KAN HET NIET ANDERS?
PROCES RAUTER
Moeilij kheden in België.
Schoenendistributie.
waarin opgenomen OOST GOORECHT VAN 1871
OVER BLOEMEN EN PLANTEN
Ons rokertje in de naaste toekomst.
Darde Jaargang
ZATERDAG 8 MEI 1948
VOOR DE GEMEENTEN HOOGEZAND - SAPPEMEER - SLOCHTEREN
NOORD- EN ZUIDBROEK
MUNTENDAM
VEENDAM EN OMGfc VING
Nogmaals: Het pleidooi van
Mr. van Rijckevorsel in het
Twee oud illegalen moehij kheden, ena. enz.
schrijven ons:
irt Wijdingswoord.
Spaak: «Indien de regeringsmeerderheid
zal ik daaruit, mijn
mij niet volgt, dan
conclusies trekken."
Opheffing
B. ,en V.
De advocaten antwoorden
Ons commentaar
AB0NNEMENTSPRIJ8
f 1.23 p. kwartaaL Franco p. post i 1.60
(bij vooruitbetaling)
PRIJS DEli ADVEBTENTIES:
12 cent per mm. Zogen. Kleintjes als
te koop, te huttr, gevraagd enz. mini
mum 75 cent (bij voornitbetating
HET NIEUWSBLAD
VERSCHIJNT
WOENSDAGS EN ZATERDAG8
Uitgeefster:
Seggers' en Kremer's Uitgeverszaak
«Het Nieuwsblad" C.V.
Kantoor Hoofdstraat 6, Hoogezand
Telefoon 139 (b.g.g. 213 of 214)
Postrekening No. 435883
Nederland hoeti irijn gevallenen herdacht In vrywel ledere plaats
»eft «en of andere pleeitigheid plaats gevonden. Er zjjn agn. stille om-
mgen georganiaeerd, ci werden bloemen gelegd op de graven van die
a gevallen helden, die in Vadeilandse bodem rusten, es zijn kransen
i bloemstukken geplaatst bij cenotafen.
Wij waren ergens in een stad. De plechligheden vonden plaats op
in ruim plein in het centrum. Duizenden hadden zich rondom opge-
îld, in rijen gehouden door bereden politie. Het was er stil, muisstil,
en verschillende autoriteiten het woord voèrden, en toen de bloemen
îrden geplaatst op een historische plaats.
Maar in de zijstrgten hacTdpn zich ijscoventers opgesteld, en geregeld
g men mensen zich losmaken uit de menigte om een ijsco te gaan ko-
n.
Uit de ramen van de huizen staken hoofden, voor de deuren in de
igeving stonden nieuwsgierigen: huismoeders met hun bont schort
g voor; mannen zo weggelopén uit de tuin waar ze aan het werk
ren,, nog een vuile overall aan.
Hadden die ijscoventers hun karretjes ter gelegenheid van de doden-
•denking niet Jcunnen opbergen, of ten minste aan het andere einde
i de stad kunnen neerzetten?
En al die mensen, die uit de ramen keken, of die in werkkleren
ten kwamen staan, waarom hebben die indien zij belang stelden
hetgeen op het plein gebeurde niet hun Zondagse kleren aange-
cken en zich in de menigte begeven?
In Hoogezand is eens stille omgang geweest. Geen ki^kspel, maar
stille omgang, al zoudt ge wel eens anders gedacht kunnen hebben,
len de groepjes grote en kleine kijkers langs de weg zag staan.
En waarom reden zoveel auto's en bodewagens rustig door toen
allen 2 minuten stilte werd gevraagd?
Indien onze gevallen helden dat hadden kunnen zien, zouden
omgedraaid hebben in het graf!
ze
WAAR EEN GELURE NIS
TOI KAN LEIDEN.
Onmiddellijk na de bevrijding van
Luxemburg werd een daar woon-
achtige slager gearresteerd. Hij werd
ervan. beschuldigd de Duitsers te
hebben geholpen bij het uitoefenen
van terreur, en daarbij vele goede
landgenoten van het leven te heb
ben beroofd. Via Radio-Londen was
de doodstraf reeds oveî de slager
uitgesproken.
