KOMING MELLU Mil TUNS101DAHIË 7 >4 WOENSDAG 26 MEI 1948 No. 42 VOOR DE GEMEENTEN HOOGEZAND - SAPPEMEER - SLOCHTEREN WAARIN OPGENOMEN OOST GOORECHT VAN 1871 NOORD- EN ZUIDBROEK MUNTENDAM VEENDAM EN OMGEVING en het NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN 1888 Moeten politieke delinquenten bevoordeeld worden boven gewone gevangenen In de desbetreffende Memorie van Antwoord zegt de Regering, dat zij betwijfeit of de nieuwe rechtsorde 1 Januari 1949 een feit za! zijn. De j.Waterman" arriveerde in de tropen. Een nazaat van Profeet Mohamed Intrigues in de Arabische Liga VERSTUIVING VAN DE BODEM Een veel in onze omgeving voorkomend verschijnsel Men zij gewaarschuwd Wereldnieuws in vogelviucht il 4^ i Palestina. Streekblad reclame is huis aan huis reclame. Derde Jaargang ABONNEMENTSPRIJS f 1.25 p. kwartaal, Franco p. post f 1.50 (bij vooruitbetaling) PRIJS DER ADVERTENTIES: 12 cent per mm. Zogen. Kleintjes als te koop, te huur, gevraagd enz. mini mum 75 cent (bij vooruitbetaling). NEUWSBLAD VERSCHIJNT WOENSDAGS EN ZATERDAGS Uitgeefster: Seggers' en Kremer's Uitgeverszaak ,,Het Nieuwsbla'd" C.V. Kantoor Hoofdstraat 6, Hoogezand Telefoon 139 (b.g.g. 213 of 214) Postrekening No. 435883 Bij de behandeling in de Eerste Kamer van het wetsontwerp tôt op- heffing van de Bijzondere Rechtspraak, heeft het kamerlid Mr. Wyers het denkbeeld naar voren gebracht het ten behoeve van politieke delin- quenten mogelijk te maken na het uitzitten van 1/3 gedeelte van de straftijd, hen voorwaardelijk in vrijheid te stellen. In dit verband moeten wij allereerst opmerken, dat het krachtens artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht mogelijk is dat gevangenen na het uitzitten van 2/3 gedeelte van de hun opgelegde straf voorwaar delijk in vrijheid worden gesteld. Het heeft derhalve in de bedoeling van Mr. Wijers gelegen de poli tieke delinquenten te bevoordelen boven de gewone gevangenen, een denkbeeld waarvoor de minister van Justitie, Z.Ex. van Maarseveen niets gevoelde. Het voorstel van het betreffende kamerlid is van de baan, maar toch is er aile reden, er even bij stil te staan. Wij moeten bij de politieke delinquenten twee categorieën onder- scheiden: de lichte gevallen en de zwaardere gevallen. De lichte geval- len zijn gestraft met tijdelijke ontzetting uit de kiesrechten, verbeurd- verklaring van een bepaalde som geld, met internering gelijk aan de voorinternering en somtijds met een kleine interneringsstraf welke in de meeste gevallen reeds is verstreken. In het algemeen kunnen wij dus zeggen dat degenen der politieke de linquenten, die thans nog een vrij- heidsstraf ondergaan, tôt de zwaar dere gevallen behoren. Wat hebben deze „zwaardere ge vallen" op hun geweten? Het is moeilijk op deze vraag een antwoord te geven, want het aantal variaties op het thema „verraad" is groot. Wij zouden slechts enkele voorbeelden kunnen noemen: de bezetter gehol- pen bij het knechten van ons volk en het leegroven van ons land, goe- de Vaderlanders, illégale werkers, onderduikers of Joden aangebracht, (waardoor event. levens werden af- gebroken door kogels van een Duits vuurpeleton, of door de hel der Duit- se concentratiekampen) enz. Wat hebben gewone gevangenen op hun geweten? Ook hier is het aantal variaties enorm. Daar heeft men het individu, die om der wille van geld een medemens van het le- ven beroofde. Daar is ook de uitge- stotene, die nergens werk meer kon vinden, en die ten slotte heeft gesto- len om te kunnen leven, enom gratis onderdak