No. 2. WOENSPAG 6 Januari 1892. 22e Jaargang. Ue Npiou. VAN BCRGESIUS ZOON, SAPPEMEER. Inzending van Advertentiën en Ingezonden Stukken des Dinsdags- en Vrijdagsavonds véôr zes uur bij de Uitgevers. Overzicht van 27 Dec. 1891 lot 3 Jan. 1892. FEUILLETON. Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 cents, franco per post 45 cents. Enkele nommers 5 cents. U 1 T G A V E PRIJS der ADVERTENTIËN: Van I5 regels 35 cents, iedere regel meer 10 cents. Groote letters worden naar plaats- ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens voor 3-maal plaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis. OP DE STAiTS-SPOORWEGEN, AANGEVANGEN DEN 1 OCTOBER 1891. De fransche kamer en senaat hebben zich beij- verd, nog voor het jaar ten einde spoedde, het invoertarief vast te stellen waardoor het bescher- mend stelsel tôt het uiterste geweerd en door bui- tensporige invoerrechten de vreemde coneurrentie van de fransche markt wordt verdreven. De regee- ring had zich voorgesteld met 1 Jan. het ontwerp in werking te doen treden, maar de hehandeling in de kamer liep niet zoo vlot van stapel als men gewenscht had, en over sommige artikelen bestaat nog verschil van gevoelen tusschen de heide takken der volksvertegenwoordiging. De toestand zooals die door het nieuwe douane- tarief worden zal, is tweeledig. Frankrijk zal heffen een maximum en een minimum tarief. Het eerste is toepasselijk op aile staten, het tweede zal worden toegestaan aan die staten, welke van de fransche produkten wederkeerig de laagste invoerrechten heffen. Toch hlijft het laagste tarief drukkend voor onzen handel, enkele voorbeelden mogen dit staven voor artikelen waarbij de nederlandsche handel het meest is betrokken. Het recht op kaas wordt verhoogd van 4 op 15 francs, dat op boter van 3 op 15, op likeuren van 30 op 80 francs per H.L. aardappelmeel van 4 op 12, enz. voor enkele artikelen, als vee en granen, beslaat alleen het maximum tarief, terwijl de regeering nog het recht heeft het algeheele verbod van invoer toe te passen op goederen van landen, welke zoodanige maatregelen zouden nemen ten opzichte van fransche produkten. Velen in den lande zijn van oordeel dat onze regeering onder deze omstandigheden geen handels- tractaat met Frankrijk moet sluiten en wederkee rig hoogere rechten moet heffen van fransche produkten anderen meenen, dat een tarieven- oorlog met Frankrijk voor ons land zeer na- deelige gevolgen zou hebben, daar coneurrentie onder het hoogste tarief bepaald onmogelijk is, en dus Frankrijk geheel zou gesloten worden voor voortbrengselen van nederlandschen handel en in dustrie. Spoedig zal aan onze regeering wel een regeling worden voorgesteld, waarbij de thans be- staande verdragen vervallen. Bij de ontvangst van de leden van het corps diplomatique, heeft volgens aloud gebruik, de pause- lijke nuntius den président der fransche republiek de gelukwenschen bij de wisseling des jaars aangeboden. De heer Carnot antwoordde op de gehouden toe- spraak, dat het jaar 1892 eenvredejaar zal wezen, een jaar waarin de regeeringn zich kunnen wij- den aan het behartigen der lelangen van handel en nijverheid. De republiek, zoo sprak deheer Carnot, is vasl besloten een staatkunde te olgen van vrede. en internationale eendracht. Al maakt nu het machtwoor op het Elysée ge- sproken niet meer dien indruk als toen de alver- mogende keizer der Franscher over het lot van Europa besliste, toch is het van,root belang te ver- nemen, dat de revanche plannei van een deel der heethoofdige Franschen, door de regeering der republiek niet worden gedeeld. Koning Umberto van Italie deedian de kamer depu- tatiën die hem met nieuwjaar kvamen complimen- teeren ook zeer geruststellende nededeelingen. Ik geloof, dus zeide de koning, dat de toestand reden geeft om te onderstellen, dat dt vreedzame arbeid