Wonen aan de ....Pieter Langendijkstraat 3 HET NIEUWSBLAD s s*! Pieter Langendijk (1683 - 1756) was wever, etser en pa- troontekenaar, maar is voor- a1 bekend geworden als de enige blijspeldichter uit zijn eeuw waarmee Nederland voor de dag kan komen. Hij wilde, voortbouwend op Hooft en Bredero, weer het echte blijspel op de been hel- pen. Hij schreef enkele to- neelstukken (Don Quichot, Wederzijds Huwelijksbedrof en Krelis Louwen) die op su périeure wijze spotten met de ingebeelde mens. Zijn leid- draad was, zoals een man van de Verlichting betaamde: de verbetering van de ze- den.Hoewel hij met zijn kluchten en blijspelen velen aan het lachen heeft ge- maakt, gaf zijn eigen leven hem weinig redenen tôt vro- lijkheid. Bij Raadsbesluit van 18 de- cember 1959 werd de Pieter Langendijkstraat naar hem genoemd. Pieter Langendijk werd ge- boren op 25 juli 1683 in Haar- lem als zoon van Arent Pie- terszoon van Langendijk en Anneke Luijkens Nieuwen- buyzen. Zijn grootvader kwam uit Outcarspel (nu: Oudkarspel) in West Fries- land, één van de vier dorpen in Noord-Holland die geza- menlijk de „Langendijk" vormen. Het gezin Langen dijk woonde aan de Gierstraat in Haarlem in een door vader Langendijk ge- bouwd buis. Hij was metse- laar van beroep, maar over- leed al toen Pieter pas 6 jaar oud was. Zijn moeder zette daarna samen met een knecht het bedrijf voort. Het tekentalent waarover Pieter beschikt komt al vroeg tôt uiting. Als jongetje tekent bij graag met één van zijn vrienden de kastelen en de mooie plekjes rondom zijn woonplaats Haarlem. Met het timmerbedrijf van zijn moeder gaat het niet zo best. Ze doet de zaak aan de kant en begint een linnen- winkel. Pieter is inmiddels in Amsterdam in de kost ge- daan bij familie van zijn moeder. Hij krijgt er onder meer les in Latijn en dicht- kunst. Drank Ook met de linnenzaak van moeder Langendijk gaat het niet goed. De verdiensten uit de winkel zet ze om in drank, met grote financiële moei- lijkheden als gevolg: Ailes moet verkocht worden. Als Pieter 12 jaar is haalt zijn moeder hem naar huis, maar al gauw vertrekt het gezin naar Den Haag, waar Pieter als wever aan de slag gaat. Voor ,,gaarendamast en ser- vetgoed" dat hij in Amster dam verkoopt vervaardigt hij zelf de patronen. In 1702 komt hij, 19 jaar oud, als meesterknecht in dienst op de weefzoldèr van groot- wever Prado. Via een baantje als kantoorbediende bij Jan Brand, waar hij ook patro nen tekent voor zijden stof- fen, en een betrekking als vaste patroontekenaar bij Verhamme in Haarlem vestigt Langendijk zich in 1722 als zelfstandig wever en patroontekenaar. Het gaat hem financiëel dan niet slecht. In Den Haag al hield hij zich met de dichtkunst be- zig en in zijn wrije tijd gaat hij daar mee door. Hij ont- moet bekende dichters, waaronder de dichter-wever Jan van Gysen. Don Quichot Zijn eerste blijspel schrijft Pieter Langendijk als hij on- geveer 17 jaar is. Het heeft als titel „Don Quichot op de bruiloft van Kamacho". Het wordt pas in 1711 voor het eerst opgevoerd in de Amsterdamse schouwburg. Met groot succès. Langendijk heeft de stof ont- leend aan de bekende „Don Quichot" van de Spaanse schrijver Cervantes, maar de idyllische herderssfeer ver- vangen door een plomp Hol- lands boerenmilieu. De per- sonen hebben hun Spaanse namen gehouden. Langen dijk kreeg daarop veel kri- tiek. Men vond het even gek als een Frans uithangsbord boven een Amsterdamse winkel. Van die kritiek trekt Lan gendijk zich weinig aan. Hij zegt: ,,Ook heb ik eenige na men veranderd van de boe- ren, hen Spaansche gegeven, in plaats van Duitsche (=Hollandse). Wat de naam van meester Jochem betreft, die had ook ligt veranderd kunnen worden, maarge- merkt die naam Joachim in aile landen gemeen is, heb ik dien zo gelaten. Zij zullen zonder twijfel nog genoeg aanmerkingen op het spel