te kunnen krijgen. De vraag is nu: Zijn de politieke gevangenen beter dan de commune gevangenen? En daarop moeten wij antwoorden, naar onze mening niet. Het verraden van illégale werkers of Joden, terwijl men heel goed wist, wat de consequenties van dit ver- raad zouden zijn, staat gelijk met moord. Landverraad is naar ons ge- voel een veel dieper te- verachten misdaad, dan diefstal. Wij kunnen ons dan ook met het denkbeeld van Mr. Wijers geenszins verenigen, en begrijpen ook ten voi le, dat de minister er niets voor ge voelde. VIERING REGERINGSJUBILEUM VAN II.M. DE KONINGIN OP 31 AUGUSTUS. De minister van binnenlandse za- ken heeft aan de gemeentebesturen mdegedeeld dat als datum voor de viering van het regeringsjubileum van H.M. de Koningin en van de 300- jarige onafbankelijkheid van Neder- land is vastgesteld Dinsdag 31 Aug. SIGARETTENPEUKJE TUSSEN RESSENS GEWORPEN. Zondagmiddag heeft een van de bezoekers van het V.U.C.-terrein te Den Haag vermoedelijk een s'igaret- teneindje tussen onder de tribune opgeslagen kussens geworpen. De rest van de dag en ook gedurende de nacht bleven de kussens smeulen. Eerst Maandagmorgen omstreeks 8 uur lekte een vlam uit de tribune op. De brandweer, die onmiddellijk ingreep, kon erger voorkomen. We kunnen nu ook meepraten over al de plaatsen, waar we tegenwoor dig zoveel van horen. Port Said: het pingelen met de kooplieden, die met hun bootjes om het schip zwermen en met veel la- waai en geschreeuw hun waren aan- bieden. Ze spreken een vreemd men- gelmoes van Engels en Nederlands, waardoor je de geestigste dingen te horen krijgt: „Meneer de Gravin, hé kaptein, mooi tas, mooi ta-as, how much; wat money; dutch geld; 60 gulden". Je begint dan met f 5 te bieden en na een half uur loven en bieden heb je je „mooi tas" voor een tientje; Aden: we zagen de kale rotsen, waar droogte en hitte elke planten- groei onmogelijk maken. De grauwe steenmassa's vormen een schrille tegenstelling met de lieflijk blauwe golf van Aden, met haar druk ver- keer en veelkleurige Oosterse zéil- bootjes. Toen stoomden we de Indische Oceaan op. Acht dagen lucht en wa- ter. Steeds maar de langzame dei- ning, door het schip onverbiddelijk en gestadig doorploegd. Eindelijk Sa- bang. Voor het eerst sinds drie we- ken mogen we een dag aan land. We genieten van het exotische natuur- schoon: palmentuinen, dicht begroei- de bergpaadjes waar de bloemen de heerlijkste geuren verspreiden; we bewonderen de bonté kleurenpracht van de tropische flora en fauna. De reis wordt nu interessanter. Er is meer te zien: Singapore, de kus- ten van Sumatra en Malakka, de Riouw-Ârchipel, Banka en dan ein delijk Tandjong Priok. We zijn nu al weer twee dagen in Batavia en beijveren ons de Ooster se beschaving, de adat (gewoonte- recht) van de Inlanders te ontdek- ken. Het is erg moeilijk om zo kersvers uit de Westerse beschaving je in te leven en in te stellen op de Oosterse, omdat zij in aile opzichten van eï- kander verschillen. We hebben dat al zo dikwijls gelezen; we hebben dat al zo vaak in gesprekken ge- hoord, maar nu dringt de werkelijke betekenis van dat feit eerst tôt ons door. De begrippen en de normen van de inlanders, zijn houding, zijn levens- wijze, getuigen van een hoge mate van innerlijke beschaving, van een eeuwenoude cultuur. En toch betrap ik me er zelf herhaaldelijk op, dat ik met mijn Westerse ideeën denk: „Wat een onbeschaafde men- sen". Ik hoop in de komende weken wat meer te schrijven over hetgeen ik met betrekking tôt dit onderwerp zal