zeide, zonder Ferenc niet meer leven en had dit Ferenc ree-ls vele malen ln woord en per brief aan het ver- stand trachten te brengen. De aangebedene voelde er echter blijkbaar niet veel voor en beduidde haar, dat hij Uever alleen, maar als vrjj mensch, achter zijn toonbank stond. Nu ging de teleurgestelde tôt list over en be- sloot den ondankbare eenvoudig te ontvoeren, waarna zij vrij spel meende te zullen hebben. Zij stelde zich in verblnding met twee piano- verhuizers, groote sterke kerels, en legde hun, onder het genot van enkele goede fleaschen wijn, haar plan uit Josha maakte echter een fatale fout door de groote solidariteit tusschen de heer en der schepping onderling, waar het gevallen als deze betrof, absoluut te onder- sohatten. «g Na de samenzwering stevenden de verhuizers, lichtelijk onzeker op de been, op den. winkelier toe en vertelden dezen openhartig, dat zij hem kwanxen ontvoeren op last van een zekere juf frouw Pap. Het slachtoffer nam de zaak nogal luohthartig op en wees zijn belagers de deur, waaraan dezen terstond en zonder veel pro test voldeden. Hun opdrachtgeefster vertelden zij, dat het m den winkel zeer druk was, en het hun onmoge- lijk en zeer gevaarlijk gesohenen had, den win kelier onder de oogen van zijn klanten weg te kapen. Den volgenden avond, zoo verzekerden zij, zou het plan zeker slagen. Kadas Ferenc was echter op zijn hoede en had de politie m den arm genomen, daar hij vermoedde, dat het niet bij één poging zou blijven. Toen de kid- nappers nu ten tweeden maie verschenen, wer- den zij, zoowel als hun lastgeefster, die enkele huizen verder had staan controleeren, door de politie gegrepen. De verhuizers namen de zaak nogal filosofisch op, doch Josha Pap trok het zich zoo aan, dat zij een instorting kreeg en naar een zenuwinrichting vervoerd mopst wor den. De twee verhuizers kwamen er met een ste vige réprimandé af. De winkeUer leeft rustlg voort met de aekerheid, dat ht), de eerste maanden althans, ongestoord zijn klanten zal kunnen bedlenen. gehouden op Donderdag 3 Aprll 1941, 's nam. 7 uur. Aanwezig 9 leden. Afwezig de heeren Borg en Bosscher. Na opening der vergadertng worden de no tulen gelezen en onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Vervolgens wordt aan de orde gesteld 1. Herziening plan van ultbreiding met be bouwlngsvoorschrlften. De VOORZ. deelt mede, dat het bij raadsbe sluit van 8 JuU 1940 vastgestelde uitbreidlngs plan met bebouwingsvoorschriften door Ged. St. ls goedgekeurd bij hun besluit van 31 October 1940, no. 87, le Afdeellng, echter onder voor- waarde, dat het plan met de bebouwingsvoor- sohriften worden herzlen overeenkomstig de ge- wezen 3e. de toegangsweg naar het zwembad eenigs- zins ln Zuidelijke riohting wordt verlegd 4e. de uitmondingen van de ontworpen om- snijdingsweg van 200 M., 175 M, 275 M. en 150 M. op 300 M. worden gebracht 5e. het bouwen van een woonhuis boven een winkel of kleinbedrijf niet mogelijk zal zijn. Overeenkomstig het advies van de architec- ten Kazemir en Tonkens stellen Burgemeester en Wethouders voor aan de gemaakte bemerkin- gen te voldoen en het plan van uitbreiding met de bebouwingsvoorschriften ddenovereenkoms-tig te herzien, met dien verstande evenwel dat de afstanden van de weguitmondingen op de om- snijdingsweg inplaats van op minimum 300 M. op 220 M. en 610 M. worden gesteld. Overeenkomstig de bepalingen van de Wo- ningwet heeft het plan tôt herziening geduren- dè vier weken ter visie gelegen. Bezwaren zijn niet lngediend, zoodat tôt vaststelling kan wor den overgegaan. De heer Tonkens, architect, had v66r den aan vang der vergadering de raadsleden techmsche inlichtingen over het uitbreidingsplan verstrekt Zonder hoofdelijke stemming werd tôt herzie ning van het uitbreidingsplan met bebou wingsvoorschriften besloten. 