De grote liefde Gemengd Sportnîeuws DEI BRUUK IK NOOIT! SOCIALE VERZEKERING Over Bloemen en Planten -**--5"*eweam VOETOALICITSLAGEN lEesste Masse: WeaJ I: ZeebuigiaDOS 18. West H: SVV—Ajax «—3; 1DO— Xerxes 33 OosÉea: Hengele—Ensehedese Boys 8—3. ZuM HelmoadiaBBC 81; PSV—Sitt. Boys 5—1. Zuid H: MauritsLONGA 88, BW—Bleyerheide 4—1. Noortî: LeeuwardenFiisla 01. Groningen—Haaiiem 210 Er is de Tweede Kerstdag gevoet- bald tussen deze beide eîftallen eu het moet mij van het hart, dat het een spelletje is geweest van de kat en de muis. Zou ik eerlijk een cijfer moeten geven, dan aôtt ik vcor de onzen een ruim onvoldoende nfbeten neerzetten. Ik wil eehter niet zo boud doen, omdat zij niet alleen aan deze debacle schuldig zijn, maar meer nog de samenstellers. Het is meer dan een brevet van onvermogen uitreiken aan hen die op het armzalig idee zijn gekomen om een elftal als nu naar voren werd gebracht, samen te stel- len en het prae'dicaat het beste van Groningen te willen geven. Het leek mij meer de bedoeling om uit diver se elftallen een paar spelers te ne- men, om als trekkers of zo men het noemen wil „money makers" dienst te doen. Men heeft nu de bezoekers laten zien hoe er niet homogeen ge- voetbald moet wçrden. Het was een slechte beurt voor het gehele Noor- den, want het gehele Noordeîijke voetbal krijgt dooi deze meer dan bar slechte prestatie een knauw. En vraagt men mij is er door de tegen- partij zo geweldig spel te zien gege- ven, ik moet antwoorden neen! he' vertoonde door Haarlem was goed, maar meer niet. Maar het is immers een uitgesproken waarheid, dat men speelt zoals de tegenpartij dat wil, nu dat was hier ook het geval. Waren de Groningers wat agressiever en sneller in hun reageren geweest, zeer zeker was het heel anders gelopen. Daar kwam bij dat men in het elftal van stopperen geen kaas gegeten had, zodat de partij die dit wel had, voldoende vrijheid kreeg te doen wat zij wilde. Eén van de weinige lichtpunten was nog Bakema van HSC, die blijk gaf zo af en toe boven het arrnetierig voetbal uit te komen. Het is 102 geworden en dat zegt al voldoende voor „ons" voetbal. De tegenpunten die door de onzen werden gemaakt, één door Bakema, een zeer goed en door Lugthart meer geluk dan wijs- heid, wijzen al voldoende op de on- macht van ons elftal. Over aile linies waren de Haarlemmers ons verre de baas. Vriendschappelijke voetfcalwedstrijden Hoogezand heeft van de vrye week gebruik gemaakt om Veendam, de leider in de 2e klasse B uit te nodi- gen tôt een vriendschappelijke wed strijd. De Hocgezandsters wisten deze wedstrijd met 21 te winnen. Voor de rust bezorgds Snijder de gasten de leiding, maar na hervatting bracht eerst Werkema de partijen op gelij- ke voet, waarna Jager de stand op 21 bracht. Ook FVV had gasten en wel Asser Boys. De Foxholsters wcnnen deze vriendschappelijke wedstrijd met 53. FW 2, dat tegen Asser Boys 2 speelde verloor met 02. De voetbalvereniging „Muntendam" heeft de Kerstdagen nuttig besteed. Zondag v/erd onderlinge wedstrijden gespeeld tussen de verschillende elf tallen, waarbij bleek, dat het 3e ster- ker was dan het 2e. De tweede dag had een vriend schappelijke wedstrijd plaats tussen Muntendam en GRC; de Munten- dammers verloren met 15. BEDRIJFSVOETBAL Uitslagen WASChemica 50; BTCBSM II 20. Door deze uitsla gen behaalde WAS in de afdeling A en Cartona in de afdeling B de eerste prijs. BSM H behaalde de 2e prijs iû de afdeling B. Programma: Zatesdag V Jan. 1950 HS-terrein 3 uur Suurmeijer—Beuke- ma (S. v. d. Laan). Dit is de laatste wedstrijd der seriewedstryden. BWBBAl Op de 2e Kerstdag heeft een wed strijd plaats gehad, tussen het Noor delijk elftal en een provinciaal elf tal op het H.S.