KAN HET NIET ANDERS? PROCES RAUTER Moeilij kheden in België. Schoenendistributie. waarin opgenomen OOST GOORECHT VAN 1871 OVER BLOEMEN EN PLANTEN Ons rokertje in de naaste toekomst. Darde Jaargang ZATERDAG 8 MEI 1948 VOOR DE GEMEENTEN HOOGEZAND - SAPPEMEER - SLOCHTEREN NOORD- EN ZUIDBROEK MUNTENDAM VEENDAM EN OMGfc VING Nogmaals: Het pleidooi van Mr. van Rijckevorsel in het Twee oud illegalen moehij kheden, ena. enz. schrijven ons: irt Wijdingswoord. Spaak: «Indien de regeringsmeerderheid zal ik daaruit, mijn mij niet volgt, dan conclusies trekken." Opheffing B. ,en V. De advocaten antwoorden Ons commentaar AB0NNEMENTSPRIJ8 f 1.23 p. kwartaaL Franco p. post i 1.60 (bij vooruitbetaling) PRIJS DEli ADVEBTENTIES: 12 cent per mm. Zogen. Kleintjes als te koop, te huttr, gevraagd enz. mini mum 75 cent (bij voornitbetating HET NIEUWSBLAD VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAG8 Uitgeefster: Seggers' en Kremer's Uitgeverszaak «Het Nieuwsblad" C.V. Kantoor Hoofdstraat 6, Hoogezand Telefoon 139 (b.g.g. 213 of 214) Postrekening No. 435883 Nederland hoeti irijn gevallenen herdacht In vrywel ledere plaats »eft «en of andere pleeitigheid plaats gevonden. Er zjjn agn. stille om- mgen georganiaeerd, ci werden bloemen gelegd op de graven van die a gevallen helden, die in Vadeilandse bodem rusten, es zijn kransen i bloemstukken geplaatst bij cenotafen. Wij waren ergens in een stad. De plechligheden vonden plaats op in ruim plein in het centrum. Duizenden hadden zich rondom opge- îld, in rijen gehouden door bereden politie. Het was er stil, muisstil, en verschillende autoriteiten het woord voèrden, en toen de bloemen îrden geplaatst op een historische plaats. Maar in de zijstrgten hacTdpn zich ijscoventers opgesteld, en geregeld g men mensen zich losmaken uit de menigte om een ijsco te gaan ko- n. Uit de ramen van de huizen staken hoofden, voor de deuren in de igeving stonden nieuwsgierigen: huismoeders met hun bont schort g voor; mannen zo weggelopén uit de tuin waar ze aan het werk ren,, nog een vuile overall aan. Hadden die ijscoventers hun karretjes ter gelegenheid van de doden- •denking niet Jcunnen opbergen, of ten minste aan het andere einde i de stad kunnen neerzetten? En al die mensen, die uit de ramen keken, of die in werkkleren ten kwamen staan, waarom hebben die indien zij belang stelden hetgeen op het plein gebeurde niet hun Zondagse kleren aange- cken en zich in de menigte begeven? In Hoogezand is eens stille omgang geweest. Geen ki^kspel, maar stille omgang, al zoudt ge wel eens anders gedacht kunnen hebben, len de groepjes grote en kleine kijkers langs de weg zag staan. En waarom reden zoveel auto's en bodewagens rustig door toen allen 2 minuten stilte werd gevraagd? Indien onze gevallen helden dat hadden kunnen zien, zouden omgedraaid hebben in het graf! ze WAAR EEN GELURE NIS TOI KAN LEIDEN. Onmiddellijk na de bevrijding van Luxemburg werd een daar woon- achtige slager gearresteerd. Hij werd ervan. beschuldigd de Duitsers te hebben geholpen bij het uitoefenen van terreur, en daarbij vele goede landgenoten van het leven te heb ben beroofd. Via Radio-Londen was de doodstraf reeds oveî de slager uitgesproken. Gelukkjg voor deze slager werd dit doodvonnis niet dadelijk vol- trokken, want nadat hij 4 jaar ge- vangen gezeten had kwam aan het licht, dat de man volkomen onschul- dig was. Hij vertoonteclîter een treffende gelijicenls met een in