der regeering met kalmte zal kumen worden vol- bracht. Van de handelsverdraçen koesterde hij groote verwachtingen, en verwahtte dat de kamer die stellig zou aannemen. De koning van België besprat in zijn antwoord op de hem aangeboden gelukvenschen meer de binnenlandsche toestanden. Van de grondwetsher- ziening gewagende zeide hij, dat België sedert zijn bestaan het voorrecht had genoen altijd zich zelf te regeeren, zonder eenige inmaiging van buiten. Dat had het te danken aan zijn goeie grondwet. Maar daarom behoefde men die nog cet te beschouwen als een wet waaraan niets veranoerd moeht worden. Integendeel de koning erkende dat eene wijzi- ging, die uitbreiding van het ùesrecht mogelijk maakte, dringend noodzakelijk vas, en dat ook op ander gebied belangen golden waraan de noodige aandacht moest worden gewijc Of de kamers, voor het meerendeel uit clericaen bestaande, den koning op den weg van hervorning willen volgens is zeer te betwyfelen. De wize waarop de kies- rechtuitbreiding wordt behanèld doet in dezen niet veel hopen. Op oudejaarsdag, in dennamiddag, heeft te Dublin, in het gebouw waarhet iersche bestuur vergadert, weder een aanslag plaats gehad, niet ongelijk aan die waaraan he postkantoor voor eenigen tijd bloot stond. In dtji kelder had de een of andere onverlaat ontplofbar! stofl'en verborgen, blijkbaar bestemd om het gebuw in de lucht te doen vliegen, als de iersche rad vergaderde. Die toeleg is echter geheel mislukt. Wel is het gebouw aanmerkelijk beschadigd, maar niemand verloor het leven, daar de bovengelegen vertrekken toe- vallig geheel ledig waren. Van regeeringswege is een gestreng onderzoek ingesteld naar de oorzaken der ontploffmg. Aan kwaadwilligheid wordt niet getwijfeld, maar de kalmere onder de iersche bladen trachten aan te toonen, dat hier onmogelijk een staatkundige be- doeling onder schuilen kan. Vergadering van den Kaad der ge- îueente Slochteren oj> Donderdag den 31 Dec. 1891, des voorinid- dags le 91 uur. Aanwezig bij de opening der vergadering 12 leden. Àfwezig de leden Rumpff, Boerema en R. G. Mulder. Nadat de vergadering door den voorzitter ge- opend was, werden door den secretaris de notulen voorgelezen. De heer Broekema maakt hierop de aanmerking, dat er in de notulen staat: schoolpad te Siddeburen, hetgeen moet zijn: schoolpad te Tjugehem. De secretaris antwoordt hierop, dat dit een spreekfout geweest is. Hierna werden de no tulen goedgekeurd en vastgesteld. Mededeeling van den voorzitter, dat er een be- richt is ingekomen van den heer Rumpff, dat ZEd. wegens ongesteldheid zijner vrouw, niet ter verga dering kan komen. Hierna stelt de voorzitter voor de openbare ver gadering te schorsen, zonder op te geven reden of tijdsduur, ten einde aan de orde te stellen het be- handelen van het suppletoir kohier van de honden- belasting en boofdelijken omslag. Daar niemand der leden hier iets tegen heeft, wordt dit voorstel aangenomen. Heropening der vergadering. Gedurende de schor- sing zijn de leden Boerema en R. G. Mulder ter vergadering gekomen. Aan de orde 1. Benoeming van een lid van 't Burgerlijk Armbestuur. De voorzitter deelt mede, dat tengevolge van de periodieke aftreding van een der leden van 't B. Armbestuur, de heer H. W. Eelssema, eene nieuwe benoeming moet plaats hebben. Op de voordracht zijn geplaatst de heeren: H. W. Eelssema en Jo- hannes Kimm. ZEd.Achtb. stelt voor tôt benoeming over te gaan. Nadat tôt stemopnemers zijn aan- gewezen de leden Eelssema en Kooi, volgt de stemming met den uitslag dat H. W. Eelssema met algemeene stemming herbenoemd wordt. 