opmerken, hetgeen naar ik hoop zal bijdragen tôt een goed begrip in Ne- De wijziging van de Lagere Onder- wijswet, welke door de minister was voorgesteld, heeft bij de behande ling in de Tweede Kamer nog al wat voeten in aarde gegeven. Er is een paar dagen over gedebateerd, en men zou kunnen spreken over een onder- wijsdebat zonder einde. Maar het einde is dan ten slotte toch gekomen, en het ontwerp in zijn geheel is z.h.s. goedgekeurd* Er zijn enkele punten die de aandacht vragen. De heer van Sleen (Arb.) diende een amendement in om Espéranto onder de facultatieve vakken van het L.O. op te nemen. Het amendement werd door sommige leden gesteund, en door andere bestreden. De minister had er geen principiële bezwaren tegen, maar hij achtte het beter ge- val voor gevaï, dat wil dus zeggen iedere school die Espéranto zou wil- len invoeren, te bekijken. Toen het er naar uitzag, dat het amendement met de tegenstelling rechts tegen links zou worden verworpen, werd 't door de voorsteller teruggenomen. Tijdens een gedachtenwisseling deelde minister Gielen mede, dat volgens schatting gedurende de eerstkomende drie jaar ongeveer 1700 Nederlandse leerkrachten nodig zijn voor Indonesië. Nieuwe Staatsregeling voor de West. In tegenstelling met de Tweede Kamer over de wijziging van de La- gere-Onderwijswet, is de Eerste Ka mer bij de behandeling van de ont- werpen van wet tôt wijziging van de Staatsregelingen van Suriname en Curaçao helemaal niet breedspra- kig geweest. Slechts enkele sprekers voerden het woord, en zelfs zij had- den geen critiek. Minister Jonkman heeft het dus wel heel gemakkelijk gehad met de verdediging van het ontwerp. Tijdens de behandeling zat op de tribune Dr. M. F. da Costa Gomez, vertegenwoordiger van Curaçao. Toen het ontwerp was goedgekeurd, ging de kamer-voorzitter, Prof. Kra- nenburg naar hem toe en feliciteer- de hem, waarna de heer da Costa Gomez zei; „Ik heb me moeten be- heersen om niet, nadat de beslissing was gevallen, naar beneden te roe- pen: ,,Ik dank U wel mijne heren". Grondwetsherziening. Aan de memorie van antwoord op het voorlopig verslag van de Eerste Kamer betreffende de wetsontwer- pen tôt grondwetsherziening, onlle- nen wij het volgende: Voor wat betreft de vooruitzich- ten inzake het totstandkomen van een politiek accoord met de repu- bliek Indonesië zij medegedeeld, dat de onderhandelingen zover zijn ge- vorderd, dat van beide zijden over de meeste der te behandelen onder- werpen zgn^working papers zijn in- gediend. Thans is derhalve een over- zicht verkregen van de in bespreking te brengen materie. De eigenlijke on derhandelingen zullen binnenkort een aanvang nemen. Al zal de Regering harerzijds ailes doen wat in haar vermogen ligt om de vestiging der nieuwe rechtsorde zo spoedig mogelijk te verwezenlij- ken, zij moet desalniettemin erken- nen, dat het ten gevolge van het uit blijven van het volledig accoord met de republiek aan ernstige twijfel onderhevig is, of de nieuwe rechts orde 1 Januari 1949 inderdaad zal kunnen zijn voltooid. (Deze datum was genoemd in de overeenkomst van Linggadjati). Voorts wordt in de memorie mede gedeeld, dat binnenkort een confe- rentie zal worden belegd te Ban- doeng, met vertegenwoordigers van andere autonome gebieden dan de republiek Indonesia. EEN TEKEN VAN WAANZIN? Een inwoner van het havendorp van Vlissingen beoefende een nieuw soort sport. De kleding van 3 4- jarige kinderen werd op de rug opengesneden, en dat dikwijls zo hardhandig, dat de rug werd ge- wond. Dit