Luxemburg zeer beruchte officier van de Gestapo. Men is voornemens de slager of- ficieel in ere te herstellen. PROVINCIAAL GRONINGER REDERIJKERSVERBOND schrijft prijsvraag uit. Teneinde goede toneelstukken, be- staande uit 1 bedrijf te verkrijgen, heeft het Provinciaal Groninger Re- derijkersverbond een prijsvraag uit- geschreven. Voor de beste inzending zal een prijs van f 500 beschikbaar worden gesteld. Inzendingen onder motto, dienen vôôr 1 Augustus in het bezit te .zijn van het secretariaat der commissie, Noorderstraat 141 te Sappemeer. Wat te denken als twee plaatselij- ke advocaten pleiten: IN NEDERLAND HOORX HET ZO, IN STAD EN DORP E.H.B.O. „Ik ben een vreemdeling op de aarde". Psalm 119 19. Qver het leven wordt veel gespro- in en om dit te kunnen, worden larne verschillende beelden ge- iuikt. Van welke die van een reis Dor een vreemd land mij zeer juist Skt te zijn en het beeld is, dat de tjalmist voor ogen staat, als hij ilaagt „Ik ben een vreemdeling op ie aarde". Wy zijn op reis naar onze testemming in en van het leven, dat )ns dikwyls tôt een vreemd land is, vaarin ook wij ons een vreemdeling gevoelen, de taal niet kennend en îeze dus ook niet verstaand, gelijk aok de zeden niet kennend en door dit ailes ons ongelukkig gevoelend. Maar in wiens land toeven wij? ,Van wie is het leven, dat wij bezitten? En zie hier, hoe de psalmist ondanks zijn vreemdelingschap beter thuis is in het leven dan wij. Hij ihoge zich een ogenblik ongelukkig voelen en zich laten gaan door te klagen, hij Sinds de Konîngskwestie accuut was hebben wij België niet dikwijls moeten noemen in ons buitenlands overzîcht. Thans blijkt dit weer noodzakelijk te zijn. De Socialistische kamerfractie heeft n.l. verklaard, dat zij zich niet kan verenigen met de door de 'rege ring voorgestelde subsidies aan het Katholieke nijverheidsonderwijs. Toen Henri Spaak, de premier, het iparlementegebouw verliet verklaar- de hij door zijh eigen fractie te zijn verslagen, en gaf het voornemen te kennen te zullen aftreden. Dinsdag middag heeft hij verschillende con ferenties gevoerd. In een Woensdag gehouden ka- merzitting heeft Spaak het stand- weet toch in wiens land hij toeft en punt. van de regering inzake de be- tot wie hij zich in zijn moeilijkheden moet wenden. Omdat hij zich richt tôt God en vraagt Hem te willen helpen om de schatten der wet te mogen ontdekken, zodat hij volgens deze zal kunnen leven. Want God is de Heer zijns levens, het leven Gods leven, Gods land, waarin Gods taal wordt gesproken en Gods zeden gel- den. Deze wil hij iennen en begrij- pen om een gehoorzaam onderdaan en dienaar zijns Heren te wezen. Hij 1s een tijdelijke gast op Gods aarde, wat hem de verplichting oplegt te i rekenen met zijn Gastheer, Diens wil en wet. Hij wil leven Gode ter eeri ondanks aile bezwaren hieraan ver- bonden. Dat ailes ademt een andere sfeer dan onze klacht der vreemde lingschap, waarin gewoonlijk onte- vredenheid en zelfs opstandigheid doorklinken, omdat wij de zin en de diepte van het leven niet gepeild hebben. Wij menen veel te veel, dat wij baas en dus ook heer en meester in het leven en op de aarde zijn. Dat wij kunnen gebieden, onze wensen kenbaar maken en dat wij dan ge- hoorzaamd en onze wensen vervuld worden. Doch dit is een foute instel- ling en een oniuiste houding, want wel zijn wij op reis in een vreemd land, maar met een opdracht, welke wij moeten volbrengen. Met een op dracht van