De grote liefde
Gemengd Sportnîeuws
DEI BRUUK IK NOOIT!
SOCIALE VERZEKERING
Over Bloemen en Planten
-**--5"*eweam
VOETOALICITSLAGEN
lEesste Masse:
WeaJ I: ZeebuigiaDOS 18.
West H: SVV—Ajax «—3; 1DO—
Xerxes 33
OosÉea: Hengele—Ensehedese Boys
8—3.
ZuM HelmoadiaBBC 81;
PSV—Sitt. Boys 5—1.
Zuid H: MauritsLONGA 88,
BW—Bleyerheide 4—1.
Noortî: LeeuwardenFiisla 01.
Groningen—Haaiiem 210
Er is de Tweede Kerstdag gevoet-
bald tussen deze beide eîftallen eu
het moet mij van het hart, dat het
een spelletje is geweest van de kat
en de muis. Zou ik eerlijk een cijfer
moeten geven, dan aôtt ik vcor de
onzen een ruim onvoldoende nfbeten
neerzetten. Ik wil eehter niet zo boud
doen, omdat zij niet alleen aan deze
debacle schuldig zijn, maar meer nog
de samenstellers. Het is meer dan een
brevet van onvermogen uitreiken
aan hen die op het armzalig idee zijn
gekomen om een elftal als nu naar
voren werd gebracht, samen te stel-
len en het prae'dicaat het beste van
Groningen te willen geven. Het leek
mij meer de bedoeling om uit diver
se elftallen een paar spelers te ne-
men, om als trekkers of zo men het
noemen wil „money makers" dienst
te doen. Men heeft nu de bezoekers
laten zien hoe er niet homogeen ge-
voetbald moet wçrden. Het was een
slechte beurt voor het gehele Noor-
den, want het gehele Noordeîijke
voetbal krijgt dooi deze meer dan
bar slechte prestatie een knauw. En
vraagt men mij is er door de tegen-
partij zo geweldig spel te zien gege-
ven, ik moet antwoorden neen! he'
vertoonde door Haarlem was goed,
maar meer niet. Maar het is immers
een uitgesproken waarheid, dat men
speelt zoals de tegenpartij dat wil,
nu dat was hier ook het geval. Waren
de Groningers wat agressiever en
sneller in hun reageren geweest, zeer
zeker was het heel anders gelopen.
Daar kwam bij dat men in het elftal
van stopperen geen kaas gegeten
had, zodat de partij die dit wel had,
voldoende vrijheid kreeg te doen wat
zij wilde.
Eén van de weinige lichtpunten
was nog Bakema van HSC, die blijk
gaf zo af en toe boven het arrnetierig
voetbal uit te komen. Het is 102
geworden en dat zegt al voldoende
voor „ons" voetbal. De tegenpunten
die door de onzen werden gemaakt,
één door Bakema, een zeer goed en
door Lugthart meer geluk dan wijs-
heid, wijzen al voldoende op de on-
macht van ons elftal. Over aile linies
waren de Haarlemmers ons verre de
baas.
Vriendschappelijke
voetfcalwedstrijden
Hoogezand heeft van de vrye week
gebruik gemaakt om Veendam, de
leider in de 2e klasse B uit te nodi-
gen tôt een vriendschappelijke wed
strijd. De Hocgezandsters wisten deze
wedstrijd met 21 te winnen. Voor
de rust bezorgds Snijder de gasten
de leiding, maar na hervatting bracht
eerst Werkema de partijen op gelij-
ke voet, waarna Jager de stand op
21 bracht.
Ook FVV had gasten en wel Asser
Boys. De Foxholsters wcnnen deze
vriendschappelijke wedstrijd met
53. FW 2, dat tegen Asser Boys 2
speelde verloor met 02.
De voetbalvereniging „Muntendam"
heeft de Kerstdagen nuttig besteed.
Zondag v/erd onderlinge wedstrijden
gespeeld tussen de verschillende elf
tallen, waarbij bleek, dat het 3e ster-
ker was dan het 2e.
De tweede dag had een vriend
schappelijke wedstrijd plaats tussen
Muntendam en GRC; de Munten-
dammers verloren met 15.
