KOMING MELLU Mil TUNS101DAHIË
7 >4
WOENSDAG 26 MEI 1948
No. 42
VOOR DE GEMEENTEN HOOGEZAND - SAPPEMEER - SLOCHTEREN
WAARIN OPGENOMEN OOST GOORECHT VAN 1871
NOORD- EN ZUIDBROEK
MUNTENDAM
VEENDAM EN OMGEVING
en het NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN 1888
Moeten politieke delinquenten bevoordeeld
worden boven gewone gevangenen
In de desbetreffende
Memorie van Antwoord zegt de Regering,
dat zij betwijfeit of de nieuwe rechtsorde
1 Januari 1949 een feit za! zijn.
De j.Waterman"
arriveerde in de tropen.
Een nazaat van Profeet Mohamed
Intrigues in de
Arabische Liga
VERSTUIVING VAN DE BODEM
Een veel in onze omgeving voorkomend verschijnsel
Men zij gewaarschuwd
Wereldnieuws
in vogelviucht
il 4^ i Palestina.
Streekblad reclame
is huis aan huis reclame.
Derde Jaargang
ABONNEMENTSPRIJS
f 1.25 p. kwartaal, Franco p. post f 1.50
(bij vooruitbetaling)
PRIJS DER ADVERTENTIES:
12 cent per mm. Zogen. Kleintjes als
te koop, te huur, gevraagd enz. mini
mum 75 cent (bij vooruitbetaling).
NEUWSBLAD
VERSCHIJNT
WOENSDAGS EN ZATERDAGS
Uitgeefster:
Seggers' en Kremer's Uitgeverszaak
,,Het Nieuwsbla'd" C.V.
Kantoor Hoofdstraat 6, Hoogezand
Telefoon 139 (b.g.g. 213 of 214)
Postrekening No. 435883
Bij de behandeling in de Eerste Kamer van het wetsontwerp tôt op-
heffing van de Bijzondere Rechtspraak, heeft het kamerlid Mr. Wyers
het denkbeeld naar voren gebracht het ten behoeve van politieke delin-
quenten mogelijk te maken na het uitzitten van 1/3 gedeelte van de
straftijd, hen voorwaardelijk in vrijheid te stellen.
In dit verband moeten wij allereerst opmerken, dat het krachtens
artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht mogelijk is dat gevangenen
na het uitzitten van 2/3 gedeelte van de hun opgelegde straf voorwaar
delijk in vrijheid worden gesteld.
Het heeft derhalve in de bedoeling van Mr. Wijers gelegen de poli
tieke delinquenten te bevoordelen boven de gewone gevangenen, een
denkbeeld waarvoor de minister van Justitie, Z.Ex. van Maarseveen niets
gevoelde.
Het voorstel van het betreffende kamerlid is van de baan, maar toch
is er aile reden, er even bij stil te staan.
Wij moeten bij de politieke delinquenten twee categorieën onder-
scheiden: de lichte gevallen en de zwaardere gevallen. De lichte geval-
len zijn gestraft met tijdelijke ontzetting uit de kiesrechten, verbeurd-
verklaring van een bepaalde som geld, met internering gelijk aan de
voorinternering en somtijds met een kleine interneringsstraf welke in de
meeste gevallen reeds is verstreken.
In het algemeen kunnen wij dus
zeggen dat degenen der politieke de
linquenten, die thans nog een vrij-
heidsstraf ondergaan, tôt de zwaar
dere gevallen behoren.
Wat hebben deze „zwaardere ge
vallen" op hun geweten? Het is
moeilijk op deze vraag een antwoord
te geven, want het aantal variaties
op het thema „verraad" is groot. Wij
zouden slechts enkele voorbeelden
kunnen noemen: de bezetter gehol-
pen bij het knechten van ons volk
en het leegroven van ons land, goe-
de Vaderlanders, illégale werkers,
onderduikers of Joden aangebracht,
(waardoor event. levens werden af-
gebroken door kogels van een Duits
vuurpeleton, of door de hel der Duit-
se concentratiekampen) enz.
Wat hebben gewone gevangenen
op hun geweten? Ook hier is het
aantal variaties enorm. Daar heeft
men het individu, die om der wille
van geld een medemens van het le-
ven beroofde. Daar is ook de uitge-
stotene, die nergens werk meer kon
vinden, en die ten slotte heeft gesto-
len om te kunnen leven, enom
gratis onderdak te kunnen krijgen.