God om overal, waar wij komen Zijn wil te volbrengen en ge hoorzaam te zijn. Dus niet als heer, maar als dienaar in het leven te staan. Het leven als reis ,een op dracht Gods naar een onbekende be- stemming, ziedaar het moeilijke van het leven, wat wij niet gemakkelijk] aanvaarden. Waartoe wij geloof en vertrouwen nodig hebben, zodat wij verzoend worden met onze vreem delingschap, zodat wij vrede vinden ondanks de bezwaren, noden en; moeilijkheden van de levensreis. Deze moet worden gezien in het licht van Gods liefde. Dat er on- j danks aile menselijke duisternis en "nbegrijpelijkheid het licht blijft van Gods genàde, die ons niet doet naar onze zonden, maar ons schenkt, wat wij nodig hebben. En dat niets is, wat wij nodig oordelen, maar Hij, omdat Hij alleen 'kan weten, wat wij werkelijk behoeven en wij dus Gods taal en Gods wet moeten kennen. 0an alleen is het mogelijk in het vreemde land, wat het leven voor ons is, werkelijk te reizen en de Weemdelingschap niet langer te ge- voelen. Mogen wij dat eens besef- Een en ons hierover bezinnen, wan- tieer wij al te gemakkelijk geneigd kijn om té klagen over het leven en inze vreemdelingschap daârin. S. G. M. K. treffende subsidies uiteengezet. „In- dien de regeringsmeerderheid mij niet volgt" zo zei hij, «dan zal ik daaruit mijn coriclusies trekken. Qaar ook leden van de Socialistische kamerfractie mij niet steunen, ver- zoek ik de président de kamer te mogen verlaten". Daarna verliet hij, vergezeld van de andere ministers de zaal. Woensdagavond wçrd bekend ge- maakt, dat prins regent Karel de ontslagaanvrage heeft. aanvaard. Het ministerie van Economische E&ken heeft bekend gemaakt, dat de [istributie van schoenen is opgehe- [en. Aile soorten schoenen zullen lerhslve thans weer zonder bon ver- «dit! Palestina. Men is er in geslaagd om voor enkele plaatsen in Palestina een wa- penstilstand tôt stand te brengen. Maar in andere delen van het land gaat de strijd voort. Syrische en Li- banese 'strijdkrachten heljben de aanval geopend op Joodse nederzet- tingen in Opper-Balilea, -en van Joodse zijde verwacht men een Ara- bische poging tôt een invasie op grote schaal, teneinde de V.N. voor een voldongen feit te kunnen stellen. Hoe groot is het leger, dat de Ara- bische staten op de been kunnen brengen? Er zijn 7 Arabisehe Btaten. Twee daarvan kunnen echter hun contingent niet bijdragen, n.l. Je- men, dat ver af ligt en geen modem uitgerust leger bezit en Saoedi Ara bie dat slechts over ongeregelde formaties bëschikt. Irak kan 24.000 man o.l.v. officieren, die in Enge- land zijn opgeleid naar Palestina zenden, Bovendien is de Iraakse luchtmacht goed uitgerust. Trans- jordanië zou een contingent van 12.000 man kunnen leveren. Het Sy rische leger omvat niet meer dan 6000 man, terwijl de Libanon, dat 1 millipen inwoners telt niet meer dan 3Ù00 militairen kunnen op- trommelen. In Egypte is de onlangs goedgekeurde wet op de dienstplicht nog niet in werking getreden, zodat dat land nog maar kan beschikken over 25000 militairen. Hiervan zal het de helft naar Palestina kunnen zenden. Toch zal de Egyptische steun van belang zijn, omdat Egypte bet gebrek aan technici zal kunnen aan- vullen. In totaal zullen de Arabisehe lan- den dus tussen 50.000 en 60.000 man op de been kunnen brengen. De Jo- den die zo juist aile personen tussen 25 en 35 jaar hebben gemobiliseerd, stellen daartegenover een leger van gelijke grote. Intussen