BEDRIJFSVOETBAL
Uitslagen WASChemica 50;
BTCBSM II 20. Door deze uitsla
gen behaalde WAS in de afdeling A
en Cartona in de afdeling B de eerste
prijs.
BSM H behaalde de 2e prijs iû de
afdeling B.
Programma: Zatesdag V Jan. 1950
HS-terrein 3 uur Suurmeijer—Beuke-
ma (S. v. d. Laan). Dit is de laatste
wedstrijd der seriewedstryden.
BWBBAl
Op de 2e Kerstdag heeft een wed
strijd plaats gehad, tussen het Noor
delijk elftal en een provinciaal elf
tal op het H.S.-îerrem. Deze wed
strijd was bedoeld als oefenwedstryd
voor het Noordelijk elftal, dat in Fe-
bruari tegen de Antilopen moet
spelen,
Bi) het Noordelijk elftal antbrak
Kleinstra, die vervangen was door
Niemeijer van HCG. Het provinciaal
elftal speelde met 5 invallers. Hol
landes was vervangen door La Croix
(HCG), Aukema door Roukema
(SVH), Reitsma door Smit (HS),
Starke door Lockhorn (SVH) en
Bronsema door Hellinga (HS). De
overwinning was aan het Noordelijk
elftal en wel met de overtuigende
cijfers 7Voor de rust was dit
elftal sterk in de meerderheid, en
wist de stand te brengen op 50
(doelpunten van Niemeijer 2 x,
Bruina, Kooi en Nijdem).
Na de rust werd het 60 door
Teisman, waarna Groeneveld de
stand op 61 bracht. Niemeijer
maakte er nog 71 van. Na de rust
speelde het provinciaal elftal aan-
merkelijk beter.
'T GEBRUES VAN LUCHTBANDEN
IN LAND- EN TUINBOUW.
Men schryft ons:
Het la nog slechts luttele jaren ge-
leden, dat enkele vooruitstrevende
boeren er toe overgingen hun wagens
van luchtbanden te voorzien,
Smdsdien heeft het gebruik hier-
van een enorme vlucht genomen.
De besparlngen en kr&chtverbrulk
hlerdoor verkregen, zi)n van grote
betekenis. Uit verschillende vergelij-
kende proeven met wagens met hou-
ten wielen en ijzeren velgen en «net
luchtbanden genomen is gebleken, dat
de luchtband op de akker een trek-
krachtbesparing tôt ongeveer 60
kan geven. Op verharde wegen kan
de besparing nog groter zijn en tôt
plm. 80 bedragen.
Hoe vreemd is het dan dat men,nog
heel weinig van de kleinere landbouw-
werktuigen met een rubberband ziet
uitgerust.
Speciaal denken we hier aan de
kruiwagen. Het is toch wel opmerke-
lyk te noemen, dat men bijna op geen
enkel boerenbedrtjf een kruiwagen
met rubberband aantreft. Hoeveel ge-
mak en voordelen zouden ook hier-
mede bereikt kunnen worden. Niet
alleen dat kruiwagens op luchtbanden
veel lichter lopen dan de ouderwetge
modellen, maar er zijn zoveel andere
voordelen aan verbonden. De veer-
krachtige luchtband beschadigt geen
vloeren, het voortduwen van de krui
wagen is met een luchtband veel lich
ter.
De kruiwagen met luchtband is
practlsch trillingsvrij en kan schokvrtj
over straat en kelwegen rijden.
De kruiwagen met een luchtband
zal gemakkel(jk voort te duwen zijn
over pas geploegd land, vooral nu
men ook nog het loopvlakprofiel der
banden gewijzlgd heeft.
Immers een overlangs lopend rib-
belprofiel verdient zowel voor land-
bouwwagens als voor kruiwagens ver
re de voorkeur. By tractorbanden en
autobanden echter worden de profie-
len speciaal zo aanglbracht, dat de
band een grijpkracht op de gTond
hee'\ -^y paardentractie en kruiwa
gens, welke geduwd worden, heeft de
luchtband geen grijpkracht nodig
maar alleen de soepelheid om zich
over oneffenheden etc. heen te wer-
ken, waardoor de trekkracht ten voi
le benut wordt.