-îerrem. Deze wed strijd was bedoeld als oefenwedstryd voor het Noordelijk elftal, dat in Fe- bruari tegen de Antilopen moet spelen, Bi) het Noordelijk elftal antbrak Kleinstra, die vervangen was door Niemeijer van HCG. Het provinciaal elftal speelde met 5 invallers. Hol landes was vervangen door La Croix (HCG), Aukema door Roukema (SVH), Reitsma door Smit (HS), Starke door Lockhorn (SVH) en Bronsema door Hellinga (HS). De overwinning was aan het Noordelijk elftal en wel met de overtuigende cijfers 7Voor de rust was dit elftal sterk in de meerderheid, en wist de stand te brengen op 50 (doelpunten van Niemeijer 2 x, Bruina, Kooi en Nijdem). Na de rust werd het 60 door Teisman, waarna Groeneveld de stand op 61 bracht. Niemeijer maakte er nog 71 van. Na de rust speelde het provinciaal elftal aan- merkelijk beter. 'T GEBRUES VAN LUCHTBANDEN IN LAND- EN TUINBOUW. Men schryft ons: Het la nog slechts luttele jaren ge- leden, dat enkele vooruitstrevende boeren er toe overgingen hun wagens van luchtbanden te voorzien, Smdsdien heeft het gebruik hier- van een enorme vlucht genomen. De besparlngen en kr&chtverbrulk hlerdoor verkregen, zi)n van grote betekenis. Uit verschillende vergelij- kende proeven met wagens met hou- ten wielen en ijzeren velgen en «net luchtbanden genomen is gebleken, dat de luchtband op de akker een trek- krachtbesparing tôt ongeveer 60 kan geven. Op verharde wegen kan de besparing nog groter zijn en tôt plm. 80 bedragen. Hoe vreemd is het dan dat men,nog heel weinig van de kleinere landbouw- werktuigen met een rubberband ziet uitgerust. Speciaal denken we hier aan de kruiwagen. Het is toch wel opmerke- lyk te noemen, dat men bijna op geen enkel boerenbedrtjf een kruiwagen met rubberband aantreft. Hoeveel ge- mak en voordelen zouden ook hier- mede bereikt kunnen worden. Niet alleen dat kruiwagens op luchtbanden veel lichter lopen dan de ouderwetge modellen, maar er zijn zoveel andere voordelen aan verbonden. De veer- krachtige luchtband beschadigt geen vloeren, het voortduwen van de krui wagen is met een luchtband veel lich ter. De kruiwagen met luchtband is practlsch trillingsvrij en kan schokvrtj over straat en kelwegen rijden. De kruiwagen met een luchtband zal gemakkel(jk voort te duwen zijn over pas geploegd land, vooral nu men ook nog het loopvlakprofiel der banden gewijzlgd heeft. Immers een overlangs lopend rib- belprofiel verdient zowel voor land- bouwwagens als voor kruiwagens ver re de voorkeur. By tractorbanden en autobanden echter worden de profie- len speciaal zo aanglbracht, dat de band een grijpkracht op de gTond hee'\ -^y paardentractie en kruiwa gens, welke geduwd worden, heeft de luchtband geen grijpkracht nodig maar alleen de soepelheid om zich over oneffenheden etc. heen te wer- ken, waardoor de trekkracht ten voi le benut wordt. D*r ston ais 'n koopman mit 'n koopman te praot'n Je zagg'n aan heur doun wel, 't ging haart teeg'n haart. Ze bleev'm nait fesounlek, ze kon'n schell'n nait laot'n, Ze muik'n mekaor uut veur lelek en zwaart. Dei aine koopman dei schol mor van „schelm" en „verraoder" Jô, hai het om nog hail maie dingen tou zegt, Hai raip mor aal haarder en muik zok aal kwaoder, „Est 'n haart van niks kerel" raip'e, „en dien gewait'n is slecht. Toun zee dei aandere koopman," wat wolt mie nou nog verwiet'n Est mit laig'n en laster'n dien tied ja verknooid, Hou zol nou mien haart of gewait'n versliet'n Dei bliev'm wel goud or, want dei bruuk ik ja nooit. S. OPENBARE LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK H.