2. Imgekomen stukken. Ingekomen zijn de navolgende stukken a. een jaarverslag van de commissie tôt we- ring van schoolverzuim over 1940. b. bericht van den heer D. D. de Vries, dat hij de benoeming tôt wethouder aanneemt. c. een procès-verbaal van opneming van kas en boeken van den gemeente-ontvanger. d. een mededeeling van den heer H. Schreuder te Muntendam, waarbij hij de herbenoeming tôt lid van de commissie van toezicht op bet lager onderwjjs aanneemt. e. goedkeuring van Ged. Staten op het raads- besluit tôt verkoop van een partij op stam staande boomen. f. brief van Ged. Staten, waarbij het inge- zon-den raadsbesluit van 21 November 1940 tôt heffing van 75 opeenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting wordt teruggezonden, daar deze verordening door de lnvoering van de Loonbelasting, niet meer voor goedkeuring in aanmerking komt. g. goedkeuring van Ged. Staten op het raads besluit van 23 Januari 1941, tôt verlenging van den ontruimingstermijn van 25 onbewoonbaar verklaarde woningen, met ultzondering echter van de woning plaatselijk gemerkt F 58, daar deze woning thans ln strijd met het bepaalde ln art. 25, Ud 8 der Woningwet wordt bewoond. h. mededeeling van Ged. Staten, dat tegen de bij raadsbesluit van 30 December 1940, vast gestelde Ktnderbijslagverordening, geen beden- king bestaat. i. een staat vais ontvangsten en ultgaven van het Laagspanningsnet over het 3e kwartaal '40. De sub a1 vermelde stukken worden aile voor kennisgeving aangenomen. j. een verzoek van de Slagersvereeniging Veendam, Muntendam en Omstreken, om de Winkelsluitingsverordening aan te vullen met een bepaling, dat de slagerswinkels des Maan- dags tôt 14 uur gesloten zijn. B. en W. stellen voor op dit verzoek gunstig te beslissen, doch ln verband met de wettelijke bepalingen de sluiting tôt 18 uur të bepalen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. k. een missive van Ged. Staten, dat tegen de tijdelrjke toelage aan het gehuwd gemeente- personeel en verhoogin-g van het minimum-be- drag van de kindertoelage, geen bedenking be staat. 1. een jaarverslag van de commissie tôt we- ring van schoolverzuim te Tripscompagnie. m. een brief van den commissaris der prov. Groningen, geleidende een afschrift van het be sluit van den Secr.-Generaal van het Départe ment van Binnenlandsche Zaken d.d. 26 Maart 1941, B.Z., no. 3 Kabinet, waarbij de heer R. Es. Torringa met ingang van 31 Maart 1941 op- nieuw ls benoemd tôt Burgemeester der ge- meente Muntendam. De sub km vermelde stukken worden voor kennisgeving aangenomen. 3. Voorschot op de gemeentelijke vergoeding over 1941 aan het bestuur van de bijzondere school te Muntendam. Ingevolge art. 103, 6e lid van de Lager-onder- wijswet 1920 verleent de gemeenteraad op ver zoek van het Schoolbestuur een voorschot op de exploitatievergoeding, beloopende het bedrag per leerling, zooals dit bij de behandeling van de begrooting 1941 is vastgesteld en berekend over het gemiddeld aantal leerlingen in het afgeloopen jaar. In verband met deze bepaling stellen B. en W. voor besohikbaar te stellen een bedrag van 98 2[3 x f 9.35 ifl f 922.53 en wel telkens per kalenderkwartaal één vierde gedeelte. Conform besloten. 