D*r ston ais 'n koopman mit 'n koopman te praot'n
Je zagg'n aan heur doun wel, 't ging haart teeg'n haart.
Ze bleev'm nait fesounlek, ze kon'n schell'n nait laot'n,
Ze muik'n mekaor uut veur lelek en zwaart.
Dei aine koopman dei schol mor van „schelm" en „verraoder"
Jô, hai het om nog hail maie dingen tou zegt,
Hai raip mor aal haarder en muik zok aal kwaoder,
„Est 'n haart van niks kerel" raip'e, „en dien gewait'n is slecht.
Toun zee dei aandere koopman," wat wolt mie nou nog verwiet'n
Est mit laig'n en laster'n dien tied ja verknooid,
Hou zol nou mien haart of gewait'n versliet'n
Dei bliev'm wel goud or, want dei bruuk ik ja nooit.
S.
OPENBARE LEESZAAL EN
BIBLIOTHEEK H.—S.
Nleuwe aanwtnsteim.
Wijabegeeite.
Sntjders. Zelfcorrectie en zelfcritiek bij
kinderen ln de kleuterperiode.
Godsdlenst.
Theosofia. Jrg. 1948.
Sociale wetenschappon.
Luchtvaartwet. 1949.
Rytijdenwet. 1949.
Werkloosheidswet. 1949.
Winkelsluitingswet. 1949.
Parlement en kiezer. 1949/'B1.
Register op de Nederlandse wetge-
ving. Supplément no. 8.
Verslag, Curaçaos. 1946.
Taal- en letterkunde.
Brandsma en Stuiveling. Kunst en
kritiek vôôr en uit de tfld van '80.
Brandsma. Onder de loupe hande-
lingen van na '80.
N atuurwetenschappen.
Hana. Van dier en plant, water en
land.
Wohlbold. Het wonder van het instinct.
Toegepaste wetenschappen.
Dix en Roozen. Bloemen.
Fris. Blindtypen.
Groen. Handenarbeid.
Haken, Libelle's, en breien. Jrg. 1949.
No. XI.
Wiersema. De Oceaan leerboek der
aardrijkskunde voor seheepswerk-
tuigkimdigen ter koopvaardjj.
Kunst, Sport en Spel.
Berggidsen, Zwitserse vertellingen.
Gaunt. Rome, past and présent.
Aardr(jkskunde-, Land- en
Volkenkunde.
Legêne. Suriname, land mjjner dro.
men.
Spier. West.
Geschiedenls.
Hicks. A short history of American
democracy.
Pierson. De Medicl.
In het Nederlands vertaalde romans.
Bromfield. Mrs. Parkington.
Cloete. De strjjd om Duifkop.
Kessel. Helena Borissoffia.
Dultse romans.
Zoff. Die Liebenden.
Jeugdboeken.
PothastGimberg. De Kerstschoof.
(514 jaar.)
Tetzner. Het gemaskerde bal. (12
14 jaar.)
Wjjnbeek. Het leven bloeit open. (16
18 jaar.)
i J."(J. -Ji'J.'7-.-
252. Met mijn dappere kleindochter Ama leefde
ik de laatste jaren in do wildernis zonder ooit
weer naar de beschaving terug te keren.
Ik deed verkeerd. Ik vond wat goud en diaman-
ten, die in gindse kist liggen, maar de grote
schat niet. En u, vreemdelingen, die ik het le
ven redde, beveel ik terug te keren, en niet
verder te zoeken naar deze vervloekte kost-
baarheden, die ongeluk brengen.
En gij zult myn kleind< chter meenemen en haar
beschermen, want zij redde u het leven."
253. Toen spreidde de grijsaard een kaart uit
en duidde zyn gasten uit; welke weg ze terug
moesten gaan. „Ge zult met een olifant moeten
reizen," zei hij, „want uw kameraden bij de
vliegmachines hebben door een vertrouwde bo-
de reeds een brief van my ontvangen, dat gij
in veiligheid zijt, maar dat ze onmiddellyk ver-
trekken moesten. Wanneer ze daar de nacht
hadden doorgebracht, waren ze stellig door de
wilden gedood. Myn macht is tenslotte beperkt.