—S. Nleuwe aanwtnsteim. Wijabegeeite. Sntjders. Zelfcorrectie en zelfcritiek bij kinderen ln de kleuterperiode. Godsdlenst. Theosofia. Jrg. 1948. Sociale wetenschappon. Luchtvaartwet. 1949. Rytijdenwet. 1949. Werkloosheidswet. 1949. Winkelsluitingswet. 1949. Parlement en kiezer. 1949/'B1. Register op de Nederlandse wetge- ving. Supplément no. 8. Verslag, Curaçaos. 1946. Taal- en letterkunde. Brandsma en Stuiveling. Kunst en kritiek vôôr en uit de tfld van '80. Brandsma. Onder de loupe hande- lingen van na '80. N atuurwetenschappen. Hana. Van dier en plant, water en land. Wohlbold. Het wonder van het instinct. Toegepaste wetenschappen. Dix en Roozen. Bloemen. Fris. Blindtypen. Groen. Handenarbeid. Haken, Libelle's, en breien. Jrg. 1949. No. XI. Wiersema. De Oceaan leerboek der aardrijkskunde voor seheepswerk- tuigkimdigen ter koopvaardjj. Kunst, Sport en Spel. Berggidsen, Zwitserse vertellingen. Gaunt. Rome, past and présent. Aardr(jkskunde-, Land- en Volkenkunde. Legêne. Suriname, land mjjner dro. men. Spier. West. Geschiedenls. Hicks. A short history of American democracy. Pierson. De Medicl. In het Nederlands vertaalde romans. Bromfield. Mrs. Parkington. Cloete. De strjjd om Duifkop. Kessel. Helena Borissoffia. Dultse romans. Zoff. Die Liebenden. Jeugdboeken. PothastGimberg. De Kerstschoof. (514 jaar.) Tetzner. Het gemaskerde bal. (12 14 jaar.) Wjjnbeek. Het leven bloeit open. (16 18 jaar.) i J."(J. -Ji'J.'7-.- 252. Met mijn dappere kleindochter Ama leefde ik de laatste jaren in do wildernis zonder ooit weer naar de beschaving terug te keren. Ik deed verkeerd. Ik vond wat goud en diaman- ten, die in gindse kist liggen, maar de grote schat niet. En u, vreemdelingen, die ik het le ven redde, beveel ik terug te keren, en niet verder te zoeken naar deze vervloekte kost- baarheden, die ongeluk brengen. En gij zult myn kleind< chter meenemen en haar beschermen, want zij redde u het leven." 253. Toen spreidde de grijsaard een kaart uit en duidde zyn gasten uit; welke weg ze terug moesten gaan. „Ge zult met een olifant moeten reizen," zei hij, „want uw kameraden bij de vliegmachines hebben door een vertrouwde bo- de reeds een brief van my ontvangen, dat gij in veiligheid zijt, maar dat ze onmiddellyk ver- trekken moesten. Wanneer ze daar de nacht hadden doorgebracht, waren ze stellig door de wilden gedood. Myn macht is tenslotte beperkt. En ga nu slapen, want het is reeds laat, en wij allen hebben behoefte aan rust. De ooraprong dei Sociale Venekering H. In het vorig artikel hebben we ge- zien welke oorzaken hebben geleid tôt het ontstaan van een nieuwe reehtsverhouding ni. de arbeidsover- eenkomsb Kenmerk van zulk een overeen- komst is echter de gelijkheid en de vrijheid van de partijen de werk- gevef en de werknemer die de overeenkomst sluiten. De economische alhankelykheid ontnam de arbeider zijn vrije wilsbeschikking. De arbeider