De vraag is nu: Zijn de politieke
gevangenen beter dan de commune
gevangenen? En daarop moeten wij
antwoorden, naar onze mening niet.
Het verraden van illégale werkers
of Joden, terwijl men heel goed wist,
wat de consequenties van dit ver-
raad zouden zijn, staat gelijk met
moord. Landverraad is naar ons ge-
voel een veel dieper te- verachten
misdaad, dan diefstal.
Wij kunnen ons dan ook met het
denkbeeld van Mr. Wijers geenszins
verenigen, en begrijpen ook ten voi
le, dat de minister er niets voor ge
voelde.
VIERING REGERINGSJUBILEUM
VAN II.M. DE KONINGIN
OP 31 AUGUSTUS.
De minister van binnenlandse za-
ken heeft aan de gemeentebesturen
mdegedeeld dat als datum voor de
viering van het regeringsjubileum
van H.M. de Koningin en van de 300-
jarige onafbankelijkheid van Neder-
land is vastgesteld Dinsdag 31 Aug.
SIGARETTENPEUKJE
TUSSEN RESSENS GEWORPEN.
Zondagmiddag heeft een van de
bezoekers van het V.U.C.-terrein te
Den Haag vermoedelijk een s'igaret-
teneindje tussen onder de tribune
opgeslagen kussens geworpen. De
rest van de dag en ook gedurende de
nacht bleven de kussens smeulen.
Eerst Maandagmorgen omstreeks 8
uur lekte een vlam uit de tribune
op. De brandweer, die onmiddellijk
ingreep, kon erger voorkomen.
We kunnen nu ook meepraten over
al de plaatsen, waar we tegenwoor
dig zoveel van horen.
Port Said: het pingelen met de
kooplieden, die met hun bootjes om
het schip zwermen en met veel la-
waai en geschreeuw hun waren aan-
bieden. Ze spreken een vreemd men-
gelmoes van Engels en Nederlands,
waardoor je de geestigste dingen te
horen krijgt: „Meneer de Gravin, hé
kaptein, mooi tas, mooi ta-as, how
much; wat money; dutch geld; 60
gulden". Je begint dan met f 5 te
bieden en na een half uur loven en
bieden heb je je „mooi tas" voor een
tientje;
Aden: we zagen de kale rotsen,
waar droogte en hitte elke planten-
groei onmogelijk maken. De grauwe
steenmassa's vormen een schrille
tegenstelling met de lieflijk blauwe
golf van Aden, met haar druk ver-
keer en veelkleurige Oosterse zéil-
bootjes.
Toen stoomden we de Indische
Oceaan op. Acht dagen lucht en wa-
ter. Steeds maar de langzame dei-
ning, door het schip onverbiddelijk
en gestadig doorploegd. Eindelijk Sa-
bang. Voor het eerst sinds drie we-
ken mogen we een dag aan land. We
genieten van het exotische natuur-
schoon: palmentuinen, dicht begroei-
de bergpaadjes waar de bloemen de
heerlijkste geuren verspreiden; we
bewonderen de bonté kleurenpracht
van de tropische flora en fauna.
De reis wordt nu interessanter. Er
is meer te zien: Singapore, de kus-
ten van Sumatra en Malakka, de
Riouw-Ârchipel, Banka en dan ein
delijk Tandjong Priok.
We zijn nu al weer twee dagen in
Batavia en beijveren ons de Ooster
se beschaving, de adat (gewoonte-
recht) van de Inlanders te ontdek-
ken.
Het is erg moeilijk om zo kersvers
uit de Westerse beschaving je in te
leven en in te stellen op de Oosterse,
omdat zij in aile opzichten van eï-
kander verschillen. We hebben dat
al zo dikwijls gelezen; we hebben
dat al zo vaak in gesprekken ge-
hoord, maar nu dringt de werkelijke
betekenis van dat feit eerst tôt ons
door.
De begrippen en de normen van de
inlanders, zijn houding, zijn levens-
wijze, getuigen van een hoge mate
van innerlijke beschaving, van een
eeuwenoude cultuur. En toch betrap
ik me er zelf herhaaldelijk op, dat ik
met mijn Westerse ideeën
denk: „Wat een onbeschaafde men-
sen".