hebben; maar ik meen 'er voortaan niets in te verande- ren". In de période 1711 - 1712 schrijft hij het minder be- langrijke ,,De Zwetser" en het bekende blijspel ,,'t We derzijds huwelijksbedrog" waarmee hij „een gebrek dat al te veel bij onze Landaart is ingekropen, naamelijk: kaal (arm) en groots te zijn en het laatste door bedrog staande te houden" bespottelijk wil maken. Uit 1715 dateren Krelis Lou wen of Alexander de Groote op het poëtenmaal" en ,,De Wiskunstenaars of 't gevluch- te juffertje", een klucht waarin een paar halfgeklce wis kunstenaars-sterre kundi- gen quasi-wetenschappelijke discussies houden. En wat dacht u van deze titel: ,,De Travesti Eneas in zijn Zon- dagspak". Vanaf 1721 is Pieter Langen dijk een meebepalend lid ge- weest van de Haarlemse re- derijkerskamer ,.,Trou moet blijken". Slechte ogen Pieter Langendijk krijgt in 1724 last van slechte ogen, hij kan niet zo goed meer zien. Daarom wijdt hij zich maar weer aan het weven en gaat zelfs garen spinnen. Als zijn ogen verbeteren neemt hij het dichten en schrijven weer op. Na de dood van zijn spilzieke moeder trouwt Pieter op 43-jarige leeftijd met het meisje dat hij al lang lief- heeft. Zij heet Joanette Sen- nepart. Maar wat een ver- driet, wat een tegenvaller voor Pieter als blijkt dat zijn jeugdliefde net zo blijkt te zijn als zijn moeder. Ook zij kan niet met geld omgaan en maakt schulden. Bovendien sukkelt Joanette met allerlei kwalen en al in 1739 komt ze Pieter Langendijk (1683 1756) te overlijden. Op latere leeftijd raaM Pie ter Langendijk steeds verder aan lager wal. Hij moet zelfs zijn verzameling boeken en prenten verkopen. Tenslotte komt het in 1747 zover dat hij het stadsbestuur van Haar lem dankbaar moet zijn voor een kosteloze plaats in het Proveniershuis. Als contra- prestatie moet hij als stads- historie schrijver fungeren. En inderdaad heeft hij een onvoltooid, breed opgezet werk over de geschiedenis van Haarlem nagelaten. Zijn laatste adem blaast de blijspeldichter uit op 18 juli 1756 in Haarlem. Hij werd omschreven als middelmatig van lengte, tamelijk gezet, met een stijve houding. Zijn gelaat was deftig in de plooi, maar boertig was zijn aard. Het laatste stuk dat uit Lan- gendijks pen vloeide was ,,De Spiegel der Vaderland- sche Kooplieden", dat hij niet geheel heeft kunnen af- maken. Hierin stelde hij het verkwistend en lichtzinnig nageslacht aan de kaak van de degelijke oudere kooplie den die de Gouden Eeuw ver- tegenwoordigden. Sommigen vinden dit zijn beste stuk, an- deren vinden het alleen uit cultuur-historisch oogpunt belangrijk. Henk Booy wacht", van 12 tôt 4 uur 's middags en van 12 tôt 4 uur 's nachts, de zogenaamde hon- dewacht". Mickey Heydenrijk is altijd een zeilliefhebster geweest. Ze was de oprichtster van de waterpadvindstersgroep" Vroeger had de familie een eigen zeiljacht. Tôt 20 jaar ge- leden, toen hun oudste zoon verdronk op het Zuidlaarder- meer. ,,Toen hebben we de boot verkocht en 10 jaar niet meer Redaktie: Persburo Edzes Tel. 05980-97145 Tel. 05990-17975 gezeild". Enkele jaren gele- den werd Mickey lid van de Stichting: ,,Het Zeiland zee- schip", die jongelui kennis wil laten maken met de zeilsport. De Stichting heeft de bekende „Eendracht" in eigendom, maar Mickey heeft er nog nooit op geva- ren. Primitief De windjammer (de wind jammert in de zeilen!) ,,Stats- raad Lehmkuhl"is 98 meter lang, ruim 12 meter breed en 7.32 meter diep. De hoogste van de drie masten meet 48 meter. Het aantal bruto ton nages is 1701 en de opper- vlakte van de zeilen meet 2200 vierkante meter. De ge- middelde snelheid bedraagt 15 knopen. Het schip werd in 1914 in Bremerhaven ge- bouwd en heette toen ,,Gross- herzog Friedrich-August". Na de Eerste Wereldoorlog werd het naar Engeland overgebracht, vervolgens in 1923 aan Noorwegen ver kocht waar het vele