was immers gedWongen, wilde hij kun nen bestaan, zijn arbeidskracht in dienst van zyn werkgever te stellen. Deze afhankelijkheid van de ar beider gepaard gaande aan het stre- ven van de werkgever de loononkos- ten, als gevolg van de concurrentie, zoveel mogelyk te drukken, ver- hoogde zijn bestaansonzekerheid. Naast het gevaar van de arbeid zelf bij ternauwernood of in het geheel niet beveiligde machines enz., dreide de arbeider voortdurend het gevaar, dat hij door ziekte, onge- val of ouderdom tijdelyk of zelfs ge heel van de arbeidsmarkt werd ver- drongen met het gevolg dat hij geen looninkomsten meer had en daardoor tôt armoede verviel. De ontwikkeling der maatschappe- lyke verhoudingen in de 19e eeuw leidde er tqe, dat zijn vooruitzichten geen anderè waren dan 6f in armoe de te leven in de krotten van stad en land, 6f het armenhuis 6f, in het gunstigste geval, ten laste te komen van zijn kinderen met hun eigen ge- zinnen en zorgen. Deze misstanden vormden een ge vaar voor de samenleving. In de 2e helft van de vorige eeuw drong de kennis van die misstanden in ons land meer en meer door en met haar het besef, dat de maat- schappij t- onze samenleving bc- lang heeft bij een zo groot mogelijke onafhankelijkheid harer leden. Zij heeft belang bij de instandhouding en de vermeerdering der volkskrac'it, en niet bij toeneming der armoede De toen snel opkomende organisatie der arbeiders in vakverenlgingen en de directe of indirecte invloed van deze op politiek gebied, heeft mede er toe bijgedragen, dat de staatsont- houding veranderd is in een staats- bemoeienis, waarvan de sociale ver- zekering een vrucht is. Deze staatsbemoeienis deed zich niet direct over het gehele gebied kennen doch strekte zich het eerst uit tôt de arbeidersbescherming. Eerst op het einde der vorige eeuw werd het terrein der sociale voorzorg betreden. In een volgend artikel willen we eens nagaan waarom deze voorzorg de vorm van verzekering heeft ge- kregen. Hieronder volgt nog een belang- rijke vraag: EL W. te S. landarbeider van be- roep heeft een ongeval gehad en denkt te weinig uitkering te ontvan gen. Hij meent, dat de regeling voor uitkering is vastgesteld door het col lège van Rijksbemiddelaars in over- leg met de vakbonden. Zijns inziens deugt die regeling niet en dient deze verbeterd te worden. Hij gevoelt zich „achtergesteld". Antwoord: De eerste zes weken na de dag van het ongeval bedraagt de uitkering 80 van het loon. Dit Ioon dus niet de uitkering is vastgesteld door genoemd collège in overleg met de „Stichting van de Ar beid" vertegenwoordigende de werk- gevers- en werknemersorganisaties Daar valt dus niet aan te tornen. Maar er is nog iets anders vastge steld, dat u toch eigenlyk diende te weten. In artikel 42 van de „regelingen van lonen en andere arbeidsvoor waarden voor akkerbouw, weide- bouw en veehouderij in de provin- cies Groningen, Friesland enz." is ni. bepaald: „de werkgever is verplicht aan de vaste en los-vaste arbeider het vooi hem geldende normale tijd- loon gedurende ten hoogste 6 weken doo» te betalen, wanneer deze tenge- volge van «iekte of ongeval verhin- derd is zijn werk te verrichten." Voor de losse arbeiders geldt voor de werkgever dezelfde verplichting, doch voor ten hoogste 2 weken, mits de arbeider minstens 4 weken onaf- gebroken bij de werkgever in dienst is geweest en de arbeidsongeschikt- heid