van
Inhuldigingsrede
H.M. KONINGIN JULIANA
WÊÈÊm
Amsterdam en de Inhuldigingsplechtigheid.
WÊÊÈm
waarin opgenomen OOST GOORECHT VAN 1871
en het NIEUWS- EN ADVERTENT1EBLAD VAN 1888
Bp?
Perde krarganq
Woensdag 8 September 1948
No. 72
VOOR DE GEHEENTEN HOOGEZAND - SAPPEMEER - SlOCHTERcN
- NOORD- EN ZUIDBROEK - MUNTENDAM - VEENDAM EN OMGEVING
x Mi™0' c
4 A2e Pr]li
u.
Het pad van de redactie vcm een kleine kxant, die zijn
lezers op goede wijze wil voorlichten, gaat niet over ro-
zen. Een streekblad schijnt niet mee te tellen.
Een protest.
Thons bleek dat de witte
perskaarten, die aan verte-
genwoordigers van de pro
vinciale pers waren uitge-
reikt, waardeloos waren ver-
klaard. We hebben geen toe-
gang gekregen tôt de afge-
zette terreinen.
Wij menen hier een woord
van protest te moeten laten
horen tegen de wijze waar
op met het verstrekken der
perskaarten is gehandeld.
De kleine bladen zijn uitge-
schakeld. Dat betekent, dat
het onnodig geoordeeld is,
dat 10.000 gezinnen in mid
den Groningen een goed en
origineel verslag in hun
krant krijgem
AlKWWEaïEWTSPKiyS:
f 1.28 p. kwsrtaad. Franco p. pas» f IM
PEIJ S DE» ADVEKTENTIES
12 sent per mm. Zogeu. Kleintjes als
te koop, te hutcr, gevraagri erax. mim-
mum 75 cent (bij vooruitbetalmg
HET NIEUWSBLAD
VERSCHMNT
WOEMfSDAGS EN ZATKRDAG*
Uitgeefster
Seggers' en Kremer's Uitgeversaaek
„Het Nieuwsblad" C.V.
Kantoor Hoofdstraat 6, Hoogezand
Telefoon 139 (b.g.g. 213 of 214)
Postrekening No. 435883
Koningin Juliana Lngehuldigd.
De nieuwe Koningin der Nederlanden houdt een korte toespraak tôt de in de Nieuwe Kerk aanwezige perso-
nen, alvorens de eed op de grondwet al te leggen.
Alvorens de eed op de Grondwet
al te leggen, sprak Koningin Juliana
in de verenigde zitting der Staten-
Generaal in de Nieuwe Kerk te Am
sterdam de volgende rede uit:
Leden van de Staten-GeneraaL
Dat ik hier op het ogenblik in uw
midden ben om de eed op de grond
wet al te leggen, vervult mij met
weemoed. Want het is een gevolg
van het feit, dat mijn lieve Moeder
een halve eeuw lang haar krachten
in dienst van het vaderland en het
rijk heeft gegeven in een mate, dat
zij nu eindelijk de zware last niet
langer dragen kan.
Maar het vervult mij ook met de
troost, dat ik haar mag verlichten
door, die last met mijn onervaren
handen, maar sterkere want jongere
kracht, over te nemen en dat ik
daarmee iets voor mijn Moeder doen
kan voor haar, aan wie ik samen
met de goede mens die mijn vader
was, het levenslicht en ailes te dan-
ken heb.
Sedert eergisteren ben ik geroepen
tôt een taak, die zo zwaar is, dat
niemand die zich daarin ook maar
een ogenblik heeft ingedacht, haar
zou begeren, maar ook zo mooi dat
ik alleen maar zeggen kan:
Wie ben ik, dat ik dit doen mag.
De mogelijkheden, die mij hierdoor
worden gegeven, om in het algemeen
welzijn werkzaam te kunnen wezen,
izijn zo groot, dat ik na veel inner-
lijke strijd bereid ben deze roeping
te volgen waarop mijn ouders mij
met zorg hebben voorbereid.