feit heeft nogal wat consterna- tie gebracht in het dorp, temeer om dat het opensnijden der kleren hele maal niet op still plekjes geschiedde, doch zo maar midden in het dorp, terwijl nooit iemand opmerkte aat het gebeurde. Men ging elkaar ver- denken. De politie heeft echter inmiddels de vefmoedelijke dader aangehou- den, een gescheiden vrouw, die enige dagen voordat zij haar manie ging botvieren een pakje scheermes- jes bij een kapper heeft gekocht. DOOR GASVERSTIKKING OM HET LEVEN GEKOMEN. Tragische dood van Amsterdamse verpleegster. Een Amsterdamse verpleegster, de 24-jarige Mej. H. V., die, ter verkrij- ging van practische ervaring enige tijd in enkele gezinnen te Heerlen had gewerkt, beëindigde haar werk- zaamheden aldaar. Nam afscheid van de gezinnen, om naar haar geboor- testad terug te keren. In haar pen sion nam zij een bad, en was van plan de volgende morgen te vertrek- ken. Plotseling hoorde men kreunen in nemingen, door ook voor uitbreiding en zo nodig voor nieuw op te richten bedrijven. Loon- en prijspolitiek. Wij hebben in dit overzicht langei de badkamer. Daar de deur van de tijd moeten verwijlen in de parle-t kamer gesloten was, was men ver- mentaire sfeer, maar hen die dat plicht de badkamer via een balcon vervelend vinden, of zelfs deze ver- te bereiken en zich toegang te ver- slagen, die toch voor ons gehele volk schaffen door het stukslaan van een van belang zijn, niet lezen, kunnen ruit. wij gerust stellen. Het zal geen, Het meisje bleek bewusteloos te maanden meer duren, en dan gaan zjjn tengevolge van het uit een de- de kamerleden met zomerreces. Maar, fecte geyser stromend gas. wij willen toch nog een enkel punt] Medische hulp was spoëdig ter aanroeren, dat buiten de parlemen-j plaatse. Het slachtoffer werd naar taire zaken ligt, n.l. een rapport van een ziekenhuis overgebracht, zij is Koning Abdoellah is een kleine, charmante, overgevoelige man van 67 jaar. Knap diplomaat en Londen trouw in voor- en tegen- spoed heeft hij na een moeilijk, doch avontuurlijk leven kans çe- zien een sleutelpositie in te nesnen in de Arabische Liga. Hij rukt thans op, aan het hoofd van zijn beroemd Arabisch Legioen, naar Jérusalem eh Tel Aviv om tactisch succès te halen en de waarde van zijn goed geoefend en met Brits materiaal uitgeruste legertje te tonen aande andere broeders van het Ara bische blok. Op het schaakbord kan hij Euwe verslaan. Op het diplomatieke veld heeft hij zich onbetwistbaar de meerdere ge- toond van de andere Arabische vorsten en ook zijn strategische plannen wijzen op meer dan gewone begaafdheid. de interdépartementale commissie inzake de loon- en prijspolitiek. Uit- eengezet wordt, dat ondanks de stij- ging van de buitenlandse prijzen en een aantal andere kostenfactoren bij de productie, de regering erin ge- slaagd is een belangrijke stijging van het indexcijfer van de kosten van levensonderhoud te voorkomen. Daarnaast heeft de regering bevor derd, dat langs verschillende wegen 't inkomen der arbeidersgezinnen 'n verhoging heeft ondergaan met 15 20 Daardoor is de spanning tus sen lonen en prijzen niet aanmerke- lij'k veranderd, omdat de productie is vergroot, waardoor de voorziening van de bevolking, ook met duurzame goederen, is verbeterd. Tuberculose ais beroepsziekte. En tôt besluit nogmaals het parle ment: Bij de Tweede Kamer is inge- diend een wetsontwerp tôt wijziging der Ongevallenwet 1921 en der Land- en Tuinbouw ongevallenwet 1922. Het betreft hier de beantwoor- ding van de vraag of een tuberculose