Ik hoop in de komende weken wat
meer te schrijven over hetgeen ik
met betrekking tôt dit onderwerp zal
opmerken, hetgeen naar ik hoop zal
bijdragen tôt een goed begrip in Ne-
De wijziging van de Lagere Onder-
wijswet, welke door de minister was
voorgesteld, heeft bij de behande
ling in de Tweede Kamer nog al wat
voeten in aarde gegeven. Er is een
paar dagen over gedebateerd, en men
zou kunnen spreken over een onder-
wijsdebat zonder einde. Maar het
einde is dan ten slotte toch gekomen,
en het ontwerp in zijn geheel is
z.h.s. goedgekeurd* Er zijn enkele
punten die de aandacht vragen. De
heer van Sleen (Arb.) diende een
amendement in om Espéranto onder
de facultatieve vakken van het L.O.
op te nemen. Het amendement werd
door sommige leden gesteund, en
door andere bestreden. De minister
had er geen principiële bezwaren
tegen, maar hij achtte het beter ge-
val voor gevaï, dat wil dus zeggen
iedere school die Espéranto zou wil-
len invoeren, te bekijken. Toen het
er naar uitzag, dat het amendement
met de tegenstelling rechts tegen
links zou worden verworpen, werd
't door de voorsteller teruggenomen.
Tijdens een gedachtenwisseling
deelde minister Gielen mede, dat
volgens schatting gedurende de
eerstkomende drie jaar ongeveer
1700 Nederlandse leerkrachten nodig
zijn voor Indonesië.
Nieuwe Staatsregeling
voor de West.
In tegenstelling met de Tweede
Kamer over de wijziging van de La-
gere-Onderwijswet, is de Eerste Ka
mer bij de behandeling van de ont-
werpen van wet tôt wijziging van
de Staatsregelingen van Suriname
en Curaçao helemaal niet breedspra-
kig geweest. Slechts enkele sprekers
voerden het woord, en zelfs zij had-
den geen critiek. Minister Jonkman
heeft het dus wel heel gemakkelijk
gehad met de verdediging van het
ontwerp.
Tijdens de behandeling zat op de
tribune Dr. M. F. da Costa Gomez,
vertegenwoordiger van Curaçao.
Toen het ontwerp was goedgekeurd,
ging de kamer-voorzitter, Prof. Kra-
nenburg naar hem toe en feliciteer-
de hem, waarna de heer da Costa
Gomez zei; „Ik heb me moeten be-
heersen om niet, nadat de beslissing
was gevallen, naar beneden te roe-
pen: ,,Ik dank U wel mijne heren".
Grondwetsherziening.
Aan de memorie van antwoord op
het voorlopig verslag van de Eerste
Kamer betreffende de wetsontwer-
pen tôt grondwetsherziening, onlle-
nen wij het volgende:
Voor wat betreft de vooruitzich-
ten inzake het totstandkomen van
een politiek accoord met de repu-
bliek Indonesië zij medegedeeld, dat
de onderhandelingen zover zijn ge-
vorderd, dat van beide zijden over
de meeste der te behandelen onder-
werpen zgn^working papers zijn in-
gediend. Thans is derhalve een over-
zicht verkregen van de in bespreking
te brengen materie. De eigenlijke on
derhandelingen zullen binnenkort
een aanvang nemen.
Al zal de Regering harerzijds ailes
doen wat in haar vermogen ligt om
de vestiging der nieuwe rechtsorde
zo spoedig mogelijk te verwezenlij-
ken, zij moet desalniettemin erken-
nen, dat het ten gevolge van het uit
blijven van het volledig accoord met
de republiek aan ernstige twijfel
onderhevig is, of de nieuwe rechts
orde 1 Januari 1949 inderdaad zal
kunnen zijn voltooid. (Deze datum
was genoemd in de overeenkomst
van Linggadjati).
Voorts wordt in de memorie mede
gedeeld, dat binnenkort een confe-
rentie zal worden belegd te Ban-
doeng, met vertegenwoordigers van
andere autonome gebieden dan de
republiek Indonesia.
EEN TEKEN VAN WAANZIN?