Overeenkomstig de bepalingen van
de grondwet ben - ik tôt het koning-
schap geroepen, maar de moed omi
deze roep te volgen vind ik in ver-
trouwen op God en in de grote liefde,
waarmede ons volk mij tegemoet-
treedt. Deze liefde heeft mij mijn
hele leven begeleid. Ik leefde in de
warmte daarvan in tijden van voor-
spoed en geluk, maar* nooit bleek de
kracht daarvan sterker, dan in tijden
van tegenspoed en verdriet.
Daamaast ben ik gelukkig in mijn]
man een levensgezel naast mij te
hebben, die een grote steun voor mij
is en hebben wij het Voorrecht zelf
al onze zorgen te mogen wijden aan
onze vier kinderen.
Ik wil hier met nadruk vaststellen,
dat voor een Koningin haar taak als
moeder even belangrijk is als voor
iedere andere Nederlandse vrouw.
Lieve Moeder,
Geleid door de liefde, de wijsheid
en het verstand van grootmoeder, zijt
gij uw zware taak begonnen met la-
ter naast u vaders gezegende per-
soonlijkheid. Hoe moeilijk ge het hebt
gehad in een wereld van conventio-
nele vooroordelen, waardoor specl-
aal de tijd waarin ge begon, zich
kenmerkte, weet ik nog maar alleen,
en dat zeer ten dele.
Met uw scherpe visie en uw in de
grond van uw hart zo sterke verbon-
denheid met de medemens, hebt gij
echter onverstoord voor het heil der
gemeenschap gewerkt.
Ik zelf en allen hadden altijd het
gevoel dat gij er waart, als een rots.
Toen de stormen kwamen, merkte
men dat pas goed. Want die rots
stond daar onwrikbaar: Saevis Tran-
quillus in undis, fustig te midden der
woedende golven.
Ik weet dat ge in uw overgrote
bescheidenheid en nederigheid, na
een halve eeuw van offeren en die-
nen en nooit uzelf zoeken, van onaf-
gebroken werken, zwoegen en schep-
pen, zegt: maar ik heb toch immers
niets gedaan.
Waarvoor dan al deze dank?
Nederland en de Rijksdelen over
zee hebben u een halve eeuw als „de
Koningin" gekend en zelfs reeds acht
moeilijke jeugdjaren daarvoor.
Nu hoopt ge op een welverdiende
rust, het geven van eigen zinvolle
vorm aan uw levensavond.
Een uiterlijk zinnebeeîd, hoe on-
toereikend ook, moge u nog sterker
gevoel van verbondenheld geven met
de beste uwer wapenbroeders in de
grote strijd.
In de hoop dat uw bescheidenheid
u niet zal beletten, het te aanvaar-
tien, worde u thans als symbool van
het hoogtepunt van uw regering, uw
leiderschap in de zwarte tijd van oor-
log, en onderdrukking, het Ridder-
kruis der Militaire Willemsorde,
eerste klas, aangeboden.
Het tekenen van dit besluit was
mijn eerste regeringsdaad als Ko
ningin.
Leden van de Staten-Generaal,
Wij bevinden ons op dit ogenblik
van de wereldgeschiedenis in een
toestand, waarin ailes aankomt op
onze houding tegen het onheil van
het jongste ver leden en tegen de
dreiging van nieuwe onheilen.
Nederland moet niet alleen drijvende
bly'ven op de wilde golven van het
wereldgebeuren. Het moet zelf zijn
koers bepalen, en bovendien trachten
met de andere volken samen de
koers uit te zetten van de ganse we-
reldvloot. Wij moeten er niet op zien
of dat offers kost. Als het nodig
blijkt, moeten wij bereid zijn ballast
uit te werpen. Aile hens aan dek:
„Eendracht en nog eens eendracht",
heeft Koningin Wilhelmina ons op
het hart gebonden.
Veel goede voomemens worden
geuit, veel plannen worden gemaakt.