Gelukkjg voor deze slager werd
dit doodvonnis niet dadelijk vol-
trokken, want nadat hij 4 jaar ge-
vangen gezeten had kwam aan het
licht, dat de man volkomen onschul-
dig was. Hij vertoonteclîter een
treffende gelijicenls met een in
Luxemburg zeer beruchte officier
van de Gestapo.
Men is voornemens de slager of-
ficieel in ere te herstellen.
PROVINCIAAL GRONINGER
REDERIJKERSVERBOND
schrijft prijsvraag uit.
Teneinde goede toneelstukken, be-
staande uit 1 bedrijf te verkrijgen,
heeft het Provinciaal Groninger Re-
derijkersverbond een prijsvraag uit-
geschreven. Voor de beste inzending
zal een prijs van f 500 beschikbaar
worden gesteld.
Inzendingen onder motto, dienen
vôôr 1 Augustus in het bezit te .zijn
van het secretariaat der commissie,
Noorderstraat 141 te Sappemeer.
Wat te denken als twee plaatselij-
ke advocaten pleiten:
IN NEDERLAND HOORX HET ZO,
IN STAD EN DORP E.H.B.O.
„Ik ben een vreemdeling
op de aarde".
Psalm 119 19.
Qver het leven wordt veel gespro-
in en om dit te kunnen, worden
larne verschillende beelden ge-
iuikt. Van welke die van een reis
Dor een vreemd land mij zeer juist
Skt te zijn en het beeld is, dat de
tjalmist voor ogen staat, als hij
ilaagt „Ik ben een vreemdeling op
ie aarde". Wy zijn op reis naar onze
testemming in en van het leven, dat
)ns dikwyls tôt een vreemd land is,
vaarin ook wij ons een vreemdeling
gevoelen, de taal niet kennend en
îeze dus ook niet verstaand, gelijk
aok de zeden niet kennend en door
dit ailes ons ongelukkig gevoelend.
Maar in wiens land toeven wij? ,Van
wie is het leven, dat wij bezitten?
En zie hier, hoe de psalmist ondanks
zijn vreemdelingschap beter thuis is
in het leven dan wij. Hij ihoge zich
een ogenblik ongelukkig voelen en
zich laten gaan door te klagen, hij
Sinds de Konîngskwestie accuut
was hebben wij België niet dikwijls
moeten noemen in ons buitenlands
overzîcht. Thans blijkt dit weer
noodzakelijk te zijn.
De Socialistische kamerfractie
heeft n.l. verklaard, dat zij zich niet
kan verenigen met de door de 'rege
ring voorgestelde subsidies aan het
Katholieke nijverheidsonderwijs.
Toen Henri Spaak, de premier, het
iparlementegebouw verliet verklaar-
de hij door zijh eigen fractie te zijn
verslagen, en gaf het voornemen te
kennen te zullen aftreden. Dinsdag
middag heeft hij verschillende con
ferenties gevoerd.
In een Woensdag gehouden ka-
merzitting heeft Spaak het stand-
weet toch in wiens land hij toeft en punt. van de regering inzake de be-
tot wie hij zich in zijn moeilijkheden
moet wenden. Omdat hij zich richt
tôt God en vraagt Hem te willen
helpen om de schatten der wet te
mogen ontdekken, zodat hij volgens
deze zal kunnen leven. Want God is
de Heer zijns levens, het leven Gods
leven, Gods land, waarin Gods taal
wordt gesproken en Gods zeden gel-
den. Deze wil hij iennen en begrij-
pen om een gehoorzaam onderdaan
en dienaar zijns Heren te wezen. Hij
1s een tijdelijke gast op Gods aarde,
wat hem de verplichting oplegt te i
rekenen met zijn Gastheer, Diens wil
en wet. Hij wil leven Gode ter eeri
ondanks aile bezwaren hieraan ver-
bonden. Dat ailes ademt een andere
sfeer dan onze klacht der vreemde
lingschap, waarin gewoonlijk onte-
vredenheid en zelfs opstandigheid
doorklinken, omdat wij de zin en de
diepte van het leven niet gepeild
hebben. Wij menen veel te veel, dat
wij baas en dus ook heer en meester
in het leven en op de aarde zijn. Dat
wij kunnen gebieden, onze wensen
kenbaar maken en dat wij dan ge-
hoorzaamd en onze wensen vervuld
worden. Doch dit is een foute instel-
ling en een oniuiste houding, want
wel zijn wij op reis in een vreemd
land, maar met een opdracht, welke
wij moeten volbrengen. Met een op
dracht van God om overal, waar wij
komen Zijn wil te volbrengen en ge
hoorzaam te zijn. Dus niet als heer,
maar als dienaar in het leven te
staan. Het leven als reis ,een op
dracht Gods naar een onbekende be-
stemming, ziedaar het moeilijke van
het leven, wat wij niet gemakkelijk]
aanvaarden. Waartoe wij geloof en
vertrouwen nodig hebben, zodat wij
verzoend worden met onze vreem
delingschap, zodat wij vrede vinden
ondanks de bezwaren, noden en;
moeilijkheden van de levensreis.