aandoening kan worden aangemerkt als een ongeval of letsel, in betrek- kelijk korte tijd ontstaan. De minister is van oordeel, dat,) hoewel het gevaar van door tubercu-j lose besmet te worden een risico is, hetwelk in onze samenleving ieder- een loopt, aangenomen moet worden, dat het een beroepsrisico is voor die- genen, die uit hoofde van hun be- roep met tuberculoselijders in con tact komen. Deze gedachte heeft ge- leid tôt de idee een nieuwe bepaling aan b.g. wet toe te voegen, strekken- de, de tuberculose voor werklieden in met namen te noemen bedrijven als beroepsziekte te beschouwen. IN NEDERLAND HOORT HET ZO IN STAD EN DORP E.H.B.O. echter niet meer tôt bewustzijn ge komen. DOOR GEBREK AAN TRAMWAGENS EEN EXPLOSIE VOORKOMEN. Vroeger reed tussen Arnhem en Velp een tram. Door slijtage van Koning Abdoellah, die in Turkije werd opgevoed, spreekt vloeienct Turks, Frans en Engels om niet te spreken van het grote aantal Ara bische dialecten. Kleding en uiter- lijk heeft hij verzorgd met een wel- haast pijhlijke nauwgezetheid en als hij spreekt, dan lijkt hij meer op een dromerige, melodieuze dichter, dan op een man, die momenteel wereld- geschiedenis maakt. Psycholoog bij uitnemendheid zag hij zijn eerste kans in 1914. Samen met zijn broeder Feisal beloofde hij de Engelsen de Arabische wéreld in opstand te brengen tegen de Turken en geholpen door de Britse Arabier Lawrence, die terecht de ongekroon- de koning van Arabië werd ge noemd, slaagden zij inderdaad. Tel eurstelling en. Abdoellah heeft in zijn leven vele teleurstellingen moeten ondervinden doch ook mocht hij ervaren, dat Lon den trouw wist te belonen. Zo kwam hij in 1918 op de troon te Irak, ter wijl zijn broeder koning werd van Syrië. Het vlotte echter niet in deze landen. De ene opstand volgde op de andere totdat tenslotte een vreselijk bloedbad ingrijpen van buiten ver- oorzaakte. De Fransen joegen Feisal zijn paleis uit en —j indachtig het spreekwoord geven en nemen, het "materiaal werd" die dïenst echt er deed Abdoellah vrijwillig af stand van na de bevrijding niet hervat. De Irakse troon ten gunste van tramrails bleven liggenals een soort zdn broer Feisal. luxe. Een arbeider, die bij de O.T. ge werkt had, vertelde eens, dat in deze buurt bommen in de grond moesten zitten, doch men vond niets. De oor- zaak daarvan moest gezocht worden, in de storende werking door de rails op de instrumenten uitgeoefend. Toen dezer dagen arbeiders onder het viaduct in deze weg werkzaamhe- den verrichtten, stuitten zij op een houten Duitse bom. Onmiddellijk werd de plaatselijke hulpverlenings- dienst er bij gehaald, en die vond 5 Duitse mijnen, zo gemonteerd, dat bij explosie van één ervan een En- gelse bom van 1000 kg., 3 Duitse bommen van 50 kg. en 4 pantservuis- ten zouden exploideren. Onmiddellijk werd met het on- schadelijk maken begonnen. Des nachts om 1 uur kregen de bewo- ners, die op een afstand van 300 m. of minder van de bédreigde plek woonden opdracht te evacueren. Op 4.30 uur waren de helse machines verwijderd. Het treinverkeer over het viaduct, dat was gestremd, kon toen worden hervat, en de geëvacu- eerde bewoners mochten naar hun woningen terugkeren. Indien de tram gereden had, zou door de druk een explosie veroor- zaakt zijn, en deze zou, in verband met de grote hoeveelheid spring- stof (1200 kg.) catastrophale gevol- gen gehad hebben. Abdoëllah was koning af. En dat is erg voor een nazaat van Mohamed. Was niet de dochter van de profeet Fatimah zelf de grondlegster van het geslacht