Zullen wjj ze ook waar maken:
Bîj het nastreven van sociale
rechtvaardigheid, culturele ont-
wikkeling en economische wel-
vaart in ons kleine land met zijn
grote bevolking, in het regelen
op voet van vrijheid, zelfstandig-
heid en gelijkwaardigheid van
onze verhouding tôt de volkeren
van Indonesië, Suriname en de
Nederlandse Antillen, in het ver-
vullen van onze taak tussen de
volken, in de wij de ruimte der
wereld verhoudingen
Ja, wij kunnen en zullen waar
maken, wij kunnen en zullen
verwezenlijken, wat in onze
macht is om te bereiken. God
helpt hen, die zich zelf helpen,
Doen wij dit niet en zien wij te
veel op de offers, die het ons
kosten zal, dan lopen wij het ge-
vaar in de golven onder te gaân.
In de laatste twintig jaren hebben
in de wereldgemeenschap misdaden
plaatsgegrepen zo groot, dat men zich
die niet te voren had kunnen voor-
stellen. Als een kwaadaardige be-
smetting heeft deze misdadigheid om
zich heen gegrepen en een verwilde-
ring der geesten tengevolge gehad,
die ook ons volk ondanks een
heldhaftig verweer, niet geheel on-
aangetast heeft gelaten.
Geen betere wijze om dit kwaad
te bestrijden dan het opvoeden va
onze jeugd tôt vrije mensen met een
geestelijk fundament, met een sterk
verantwoordelijkheidsgevoel voor de
Jmedemens, met eerbied voor ailes
wat leeft en groeit en voor eens an-
Jders diepste overtuiging.
Ons volk is zeer onderscheiden
naar Godsdienst en wereldbeschou-
wing. De Staten-Generaal geven
daarvan een weerspiegeling en ken-
nen om met Willem van Oranje te
spreken: „Die gelegenheyt de lands
ende de humeuren van de ingesele-
nen het best".
Het is daarom aan hen te verwe
zenlijken die eenheid in verscheiden-
heid, het in eendracht behartigen
yan 's lands belang.
Zo dadelijk zal ik mijn eed afleg-
gen in honderd jaar oude bewoordin-
gen. Daarbij zal mij voor ogen staan
het zinnebeeld; waarmede ik de re
gering van mijn Moeder kenmerkte,
en dat voor mij het wezen van het
Nederlandse koningschap weergeeft:
De rots temidden der woelige ba-
ren.
Leden der Staten-Generaal, teza-
jnen zullen wij werken voor het heil
van Nederland en het Rijk.
Moge God onze arbeid zegenen.
tingen. Het een is al mooier dan het
ander.
Het Rembrandsplein is prachtig
verlicht. Tussen het door schijnwer-
pers verlichte standbeeld van onze
grote schilders en de geldpaleizen
van de Amsterdamse Bank is een
lichttende kroon geplaatst, omgeven
door verlichte bloemen. Maar de ver-
siering van Rembrandts- en Leidse-
plein heeft tezamen 15 mille gekost.
De Westertoren met zijn 4000 licht-
jes rijst hoog boven de omgeving uit.
De Magere brug, een oude klapbrug
over de Amstel, is getooid met 3200
lampjes. En de Dam met zijn verlich
te kronen mogen wij niet vergeten.
Maar mooier, fascinerender, roman-
tischer dan dit ailes zijn de verlichte
grachten. Guirlandes van lampjes
slingeren zich van boom tôt boom,
terwijl de kaden met een lijn van
lampjes zijn afgezet. De duizenden
en duizenden lampjes worden weer-
kaatst in het licht golvende water,
dat als een gerimpeld oppervlak van
zilver schijnt, gevat tussen de mas-
sieve muren der oude patriciërshui-
zen. In die sfeer van romantiek ver-
geet je het heden, en gaan je gedach-
ten uit naar een eeuw van voorspoed,
toen Nederlands glorie over aile
zeeën werd uitgedragen, toen de Ne
derlandse vlag in aile havens woei.