Deze moet worden gezien in het
licht van Gods liefde. Dat er on- j
danks aile menselijke duisternis en
"nbegrijpelijkheid het licht blijft van
Gods genàde, die ons niet doet naar
onze zonden, maar ons schenkt, wat
wij nodig hebben. En dat niets is,
wat wij nodig oordelen, maar Hij,
omdat Hij alleen 'kan weten, wat wij
werkelijk behoeven en wij dus Gods
taal en Gods wet moeten kennen.
0an alleen is het mogelijk in het
vreemde land, wat het leven voor
ons is, werkelijk te reizen en de
Weemdelingschap niet langer te ge-
voelen. Mogen wij dat eens besef-
Een en ons hierover bezinnen, wan-
tieer wij al te gemakkelijk geneigd
kijn om té klagen over het leven en
inze vreemdelingschap daârin.
S. G. M. K.
treffende subsidies uiteengezet. „In-
dien de regeringsmeerderheid mij
niet volgt" zo zei hij, «dan zal ik
daaruit mijn coriclusies trekken.
Qaar ook leden van de Socialistische
kamerfractie mij niet steunen, ver-
zoek ik de président de kamer te
mogen verlaten". Daarna verliet hij,
vergezeld van de andere ministers
de zaal.
Woensdagavond wçrd bekend ge-
maakt, dat prins regent Karel de
ontslagaanvrage heeft. aanvaard.
Het ministerie van Economische
E&ken heeft bekend gemaakt, dat de
[istributie van schoenen is opgehe-
[en. Aile soorten schoenen zullen
lerhslve thans weer zonder bon ver-
«dit!
Palestina.
Men is er in geslaagd om voor
enkele plaatsen in Palestina een wa-
penstilstand tôt stand te brengen.
Maar in andere delen van het land
gaat de strijd voort. Syrische en Li-
banese 'strijdkrachten heljben de
aanval geopend op Joodse nederzet-
tingen in Opper-Balilea, -en van
Joodse zijde verwacht men een Ara-
bische poging tôt een invasie op
grote schaal, teneinde de V.N. voor
een voldongen feit te kunnen stellen.
Hoe groot is het leger, dat de Ara-
bische staten op de been kunnen
brengen? Er zijn 7 Arabisehe Btaten.
Twee daarvan kunnen echter hun
contingent niet bijdragen, n.l. Je-
men, dat ver af ligt en geen modem
uitgerust leger bezit en Saoedi Ara
bie dat slechts over ongeregelde
formaties bëschikt. Irak kan 24.000
man o.l.v. officieren, die in Enge-
land zijn opgeleid naar Palestina
zenden, Bovendien is de Iraakse
luchtmacht goed uitgerust. Trans-
jordanië zou een contingent van
12.000 man kunnen leveren. Het Sy
rische leger omvat niet meer dan
6000 man, terwijl de Libanon, dat
1 millipen inwoners telt niet meer
dan 3Ù00 militairen kunnen op-
trommelen. In Egypte is de onlangs
goedgekeurde wet op de dienstplicht
nog niet in werking getreden, zodat
dat land nog maar kan beschikken
over 25000 militairen. Hiervan zal
het de helft naar Palestina kunnen
zenden. Toch zal de Egyptische steun
van belang zijn, omdat Egypte bet
gebrek aan technici zal kunnen aan-
vullen.