Hasjim? Was hij niet de zoon van Hussein, koning van Hed- jas? Eerst cominissaris, daarna Koning-. Toentertigl was Churchill kolon'i- aal cômmissaris en met lede ogen zag hij de moeilijkheden in dat deel van het nabije Oosten dat we thans aanduiden met de naam Transjorda- nië. Hij bezocht Abdoellah, die In derdaad bereid bleek te zijn zich aïs cômmissaris in Amman te vestigen om orde en rust te herstellen. Hij werd aangesteld voor zes maanden, doch zijn werk was te goed om hem te ontslaan en daarop liet men hem in deze hoek van het rumoerige Oos ten. Hij werd emir(prins), bouwde met voortvarendheid een betrekke- lijke welvaart en toen Hitler de tweede wereldbrand ontketende was hij de enige der Arabische machtheb- bers, die zonder tegenvoorwaarde en spontaan Londen aile hulp offreerde. Londen vond dat zo mooi, dat men in 1947 Abdoellah kroonde tôt koning van Transjordanië. Stralend in het uniform van Engels yeldmaarschalk schouwde hij zijn troepen, het be- roemde'door de opvolger van Law rence, Glubb Pashe opgeleide Trans- jordanische leger, het Arabische le- Nederlands Indische Herstelbank Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp -tôt oprichting van de Nederlands-Indonesische Mij. tôt Financiering van het Economisch Herstel van Indonesië. De in samenwerking met de rege ring van Indonesië op te richten in- stelling zal kunnen voorzien in de kapitaalhehoefte van ondernemîn- gen, welke deze niet bij de thans be- staande credietinstellingen kunnen dekken. Het ligt niet in de bedoeling derland van de «verhoudingen hier alleen eredieten te verstrekken voor in de Indische Archipel. herstel van beschadigde onder- Het is een plezier te zien hoe dit jaar ailes groeit en bloeit. Regen en zonneschijn wisselden elkander re- gelmatig af, de zware dauw des morgens overtrok het hele land met een waas van groeizaamheid en als deze omstandigheden spoedig terug keren, zullen we dit jaar in geheel Europa 'n grote en misschien beslis- sende stap doen naar 't herstel van de overvloed. Want als de landbouwpro- ductie weer op voor-oorlogse peil is, is de eerste voorwaarde voor algem. herstel vervuld. Als ons één ding dui- delijk is geworden in zowel crisis- als oorlogstijd, dan is het, dat zonder enige overdrijving de landbouw nog altijd de hasis van het bestaan ge noemd mag worden. Het is waar, dat naar verhouding de betekenis van de landbouw afneemt, percents- gewijs wordt het aantal mensen, dat rechtstreeks van de landbouw be- staat, steeds geringer. In ons land, in Engeland, in Amerika en nog en kele hoog-ontwikkelde landen wordt wel de landbouw-productie grotei-, maar het aantal arbeidskrachten in de landbouw niet. Voor een land als Nederland wil dat zeggen, dat als een boer of tuinder twee zoons heeft, er een het bedrijf van de vader kan krijgen, doch dat er voor de ander meestal geen plaats op het land is. Die tweede zoon moet dus maar eeft ander vak kiezen. Dat leidt er toe, dat men gaat den- ken, dat de landbouw niet meer zo geweldig belangrijk is als vroeger, toen het merendeel van de bevol king van de landbouw bestond. Wat het voedsel betreft, wil men wel ér- kennen-, dat de landbouw onmisbaar is, maar voor de algemene econo- mische verhoudingen vindt men zijn betekenis niet zo overweldigend. Alleen echter wie oppervlakkig denkt, kan zo redeneren. Reeds de lijk en al te zelfverzekerd zegt men: „Dat bestaat in Nederland niet". Er zijn wel degelijk aanwijzingen, dat de grond in verschillende streken in vruchtbaarheid achteruit gaat. Bij 