Neerlands glorie is gaan tan en. In
de wereldscheepvaart heeft ons land
nog maar een deel. Maar die oude
huizen vormen een monument van
Nederlands voormalige grootheid.
In de anders zo donkere haven is
het ook al licht, terwijl het lichtschip
„Texel" zijn draaiend licht over de
omgeving van het Oosterdok laat
stralen.
Een onafgebroken stroom van boot-
jes gaat door havens en grachten.
Ailes wat varen kan, is gerequireerd,
zo groot is de liefhebberij voor een
tocht door sprookjesland.
Cijfers.
Voor de liefhebbers enkele cijfers.
Voor de verlichting zijn een kwart
millioen lampjes gebruikt, waarvan
37000 voor de grachten.
De verlichting heeft totaal f 600.000
gekost, waarvan de gemeente
f 180.000 voor haar rekening neemt.
Alleen voor van gemeentewege
aangebrachte versieringen heeft men
12 tôt 15 KM. groen, 12% KM. stof
en 18 KM. païen gebruikt, terwijl
120 KM. vlaggedoek werd gezobmd.
Inhuldigingsdag
6 September. Vandaag is de feest-
KORFBAJL
Oost-Oronlngr Korfbaldag,
KJB. klalsse. Uni I—Rohda I
Uni IKorulos I 00; Uni I
gS.V. I 23; Korulos X—V.S.V. I
ff2; V.S.V. I—Rohda I 2—0; Koru-
m I—Rohda I 1—0.
n de K.N.K.B. klasse eindigde V.S.
tvtxm met fl winstpunten en kwam daar-
fjiibr in het bezlt van de wisselbeker.
dos die 8 punten kreeg ontving
s een médaillé. Uni eindigde
Rohda als 4e.
s^sgiN.K.V. Klasse Afd. A: Dubbel Zes
Na de inhuldiging.
Op het balcon van het Paleis op de Dam neemt H.M. Koningin Juliana
met Prins Bemhard en de drie oudste prinsesjes de toejuichingen van
het duizendkoppige publiek op de Dam in ontvangst.
sterdammers en hun gasten uit bin-
nen- en buitenland flaneerden naar
het centrum, waar de vrolijke kleu-
ren der versiering zich fel afteken-
den tegen het grijze hemelfloers.
JOegen 8 uur was er een buitje regen
gevallen, maar verder hield het weer
zich 's morgens goed, althans: het
jbleef de rest van de ochtend droog.
Treinen uit Noord en Zuid, Oost
en West leverden duizenden en dui
zenden bezoekers af aan het Centi aal
'{Station en in dikke hagen trokken
zij de stad in, waar de café's en ter-
rassen al spoedig gevuld waren.
Tientallen, neen honderdtallen ven-
ters met oranje-strikjes en knoopjes
liepen rond en vanwege de concur-
Ventie daalden de prijzen al spoedig
van een dubbeltje tôt 5 cent.
Reeds tegen 8 uur hadden de eer
ste kijkers zich opgesteld langs de
foute, welke Koningin Juliana zou
volgen bij haar middagrit in de gou-
den koets door Amsterdam, welke
rit om 15 uur zou beginnen. De kij
kers kozen zich een plaatsje op de
trottoirband; sommigen hadden
plankjes, kussens of oude jassen bij
zich, om niet 7 uur op het koude
dag der feestdagen. Onze jonge Ko-"| steen te moeten zitten. Anderen
(Van onze spéciale verslaggever)
Wij hadden besloten onze lezers kon bereiken
ningin zal in de Nieuwe Kerk wor
den ingehuldigd. Honderdéén kanon-
seboten, om 8 uur gelost door de
vlooteenheden, welke thans in het U
liggen kondigden deze grote dag aan.
Het gedreun der kanonnen verloof
zich in de bronzen roep der beieren-
de kerkklokken.