In totaal zullen de Arabisehe lan-
den dus tussen 50.000 en 60.000 man
op de been kunnen brengen. De Jo-
den die zo juist aile personen tussen
25 en 35 jaar hebben gemobiliseerd,
stellen daartegenover een leger van
gelijke grote.
Intussen heeft Engeland zijn troe-
pen in Palestina .versterkt met een-
heden afkomstig van Cyprus eh
Malta. Naar Reuter mededeelde zou
den de Britse troepen, welke zich
momenteel in Palestinabevinden
20.000 man bedragen.
Het Vluchtelingenvraagstuk
We moeten het vluchtelingenvraag-
stuk in verband brengen met het
Palestijnse probleem. William Hal-
lam Tuck, secretaris van de Interna
tionale Vluchtelingenorganisatie ver-
telde onlangs dat er ongeveer een
geen plaats kan vinden.
In dit rhillioen zijn vele duizenden
Joden begrepen, die zich in Midden-
of Oost-Europa niet meer durven te
vestigen, omdat zij bang zijn voor
een nieuw oplaaiend antisémitisme.
Maar de West-Europese en Ameri-
kaanse landen nemen maar bij
mondjesmaat van deze mensen op.
Palestina was de hoop van veleii, d.e
nieuwe Joodse staat zou nieuwe toe-
komstmogelij kheden voor hen ope-
nen. Nu woedt de oorlog in Het
Beloofde Land, en het ziet er niet
naar uit dat een volk, dat eeuwen
lang over de wereld verspreid heeft
gewoond, het dorre land tôt nieuwe
bloei zal kunnen brengen.
Coluntbi* en Rusland.
De Sowjet Unie heeft bij de Co-
lumbiaanse regering een eis inge-
diend om schadevergoeding wegens
een gewapende overval, tijdens de
revolutie gepleegd op een door le
den van de Sowjet-legatie bewoond
huis, waar bij papieren en voorwer-
pen zouden zijn ontvreemd. Naar
aanleiding daarvan heeft de Colum-
biaanse regering de diplomatieke
betrekkingen met de Sovjet Unie
verbroken.
Twee redevoeringen.
Twee belangrijke persoonlijkheden
hebben redevoeringen gehouden
waarby we even moeten stilstaan.
Daar is in de eerste, plaats een rede
van Président Peron van Argenti-
nië, die 314 uur geduurd heeft. ,,Wij
horen veel spreken over vrijheid
van handel" zei hij. „maar men doet
juist het omgekeerde. Argentinië
moet produceren naar gelang van
zijn behoefte en die van zijn afne-
mers. Als een lage prijs voor de tar-
we zou worden vastgesteld, zou dat
tôt gevolg hebben, dat wij xninder
tarwe gaan verbouwen, hetgeen na-
delig zou zijn voor de volkeren, die
brood nodig hebben". De président
oefende zoWel op het Communisme
als op het Kapitalisme critiek uit;
hij noemde deze gebaseerd op uit-
bundlge systemen met als enig ver-
schil de vorm en de naam.
In het Engelse Lagerhuis heeft
minister Bevin een uiteenzetting ge-
geyen van -de Britse bùitenlandse
politiek, Hij zei o.a. dat gestadig vor-
deringen werden gemaakt t.a.v. de
verwezenlijking van de door hem ge-
stelde doeleinden van een West-
Europese Unie. Hierdoor was Enge
land Werkelijk deel van Europa ge-
worden.
Sprekende over de geschillen tus
sen de Westelijke landen en de Sov
jet Unie in Berlijn zei hij: „Wij heb
ben het recht om in Berlijn te zijn.
Het is onze bedoeling daar te blij-
ven".
Twee plaatselijke oud-illegalen zul
len gaarne onderstaande in Uw blad
geplaatst zien:
Met walging hebben wij het schrij
ven van twee plaatselijke advoca
ten gelezen, betreffende het artikel
in de Heerenveense Koerier over het
pleidooi van hun collega van Rijcke
vorsel in het procès Rauter, de lugu-
bere mensen-moordenaar.
M«t heel veel genoegen hebben
wij echter Uw onderschrift gelezen.