heeft Engeland zijn troe- pen in Palestina .versterkt met een- heden afkomstig van Cyprus eh Malta. Naar Reuter mededeelde zou den de Britse troepen, welke zich momenteel in Palestinabevinden 20.000 man bedragen. Het Vluchtelingenvraagstuk We moeten het vluchtelingenvraag- stuk in verband brengen met het Palestijnse probleem. William Hal- lam Tuck, secretaris van de Interna tionale Vluchtelingenorganisatie ver- telde onlangs dat er ongeveer een geen plaats kan vinden. In dit rhillioen zijn vele duizenden Joden begrepen, die zich in Midden- of Oost-Europa niet meer durven te vestigen, omdat zij bang zijn voor een nieuw oplaaiend antisémitisme. Maar de West-Europese en Ameri- kaanse landen nemen maar bij mondjesmaat van deze mensen op. Palestina was de hoop van veleii, d.e nieuwe Joodse staat zou nieuwe toe- komstmogelij kheden voor hen ope- nen. Nu woedt de oorlog in Het Beloofde Land, en het ziet er niet naar uit dat een volk, dat eeuwen lang over de wereld verspreid heeft gewoond, het dorre land tôt nieuwe bloei zal kunnen brengen. Coluntbi* en Rusland. De Sowjet Unie heeft bij de Co- lumbiaanse regering een eis inge- diend om schadevergoeding wegens een gewapende overval, tijdens de revolutie gepleegd op een door le den van de Sowjet-legatie bewoond huis, waar bij papieren en voorwer- pen zouden zijn ontvreemd. Naar aanleiding daarvan heeft de Colum- biaanse regering de diplomatieke betrekkingen met de Sovjet Unie verbroken. Twee redevoeringen. Twee belangrijke persoonlijkheden hebben redevoeringen gehouden waarby we even moeten stilstaan. Daar is in de eerste, plaats een rede van Président Peron van Argenti- nië, die 314 uur geduurd heeft. ,,Wij horen veel spreken over vrijheid van handel" zei hij. „maar men doet juist het omgekeerde. Argentinië moet produceren naar gelang van zijn behoefte en die van zijn afne- mers. Als een lage prijs voor de tar- we zou worden vastgesteld, zou dat tôt gevolg hebben, dat wij xninder tarwe gaan verbouwen, hetgeen na- delig zou zijn voor de volkeren, die brood nodig hebben". De président oefende zoWel op het Communisme als op het Kapitalisme critiek uit; hij noemde deze gebaseerd op uit- bundlge systemen met als enig ver- schil de vorm en de naam. In het Engelse Lagerhuis heeft minister Bevin een uiteenzetting ge- geyen van -de Britse bùitenlandse politiek, Hij zei o.a. dat gestadig vor- deringen werden gemaakt t.a.v. de verwezenlijking van de door hem ge- stelde doeleinden van een West- Europese Unie. Hierdoor was Enge land Werkelijk deel van Europa ge- worden. Sprekende over de geschillen tus sen de Westelijke landen en de Sov jet Unie in Berlijn zei hij: „Wij heb ben het recht om in Berlijn te zijn. Het is onze bedoeling daar te blij- ven". Twee plaatselijke oud-illegalen zul len gaarne onderstaande in Uw blad geplaatst zien: Met walging hebben wij het schrij ven van twee plaatselijke advoca ten gelezen, betreffende het artikel in de Heerenveense Koerier over het pleidooi van hun collega van Rijcke vorsel in het procès Rauter, de lugu- bere mensen-moordenaar. M«t heel veel genoegen hebben wij echter Uw onderschrift gelezen. Dit had onze instemming. En toch moet ons iets van het hart. Wij heb ben gemeend met dit schrijven te moeten wachten, tôt de dagen van rouw-herdenking en îngetogenlieid van het gehele Nederlandse volk voorbij zijn, inzonderheid de dag waarop allé gevallen vrienden wer den herdacht. De twee