ten minste 1 week duurt. De vaste- en los-vaste arbeider heeft over de eerste drie dagen slechts Techt op de helft Van zijn loon, indien de -arbeidsongeschiktheid niet langer dan 1 week heeft ge- duurd. De losse arbeider krijgt over de eerste 3 dagen altijd de helft van zjjn loon. Wanneer echter de betrokken ar beider uitkering uit de Ziektewet of de Land- en Tuinb. Ongevallenwet ontvangt wordt het loon met die uit kering verminderd. De regeling komt dus hierop neer, dat u, als vaste arbeider, gedurende de eerste 8 weken uw voile loon be- houdt. Deze regeling geldt vanaf 15 Nov. 1948 en is bindend verklaard. Vragen, de Sociale Verzekering be- treffende in te zenden aan de redac- tie van dit blad. DE KERSTSTER De officiële naam van de Kerstster of Poinsettia is Euphorbia pulchérri- ma, een plant, die afkomstig is van Mexico en Zuid-Amerika, en daar op vochtige plaatsen wel IV2 m hoog wordt. De kleine geelgroene bloempjes zijn van geen betekenis. De roodgekleurde stervormig ge- plaatste bladeren onder deze bloempjes geven de grote sierwaarde aan deze plant. En daar dit juist te gen de Kerstdagen het geval is, is de naam Kerstster wel te verklaren. We hebben reeds eerder een Eup horbia besproken, ni. de Euphorbia Splendens of Christusdoorn. Daar hebben we reeds gewezen op het melksap dat uit de afgesneden sten- gel vloeit. Dit melksap komt ook te voorschijn bij een afgesneden sten- gel van de Kerstster. De bloemist houdt ze daarom enige tijd in kokend water of brandt ze dicht. Gekochte afgesneden bloemtakken mogen we dus niet weer afsnijden, tenzij ze daarna dadelijk dichtgebrand wor den. Als ze vervolgens een nacht diep in koud water worden gezet, kunnen ze weken lang goed blijven. Als we een plant in deze tijd krij- gen, zetten we die zo licht mogelijk op een warme plaats. De planten houden niet van plotselinge natuur- schommelingen. Als ze uit de warme kas komen, moeten ze thuis dus ook warm staan. Na de bloei geven we weinig wa ter en laten de plant dus rusten. We snijden de takken in tôt op 10 cm en maken de wonden dicht met houtskoolpoeder of sigarenas. Ongeveer begin April geven we geleidelijk meer water en laten de plant op een warme plaats staan. In de warme zomermaanden mag de bloem buiten staan. Water, sproeien en mesten is dan noodzakelijk. In September gaat de Kerstster weer naar binnen op een warme plaats, om tegen de Kerstdagen weer te „bloeien". Een nog mooiere Kerstster dan de hierboven besprokene is de Euphor bia Fulgens, met gebogen takken en in de oksels der bladeren oranjerode bloemen. De cultuur van deze plant is echter niet eenvoudig en deze kun nen we beter aan de vakmensen over- laten. FEUILLETON door HENK VAN HEESWIJK 30) IX. De laatste dagen van de Augustus- maand brachten een ingrijpende verandering in het leven van tien- duizende Nederlandse gezinnen; ook in het leven van Jo en Wim. De reeds jaren dreigende oorlog brak uit: De Duitse troepen rukten Polen binnen, Het gevolg was, dat de Ne derlandse regering maatregelen moest nemen om de onafhankelijk heid van land en volk te waarbor- gen, Het leger werd gemobiliseerd. Wim de Waal die reserve-officier was, moest derhalve eveneens de wapenrok aantrekken. Op een vroege morgen vertrok hij ezamen met duizenden andere Am- terdammers, uitgeleide gedaan door ïijn vrouw en zijn dochtertje, met een bezorgd gèmoed voor de toe- kcmst. Wat