Natuurlijk concentreerde zich aan-
vankelijk de grootste drukte op de
Dam. Vanwaar men de genodigden
naar de kerk kon zien gaan en van
waar men om 11 uur H.M. Koningin
Juliana, voorafgegaan door de vele
hoge buitenlandse gasten in hun
prachtige uniformen door de van het
paleis tôt de kerk aangelegd en rijk
versierde pergola naar de kerk kon
zien gaan.
Tussen 2 en irie uur reeds kwamen
de eerste belangstellenden op de
Dam, enige met stoeltjes om op te
zitten. Naarmate de nacht ten einde
liep werd het drukker. De eerste
treinen leverden hun contingent kij
kers af en reeds vroeg in de ochtend
was de Dam één complété mensen-
massa.
De laatkomers. hadden een strop,
evenals zij, die met wat latere trei
nen in de hoofdstad arriveerden,
want om 8.30 uur waren reeds aile
toegangswegen naar de Dam afgezet.
Aile verkeer, ook van voetgangers,
werd omgeleid, en niemand kreeg
meer een schijn van kans om een
glimp van de s'toet te zien. In dikke
hagen stelden de teleurgestelden
zich op voor de afzettlng, maar ze
hadden evengoed thuis kunnen blij-
ven, hun kans was verkeken.
In de stad.
Intussen was het reeds druk ge-
worden in de binnenstad. De Am-
onze
een eigen reportage te geven yan de
inhuldigingsplechtigheid, en niet zo-
als gebruikelijk door kleine kranten,
het verslag van het A.N.P. te bewer-
ken en dooreen te klutsen. Daarom
verzochten wij om een plaats in de
Nifeuwe Kerk te Amsterdam. Maar
onze aanvrage werd afgewezen. Toen
vroegen wij om faciliteiten voor de
overige gebeurtenissen te Amster
dam op 6 September. Onze naam
werd op een lijst geplaatst, en we
hoorden er niets meer van. We heb
ben ons toen telefonisch tôt R.V.D.
en N.N.P. gewend. Geen resultaat.
„Het Nieuwsblad" is immers maar
een kleine krant ergens uit het Noor-
denMen vergeet blijkbaar, dat
ons blad in 10.000 gezinnen in Mid
den-Groningen wordt gelezen, en dat
die gezinnen toch evenals de Haagse-
of Rotterdamse gezinnen recht heb
ben op een reportage van de verslag
gever van hun eigen blad.
Een telegram aan de Hoofdcommis-
saris van politie te Amsterdam had
succès; er werd ons een perskaart,
met beperkte rechten, verstrekt.
Dat betekent, dat we niet tôt in
de „keuken" van de inhuldigings
plechtigheid zullen kunnen doordrin-
gen. Wat we U kunnen vertellen is
juist iets meer dan een ieder, die
te Amsterdam geweest is zelf heeft
kunnen zien.
De versienng
5 September. Reeds bij aankomst
in de hoofdstad kon men bemerken,
dat er iets bijzonders aan de hand
was. Treinen uit aile richtingen
brachten zo grote mensenmassa's aan,
dat men slechts voet je voor voet je
de uitgang van het Centraal Station
hadden klapstoeltjes bij zich. Vanaf
het Station arriveerden kijklustigen,
die buiten hun natje en droogje ook
nog stoeltjes met zich mee sleepten.
Zoo vormde zich langzamerhand een
haag van mensen langs de route, die
de Koninklijke stoet over vele uren
zou volgen. Auto's met genodigdeq
voor de plechtigheid in de kerk gin-
gen voorbij, evenabi vele hoge mili
taire autoriteiten in gala uniform.
Gelegenheidsmuzikanten brachtea
wat afwisseling en haalden een aax-
dige cent op, Zo verstreek de tijd.
De Inhuldiging.
Inmiddels vond in de Nieuwe
Kerk de inhuldiging plaats. H.M.
Koningin Juliana hield een aan-
grijpende rede. Daama legde zij
de eed op de grondwet af. Ver-
volgens sprak Prof. Kranenburg,
voorzitter der Eerste Kamer,
thans voorzitter der verenigde
vergadering der beide kamers in
de kerk, en legde de belofte af,
hetgeen na hem werd gedaan
door de overige leden der Staten
Generaal.