plaatselijke advocaten hebben natuurlijk geen moment er aan gedacht, dat deze dagen voor zeer veel goeddenkende Nederlan- ders niet gelijk zijn aan andere da gen. Natuurlijk niet, dergelijke ge- dachten worden toch zeker door nie- mand betaald. Uit het feit, dat deze twee „intellectuelen" menen te moe ten -reageren op de berichten over het laakbare in de verdediging van hun collega van Rijckevorsel in ,',de zaak" Rauter blijkt dat hun geweten spreekt. Een zeer groot deel van het Ne derlandse volk heeft zich steeds ge- ërgerd aan de manier waarop ver schillende a'dvocaten menen de in de jaren 19401945 zo zeer gehate land- verraders te moeten of te mogen verdedigen. De twee plaatselijke ad vocaten uit het schrijven in Uw blad van 28 April j.l. maken jammer ge- noeg hierop geen gunstige uitzon- dering. Uit de wijze van hun schrij ven, in deze dagen van ingetogen- heid, menen we hen zelfs te moeten rekenen tôt de slechtsten onzer „Ne- derlandse" pleitbezorgers. Hoe is het mogelijk, dat een Nederlander niet' ook maar het minste respect heeft voor hetgeen dpor de besten uit ons volk in de verschrikkelijke jaren be- langeloos is gedaan. leder welden- kend Nederlander moet met smart vervuld zijn, wanneer hij denkt aan de velen die niet meer in leven zijn. En dan zo'n artikel te sqhrijven. On- begrijpelijk! Denk eens aan al die vrouwen, meisjes, manne# en jon- gens die hun leven hebben gegeven voor de vrijheid van Nederland, en dus ook vbor de vrijheid van deze advocaten. Hoe verachtte en veracht nog het grootste deel van ons Ne derlandse volk de verraders en hun handlangers, de Hitler-knechten, col laborateurs çji dergelijke, die er niet voor terug deinsden hun landgeno ten, die er ailes aan waagden om zoveel mogelijk landgenoten uit de handen van de wreden bezetter (Rauter als belichaming van tyran- ni) aan diezelfde bezetter te verra- den of te verkwanselen voor een Judas-loon. Wat moet men denken van een Nederlandse advocaat die terwille van het „geld" niet terug schrikt, zijn eigen geweten op de achtergrond te plaatsen en de wal- gelijke, onsmakelijke aangevoerde „verzafchtende omstandigheden" be- pleit. B.v.; het verderfelijke milieu waar- uit de verraders zijn voortgekomen te jong geweest om te beseffen wat hij deed; te oud, en weer een ander: zijn zaak lijdt er onder; ofverkeerde in „financiële" ..de kloof tus sen N.S.B.ers en de bevolking is niet groot geweest" (terwijl er in het dorp 4 standrechtelijk gefusilleerden liggen) of: in een ernstige collabora- tiezaak (let wel het gaat ons nooit om personen, die kunnen overigens braaf en goed zijn, maar het gaat om de foutieve handelingen) „dat deze zal worderi ontlast van de vele narigheid waarmede men hem heeft belast". Wij zouden zo door kunnen gaan, doch noemen slechts deze voorbeelden. Waarom gaat het ons nu, inzake de pleit-bezorgers? Dat er slachtoffers zouden vallen, en zelf daarbij konden behoren wis- ten we maar al te goed, en namen dit risico, maprdat het aantal slachtoffers door het verraad zo enorm werd vergroot is veel en veel erger. Nimmer hebben de twee plaatselijke advocaten hun stem in de jaren 1940-1945 daartegen laten hôren, of waar het legaal onmoge.hjk was, illegaal het leed van dezen te verzachten, zeker dat was dan niet zonder gevaar, maar wat deed het doktoren-corps en anderen het prachtig. Hier werd vermoedelijk niet het zwaarst-wegende genomen: er werd niet aan verdiend. Deze ad vocaten