zou die voor Nederland in het verschiet. hebben? Wim, hoewel zelï allesbehalve op- timistisch, trachtte haar op te beu- ren: „Nou meid, weg met die tranen. Het duurt zo lang niet. Maak je maar nergens ongerust over, Boven- dien heb ik toch van tijd tôt tijd myn verlof." Ze lachte dapper door haar tranen heen. „Ik zal sterk zijn," fluisterde ze hem toe. „Misschien valt het nog wel mee/' „Natuurlijk valt het mee", ant- woordde hij luchthartig. „We heb ben zelf geen oorlog en we zullen door onze maatregelen er wel voor zorgen, dat ze onze neutraliteit eer- biedigen, evenals in de vorige oorlog. „God geve het, mijn jongen," ant- woordde ze zacht, toen ze haar ar- men om hem heensloeg en hun lip- pen elkaar vonden in een lange kus. Een fluitsignaal weerklonk; de locomatief «.ntwpordde en langs»w* zette de lange trein, stampvol met soldaten, zich in beweging. Weg van huis, het onbekende tegemoet. De eerste oorlogsgolf ging langs Nederland heen. Men herademde, Toen de militairen een paar malen met verlof thuis waren geweest, be- gon men aan de oorlogstoestand ge- wend te raken. Na de bezetting van Polen scheen het alsof de oorlog op een dood punt was gekomen. En in Nederland herademde men. Het zou wel zo'n vaart niet lopen. Hadden we niet een weermacht, die respect afdwong? Was het Nederlandse leger in al zijn onderdelen niet paraat en op elke gebeurtenis voorbereid? Kcm, het zou zo'n vaart niet lopen. En iedere keer, als luitenant de Waal een paar dagen met verlof kwam naar Amsterdam, werd hij op- timistischer. Financiële zorgen had hij niet. Zijn krant betaalde hem vrywel zijn gehele salaris normaal door. De boekhandel beleefde een gouden tyd, want in deze enerveren- de maanden lazen de mensen meer dan gewoonlyk. De zaken gingen goed. Er gebeurde niets bijzonders en het militaire leven had ten slotte toch ook zijn bekoring. Het jaar liep ten einde. De Kerst dagen en Oudejaarsavond bracht Wim door bij vrouw en kind. Vrij- wel iedere week was hij één of twee dagen thuis. Zijn garnizoen was niet zo heel ver van Amsterdam. En de electrische bracht hem binnen de twee uur thuis. Ook aan de Over- toom begon men gewend te raken aan de mobilisatie. De ernst van de toestand geraakte meer en meer overvleugeld door het feit dat het gewone leven nu eenmaal zo nor maal mogelijk moest doorgaan. Men vertrouwde blindelings op het leger en de regering en bij vrijwel nie- mand kwam het eigenlijk op, dat een der in oorlog zijnde mogendheden onverwachts een aanval zou doen op het kleine Nederland. Geheel onverwacht, op die mooie zonnige Meimorgen, baratte de bom. Wim, die in Arnhem rat, kreeg nog ■rMt ht* oehtendgloran b«y«l met zijn escadron wielryders naar Amers- foort te vertrekken. Nog diezelfde dag kwam hij daar aan. De stad was reeds grotendeels geëvacueerd. De volgende Zaterdagmorgen ruk- te hij op in de richting Voorthuizen om daar, met behulp van een eska- dron pantserwagens Duitse stoot- troepen tegen te houden. Hier wer den in de avond de eerste voorpost- gevechten geleverd. Er vielen de eerste Nederlandse soldaten. De Waal die het tegen de opdringende Duitse troepen niet houden kon, trok terug op Terschuur, waar hij zich ver- schanste en van waar uit zijn man- nen patrouilleerden. De nauwkeurige berichten, die hij ontving omtrent de positie van de vyand, gaf hij door naar Amersfoort. Vanuit de stad wer den de