En ga nu slapen, want het is reeds laat, en wij
allen hebben behoefte aan rust.
De ooraprong dei Sociale Venekering
H.
In het vorig artikel hebben we ge-
zien welke oorzaken hebben geleid
tôt het ontstaan van een nieuwe
reehtsverhouding ni. de arbeidsover-
eenkomsb
Kenmerk van zulk een overeen-
komst is echter de gelijkheid en de
vrijheid van de partijen de werk-
gevef en de werknemer die de
overeenkomst sluiten.
De economische alhankelykheid
ontnam de arbeider zijn vrije
wilsbeschikking. De arbeider was
immers gedWongen, wilde hij kun
nen bestaan, zijn arbeidskracht in
dienst van zyn werkgever te stellen.
Deze afhankelijkheid van de ar
beider gepaard gaande aan het stre-
ven van de werkgever de loononkos-
ten, als gevolg van de concurrentie,
zoveel mogelyk te drukken, ver-
hoogde zijn bestaansonzekerheid.
Naast het gevaar van de arbeid
zelf bij ternauwernood of in het
geheel niet beveiligde machines
enz., dreide de arbeider voortdurend
het gevaar, dat hij door ziekte, onge-
val of ouderdom tijdelyk of zelfs ge
heel van de arbeidsmarkt werd ver-
drongen met het gevolg dat hij geen
looninkomsten meer had en daardoor
tôt armoede verviel.
De ontwikkeling der maatschappe-
lyke verhoudingen in de 19e eeuw
leidde er tqe, dat zijn vooruitzichten
geen anderè waren dan 6f in armoe
de te leven in de krotten van stad
en land, 6f het armenhuis 6f, in het
gunstigste geval, ten laste te komen
van zijn kinderen met hun eigen ge-
zinnen en zorgen.
Deze misstanden vormden een ge
vaar voor de samenleving.
In de 2e helft van de vorige eeuw
drong de kennis van die misstanden
in ons land meer en meer door en
met haar het besef, dat de maat-
schappij t- onze samenleving bc-
lang heeft bij een zo groot mogelijke
onafhankelijkheid harer leden. Zij
heeft belang bij de instandhouding
en de vermeerdering der volkskrac'it,
en niet bij toeneming der armoede
De toen snel opkomende organisatie
der arbeiders in vakverenlgingen en
de directe of indirecte invloed van
deze op politiek gebied, heeft mede
er toe bijgedragen, dat de staatsont-
houding veranderd is in een staats-
bemoeienis, waarvan de sociale ver-
zekering een vrucht is.
Deze staatsbemoeienis deed zich
niet direct over het gehele gebied
kennen doch strekte zich het eerst
uit tôt de arbeidersbescherming.
Eerst op het einde der vorige eeuw
werd het terrein der sociale voorzorg
betreden.
In een volgend artikel willen we
eens nagaan waarom deze voorzorg
de vorm van verzekering heeft ge-
kregen.
Hieronder volgt nog een belang-
rijke vraag:
EL W. te S. landarbeider van be-
roep heeft een ongeval gehad en
denkt te weinig uitkering te ontvan
gen. Hij meent, dat de regeling voor
uitkering is vastgesteld door het col
lège van Rijksbemiddelaars in over-
leg met de vakbonden. Zijns inziens
deugt die regeling niet en dient deze
verbeterd te worden. Hij gevoelt zich
„achtergesteld".
Antwoord: De eerste zes weken na
de dag van het ongeval bedraagt de
uitkering 80 van het loon. Dit
Ioon dus niet de uitkering is
vastgesteld door genoemd collège in
overleg met de „Stichting van de Ar
beid" vertegenwoordigende de werk-
gevers- en werknemersorganisaties
Daar valt dus niet aan te tornen.
Maar er is nog iets anders vastge
steld, dat u toch eigenlyk diende te
weten.
In artikel 42 van de „regelingen
van lonen en andere arbeidsvoor
waarden voor akkerbouw, weide-
bouw en veehouderij in de provin-
cies Groningen, Friesland enz." is ni.
bepaald: „de werkgever is verplicht
aan de vaste en los-vaste arbeider
het vooi hem geldende normale tijd-
loon gedurende ten hoogste 6 weken
doo» te betalen, wanneer deze tenge-
volge van «iekte of ongeval verhin-
derd is zijn werk te verrichten."