Een inwoner van het havendorp
van Vlissingen beoefende een nieuw
soort sport. De kleding van 3 4-
jarige kinderen werd op de rug
opengesneden, en dat dikwijls zo
hardhandig, dat de rug werd ge-
wond.
Dit feit heeft nogal wat consterna-
tie gebracht in het dorp, temeer om
dat het opensnijden der kleren hele
maal niet op still plekjes geschiedde,
doch zo maar midden in het dorp,
terwijl nooit iemand opmerkte aat
het gebeurde. Men ging elkaar ver-
denken.
De politie heeft echter inmiddels
de vefmoedelijke dader aangehou-
den, een gescheiden vrouw, die
enige dagen voordat zij haar manie
ging botvieren een pakje scheermes-
jes bij een kapper heeft gekocht.
DOOR GASVERSTIKKING
OM HET LEVEN GEKOMEN.
Tragische dood van Amsterdamse
verpleegster.
Een Amsterdamse verpleegster, de
24-jarige Mej. H. V., die, ter verkrij-
ging van practische ervaring enige
tijd in enkele gezinnen te Heerlen
had gewerkt, beëindigde haar werk-
zaamheden aldaar. Nam afscheid van
de gezinnen, om naar haar geboor-
testad terug te keren. In haar pen
sion nam zij een bad, en was van
plan de volgende morgen te vertrek-
ken.
Plotseling hoorde men kreunen in
nemingen, door ook voor uitbreiding
en zo nodig voor nieuw op te richten
bedrijven.
Loon- en prijspolitiek.
Wij hebben in dit overzicht langei de badkamer. Daar de deur van de
tijd moeten verwijlen in de parle-t kamer gesloten was, was men ver-
mentaire sfeer, maar hen die dat plicht de badkamer via een balcon
vervelend vinden, of zelfs deze ver- te bereiken en zich toegang te ver-
slagen, die toch voor ons gehele volk schaffen door het stukslaan van een
van belang zijn, niet lezen, kunnen ruit.
wij gerust stellen. Het zal geen, Het meisje bleek bewusteloos te
maanden meer duren, en dan gaan zjjn tengevolge van het uit een de-
de kamerleden met zomerreces. Maar, fecte geyser stromend gas.
wij willen toch nog een enkel punt] Medische hulp was spoëdig ter
aanroeren, dat buiten de parlemen-j plaatse. Het slachtoffer werd naar
taire zaken ligt, n.l. een rapport van een ziekenhuis overgebracht, zij is
Koning Abdoellah is een kleine, charmante, overgevoelige man
van 67 jaar. Knap diplomaat en Londen trouw in voor- en tegen-
spoed heeft hij na een moeilijk, doch avontuurlijk leven kans çe-
zien een sleutelpositie in te nesnen in de Arabische Liga. Hij rukt
thans op, aan het hoofd van zijn beroemd Arabisch Legioen,
naar Jérusalem eh Tel Aviv om tactisch succès te halen en de
waarde van zijn goed geoefend en met Brits materiaal uitgeruste
legertje te tonen aande andere broeders van het Ara
bische blok. Op het schaakbord kan hij Euwe verslaan. Op het
diplomatieke veld heeft hij zich onbetwistbaar de meerdere ge-
toond van de andere Arabische vorsten en ook zijn strategische
plannen wijzen op meer dan gewone begaafdheid.
de interdépartementale commissie
inzake de loon- en prijspolitiek. Uit-
eengezet wordt, dat ondanks de stij-
ging van de buitenlandse prijzen en
een aantal andere kostenfactoren bij
de productie, de regering erin ge-
slaagd is een belangrijke stijging
van het indexcijfer van de kosten
van levensonderhoud te voorkomen.
Daarnaast heeft de regering bevor
derd, dat langs verschillende wegen
't inkomen der arbeidersgezinnen 'n
verhoging heeft ondergaan met 15
20 Daardoor is de spanning tus
sen lonen en prijzen niet aanmerke-
lij'k veranderd, omdat de productie
is vergroot, waardoor de voorziening
van de bevolking, ook met duurzame
goederen, is verbeterd.
Tuberculose ais beroepsziekte.