Duitse troepen, die zich in de dorpen Barneveld en in Voorthuizen hadden verschanst, bestookt met de zware artillerie. Twee dagen wist Wim zich met zijn mannen staande te houden. Toen moest hy met het overgebleven deel zijner manschap- pen, ongeveer de helft terugtrekken op de linie bij Stoutenburg. Het was daar, dat Wim met een paar onderofficieren in de middag van de tweede Pinksterdag zat te be- raadslagen over de toestand, die ai les behalve rooskleurig was. Want in de loop van de dag was bekend geworden, dat de regering en het Koninklijk Huis waren overgestoken naar Engeland en het Duitse leger grote vorderingen had gemaakt in de Noordeîijke provincies alsmede in Brabant en Limburg, terwijl ook reeds de Grebbelinie het hard te ver- duren had. Nog hielden de mannen van het 7e en 8e escadron wielryders stand rond Amersfoort, daarbij ge- steund door infanterie en pantserwa gens. Maar de overmacht nam met het uur toe en het zou niet lang du- ren of men zou moeten terugtrekken op Amersfoort. Om half zeven in de avond kreeg luitenant de Waal opdracht de posi tie van de Duitse troepen buiten Bar neveld te onderzoeken en zo spoedig mogelijk H «exen neer de Amersfoortse batterij commandant. Ditmaal ging hij zelf mee. Hij gaf zyn bevelen en de patrouilles ver- deelden zich in vijf groepen, elk van ongeveer 10 man. Voorzichtig ging men enkele km in de richting van de Duitse voorposten. Nabij Achterveld ging men in dekking om de nacht af te wachten. Toen het voldoende don- ker was geworden, ging men verder, nog onwetend van het feit, dat reeds een uur te voren de algehele Neder landse capitulatie bekend was ge maakt. In een bocht van de weg hadden enkele Duitse soldaten zich met een mitrailleur verborgen door een han- dige camouflage. Luitenant De Waal en zijn acht manschappen gingen een wisse dood tegemoet. Op nauwe- lijks enkele meters afstand van deze stelling maakte het moordend lood van het machinegeweer een einde aan het leven van luitenant de Waal en de meeste zijner manschappen. De anderen raakten gewond in krygsgevangenschap. Twee dagen na de oorlog begroeven de burgers hem op het kerkhof in het naburige dorp. Jo was op dit moment nog onwetend van het feit dat zij reeds weduwe was. In Amsterdam leefde Jo gedurende de oorlogsdagen in de grootste onze- kerheid Zij wist dat Wim in Arnhem gedetacheerd was, maar sinds hij de laatste maal met verlof was geweest, had ze niets meer van hem gehoord. Toen de vijf oorlogsdagen voorbij waren, kwam een bang gevoel over haar. Het was, alsof ze bij intuïtie gevoelde, dat Wim gesneuveld was. En toch wilde ze aan deze gedachten geen voedsel geven. Zo lang er hoop was, werd deze hoop geringer. Want van Wim hoorde ze nog steeds niets. Honderden soldaten keerden gede- mobiliseerd, blij en opgelucht naar hun woonsteden terug. Na 14 dagen kon ze het niet langer uithouden en toen ze hoorde, dat de treinverbin- ding tussen Amsterdam en Arnhem weer was hersteld, nam ze de fiets en reed natr het station. De fi«t* nam m mee in d? trein, Het onderzoek in Arnhem leverde begrijpelykerwijs, geen resultaat op Men verwees haar naar Amersfoort. Ook daar hoorde ze niets van luite nant de Waal omdat vrywel aile mi litairen, die hier gelegerd waren ge weest, weer naar huis waren getrok- ken. Van burgers uit de omliggen- de plaatsen, vernam ze, dat het ze- vende escadron wielryders, waarbij