2. Benoeming onderwijzer Siddeburen. De voorzitter deelt mede, dat voor de onderwij- zersvacature te Siddeburen de volgende voordracht is opgemaakt: 1. E. A. J. Venhuis te Leermens, 2. B. ten Have, Groningen, 3. F. van Ellen te Noordbroek. Deze voordracht is opgemaakt in overleg met het hoofd der school en goedgekeurd door den arron- dissements-schoolopziener. De voorzitter stelt voor tôt de benoeming over te gaan. Stemopnemers de heeren Eelssema en Kooi. De uitslag der stemming was, dat Venhuis met algemeene stemmen benoemd werd. De voorzitter stelt voor deze benoeming te doen ingaan op 1 Januari a.s. Aldus besloten. 3. Besluit Ged. Staten, betreffende de overplaat- sing van J. J. Reijer. Zooals bekend is, zegt de voorzitter, hebben we besloten ons tôt Ged. Staten te wenden om te vragen naar welke school Reijer geplaatst moest worden. Daaromtrent is ingekomen van Ged. Staten den 18 Dec., in antwoord op ons schrijven van den 12 Dec. het volgende bericht. De voorzitter leest hierna de missive van heeren Ged. Staten voor, doch zoo zacht, dat het den ver- slaggever onmogelijk was het te kunnen verstaan. Na de voorlezing stelt ZEd.Achtb. voor het oor- spronkelijk idee te handhaven en Reijer terug te zenden naar Slochteren, want was het in strijd met art. 28 der wet om Reijer naar Siddeburen te plaatsen, dan is het ook in strijd met de wet Reijer van Slochteren naar Kolham over te plaatsen. Broekema Ik zie niet in, dat de overplaatsing op eigen verzoek buiten de wet is. Art. 28 zegt wel, dat de benoeming moet geschieden uit eene voordracht en in de missieve staat, dat de over plaatsing van Slochteren naar Kolham is geschied op eigen verzoek, maar er worden wel eens meer wetsartikels op verschillende wijzen uitgelegd. Mijns inziens zou het beter wezen, om verder aile moeilijkheden te voorkomen, Reijer naar Kolham over te plaatsen. Voorzitter Artikel 28 behelst, dat de benoeming kan geschieden uit 3 personen, er wordt niet van overplaatsing gesproken, wel van de hoofden der scholen, als een tegenhang der onderwijzers. Dus de overplaatsing op verzoek is ook in strijd met de wet, dit is althans mijn idee. Broekema In andere gemeenten gebeurt de overplaatsing op eigen verzoek ook wel. Was Reijer niet in verzet gekomen, dan had deze na- sleep niet plaats gehad, 't is beter hem naar Kol ham over te plaatsen. Hierna doet de voorzitter het voorstel, Reijer naar Slochteren over te plaatsen. Dit voorstel wordt aangenomen met 11 van de 14 stemmen. Tegen stemden de heeren: Broekema, Westers en Blaauw. 4. Benoeming onderwijzer te Lageland. De voorzitter deelt mede, dat er voor de onder- wijzersvacature te Lageland zich slechts 1 sollici tant heeft aangemeld en tengevolge van sterfte in de familie van Bleeker, was het hoofd der school afwezig, zoodat er geene voordracht kon worden opgemaakt. Het was dus onmogelijk in Roman uit den Noord-Amerikaansclien burger oorlog, 10) Nestor was onvermoeid geweest in het bedienen zijner gasten. Hij had telkens nieuwe flesschen uit den kelder gehaald, zwaren wijn en sterken rum hij vulde de glazen tôt aan den rand en zag met stille voldoening, dat heer zoowel als knecht meer en meer onder den invloed geraakten van het verdoovend vocht. Ook bij de verkleeding, door John Kay met dubbelslaande tong voorgesteld, verleende hij de ijverigste diensten. Hij lachte kin- derlijk over de dwaze vermomming, zoodat John Kay in zijn dronkenschap hem den besten neger noemde, dien hij ooit ontmoet had. Maar ook de schildwachlen vergat de vriende- lijke Nestor niet. Afwisselend bracht hij aan den bewaker voor het huis en aan diens kameraad, die kij de stallen had post gevat, een flesch rum of cognac. Zij werden in dank aangenomen en met welgevallen geledigd; vooral daar John Kay zooals Nestor zeide ze hem zond. Zoo gebeurde het, dat omstreeks denzelfden, tijd, waarop de adjudant en zijn bediende in een toestand van zware verdooving vervielen, ook de schildwachlen hun bewustzijn verloren. Terwijl Nestor als een vriendelijken gastheer zijn bezoekers verzorgde, was ook de trouwe Eva, de mulattin, niet