Dit had onze instemming. En toch
moet ons iets van het hart. Wij heb
ben gemeend met dit schrijven te
moeten wachten, tôt de dagen van
rouw-herdenking en îngetogenlieid
van het gehele Nederlandse volk
voorbij zijn, inzonderheid de dag
waarop allé gevallen vrienden wer
den herdacht.
De twee plaatselijke advocaten
hebben natuurlijk geen moment er
aan gedacht, dat deze dagen voor
zeer veel goeddenkende Nederlan-
ders niet gelijk zijn aan andere da
gen. Natuurlijk niet, dergelijke ge-
dachten worden toch zeker door nie-
mand betaald. Uit het feit, dat deze
twee „intellectuelen" menen te moe
ten -reageren op de berichten over
het laakbare in de verdediging van
hun collega van Rijckevorsel in ,',de
zaak" Rauter blijkt dat hun geweten
spreekt.
Een zeer groot deel van het Ne
derlandse volk heeft zich steeds ge-
ërgerd aan de manier waarop ver
schillende a'dvocaten menen de in de
jaren 19401945 zo zeer gehate land-
verraders te moeten of te mogen
verdedigen. De twee plaatselijke ad
vocaten uit het schrijven in Uw blad
van 28 April j.l. maken jammer ge-
noeg hierop geen gunstige uitzon-
dering. Uit de wijze van hun schrij
ven, in deze dagen van ingetogen-
heid, menen we hen zelfs te moeten
rekenen tôt de slechtsten onzer „Ne-
derlandse" pleitbezorgers. Hoe is het
mogelijk, dat een Nederlander niet'
ook maar het minste respect heeft
voor hetgeen dpor de besten uit ons
volk in de verschrikkelijke jaren be-
langeloos is gedaan. leder welden-
kend Nederlander moet met smart
vervuld zijn, wanneer hij denkt aan
de velen die niet meer in leven zijn.
En dan zo'n artikel te sqhrijven. On-
begrijpelijk! Denk eens aan al die
vrouwen, meisjes, manne# en jon-
gens die hun leven hebben gegeven
voor de vrijheid van Nederland, en
dus ook vbor de vrijheid van deze
advocaten. Hoe verachtte en veracht
nog het grootste deel van ons Ne
derlandse volk de verraders en hun
handlangers, de Hitler-knechten, col
laborateurs çji dergelijke, die er niet
voor terug deinsden hun landgeno
ten, die er ailes aan waagden om
zoveel mogelijk landgenoten uit de
handen van de wreden bezetter
(Rauter als belichaming van tyran-
ni) aan diezelfde bezetter te verra-
den of te verkwanselen voor een
Judas-loon. Wat moet men denken
van een Nederlandse advocaat die
terwille van het „geld" niet terug
schrikt, zijn eigen geweten op de
achtergrond te plaatsen en de wal-
gelijke, onsmakelijke aangevoerde
„verzafchtende omstandigheden" be-
pleit. B.v.;
het verderfelijke milieu waar-
uit de verraders zijn voortgekomen
te jong geweest om te beseffen
wat hij deed;
te oud, en weer een ander:
zijn zaak lijdt er onder;
ofverkeerde in „financiële"
..de kloof tus
sen N.S.B.ers en de bevolking is niet
groot geweest" (terwijl er in het
dorp 4 standrechtelijk gefusilleerden
liggen) of: in een ernstige collabora-
tiezaak (let wel het gaat ons nooit
om personen, die kunnen overigens
braaf en goed zijn, maar het gaat
om de foutieve handelingen) „dat
deze zal worderi ontlast van de vele
narigheid waarmede men hem heeft
belast". Wij zouden zo door kunnen
gaan, doch noemen slechts deze
voorbeelden.
Waarom gaat het ons nu, inzake
de pleit-bezorgers?