'n prachtig voor jaar, als wij thans ge had hebben, valt 't niet zo op, maar vele van onze zandgronden beginnen bij voorjaarsdroogte, steeds harderte gioen. Volkomen uitgerust met uit- stekend Brits materiaal en bestaan- de uit vechtgrage Bedouienen geldt dit Arabisch Legioen thans voor de sterkste militaire organisatie van het nabije Oosten. Abdoellah, de afstammeling van de profeet achtte zich echter niet voorbestemd zijn dagen te slijten in het 40.000 inwoners tellende stadje Amman en terwijl de Arabische we- reld in verzet kwam tegen de Joodse penetratie maakte hij de plannen ter verwezenlijking van zijn levens- droom: een Groot-Syrisch Rijk met hem zelf op de troon. Groot Syrisch Rijk. Abdoellah woont in een heksenke- tel, want de Arabische Liga bestaar alleen maar in naam. Onderling heerst er de grootste verdeeldheid. Hij heeft het Ibn Saud, de konmg van Saoui-Arabie nog steeds niet vergeven, dat hij Abdoellah's vader van de troon stiet en Hadj es anex- eerde. Bovendien, kan hij geen aan- spraken laten gelden op Irak, dat hem in 1918 toegewezen werd. Daarnaast hadden de Fransen zijn broer nooit mogen wegjagen uit Sy rië en ailes bij een genomen is hij eigenlijk de aangewezen man om eenheid te brengen in deze hoek van de wereld: Palestina, Lybanon, Sy rië, Irak en een stuk van Saoudl- Arabie opnieuw te groeperen tôt een groot-Syrisch Rijk. De kust van Palestina behoort daar ook toe. Bovendien is Jérusa lem waardig een nazaat van Moha med te herbergen. Tegen deze ach- tergrond moet men de huidige oor- log in Palestina ook zien. Thans verwezenlijking van zijn droom? Vandaar ook de geringe activiteit, welke Egypte en Saoudi-Arabie ont- plooien vandaar ook dat Ibn Saud het wel prettig vindt dat de Joden onophoudelijk de steeds langer wor- dende verbindingslijnen van Ab be- stoken en geen hand uitsteekt om hem te helpen. Want de koning van Saoudi Arabië en ook koning Farouk van Egypte maken bovendien nog aanspraken op de stad Akaba, juist op Transjordaans gebied gelegen in het uiterste Noord-Oosten van de Rode Zee, juist waar Egypte, Trans jordanië, Palestina en Saoudi-Arabie elkaar raken. Als een demonstratie heeft Abdullah niet verzuimd het garnizoen van Akaba belangrijk te versterken voor hij begon met de Palestijnse opmars. De joden zjjn voor hem geen doel, doch middeï. Nagunstige Arabieren fluisteren niet alleen dat Abdoellah de gevaarlijke spion is der Engelsen om de ontlui- kende eenheid der Liga kapot te maken en zich zelf op te werken tôt de machtigste vorst van Arabië, doch ook dat hij niet naar Tel Aviv gaat om de joden weg te jagen, doch slechts om hen de kracht van zijn Arabisch Legioen te tonen en daarna te praten, want de Joden brachten welvaart in de kustvlakte en wel vaart kan Ab gebruiken ter verwe zenlijking van zijn droom. naakte feiten van de laatste twintig stuiven. Vroeger op de landbouwsch. jaar hadden hem anders moeten le ren. Alleen wanneer de landbouw productief is, kent de bevolking van een land de rust, die een welvoor- ziene tafel geeft. Een welvarende landbouw bindt de mensen uit plat- telandsplaatsen aan hun dorpen en matigt daardoor de trek naar de ste- den. Daar wordt dus een overaan- bod van nieuwe arbeidskrachten voorkomen, waardoor ook de steden een evenwichtiger groei gaan verto- nen. De plattelandsbevolking van een hoog-ontwikkelde landbouw is verder koopkrachtiger, waardoor de stedelijke bedrijven een goed afzet- gebied op het land vinden. En zo werkt een welvarend platteland in vele opzichten als