hebben er toen nimmer aan gedacht bij de bezetter te wijzen op te jonge of te oude leeftijd van de slachtoffers. Hoe belachelijk zou het in de oren van de bezetter geklon- ken hebben indien door de advoca ten toen was aangevoerd dat dèze mannen en vrouwen een zaak had den, die met ondergang bedreigd werd, indien de betrokkene niet spoedig terug zou keren. Nimmer werd er gewezen op het milieu waar- uit ze voortkwamen. Zo zouden "we door kunnen gaan met motieven, die thans worden aangevoerd, om Rau ter en aile satelieten, die mindër zijn dan misdadigers in vredestijd, weder in onze maatschappij opgeno men te krijgen. Zeker ieder mens heeft recht op een verdediger, zelfs de landverraders, doch zeer, zeer veel Nederlanders vragen zich af, hoe het mogelijk is, dat er mensen zijn, die op de manier, waarop dit thans geschiedt, verraders, waarvoor men in bezettingstijd niets dan yer- achting had, te verdedigen, en dat alleen, moet men haast vragen: ter wille van het geld? Of is het terwille van h'et recht? Hoe leven we dan in een onmogelijke Rechtstaat? Ge- noeg. Polemiseren zullen we niet, maar dit brandde ons op het hart. U dankend voor de ruimte, die ong, gegeven werd. En dat deze woorden niet in de ruimte blijven hangep, maar dat ons volk zijn winst er mee zal' doen, artikel uit de «Heerenveense Koe rier" de critiek, die het pleidooi van Mr. van Rijckevorsel bij een groot deel der pers blijkbaar had uitge- lokt, wij der had verbreid. Ons schrijven aan de redactie, dat deze in zijn geheel meende te moe ten opnemen, heeft thans, naar het ons blijkt, een gevoel van «walging" opgewekt bij «twee plaatselijke oud- illegalen". Blijkbaar is dit gevoel van «wal ging" voor bedoelde «oud-illegalen" een beletsel geweest om een artikel te schrijven in een zodanig toon, dat daarop een uitvoerige reactie onzer- zijds mocht worden verwacht. Wij merken slechts op, dat wij ons optreden als verdedigers voor Tri- bunaal en Bijzonder Gerechtshof, alsook hetgeen wij als zodanig heb ben gepleit, volkomen voojr onze verantwoording nemen. Insinuaties, welke de beide oud-illegalen in dit verband uit de pen zijn gevloéid, leggen wij rustig naast ons neer; aan uit hun verband gerukte en bo vendien onjuiste citaten kennen wij generlei waarde toe. W. J. BENES. R, H. SMIT (Wij betreuren het dat het artikel, dat wij overnamen uit de Heeren veense Koerier en de brief van de heren Benes en Smit tôt deze schrij- verij aanleiding hebben gegeven. Wij bezitten gelukkig in ons land vrijheid van drukpers, zodat ieder in de gelegenheid is zijn mening naar voren te brengen. Vandaar, dat wij niet geaarzeld hebben om naast de artikelen van de Heren- veense Koerier ook de brief van de plaatselijke advoc aten op te nemen. Dat was onze taak als onafhankelijk blad. Het is echter volkomen onjuist om die drukpersvrijheid te misbrui- ken voor persoonlij ke aanvallen. Bo vendien is een persoonlijke aanval altijd een zwak argument om zijn mening te verdedigen. Wie de per soonlijke aanval als wapen hanteert, die bedreigt daarmede niet alleen zijn tegenstander, maar ook zijn vrienden, en velen van hen zullen zich haastig afkeren. Het spreekt dan ook vanzelf dat wij geen enkele verantwoordelijk- heid op ons kunnen nemen voor de brief van de oud-illegalen. Deze blijft geheel voor rekening van de schrijvers. Nu het débat deze vormen a^nge- nomen heeft kunnen wij dat natuur lijk niet voortzetten, en beschouwen het