Dat er slachtoffers zouden vallen,
en zelf daarbij konden behoren wis-
ten we maar al te goed, en namen
dit risico, maprdat het aantal
slachtoffers door het verraad zo
enorm werd vergroot is veel en veel
erger. Nimmer hebben de twee
plaatselijke advocaten hun stem in
de jaren 1940-1945 daartegen laten
hôren, of waar het legaal onmoge.hjk
was, illegaal het leed van dezen te
verzachten, zeker dat was dan niet
zonder gevaar, maar wat deed het
doktoren-corps en anderen het
prachtig. Hier werd vermoedelijk
niet het zwaarst-wegende genomen:
er werd niet aan verdiend. Deze ad
vocaten hebben er toen nimmer aan
gedacht bij de bezetter te wijzen op
te jonge of te oude leeftijd van de
slachtoffers. Hoe belachelijk zou het
in de oren van de bezetter geklon-
ken hebben indien door de advoca
ten toen was aangevoerd dat dèze
mannen en vrouwen een zaak had
den, die met ondergang bedreigd
werd, indien de betrokkene niet
spoedig terug zou keren. Nimmer
werd er gewezen op het milieu waar-
uit ze voortkwamen. Zo zouden "we
door kunnen gaan met motieven, die
thans worden aangevoerd, om Rau
ter en aile satelieten, die mindër
zijn dan misdadigers in vredestijd,
weder in onze maatschappij opgeno
men te krijgen. Zeker ieder mens
heeft recht op een verdediger, zelfs
de landverraders, doch zeer, zeer
veel Nederlanders vragen zich af,
hoe het mogelijk is, dat er mensen
zijn, die op de manier, waarop dit
thans geschiedt, verraders, waarvoor
men in bezettingstijd niets dan yer-
achting had, te verdedigen, en dat
alleen, moet men haast vragen: ter
wille van het geld? Of is het terwille
van h'et recht? Hoe leven we dan in
een onmogelijke Rechtstaat? Ge-
noeg. Polemiseren zullen we niet,
maar dit brandde ons op het hart.
U dankend voor de ruimte, die ong,
gegeven werd. En dat deze woorden
niet in de ruimte blijven hangep,
maar dat ons volk zijn winst er mee
zal' doen,
artikel uit de «Heerenveense Koe
rier" de critiek, die het pleidooi van
Mr. van Rijckevorsel bij een groot
deel der pers blijkbaar had uitge-
lokt, wij der had verbreid.
Ons schrijven aan de redactie, dat
deze in zijn geheel meende te moe
ten opnemen, heeft thans, naar het
ons blijkt, een gevoel van «walging"
opgewekt bij «twee plaatselijke oud-
illegalen".
Blijkbaar is dit gevoel van «wal
ging" voor bedoelde «oud-illegalen"
een beletsel geweest om een artikel
te schrijven in een zodanig toon, dat
daarop een uitvoerige reactie onzer-
zijds mocht worden verwacht.
Wij merken slechts op, dat wij ons
optreden als verdedigers voor Tri-
bunaal en Bijzonder Gerechtshof,
alsook hetgeen wij als zodanig heb
ben gepleit, volkomen voojr onze
verantwoording nemen. Insinuaties,
welke de beide oud-illegalen in dit
verband uit de pen zijn gevloéid,
leggen wij rustig naast ons neer;
aan uit hun verband gerukte en bo
vendien onjuiste citaten kennen wij
generlei waarde toe.
W. J. BENES.
R, H. SMIT
(Wij betreuren het dat het artikel,
dat wij overnamen uit de Heeren
veense Koerier en de brief van de
heren Benes en Smit tôt deze schrij-
verij aanleiding hebben gegeven.
Wij bezitten gelukkig in ons land
vrijheid van drukpers, zodat ieder
in de gelegenheid is zijn mening
naar voren te brengen. Vandaar,
dat wij niet geaarzeld hebben om
naast de artikelen van de Heren-
veense Koerier ook de brief van de
plaatselijke advoc aten op te nemen.
Dat was onze taak als onafhankelijk
blad. Het is echter volkomen onjuist
om die drukpersvrijheid te misbrui-
ken voor persoonlij ke aanvallen. Bo
vendien is een persoonlijke aanval
altijd een zwak argument om zijn
mening te verdedigen. Wie de per
soonlijke aanval als wapen hanteert,
die bedreigt daarmede niet alleen
zijn tegenstander, maar ook zijn
vrienden, en velen van hen zullen
zich haastig afkeren.
Het spreekt dan ook vanzelf dat
wij geen enkele verantwoordelijk-
heid op ons kunnen nemen voor de
brief van de oud-illegalen. Deze
blijft geheel voor rekening van de
schrijvers.