En tôt besluit nogmaals het parle
ment: Bij de Tweede Kamer is inge-
diend een wetsontwerp tôt wijziging
der Ongevallenwet 1921 en der
Land- en Tuinbouw ongevallenwet
1922. Het betreft hier de beantwoor-
ding van de vraag of een tuberculose
aandoening kan worden aangemerkt
als een ongeval of letsel, in betrek-
kelijk korte tijd ontstaan.
De minister is van oordeel, dat,)
hoewel het gevaar van door tubercu-j
lose besmet te worden een risico is,
hetwelk in onze samenleving ieder-
een loopt, aangenomen moet worden,
dat het een beroepsrisico is voor die-
genen, die uit hoofde van hun be-
roep met tuberculoselijders in con
tact komen. Deze gedachte heeft ge-
leid tôt de idee een nieuwe bepaling
aan b.g. wet toe te voegen, strekken-
de, de tuberculose voor werklieden
in met namen te noemen bedrijven
als beroepsziekte te beschouwen.
IN NEDERLAND HOORT HET ZO
IN STAD EN DORP E.H.B.O.
echter niet meer tôt bewustzijn ge
komen.
DOOR GEBREK
AAN TRAMWAGENS
EEN EXPLOSIE VOORKOMEN.
Vroeger reed tussen Arnhem en
Velp een tram. Door slijtage van
Koning Abdoellah, die in Turkije
werd opgevoed, spreekt vloeienct
Turks, Frans en Engels om niet te
spreken van het grote aantal Ara
bische dialecten. Kleding en uiter-
lijk heeft hij verzorgd met een wel-
haast pijhlijke nauwgezetheid en als
hij spreekt, dan lijkt hij meer op een
dromerige, melodieuze dichter, dan
op een man, die momenteel wereld-
geschiedenis maakt.
Psycholoog bij uitnemendheid zag
hij zijn eerste kans in 1914. Samen
met zijn broeder Feisal beloofde hij
de Engelsen de Arabische wéreld in
opstand te brengen tegen de Turken
en geholpen door de Britse Arabier
Lawrence, die terecht de ongekroon-
de koning van Arabië werd ge
noemd, slaagden zij inderdaad.
Tel eurstelling en.
Abdoellah heeft in zijn leven vele
teleurstellingen moeten ondervinden
doch ook mocht hij ervaren, dat Lon
den trouw wist te belonen. Zo kwam
hij in 1918 op de troon te Irak, ter
wijl zijn broeder koning werd van
Syrië. Het vlotte echter niet in deze
landen. De ene opstand volgde op de
andere totdat tenslotte een vreselijk
bloedbad ingrijpen van buiten ver-
oorzaakte. De Fransen joegen Feisal
zijn paleis uit en —j indachtig het
spreekwoord geven en nemen,
het "materiaal werd" die dïenst echt er deed Abdoellah vrijwillig af stand van
na de bevrijding niet hervat. De Irakse troon ten gunste van
tramrails bleven liggenals een soort zdn broer Feisal.
luxe.
Een arbeider, die bij de O.T. ge
werkt had, vertelde eens, dat in deze
buurt bommen in de grond moesten
zitten, doch men vond niets. De oor-
zaak daarvan moest gezocht worden,
in de storende werking door de rails
op de instrumenten uitgeoefend.
Toen dezer dagen arbeiders onder
het viaduct in deze weg werkzaamhe-
den verrichtten, stuitten zij op een
houten Duitse bom. Onmiddellijk
werd de plaatselijke hulpverlenings-
dienst er bij gehaald, en die vond
5 Duitse mijnen, zo gemonteerd, dat
bij explosie van één ervan een En-
gelse bom van 1000 kg., 3 Duitse
bommen van 50 kg. en 4 pantservuis-
ten zouden exploideren.
Onmiddellijk werd met het on-
schadelijk maken begonnen. Des
nachts om 1 uur kregen de bewo-
ners, die op een afstand van 300 m.
of minder van de bédreigde plek
woonden opdracht te evacueren. Op
4.30 uur waren de helse machines
verwijderd. Het treinverkeer over
het viaduct, dat was gestremd, kon
toen worden hervat, en de geëvacu-
eerde bewoners mochten naar hun
woningen terugkeren.
Indien de tram gereden had, zou
door de druk een explosie veroor-
zaakt zijn, en deze zou, in verband
met de grote hoeveelheid spring-
stof (1200 kg.) catastrophale gevol-
gen gehad hebben.