Voor de losse arbeiders geldt voor
de werkgever dezelfde verplichting,
doch voor ten hoogste 2 weken, mits
de arbeider minstens 4 weken onaf-
gebroken bij de werkgever in dienst
is geweest en de arbeidsongeschikt-
heid ten minste 1 week duurt.
De vaste- en los-vaste arbeider
heeft over de eerste drie dagen
slechts Techt op de helft Van zijn
loon, indien de -arbeidsongeschiktheid
niet langer dan 1 week heeft ge-
duurd. De losse arbeider krijgt over
de eerste 3 dagen altijd de helft van
zjjn loon.
Wanneer echter de betrokken ar
beider uitkering uit de Ziektewet of
de Land- en Tuinb. Ongevallenwet
ontvangt wordt het loon met die uit
kering verminderd.
De regeling komt dus hierop neer,
dat u, als vaste arbeider, gedurende
de eerste 8 weken uw voile loon be-
houdt.
Deze regeling geldt vanaf 15 Nov.
1948 en is bindend verklaard.
Vragen, de Sociale Verzekering be-
treffende in te zenden aan de redac-
tie van dit blad.
DE KERSTSTER
De officiële naam van de Kerstster
of Poinsettia is Euphorbia pulchérri-
ma, een plant, die afkomstig is van
Mexico en Zuid-Amerika, en daar op
vochtige plaatsen wel IV2 m hoog
wordt. De kleine geelgroene
bloempjes zijn van geen betekenis.
De roodgekleurde stervormig ge-
plaatste bladeren onder deze
bloempjes geven de grote sierwaarde
aan deze plant. En daar dit juist te
gen de Kerstdagen het geval is, is de
naam Kerstster wel te verklaren.
We hebben reeds eerder een Eup
horbia besproken, ni. de Euphorbia
Splendens of Christusdoorn. Daar
hebben we reeds gewezen op het
melksap dat uit de afgesneden sten-
gel vloeit. Dit melksap komt ook te
voorschijn bij een afgesneden sten-
gel van de Kerstster. De bloemist
houdt ze daarom enige tijd in kokend
water of brandt ze dicht. Gekochte
afgesneden bloemtakken mogen we
dus niet weer afsnijden, tenzij ze
daarna dadelijk dichtgebrand wor
den. Als ze vervolgens een nacht
diep in koud water worden gezet,
kunnen ze weken lang goed blijven.
Als we een plant in deze tijd krij-
gen, zetten we die zo licht mogelijk
op een warme plaats. De planten
houden niet van plotselinge natuur-
schommelingen. Als ze uit de warme
kas komen, moeten ze thuis dus ook
warm staan.
Na de bloei geven we weinig wa
ter en laten de plant dus rusten. We
snijden de takken in tôt op 10 cm
en maken de wonden dicht met
houtskoolpoeder of sigarenas.
Ongeveer begin April geven we
geleidelijk meer water en laten de
plant op een warme plaats staan. In
de warme zomermaanden mag de
bloem buiten staan. Water, sproeien
en mesten is dan noodzakelijk. In
September gaat de Kerstster weer
naar binnen op een warme plaats,
om tegen de Kerstdagen weer te
„bloeien".
Een nog mooiere Kerstster dan de
hierboven besprokene is de Euphor
bia Fulgens, met gebogen takken en
in de oksels der bladeren oranjerode
bloemen. De cultuur van deze plant is
echter niet eenvoudig en deze kun
nen we beter aan de vakmensen over-
laten.
FEUILLETON
door
HENK VAN HEESWIJK
30) IX.
De laatste dagen van de Augustus-
maand brachten een ingrijpende
verandering in het leven van tien-
duizende Nederlandse gezinnen; ook
in het leven van Jo en Wim. De
reeds jaren dreigende oorlog brak
uit: De Duitse troepen rukten Polen
binnen, Het gevolg was, dat de Ne
derlandse regering maatregelen
moest nemen om de onafhankelijk
heid van land en volk te waarbor-
gen, Het leger werd gemobiliseerd.