4. Overeenkomst met het Centraal Bureau voor Verlficatie en Flnanciëele Adviezen der Vereeniging van Ned. Geimeenten. B. en W. stellen voor een abonnements-over- eenkomst aan te gaan met het Verificatlebureau der Vereenlgring van Nederlandsche Gemeenten voor contrôle van de boekhoudlng van die Wo- ningstlchting. In de kosten van deze contrôle, welke t 46 per jaar bedragen, ls de Stlchtlng genegen f 30 te betalen. Aangezien de gemeente b|j een des- kundig gecontroleerde administratie en het in den verëischten vorm opmaken van de jaar. stukken, ten zeerste geïnteresseerd ls, wordt voorgesteld de overeenkomst aan te gaan. Hiertoe wordt besloten. 5. Verlenging contract met de N.V. Thermo- Chemische Fabrieken. De VOORZ. deelt mede, dat de loopende over eenkomst geldt tôt 14 April a.s. In verband met de buitengewone tijdsomstandigheden stellen B. en W. voor, om overeenkomstig het advies van de Nederl. Thermo-chemische Fabrieken en van de Vereeniging van Nederl. Gemeenten, voor- looplg het contract voor korten duur te ver- lengen en wel tôt 31 December 1941. De overeenkomst wordt op een eolcei puai gewijzigd. In artikel 11 worden de woordMl „Normaa! rendement" vervangen door „Exploi- tatie zonder verlles". Conform het voorstel wordt besloten. 6. Aansluitlng bfl den Prov. Schoolartsen- ddenst Bij raadsbesluit van 16 October 1940 werd besloten tôt aansluiting bij den Prov. Sohool&rt- sendienst en wel ingaan<te 1 Jan. 1641. Ged. Staten deelden echter bij hun brief van T Nov. 1940, no. 159, 3e Afd. ,mede, dat voorloopig uit fin. overwegingen bezwaar tegen de aan sluiting bestond. De VOORZ. deelt mode, dat thans bericht van Ged. Staten ls ontvangen, dat tegen aan sluiting ingaande 1 Jull 1941 geen bezwaren meer bestaan, waarom voorgesteld wordt hier toe, onder intrekking van het raadsbesluit van 16 October 1940, te beslulten. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. 7. Vaststelling pensloensgrondslagen- Van den Pensioenraad te 's-Gravenhage is het verzoek ontvangen om de bevestigde pensioens- grondslagen van den heer D. Poli als gemeente- secretaris en sec retaris der stlchtlng Munten- dammer Woningbouw te herzien, zuiks in ver band met de tevens door hean bekleede betrefc- king van Agent der Arbeidsbemiddeltag. B. en W. stellen voor hleraan te voldoen. Hiertoe wordt besloten. 8. Kindertoelage Burgemeesters, Secretaris- sen en Ontvangers en duurtetoeslag Ontvan- gers. Van Ged. Staten der provincie Groningen is een circulaire ontvangen waarin medegedeeld wordt, dat zrj overwegen om ook aan de Bur gemeesters, Secretarissen en Ontvangers een kindertoelage te verleenen vanaf het derde kind en om de Ontvangers een duurtetoeslag van xes ten honderd van de bruto-wedde voor zoover die wedde, vermeerderd met deze toelage, een be drag van f 1900 niet overschrijdt, te verleenen. Overeenkomstig de bepalingen van de Ge- meentewet moet de Raad hlerover worden ge- hoord. Hoewel in deze gemeente geen der drie func- tionnarissen voor een kindertoelage in de ter- men valt, meenen B. en W. te dezen opzàohte, evenals voor den duurtetoeslag aan den Ont- vanger, die hiervoor zoo het zich laat a&nzien, wel in aanmerking komt, gunstig te moeten adviseeren. Besloten wordt mede te deelen, dat hiermede accoord kan worden gegaan. 9. Wijziging Veldwachtersverordening. Van den commissaris der provincie Groningen is bericht ontvangen, dat nu bepalingen met be trekking tôt het Capitulantenstelsel buiten wer- king z\jn gesteld, de veldwachtersverordening hiermede in overeenstemmlng dlent te worden gebracht. In verband hiermede stellen B. en W. voor te sohrappen het 4e lid van art. 3 der verorde ning luidend „Bij benoeming van een capitulant of een gewezen capitulant zullen voor periodieke ver- hooging niet worden meegeteld zes van de dienstjaren, doorgebracht bij de Maréchaussée of de PoUtietroepen". Tôt de voorgestelde wijziging wordt besloten. 