Abdoëllah was koning af. En dat
is erg voor een nazaat van Mohamed.
Was niet de dochter van de profeet
Fatimah zelf de grondlegster van
het geslacht Hasjim? Was hij niet de
zoon van Hussein, koning van Hed-
jas?
Eerst cominissaris, daarna Koning-.
Toentertigl was Churchill kolon'i-
aal cômmissaris en met lede ogen
zag hij de moeilijkheden in dat deel
van het nabije Oosten dat we thans
aanduiden met de naam Transjorda-
nië. Hij bezocht Abdoellah, die In
derdaad bereid bleek te zijn zich aïs
cômmissaris in Amman te vestigen
om orde en rust te herstellen. Hij
werd aangesteld voor zes maanden,
doch zijn werk was te goed om hem
te ontslaan en daarop liet men hem
in deze hoek van het rumoerige Oos
ten. Hij werd emir(prins), bouwde
met voortvarendheid een betrekke-
lijke welvaart en toen Hitler de
tweede wereldbrand ontketende was
hij de enige der Arabische machtheb-
bers, die zonder tegenvoorwaarde en
spontaan Londen aile hulp offreerde.
Londen vond dat zo mooi, dat men
in 1947 Abdoellah kroonde tôt koning
van Transjordanië. Stralend in het
uniform van Engels yeldmaarschalk
schouwde hij zijn troepen, het be-
roemde'door de opvolger van Law
rence, Glubb Pashe opgeleide Trans-
jordanische leger, het Arabische le-
Nederlands Indische Herstelbank
Bij de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp -tôt oprichting van
de Nederlands-Indonesische Mij. tôt
Financiering van het Economisch
Herstel van Indonesië.
De in samenwerking met de rege
ring van Indonesië op te richten in-
stelling zal kunnen voorzien in de
kapitaalhehoefte van ondernemîn-
gen, welke deze niet bij de thans be-
staande credietinstellingen kunnen
dekken. Het ligt niet in de bedoeling
derland van de «verhoudingen hier alleen eredieten te verstrekken voor
in de Indische Archipel. herstel van beschadigde onder-
Het is een plezier te zien hoe dit
jaar ailes groeit en bloeit. Regen en
zonneschijn wisselden elkander re-
gelmatig af, de zware dauw des
morgens overtrok het hele land met
een waas van groeizaamheid en als
deze omstandigheden spoedig terug
keren, zullen we dit jaar in geheel
Europa 'n grote en misschien beslis-
sende stap doen naar 't herstel van de
overvloed. Want als de landbouwpro-
ductie weer op voor-oorlogse peil is,
is de eerste voorwaarde voor algem.
herstel vervuld. Als ons één ding dui-
delijk is geworden in zowel crisis-
als oorlogstijd, dan is het, dat zonder
enige overdrijving de landbouw nog
altijd de hasis van het bestaan ge
noemd mag worden. Het is waar, dat
naar verhouding de betekenis van
de landbouw afneemt, percents-
gewijs wordt het aantal mensen, dat
rechtstreeks van de landbouw be-
staat, steeds geringer. In ons land,
in Engeland, in Amerika en nog en
kele hoog-ontwikkelde landen wordt
wel de landbouw-productie grotei-,
maar het aantal arbeidskrachten in
de landbouw niet. Voor een land als
Nederland wil dat zeggen, dat als
een boer of tuinder twee zoons heeft,
er een het bedrijf van de vader kan
krijgen, doch dat er voor de ander
meestal geen plaats op het land is.
Die tweede zoon moet dus maar eeft
ander vak kiezen.
Dat leidt er toe, dat men gaat den-
ken, dat de landbouw niet meer zo
geweldig belangrijk is als vroeger,
toen het merendeel van de bevol
king van de landbouw bestond. Wat
het voedsel betreft, wil men wel ér-
kennen-, dat de landbouw onmisbaar
is, maar voor de algemene econo-
mische verhoudingen vindt men zijn
betekenis niet zo overweldigend.