Wim de Waal die reserve-officier
was, moest derhalve eveneens de
wapenrok aantrekken.
Op een vroege morgen vertrok hij
ezamen met duizenden andere Am-
terdammers, uitgeleide gedaan door
ïijn vrouw en zijn dochtertje, met
een bezorgd gèmoed voor de toe-
kcmst. Wat zou die voor Nederland
in het verschiet. hebben?
Wim, hoewel zelï allesbehalve op-
timistisch, trachtte haar op te beu-
ren: „Nou meid, weg met die tranen.
Het duurt zo lang niet. Maak je
maar nergens ongerust over, Boven-
dien heb ik toch van tijd tôt tijd myn
verlof."
Ze lachte dapper door haar tranen
heen. „Ik zal sterk zijn," fluisterde
ze hem toe. „Misschien valt het nog
wel mee/'
„Natuurlijk valt het mee", ant-
woordde hij luchthartig. „We heb
ben zelf geen oorlog en we zullen
door onze maatregelen er wel voor
zorgen, dat ze onze neutraliteit eer-
biedigen, evenals in de vorige oorlog.
„God geve het, mijn jongen," ant-
woordde ze zacht, toen ze haar ar-
men om hem heensloeg en hun lip-
pen elkaar vonden in een lange kus.
Een fluitsignaal weerklonk; de
locomatief «.ntwpordde en langs»w*
zette de lange trein, stampvol met
soldaten, zich in beweging. Weg van
huis, het onbekende tegemoet.
De eerste oorlogsgolf ging langs
Nederland heen. Men herademde,
Toen de militairen een paar malen
met verlof thuis waren geweest, be-
gon men aan de oorlogstoestand ge-
wend te raken. Na de bezetting van
Polen scheen het alsof de oorlog op
een dood punt was gekomen. En in
Nederland herademde men. Het zou
wel zo'n vaart niet lopen. Hadden
we niet een weermacht, die respect
afdwong? Was het Nederlandse leger
in al zijn onderdelen niet paraat en
op elke gebeurtenis voorbereid?
Kcm, het zou zo'n vaart niet lopen.
En iedere keer, als luitenant de
Waal een paar dagen met verlof
kwam naar Amsterdam, werd hij op-
timistischer. Financiële zorgen had
hij niet. Zijn krant betaalde hem
vrywel zijn gehele salaris normaal
door. De boekhandel beleefde een
gouden tyd, want in deze enerveren-
de maanden lazen de mensen meer
dan gewoonlyk. De zaken gingen
goed. Er gebeurde niets bijzonders
en het militaire leven had ten slotte
toch ook zijn bekoring.
Het jaar liep ten einde. De Kerst
dagen en Oudejaarsavond bracht
Wim door bij vrouw en kind. Vrij-
wel iedere week was hij één of twee
dagen thuis. Zijn garnizoen was niet
zo heel ver van Amsterdam. En de
electrische bracht hem binnen de
twee uur thuis. Ook aan de Over-
toom begon men gewend te raken
aan de mobilisatie. De ernst van de
toestand geraakte meer en meer
overvleugeld door het feit dat het
gewone leven nu eenmaal zo nor
maal mogelijk moest doorgaan. Men
vertrouwde blindelings op het leger
en de regering en bij vrijwel nie-
mand kwam het eigenlijk op, dat een
der in oorlog zijnde mogendheden
onverwachts een aanval zou doen op
het kleine Nederland.
Geheel onverwacht, op die mooie
zonnige Meimorgen, baratte de bom.
Wim, die in Arnhem rat, kreeg nog
■rMt ht* oehtendgloran b«y«l met
zijn escadron wielryders naar Amers-
foort te vertrekken. Nog diezelfde
dag kwam hij daar aan. De stad was
reeds grotendeels geëvacueerd.