Langs de straat.
Tegen de middag was weer een
buitje regen gevallen, maar deson-
danks hadden de rijen belangstellen
den, die de route, welke de Ko
ninklijke stoet in de middag zou
volgen hadden omzoomd zich ver-
breed tôt dikke hagen. Er stonden
mensen op stoelen, op houten trapjes,
op kisten. Van planken waren tribu
nes gemaakt en de ramen langs de
gehele route waren bezet met kij
kers. De plaatsen werden verhuurd
voor f 20 f 30.
De StoeL
Wij hebben ons een plaatsje ge-
zocht tussen het publiek. Het was
twee uur, en ongeveer 10 rijen men
sen stonden voor ons. Een kwartier
later stonden er 10 rijen achter ons
ook. We stonden, en wachtten als de
duizenden anderen.
Genodigden, die de plechtigheid in
de kerk hadden meegemaakt en in
het paleis hadden gedineerd, keerden
naar het Amstel Hôtel terug, bege
leid door motorpolitie. Afdelingen
militairen trokken ook voorbij, som-
mige met muziek. Eindelijk, even na
drie uur kwam de stoet. De lucht was
intussen blauw geworden en de zon
scheen.
Eerst passeerden afdelingen mili
tairen in prachtige bonté uniformen,
herauten en huzaren. Toen volgde de
gouden koets, waarin Koningin Ju
liana, Prins Bemhard en de Prinses
jes zaten. In de volgende rijtuigen
bevonden zich leden van de hofhou-
ding. Militairen sloten de stoet die
door zijn bonté kleurenpracht een
schitterde indruk maakte. Wanneer
de leden van het Koninklijk gezin
passeerden steeg een daverend ge-
juich uit de menigte op, terwijl de
militairen vele applausjes in ont
vangst te nemen kregen.
De avond.
Na de Koninklijke tour bleven de
duizenden en duizenden mensen m
de binnenstad. In de café's was geen
plaatsje meer te krijgen en een dich-
te stroom van mensen slierde door
de versierde straten. Zo bleef het tôt
de duistemis viel, de verlichtingen
werden ontstoken.
r-
En als men buiten
kwam dan zag men Amsterdam in
zijn feestgewaad, een gewaad van
groen doorweven met oranje en
rood-wit-blauw.
Op straat heerste een ongewone
drukte. De hoofdstad, die gewoon een
bevolking heeft van 900.000 zielen,
herbergde in de feestweek 2.000.000
personen. Overal hoorde men Frans
en Engels spreken. De trams deden
hun best om zo goed mogelijk de
drukte te verwerken en 500taxi's
verleenden assistentie.
De omgeving van de Dam werd zo
nu en dan afgezet, als een of andere
hoge gast arriveerde, en als de wacht
van het paleis werd afgelost en harde
muziek over het' plein klonk, dan
stroomden van aile zijden mensen
toe. En er zijn ook mensen die voort-
durend op de Dam blijven staan om
van hetgeen daar vooral niets te mis-
sen.
De lichtstad.
Naarmate de duistemis dieper
werd, werden meer verlichtingen
ontstoken. Een compacte mensen-
massa stroomde samen in het cen
trum van de stad, waar het rijver-
keer inmiddels was stilgelegd en
waar men slechts voetje voor voetje
kon vooruit komen.
Men noemt Parijs wel eens „de
Lichtstad". Maar Amsterdam in de
feestweek heeft Parijs onttroond! De
binnenstad was een aaneenschake-
ling van wit, oranje en blauw licht
gevat in de vurige lijnen gevormd
door de cirkelvormige grachtengor-
del, dat lichteffecten tekende aan de
donkere avondhemel.
Het is onmogelijk een volledige
opsomming te geven van aile verlich-
Na de inhuldiging.
Koningin Juliana verlaat met Prins Bernard de Nieuwe Kerk om langs dezelfde weg onder de pergola naar
het Paleis terug te keren.