een economisch en sociaal evenwichtsorgaan. Was dat evenwichtsorgaàn er niet of wordt het v.erstoord, dan raakt de gdhele samenleving in disorde! Kent Uw fouten. Tôt nu toe zullen we met dit ar tikel geen critiek te vrezen hebben van boerenzijde. Alleen zullen ze er aan toevoegen: dus de regering moet zorgen, dat de landbouw gezond blijft, d.w.z. zij moet hoge prijzen betalen. Maar al erkennen wij de noodzaak van .prijzen, die een lo- nend bedrijf mogelijk maken, er zijn andere vraagstukken, die van niet minder belang zijn en die in de eer ste plaats de boeren zelf raken. Daar is bijv. de gezondheid van de bo- dem; dat is een ailes beheersend vraagstuk. Wordt de grond verwaar- loosd, dan is de grondslag van de landbouw in gevaar. Al te gemakke- leerden we bij Economie, dat de grond een onvergankelijke vorm van kapitaal is, maar dat is onjuist. Grond kan zijn waarde net zo goed verliezen als andere bezittingen en dat is het geval, wanneer hij ver- stuift of wegspoelt. Het is dit verstuiven, dat bijvoor- beeld onze Veenkoloniën kennelijk meer en meer bedreigt. Ook dit jaar zijn er weer zandstormen geweest en in veel sterker mate dan in andere zandstreken. De oorzaken daarvan zijn nog steeds niet voldoende onder zocht, maar zeer waarschijnlijk wordt het verschijnsel veroorzaakt door de uitsluitende bemesting met kunstmest. De oudere Veenkoloniën zijn vruchtbaar gemaakt met com post en stalmest, doch de laatste halve eeuw drijven de Veenkoloniën vrijwel geheel op chemische mest- stoffen. Dat gaat ten koste van het humusgehalte van de grond en vroeg of laat ondervindt men daarvan de schadelijke gevolgen. Men zal dus belangrijk meer vee moeten gaan houden of compost aanvoeren, dan wel systematisch groenbemesting in de vruchtopvolging moeten opne- men. Blijft men bij de eenzijdige landbouw van het ogenblik, dan is verarming van de landbouw in deze streken onafwendbaar. Dan zal over enkele jaren zelfs bij groeivoor- waarden, als wij dit voor jaar mogen hebben en bij de beste prijzen, die men zich denken kan, geen lonende landbouw meer mogelijk zijn. Wij moeten dus in de eerste plaats voor een gezonde landbouw zorgen. De Veiligheidsraad heeft de strij- dende partijen in Palestina opdracht gegeven het vuren binnen 36 uur na de uitvaardiging van de order, het vuren te staken. De voorlopige regering van de staat Israël heeft zich bereid ver- klaard Maandagavond om 20 uur plaatselijke tijd het vuren te staken, op voorwaarde dat de Arabieren het- zelfde zouden doen. Wilden de Ara bieren eerder het vuren staken, dan deze tijd, dan waren ook de Joden bereid dit te doen. De berichten, die van Arabische zij- de binnen komen zijn verward. Eerst werd gemeld, dat de Arabieren aan de order van de Veiligheidsraad geen gevolg zouden geven. Toen kwam het bericht, dat de Arabieren aan de Vei ligheidsraad 36 uur uitstel zouden vragen, en ten slotte meldde Reuter uit Washington, dat zij toch overeen- gekomen zijn het vuren te zullen sta ken op voorwaarde, dat de Joodse immigratie in Palestina zou worden stopgezet en dat de staat Israël niet zou worden erkend. Dit antwoord zou Maandagavond 90 minuten na het aflopen van de ter- mijn voor de order „staakt het vu ren", ter kennis van de Veiligheids raad worden gebracht. Uit Lake Success wordt gemeld dat de Veiligheidsraad heeft besloten de aanvangstermijn voor de wapenstil- stand in Palestina uit te stellen tôt heden 17 uur.

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


Het Nieuwsblad nl | 1948 | | pagina 1