hiermede -aïs gesloten. Verdere brieveri, die ons te dezer zake nog bereiken worden zonder meer in de papiermand gedeponeerd. Red. Nwsbl.) De redactie vraagt ons om een onderschrift' naar aanleiding van het vorenstaande. Daartoe moge het vol- gende dienen: De bedoeling van ons schrijven aan de redactie was o.L nllesriris duidelijk. De Président van het Bijzonder Gerechtshof had de hoop uitgespro ken, dat de pers een middel zou vinden om naar voren te brengen, dat het Hof het pleidooi van Mr. Rijckevorsel had gewaardeerd. Naar onze mening lag het op de weg van de redactie van «Het Nieuwsblad" om daarvan mededeling te doen, op- dat zij door het overnemen van het ONGELUK OP EEN KERKHOF Een Belgische dame bracht een bezoek aan het" graf van een harer verwanten. Toen zij in gebed ver- zonken was storte een stenen kruis naar beneden en trof haar, waar- door zij beide benen brak. HET VOORJAAR IS REEDS ENKELE WEKEN OUD. Wanneer de maand Mei is aange- broken zijn er in de tuin reeds al- lerlei bloemen ontloken en komen er andere oude bekenden onze aan- dacht vragen. Het is nu ook tijd de dahliaknollen in de grond te zetten. Ze behoren gerooid te zijn met een stuk van de stengel er aan, omdat de knollen van de dahlia wortelknol- len zijn. Deze hebben geen knoppen waaruit de plant zich verder kan ontwikkelen. Uit de knoppen van de stengel moeten de scheuten zich ontwikkelen. Vaak zien de knollen er verschrompeld uit. Men moet evenwel niet te spoedig de moed op geven. Geef ook deze verschrompel- de knollen een kans en het resultaat is vaak boven verwachting. Als het mogelijk is geven wij haar een zonnige standplaats. Wel zal zij in de schaduw voortgang maken Belgische sigaren en Egyptische sigaretten? (Van onze Haagse correspondent) Het .dreigt vast te lopen met de publiek wenst geen shagtabak, ten- minste niet in grote mate. De toestand is onbevredigend, en er zijn besprekingen gaande om het" distributie van ons rokertje. Het pu- productieschema te bliek wil sigaretten, en staat erop, dat het nog steeds karige rantsoen met zo veel mogelijk sigaren wordt aangevuld. Maarde winkelier kan geen ijzer met handen breken. Als hij 100 rantsoenen inlevert, ont- vangt hij daarop gemiddeld slechts 50 rantsoenen sigaretten en 50 rant soenen kerftabak. Het aantal siga ren loopt uiteen, vaak echter ont- - vangt de detaillist slechts 1 sigaar rrullioen mensen gedwongen worden i per rantsoen. De verlangens van het on ellende te blyven afwachten, omdat mon op da wereld voor xV a.II lie L ten,! publiek zijn anders dan het produc- hen tiaschema va* de fabrikanten, Het wijzigen. Er schijnen piannen te bestaan om tij- delijk de distributie te wijzigen en wel zodanig dat de roker de helft van zijn bonnen moet besteden voor shag of rooktàbak. Verder ligt het in de bedoeling dat we sigaren gaan importeren uit België, in ruil voor Nederlandse si garen, hetgeen voor de sigarenro- kers vermoedelijk zal betekenen-, iets meermaar iets slechter. Daarnaast worden onderhandelingen gevoerd over de import van sigaret ten uit Egypte. maar wie veel bloemen wil hebben moet een zpnnige standplaats kie- zen- Naast de ltnol wordt een stevige stok in de grond gezet. Aan deze stok worden later de scheuten der Dahlia vastgebonden. Die scheuten kunnen ni. door een flinke rukwind gemakkelijk knakken en hebben daarom deze steun nodig. De stokken Worden tegelijk met de knollen in de grond gedaan omdat men dan de knol