Alleen echter wie oppervlakkig
denkt, kan zo redeneren. Reeds de
lijk en al te zelfverzekerd zegt men:
„Dat bestaat in Nederland niet". Er
zijn wel degelijk aanwijzingen, dat
de grond in verschillende streken in
vruchtbaarheid achteruit gaat. Bij
'n prachtig voor jaar, als wij thans ge
had hebben, valt 't niet zo op, maar
vele van onze zandgronden beginnen
bij voorjaarsdroogte, steeds harderte
gioen. Volkomen uitgerust met uit-
stekend Brits materiaal en bestaan-
de uit vechtgrage Bedouienen geldt
dit Arabisch Legioen thans voor de
sterkste militaire organisatie van
het nabije Oosten.
Abdoellah, de afstammeling van
de profeet achtte zich echter niet
voorbestemd zijn dagen te slijten in
het 40.000 inwoners tellende stadje
Amman en terwijl de Arabische we-
reld in verzet kwam tegen de Joodse
penetratie maakte hij de plannen ter
verwezenlijking van zijn levens-
droom: een Groot-Syrisch Rijk met
hem zelf op de troon.
Groot Syrisch Rijk.
Abdoellah woont in een heksenke-
tel, want de Arabische Liga bestaar
alleen maar in naam. Onderling
heerst er de grootste verdeeldheid.
Hij heeft het Ibn Saud, de konmg
van Saoui-Arabie nog steeds niet
vergeven, dat hij Abdoellah's vader
van de troon stiet en Hadj es anex-
eerde. Bovendien, kan hij geen aan-
spraken laten gelden op Irak, dat
hem in 1918 toegewezen werd.
Daarnaast hadden de Fransen zijn
broer nooit mogen wegjagen uit Sy
rië en ailes bij een genomen is hij
eigenlijk de aangewezen man om
eenheid te brengen in deze hoek van
de wereld: Palestina, Lybanon, Sy
rië, Irak en een stuk van Saoudl-
Arabie opnieuw te groeperen tôt een
groot-Syrisch Rijk.
De kust van Palestina behoort
daar ook toe. Bovendien is Jérusa
lem waardig een nazaat van Moha
med te herbergen. Tegen deze ach-
tergrond moet men de huidige oor-
log in Palestina ook zien.
Thans verwezenlijking
van zijn droom?
Vandaar ook de geringe activiteit,
welke Egypte en Saoudi-Arabie ont-
plooien vandaar ook dat Ibn Saud
het wel prettig vindt dat de Joden
onophoudelijk de steeds langer wor-
dende verbindingslijnen van Ab be-
stoken en geen hand uitsteekt om
hem te helpen. Want de koning van
Saoudi Arabië en ook koning Farouk
van Egypte maken bovendien nog
aanspraken op de stad Akaba, juist
op Transjordaans gebied gelegen
in het uiterste Noord-Oosten van de
Rode Zee, juist waar Egypte, Trans
jordanië, Palestina en Saoudi-Arabie
elkaar raken. Als een demonstratie
heeft Abdullah niet verzuimd het
garnizoen van Akaba belangrijk te
versterken voor hij begon met de
Palestijnse opmars. De joden zjjn
voor hem geen doel, doch middeï.
Nagunstige Arabieren fluisteren niet
alleen dat Abdoellah de gevaarlijke
spion is der Engelsen om de ontlui-
kende eenheid der Liga kapot te
maken en zich zelf op te werken tôt
de machtigste vorst van Arabië,
doch ook dat hij niet naar Tel Aviv
gaat om de joden weg te jagen, doch
slechts om hen de kracht van zijn
Arabisch Legioen te tonen en daarna
te praten, want de Joden brachten
welvaart in de kustvlakte en wel
vaart kan Ab gebruiken ter verwe
zenlijking van zijn droom.
naakte feiten van de laatste twintig stuiven. Vroeger op de landbouwsch.
jaar hadden hem anders moeten le
ren. Alleen wanneer de landbouw
productief is, kent de bevolking van
een land de rust, die een welvoor-
ziene tafel geeft. Een welvarende
landbouw bindt de mensen uit plat-
telandsplaatsen aan hun dorpen en
matigt daardoor de trek naar de ste-
den. Daar wordt dus een overaan-
bod van nieuwe arbeidskrachten
voorkomen, waardoor ook de steden
een evenwichtiger groei gaan verto-
nen. De plattelandsbevolking van
een hoog-ontwikkelde landbouw is
verder koopkrachtiger, waardoor de
stedelijke bedrijven een goed afzet-
gebied op het land vinden. En zo
werkt een welvarend platteland in
vele opzichten als een economisch
en sociaal evenwichtsorgaan. Was
dat evenwichtsorgaàn er niet of
wordt het v.erstoord, dan raakt de
gdhele samenleving in disorde!