Nu het débat deze vormen a^nge-
nomen heeft kunnen wij dat natuur
lijk niet voortzetten, en beschouwen
het hiermede -aïs gesloten. Verdere
brieveri, die ons te dezer zake nog
bereiken worden zonder meer in de
papiermand gedeponeerd.
Red. Nwsbl.)
De redactie vraagt ons om een
onderschrift' naar aanleiding van het
vorenstaande. Daartoe moge het vol-
gende dienen:
De bedoeling van ons schrijven
aan de redactie was o.L nllesriris
duidelijk.
De Président van het Bijzonder
Gerechtshof had de hoop uitgespro
ken, dat de pers een middel zou
vinden om naar voren te brengen,
dat het Hof het pleidooi van Mr.
Rijckevorsel had gewaardeerd. Naar
onze mening lag het op de weg van
de redactie van «Het Nieuwsblad"
om daarvan mededeling te doen, op-
dat zij door het overnemen van het
ONGELUK OP EEN KERKHOF
Een Belgische dame bracht een
bezoek aan het" graf van een harer
verwanten. Toen zij in gebed ver-
zonken was storte een stenen kruis
naar beneden en trof haar, waar-
door zij beide benen brak.
HET VOORJAAR IS REEDS
ENKELE WEKEN OUD.
Wanneer de maand Mei is aange-
broken zijn er in de tuin reeds al-
lerlei bloemen ontloken en komen er
andere oude bekenden onze aan-
dacht vragen. Het is nu ook tijd de
dahliaknollen in de grond te zetten.
Ze behoren gerooid te zijn met een
stuk van de stengel er aan, omdat
de knollen van de dahlia wortelknol-
len zijn. Deze hebben geen knoppen
waaruit de plant zich verder kan
ontwikkelen. Uit de knoppen van
de stengel moeten de scheuten zich
ontwikkelen. Vaak zien de knollen
er verschrompeld uit. Men moet
evenwel niet te spoedig de moed op
geven. Geef ook deze verschrompel-
de knollen een kans en het resultaat
is vaak boven verwachting.
Als het mogelijk is geven wij haar
een zonnige standplaats. Wel zal zij
in de schaduw voortgang maken
Belgische sigaren
en Egyptische sigaretten?
(Van onze Haagse correspondent)
Het .dreigt vast te lopen met de
publiek wenst geen shagtabak, ten-
minste niet in grote mate.
De toestand is onbevredigend, en
er zijn besprekingen gaande om het"
distributie van ons rokertje. Het pu- productieschema te
bliek wil sigaretten, en staat erop,
dat het nog steeds karige rantsoen
met zo veel mogelijk sigaren wordt
aangevuld. Maarde winkelier
kan geen ijzer met handen breken.
Als hij 100 rantsoenen inlevert, ont-
vangt hij daarop gemiddeld slechts
50 rantsoenen sigaretten en 50 rant
soenen kerftabak. Het aantal siga
ren loopt uiteen, vaak echter ont-
- vangt de detaillist slechts 1 sigaar
rrullioen mensen gedwongen worden i per rantsoen. De verlangens van het
on ellende te blyven afwachten,
omdat mon op da wereld voor
xV a.II lie L
ten,! publiek zijn anders dan het produc-
hen tiaschema va* de fabrikanten, Het
wijzigen. Er
schijnen piannen te bestaan om tij-
delijk de distributie te wijzigen en
wel zodanig dat de roker de helft
van zijn bonnen moet besteden voor
shag of rooktàbak.
Verder ligt het in de bedoeling
dat we sigaren gaan importeren uit
België, in ruil voor Nederlandse si
garen, hetgeen voor de sigarenro-
kers vermoedelijk zal betekenen-,
iets meermaar iets slechter.
Daarnaast worden onderhandelingen
gevoerd over de import van sigaret
ten uit Egypte.
maar wie veel bloemen wil hebben
moet een zpnnige standplaats kie-
zen- Naast de ltnol wordt een stevige
stok in de grond gezet. Aan deze
stok worden later de scheuten der
Dahlia vastgebonden. Die scheuten
kunnen ni. door een flinke rukwind
gemakkelijk knakken en hebben
daarom deze steun nodig. De stokken
Worden tegelijk met de knollen in de
grond gedaan omdat men dan de
knol niet beschadigt. Zou men de
stokken er later bijzetterï dan liep
men gevaar de knol te beschadigen
waardoor de levensvatbaarheid er
niet beter op zou worden. Is de knol
geplant dan maakt men een geultje
om de standplaats en vult dit met
gier. Het is begrijpelijk, dat een
forse plant als de Dahlia veel voedsel
nodig heeft. Een stevige bemesting
is dus voor haar zeer noodzakelijk.