niet beschadigt. Zou men de stokken er later bijzetterï dan liep men gevaar de knol te beschadigen waardoor de levensvatbaarheid er niet beter op zou worden. Is de knol geplant dan maakt men een geultje om de standplaats en vult dit met gier. Het is begrijpelijk, dat een forse plant als de Dahlia veel voedsel nodig heeft. Een stevige bemesting is dus voor haar zeer noodzakelijk. Let men op de grootte der planten dan kan men drie soorten onder- scheide'n. Er zijn hoge, middelhoge en lage soorten. De hoge soorten worden op afstanden van ongeveer een meter van elkaar geplaatst; de middelhoge 60 tôt 80 cm. en de lage soorten van 30 tôt 40 cm. Natuurlijk zal men in een border de soorten zo plaatsen, dat de lage vooraan komen. Plaatste men de hoge vooraan dan zouden die im mers het gezicht op de achterste planten belemmeren. Wie nieuwe soorten wil aanschaf- fen vrage bij zijn bloemist eens naar: Elegeance (een gele cactus- dahlia); Populair (scharlaken rood); Ribbon (lichtblauw) American Tri- umph (grote rode dahlia); Blizzard (zuiver wit); The Light (zwart-rode mignon dahlia met kleine bloemen); Park Beauty: (mignondahlia. Bloe men fijn oranje kleur). HET BELOOFDE KRENTENBROOD Ieder heeft recht op ongeveer 200 mm. De hoeveelheid krenten en rozij- hen waarover de bakkers de be- schikking hebben gekregen bedraagt ongeveer 75 gram per hoofd. Dat be- tekent, wanneer de bakkers in het krentenbrood half krenten en rozij- nen en half meel verwerken, ieder recht heeft op ongeveer 200 gram. Zelfverzorgers hebben geen recht op krentenbrood. KIPPENVOER BLIJFT OP DE BON In tegenstelling met andersluiden- de berichten wordt door het Ministe rie van Landbouw, Visserij en Voed- selvoorziening met nadruk ver klaard, dat het vooralsnog niet in het voornemen ligt kippenvoer vrij te stellen van distributie. AARDAPPELEN WELKE NIET VOOR CONSUMPTIE GESCHIKT ZIJN. Er is voor een bestemming ge- zorgd van niet voor menselijke con- sumptie geschikte aardappels. Het was moeilyk de hoeveelheid van deze aardappels te bepalen. De telèrs hebben het kwantum van 10.000.000 kg. opgegeven. Een deel hiervan zal inmiddels aan het vee zijn opge- voederd. Indien blijkt dat de nog res- terende voorraden een voldcysnde grondstoffenaanbod mogelijk maken, zal een aardappelmeelfabriek te Veendam in bedrijf worden gesteld. DORS- EN MAALTARIEVEN. Het hoofdbestuur van de Stichting voor de Landbouw zal aan de ak- kprbouwcommissie adviseren de maximumtarieven voor ioondorsen, loonmaaien e.d. op te heffen, omdat deze naar oordeel van het hoofdbe stuur, de prijzen onnodig hoog hou- den. HELP, MAAR BLIJF NIET STAAN TE KI.TKEN! Een ongeveer driejarig Vneisje, dat aan de Zuiderstraa1, te Sappe meer aan het spelen vas, geraak- te in het WinschoterwT.-ip. Er naderde een jongeman op een fiets. Hij zette een voet op de grond en bleef zo zitten kijken hoe het kind in h9t water spar- telde en vergeefse ringen deed aan de wal te kon .1 Toen kwam er èen bejaarde man. Hij zag het gevaar waarin het meisje verkeerde en begaf zich onmiddellijk te water. Hij slaagde er niet in het meisje te redden, en doordat hij niet kon zwemmen kwam hij ook zelf in moeilijkheden. Een slager bracht ten slotte èn het meisje, èn de moedige helper, die zelf in gevaar gekomen was, op het droge. De beide drenkelingen zijn er betrekkelijk goed afgekomen.

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


Het Nieuwsblad nl | 1948 | | pagina 1