jaren als opleidingsschip dienst deed in Bergen. Van 1973 tôt 1986 lag het schip aan de kade, toen werd het gekocht door een non- profit stichting die er toeristische cruises mee- maakt door Noorse en inter nationale wateren. Als er niet wordt gezeild zorgt een 1135 pk motor voor de aandrijving. Zoals op de Elbe richting zeegat en later toen de harde storm het zee- zeilen onmogelijk maakte. („Jammer dat we niet méér hebben kunnen zeilen".) Het schip beschikt over aile mo derne apparatuur, maar het verblijf voor de werkende passagiers is ronduit primi tief. „Er is geen enkele priva- cy. Dat heb ik wel gemist. De hangmatten hangen boven de eettafel. De kisten met je spullen doen dienst als zit- plaats". Langs Helgoland was de windjammer met bemanning op weg richting Denemar- ken. „Maar toen daar een storm met windkracht 12 vandaan kwam, zijn we met windkracht 10 afgebogen richting Den Helder, waar we vanwege de harde wind (het was nog steeds wind kracht 8) niet mochten bin- nenlopen. De reis eindigde- daarom in IJmuiden", ver- telt Mickey. Maar voor het zover was moest er hard gewerkt wor den door de 50 betalende be- manningsleden, waaronder 12 vrouwen. De leeftijd va- rieerde van 20 tôt 72 jaar. Mickey Heydenrijk was als nummer 67 (,,Je had geen naam, alleen een nummer") ingedeeld bij de 16 mensen sterke ,,Red watch" (Rode wacht). Onder leiding van een Noorse bootsman deed ze dienst op de brug waar ze de glazen moest slaan (de tijd aangeven met een bel), als uitkijk voorop het schip, als boeienwacht achterop (,,als je een pions hoort moet je een reddingsboei gooien en blij- ven wijzen, maar dat was ge- lukkig niet nodig"), en als brandwacht (4x per uur het hele schip inspecteren op vuur). ,,In de touwen klom ik ook, maar niet tôt in het kraaiennest, dat durfde ik niet en het was ook niet ver- plicht". In de vreselijke nacht van dinsdag op woensdag met windkracht 10, stond Mickey Heydenrijk tussen 2 en 3 uur met de life-line' om aan het grote stuurwiel. Er werd op de motor gevaren, met 2 fok- jes voor de stabiliteit. ,,Zo'n groot schip besturen is een grandioos gevoel. Het geeft je een kick. Maar toen de stuurman even weg ging om koffie te halen, dacht ik Man kom terug". Toen ze na haar wacht het zout wilde af- spoelen sloeg een grote golf haar dwars door de douche. Met veel blauwe plekken probeerde ze te gaan slapen toen het alarm afging: ,,Alle hens aan dek". ,,Toen dacht ik: nu vergaan we". Het bleek echter een loos alarm, automatisch afgegaan door de enorme deining. Terug bij haar slaapplaats kwam de reactie ,,Ik ben 10 minuten volkomen in paniek geweest, enorm zweten, herinneringen aan het ongeluk van mijn zoon spookten door mijn hoofd. Ik dacht hoe moeten ze me cremeren als ik ver- drink". Een gesprekje met een medepassagier hielp haar er doorheen. ,,Er groeit heel gauw een band als je samen zoiets beleeft. Er waren nooit ruzies. Het waren natuurlijk allemaal zeilgekken". Veilig thuis in Sappemeer .maakt ze kopieën van haar video-opnames voor aile me- de-bemanningsleden. Er komt een reunie en waar- schijnlijk wordt er een wind- jammerclub opgericht. Hoe kijkt Mickey Heydenrijk, nu terug op haar avontuurlijke zeereis. ,,Het was een gewel- dige belevenis. Fantastisch dat ik het heb mogen meema- ken. Het is hard werken en toch is er rust en eenheid. Als ik de kans krijg, ga ik weer". HET NIEUWSBLAD - DONDERDAG 4 OKTOBER 1990 Vervolg van pag. 1 Verschijnt elke donderdag in een oplage van 24.000 in de plaatsen: Hoogezand, Sappemeer, Kolham, Harkstede, Slochteren, Schildwolde, Zuîdbroek, Kielwindeweer, Westerbroek, Waterhuizen, Foxhol, Zuidtaren, de Groeve Kantoor Gorecht Oost 30 Tel./Fax. 05980-24848 Postbus 18 9610 A A .Sappemeer Adv.afd.: Na 18.00 uur J. Wagt

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


Het Nieuwsblad nl | 1990 | | pagina 3