Let men op de grootte der planten
dan kan men drie soorten onder-
scheide'n. Er zijn hoge, middelhoge
en lage soorten. De hoge soorten
worden op afstanden van ongeveer
een meter van elkaar geplaatst; de
middelhoge 60 tôt 80 cm. en de lage
soorten van 30 tôt 40 cm.
Natuurlijk zal men in een border
de soorten zo plaatsen, dat de lage
vooraan komen. Plaatste men de
hoge vooraan dan zouden die im
mers het gezicht op de achterste
planten belemmeren.
Wie nieuwe soorten wil aanschaf-
fen vrage bij zijn bloemist eens
naar: Elegeance (een gele cactus-
dahlia); Populair (scharlaken rood);
Ribbon (lichtblauw) American Tri-
umph (grote rode dahlia); Blizzard
(zuiver wit); The Light (zwart-rode
mignon dahlia met kleine bloemen);
Park Beauty: (mignondahlia. Bloe
men fijn oranje kleur).
HET BELOOFDE KRENTENBROOD
Ieder heeft recht op ongeveer
200 mm.
De hoeveelheid krenten en rozij-
hen waarover de bakkers de be-
schikking hebben gekregen bedraagt
ongeveer 75 gram per hoofd. Dat be-
tekent, wanneer de bakkers in het
krentenbrood half krenten en rozij-
nen en half meel verwerken, ieder
recht heeft op ongeveer 200 gram.
Zelfverzorgers hebben geen recht
op krentenbrood.
KIPPENVOER BLIJFT OP DE BON
In tegenstelling met andersluiden-
de berichten wordt door het Ministe
rie van Landbouw, Visserij en Voed-
selvoorziening met nadruk ver
klaard, dat het vooralsnog niet in het
voornemen ligt kippenvoer vrij te
stellen van distributie.
AARDAPPELEN WELKE NIET
VOOR CONSUMPTIE
GESCHIKT ZIJN.
Er is voor een bestemming ge-
zorgd van niet voor menselijke con-
sumptie geschikte aardappels. Het
was moeilyk de hoeveelheid van
deze aardappels te bepalen. De telèrs
hebben het kwantum van 10.000.000
kg. opgegeven. Een deel hiervan
zal inmiddels aan het vee zijn opge-
voederd. Indien blijkt dat de nog res-
terende voorraden een voldcysnde
grondstoffenaanbod mogelijk maken,
zal een aardappelmeelfabriek te
Veendam in bedrijf worden gesteld.
DORS- EN MAALTARIEVEN.
Het hoofdbestuur van de Stichting
voor de Landbouw zal aan de ak-
kprbouwcommissie adviseren de
maximumtarieven voor ioondorsen,
loonmaaien e.d. op te heffen, omdat
deze naar oordeel van het hoofdbe
stuur, de prijzen onnodig hoog hou-
den.
HELP, MAAR BLIJF NIET
STAAN TE KI.TKEN!
Een ongeveer driejarig Vneisje,
dat aan de Zuiderstraa1, te Sappe
meer aan het spelen vas, geraak-
te in het WinschoterwT.-ip.
Er naderde een jongeman op
een fiets. Hij zette een voet op de
grond en bleef zo zitten kijken
hoe het kind in h9t water spar-
telde en vergeefse ringen deed
aan de wal te kon .1
Toen kwam er èen bejaarde
man. Hij zag het gevaar waarin
het meisje verkeerde en begaf
zich onmiddellijk te water. Hij
slaagde er niet in het meisje te
redden, en doordat hij niet kon
zwemmen kwam hij ook zelf in
moeilijkheden.
Een slager bracht ten slotte èn
het meisje, èn de moedige helper,
die zelf in gevaar gekomen was,
op het droge.
De beide drenkelingen zijn er
betrekkelijk goed afgekomen.