Wim was, gevochten had tussen Amersfoort en Barneveld. Op goed geluk af fietste ze in de richting van dit dorp. En na een dag zwerven be- landde ze tenslotte op het kleine kerkhof, waar Wim reeds lang de eeuwige slaap des doods sliep. Toen ze de naam van haar man zag staan op het eenvoudige houten monument, dat ter nagedachtenis van de gesneu- velde militairen was opgericht, wa ren de krachten van de jonge vrouw uitgeput. Bewusteloos viel ze op het graf neer. In een ziekenhuis te Amersfoort kwam ze tôt bewustzijn. Verwonderd zag ze in de vriendelijke pgen van een verpleegster. Toen begreep ze onmiddellijk wat er gebeurd was Wim was gesneuveld en lag begra- ven op dat kleine kerkhpf. Ze had de man, die ze zo liefhad, op deze aarde verloren. Ze bleef alleen ach- ter met haar dochtertje. O, wat was het leven toch wreed. Op haar bed barstte ze in een hartstochtelijk ver- driet uit. Waarvoor diende het nog, dat zij nu leefde? Was ze ook maar dood, begraven naast haar man, die ze zo innig lief had gehad. Ze wilde niet meer leven! De verpleegster, die de laatste da gen meerdere van dergelijke tonelen had meegemaakt, trachtte haar te troosten. Ze moest niet treuren. Had ze kinderen? Ja? Een dochtertje' Welnu, dan moest ze dapper zijn en zich voortaan wijden aan de opvoe- ding van haar kind. De oorlog was wreed ja, maar haar man was als een held gestorven voor het Vaderland, met de wapens in de hand. Het was een eervolle dood. Zeker, ze kon het leed van de jonge vrouw begrijpen. K«t w#» v«rtehr)kV«HJfc, Maar was nog jong en ze moest aan haar dochtertje denken dat nu geen va- der meer had. Nu had het kind dub- bel de liefde van de moeder nodig. Dat moest ze begrijpen. Wees flink, mevrouw, duizenden gezinnen zijn in rouw gedompeld door deze vrese- lijke oorlog. Zelf hebt u er het leven nog afgebracht. Wees dankbaar daar- voor en beschouw het als een vinger- wyzing Gods, dat uw dochtertje niet ook moederloos is geworden. De eerste dagen wilde Jo in haar felle verdriet, niet van troostwoor- den horen. Naderhand kalmeërde ze Het leven hernam zijn rechten; het leven, dat zichzelf wreekt, wreed kan zijn, maar ook rechtvaardig Begin Juni was Jo in zoverre her steld van haar zenuwschok dat ze het ziekenhuis kon vérlaten en naar Amsterdam terugkeerde. Van de eer- tijds zo knappe, blozende jonge vrouw was slechts een bleke, door leed ge- troffen vrouw overgebleven. De eerste dagen in haar woning waren haar een marteling. De weten- schap dat Wim, die op de avond van een der eerste Meidagen nog zo vro- lijk en luchthartig was vertrokken, nooit meer zou terugkeren, deed haar meerdere malen opnieuw in een zenuwachtig snikken uitbarsten. Dan kwam de kleine Elsje naar haar moe der en troostte het kind haar op haar onhandige, lieve kinderlijke manier. Langzaaiy begon Jo het bezit van haar kind, de enigste tastbare her- innering aan haar man, te waarderen en dat begon, heel langzaam, haar verdriet te stillen. Overdag had ze haar bezigheden en met het kind om haar heen. begon ze in haar leed te berusten. Het gesnap van de kleine Elsie vertroostte haar en een enkele maal kwam er een glimlach op het bleko gelaat, als ze zo het kind aan- schouwde bii haar snel. Zonder haar kind zou het leven onhoudbaar ge weest zijn! (Wordt vervolgd) 1

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


Het Nieuwsblad nl | 1949 | | pagina 3