De volgende Zaterdagmorgen ruk-
te hij op in de richting Voorthuizen
om daar, met behulp van een eska-
dron pantserwagens Duitse stoot-
troepen tegen te houden. Hier wer
den in de avond de eerste voorpost-
gevechten geleverd. Er vielen de
eerste Nederlandse soldaten. De Waal
die het tegen de opdringende Duitse
troepen niet houden kon, trok terug
op Terschuur, waar hij zich ver-
schanste en van waar uit zijn man-
nen patrouilleerden. De nauwkeurige
berichten, die hij ontving omtrent de
positie van de vyand, gaf hij door
naar Amersfoort. Vanuit de stad wer
den de Duitse troepen, die zich in de
dorpen Barneveld en in Voorthuizen
hadden verschanst, bestookt met de
zware artillerie. Twee dagen wist
Wim zich met zijn mannen staande
te houden. Toen moest hy met het
overgebleven deel zijner manschap-
pen, ongeveer de helft terugtrekken
op de linie bij Stoutenburg.
Het was daar, dat Wim met een
paar onderofficieren in de middag
van de tweede Pinksterdag zat te be-
raadslagen over de toestand, die ai
les behalve rooskleurig was. Want
in de loop van de dag was bekend
geworden, dat de regering en het
Koninklijk Huis waren overgestoken
naar Engeland en het Duitse leger
grote vorderingen had gemaakt in
de Noordeîijke provincies alsmede in
Brabant en Limburg, terwijl ook
reeds de Grebbelinie het hard te ver-
duren had. Nog hielden de mannen
van het 7e en 8e escadron wielryders
stand rond Amersfoort, daarbij ge-
steund door infanterie en pantserwa
gens. Maar de overmacht nam met
het uur toe en het zou niet lang du-
ren of men zou moeten terugtrekken
op Amersfoort.
Om half zeven in de avond kreeg
luitenant de Waal opdracht de posi
tie van de Duitse troepen buiten Bar
neveld te onderzoeken en zo spoedig
mogelijk H «exen neer de
Amersfoortse batterij commandant.
Ditmaal ging hij zelf mee. Hij gaf
zyn bevelen en de patrouilles ver-
deelden zich in vijf groepen, elk van
ongeveer 10 man. Voorzichtig ging
men enkele km in de richting van de
Duitse voorposten. Nabij Achterveld
ging men in dekking om de nacht af
te wachten. Toen het voldoende don-
ker was geworden, ging men verder,
nog onwetend van het feit, dat reeds
een uur te voren de algehele Neder
landse capitulatie bekend was ge
maakt.
In een bocht van de weg hadden
enkele Duitse soldaten zich met een
mitrailleur verborgen door een han-
dige camouflage. Luitenant De Waal
en zijn acht manschappen gingen
een wisse dood tegemoet. Op nauwe-
lijks enkele meters afstand van deze
stelling maakte het moordend lood
van het machinegeweer een einde
aan het leven van luitenant de Waal
en de meeste zijner manschappen.
De anderen raakten gewond in
krygsgevangenschap. Twee dagen na
de oorlog begroeven de burgers hem
op het kerkhof in het naburige dorp.
Jo was op dit moment nog onwetend
van het feit dat zij reeds weduwe
was.
In Amsterdam leefde Jo gedurende
de oorlogsdagen in de grootste onze-
kerheid Zij wist dat Wim in Arnhem
gedetacheerd was, maar sinds hij de
laatste maal met verlof was geweest,
had ze niets meer van hem gehoord.
Toen de vijf oorlogsdagen voorbij
waren, kwam een bang gevoel over
haar. Het was, alsof ze bij intuïtie
gevoelde, dat Wim gesneuveld was.
En toch wilde ze aan deze gedachten
geen voedsel geven. Zo lang er hoop
was, werd deze hoop geringer. Want
van Wim hoorde ze nog steeds niets.
Honderden soldaten keerden gede-
mobiliseerd, blij en opgelucht naar
hun woonsteden terug. Na 14 dagen
kon ze het niet langer uithouden en
toen ze hoorde, dat de treinverbin-
ding tussen Amsterdam en Arnhem
weer was hersteld, nam ze de fiets
en reed natr het station. De fi«t*
nam m mee in d? trein,
Het onderzoek in Arnhem leverde
begrijpelykerwijs, geen resultaat op
Men verwees haar naar Amersfoort.