Kent Uw fouten.
Tôt nu toe zullen we met dit ar
tikel geen critiek te vrezen hebben
van boerenzijde. Alleen zullen ze er
aan toevoegen: dus de regering moet
zorgen, dat de landbouw gezond
blijft, d.w.z. zij moet hoge prijzen
betalen. Maar al erkennen wij de
noodzaak van .prijzen, die een lo-
nend bedrijf mogelijk maken, er zijn
andere vraagstukken, die van niet
minder belang zijn en die in de eer
ste plaats de boeren zelf raken. Daar
is bijv. de gezondheid van de bo-
dem; dat is een ailes beheersend
vraagstuk. Wordt de grond verwaar-
loosd, dan is de grondslag van de
landbouw in gevaar. Al te gemakke-
leerden we bij Economie, dat de
grond een onvergankelijke vorm van
kapitaal is, maar dat is onjuist.
Grond kan zijn waarde net zo goed
verliezen als andere bezittingen en
dat is het geval, wanneer hij ver-
stuift of wegspoelt.
Het is dit verstuiven, dat bijvoor-
beeld onze Veenkoloniën kennelijk
meer en meer bedreigt. Ook dit jaar
zijn er weer zandstormen geweest en
in veel sterker mate dan in andere
zandstreken. De oorzaken daarvan
zijn nog steeds niet voldoende onder
zocht, maar zeer waarschijnlijk
wordt het verschijnsel veroorzaakt
door de uitsluitende bemesting met
kunstmest. De oudere Veenkoloniën
zijn vruchtbaar gemaakt met com
post en stalmest, doch de laatste
halve eeuw drijven de Veenkoloniën
vrijwel geheel op chemische mest-
stoffen. Dat gaat ten koste van het
humusgehalte van de grond en vroeg
of laat ondervindt men daarvan de
schadelijke gevolgen. Men zal dus
belangrijk meer vee moeten gaan
houden of compost aanvoeren, dan
wel systematisch groenbemesting in
de vruchtopvolging moeten opne-
men. Blijft men bij de eenzijdige
landbouw van het ogenblik, dan is
verarming van de landbouw in deze
streken onafwendbaar. Dan zal over
enkele jaren zelfs bij groeivoor-
waarden, als wij dit voor jaar mogen
hebben en bij de beste prijzen, die
men zich denken kan, geen lonende
landbouw meer mogelijk zijn. Wij
moeten dus in de eerste plaats voor
een gezonde landbouw zorgen.
De Veiligheidsraad heeft de strij-
dende partijen in Palestina opdracht
gegeven het vuren binnen 36 uur na
de uitvaardiging van de order, het
vuren te staken.
De voorlopige regering van de
staat Israël heeft zich bereid ver-
klaard Maandagavond om 20 uur
plaatselijke tijd het vuren te staken,
op voorwaarde dat de Arabieren het-
zelfde zouden doen. Wilden de Ara
bieren eerder het vuren staken, dan
deze tijd, dan waren ook de Joden
bereid dit te doen.
De berichten, die van Arabische zij-
de binnen komen zijn verward. Eerst
werd gemeld, dat de Arabieren aan
de order van de Veiligheidsraad geen
gevolg zouden geven. Toen kwam het
bericht, dat de Arabieren aan de Vei
ligheidsraad 36 uur uitstel zouden
vragen, en ten slotte meldde Reuter
uit Washington, dat zij toch overeen-
gekomen zijn het vuren te zullen sta
ken op voorwaarde, dat de Joodse
immigratie in Palestina zou worden
stopgezet en dat de staat Israël niet
zou worden erkend.
Dit antwoord zou Maandagavond 90
minuten na het aflopen van de ter-
mijn voor de order „staakt het vu
ren", ter kennis van de Veiligheids
raad worden gebracht.
Uit Lake Success wordt gemeld dat
de Veiligheidsraad heeft besloten de
aanvangstermijn voor de wapenstil-
stand in Palestina uit te stellen tôt
heden 17 uur.