10. Extra hulp (B-steun) aan werkloozen. De VOORZ. deelt mede, dat evenals voor het afgeloopen jaar ook voor 1941 extra hulp ln den vorm van kleeding, dekking en schoelsel zal kunnen worden verstrekt aan ondersteunde- en tewerkgestelde ^werkloozen en aan de z.g. onder groep B vallende kleine grondgebruikers en -tuinbouwers. Blijkens van het Département van Sociale Za ken ontvangen mededeelingen mag 185 x f 6.50 en 1 x f 3.25 beschikbaar worden gesteld. Hier van komt ten laste van de gemeente 185 x f 2 en 1 x f 1. Totaal f 371. Voorgesteld wordt de B-steun te verleenen en de rjjksbtjdrage ad f 831.50 aan te vragen. Hiertoe wordt besloten. 11. Toetredinè Centraal Bureau inzake Ge- meenschappelijke behandeling van Gemeente lijke Personeelsaangelegenheden. Medegedeeld wordt, dat ter behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden er reeds sedert een aantal jaren een gemeenschap- pelijke regeling bestaat. Tôt voor kort was deze regeling beperkt tôt gemeenten met 40.000 of meer inwoners. Bij een onlangs vastgestelde wijziging is de mogelijkheid van toetreding tôt de regeling tôt aile gemeenten verruimd. Aangezien B. en W. van meening zijn, dat toetreding tôt de regeling urgent ls en de bt(- drage slechts f 1.50 per 1000 inwoners met een minimum van f 5 per jaar bedraagt, wordt voorgesteld tôt toetreding over te gaan. Conform het voorstel wordt besloten. 12. Vaststelling Gemeentelijk Arbeldsovereen- komstenbesluit. Doordat thans verachillende krachten op ar- beidsovereenkomst bij de gemeente werkzaam zijn, zooals distributie-personeel en contrôleur werkverschaffing, is het ingevolge de Ambte- narenwet noodzakelijk dat hiervoor een Ge meentelijk Arbeidsovereenkomstenbesluit wordt vastgesteld. B. en W. steUen voor een besluit, ongeveer gelijkluidend aan het Rijksarbeidsovereenkom- stenbesluit, vast te stellen en dit besluit met Ingang van 1 Januari 1941 in werking te laten treden. Tôt vaststelling wordt besloten. 13. Oomptabiliteit. Op voorstel van B. en W. wordt besloten tôt wijziging van de begrootingein voor 1940 en 1941. Bij de rondvraag informeert de heer DOOTS naar de mogelijkheid om het tophout van de verkochte boomen in de gemeente te houden. De boomen zjjn in hun geheel verkocht In de vorige vergadering werd echter besloten het tophout voor de inwoners te behouden. De VOORZ. antwoordt, dat met den kooper, den heer Overzet, is overlegd, met het resul- taat dat deze het tophout disponibel heeft ge steld voor de ingezetenen. De menschen kunnen ten gemeentehuize een bewijs balen, dat hun het recht geeft tophout te koopen. De heer Overzet kan dit hout echter schjjnbaar niet kwijt aan Muntendammer inwoners, want hij heeft per advertantle een groote hoeveelheid te koop aangeboden. De heer LOOTS merkt op, dat wanneer deze regeling bekend gemaakt was de aftrek ge- weldig zou zijn geweeet. Deze aangelegenheid is niet goed verloopen. Andere gemeenten koo pen hout, terwjjl het hout, hier in de gemeente aanwezig, naar andere plaatsen gaat. De VOORZ. meende, dat aan deze zaak wel bekendheid was gegeven. Spreker cal het onder- zoeken. Hierna volgt aluAtiog.

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


Nieuws- en Advertentieblad, De Noord-Ooster nl | 1941 | | pagina 2