Ook daar hoorde ze niets van luite
nant de Waal omdat vrywel aile mi
litairen, die hier gelegerd waren ge
weest, weer naar huis waren getrok-
ken. Van burgers uit de omliggen-
de plaatsen, vernam ze, dat het ze-
vende escadron wielryders, waarbij
Wim was, gevochten had tussen
Amersfoort en Barneveld. Op goed
geluk af fietste ze in de richting van
dit dorp. En na een dag zwerven be-
landde ze tenslotte op het kleine
kerkhof, waar Wim reeds lang de
eeuwige slaap des doods sliep. Toen
ze de naam van haar man zag staan
op het eenvoudige houten monument,
dat ter nagedachtenis van de gesneu-
velde militairen was opgericht, wa
ren de krachten van de jonge vrouw
uitgeput. Bewusteloos viel ze op het
graf neer.
In een ziekenhuis te Amersfoort
kwam ze tôt bewustzijn. Verwonderd
zag ze in de vriendelijke pgen van
een verpleegster. Toen begreep ze
onmiddellijk wat er gebeurd was
Wim was gesneuveld en lag begra-
ven op dat kleine kerkhpf. Ze had
de man, die ze zo liefhad, op deze
aarde verloren. Ze bleef alleen ach-
ter met haar dochtertje. O, wat was
het leven toch wreed. Op haar bed
barstte ze in een hartstochtelijk ver-
driet uit. Waarvoor diende het nog,
dat zij nu leefde? Was ze ook maar
dood, begraven naast haar man, die
ze zo innig lief had gehad. Ze wilde
niet meer leven!
De verpleegster, die de laatste da
gen meerdere van dergelijke tonelen
had meegemaakt, trachtte haar te
troosten. Ze moest niet treuren. Had
ze kinderen? Ja? Een dochtertje'
Welnu, dan moest ze dapper zijn en
zich voortaan wijden aan de opvoe-
ding van haar kind. De oorlog was
wreed ja, maar haar man was als een
held gestorven voor het Vaderland,
met de wapens in de hand. Het was
een eervolle dood. Zeker, ze kon het
leed van de jonge vrouw begrijpen.
K«t w#» v«rtehr)kV«HJfc, Maar
was nog jong en ze moest aan haar
dochtertje denken dat nu geen va-
der meer had. Nu had het kind dub-
bel de liefde van de moeder nodig.
Dat moest ze begrijpen. Wees flink,
mevrouw, duizenden gezinnen zijn
in rouw gedompeld door deze vrese-
lijke oorlog. Zelf hebt u er het leven
nog afgebracht. Wees dankbaar daar-
voor en beschouw het als een vinger-
wyzing Gods, dat uw dochtertje niet
ook moederloos is geworden.
De eerste dagen wilde Jo in haar
felle verdriet, niet van troostwoor-
den horen. Naderhand kalmeërde ze
Het leven hernam zijn rechten; het
leven, dat zichzelf wreekt, wreed
kan zijn, maar ook rechtvaardig
Begin Juni was Jo in zoverre her
steld van haar zenuwschok dat ze
het ziekenhuis kon vérlaten en naar
Amsterdam terugkeerde. Van de eer-
tijds zo knappe, blozende jonge vrouw
was slechts een bleke, door leed ge-
troffen vrouw overgebleven.
De eerste dagen in haar woning
waren haar een marteling. De weten-
schap dat Wim, die op de avond van
een der eerste Meidagen nog zo vro-
lijk en luchthartig was vertrokken,
nooit meer zou terugkeren, deed
haar meerdere malen opnieuw in een
zenuwachtig snikken uitbarsten. Dan
kwam de kleine Elsje naar haar moe
der en troostte het kind haar op haar
onhandige, lieve kinderlijke manier.
Langzaaiy begon Jo het bezit van
haar kind, de enigste tastbare her-
innering aan haar man, te waarderen
en dat begon, heel langzaam, haar
verdriet te stillen. Overdag had ze
haar bezigheden en met het kind om
haar heen. begon ze in haar leed te
berusten. Het gesnap van de kleine
Elsie vertroostte haar en een enkele
maal kwam er een glimlach op het
bleko gelaat, als ze zo het kind aan-
schouwde bii haar snel. Zonder haar
kind zou het leven onhoudbaar ge
weest zijn!
(Wordt vervolgd)
1