werkeloos gebleven. Nadat zij op een met Nestor afgesproken plek in het nabij ge- legen bosch met den jongen ruiter een onderhoud had gehad, bracht zij ongemerkt drie zadels naar de schuilplaats, waar ook Nicodemo en zijn vrien- den zich bevonden, die de paarden van miss Lydia, door de negerin in het bosch opgevangen, zadelden. Om zeker te zijn, dat vat de schildwachten geen gevaar dreigde, stiet N;stor hen met den voet aan, doch zij verroerdei zich niet. In de kamer teruggekeerd, beproefde hij hetzelfde met John Kay en diens bediende Hij schudde hem bij de schouders, hij hield hui eei stuk brandend papier onder de oogen, zonder dat ze, behalve het rochelend snurken, een teek n v in leven gaven. Daarna beschouwde hij zijn sta hloifers nadenkend, terwijl zijn uilerlijk een grooh veramiering onder- ging. De onderdanige houdii week als met een tooverslag; fier richtte hij zic op ils tôt den strijd. Een onheilspellende gloed 1 in /.ijn oogen, zijn breede neusvleugels trilden 11 een zegevierende grijnslach krulde zijn lippen. Hij scheen nauwe- lijks het oogenblik le kunnei afwachten, waarop hij zijn met list gesponnen vraak zou volvoeren. Met de handen over het hoofl slrijkend, waar de zweepslagen van den bandiet nog brandden, wierp hij een laatsten blik vol onuikpirMijken haat op John Kay en onderzocht dauopr le zakken van den adjudant. De jonge ruiter id gezegd van elke gelegenheid gebruik le inake waar hij pa- pieren kon bemachtigen en it v hij niet ver- geten. Brieven en losse papieren-iani hij uit de zakken en verborg ze op zijn bo Hij wierp nu een blik op de k! Deze wees half twaalf. Hij stak twee kaar^n aan, die hij voor het venster van Lydia's slaapkamer zette, welke op den luin uit zag. In de voorikamer te ruggekeerd, klopte hij met zin knokkels op een bepaalde maat tegen den muur dicht bij de kleer- kast. Dit was voor Lydia het teeken, dat ailes gelukt was. Hij hield daaropjhet oor tegen den muur en hoorde van binnen het zelfde kloppen. »Arm lief kind", mompelde (rij, en de gang in- gaande, opende hij de achleriteur. Hiervoor lag, den weg versperrend, de besetonken schildwacht. Nestor sleepte hem weg en ckerluigde zich nog- maals dat hij door niets uit zijn verdooving kon opgewekt worden. De neger geweer van den schildwacnt tegen den muur, toen hij de genooten ontdekte. De jonge zette daarop het tôt eigen gebruik ladering der bond- ruiter, of liever Oliva, want de jonge moedige rrouw, over wie wij kapitein Durlach en Nicodemo met bewondering hebben hooren spreken, was inderdaad niemand anders dan de Mexicaansche ruiter, die van zijn vermomming gebruik had gemaakt om in de ko- lonie door te dringen. Het gelukt hem, zooals wij weten, de dochter van kolonel Rutherfield tôt de vlucht te bewegen, echter niet voordat hij haar zijn vermomming had bekend. Haar metgezellen naderden eveneens voorzichtig, door de door beide kaarsen voor het venster gewaarschuwd. Terwijl Schinges en de 1er, de bediende van Durlach, achter de nu gesloten deur post vatten, vergezel- den Oliva, Nicodemo, Durlach en Schoka den neger in huis. Nicodemo, en de jonge Otoe plaatsten zich in de woonkamer naast de beide beschonken bandieten, om hen, indien zij mochten ontwaken, voor altijd het zwijgen op te leggen. Nestor, die Oliva met een brandende kaars volgde, trad op het buffet toe, dat hij met behulp van Durlach van den muur wegzette. Hierachter bevond zich een nau- welijks zichtbare deur, die in een smalle ruimte uitkwam, welke als bergplaats diende. Er was plaats genoeg voor een stoel en hier was het waar Lydia op raad van Nestor, zich had schuii gehou den. Oliva, zooals we den jongen ruiter voortaan zullen noemen, lichtte bij, en bij het flikkerend schijnsel der kaars zag zij een gelaat zoo bleek als een doode. Geen wonder dat Lydia's gelaat den vreeselijken indruk weer gaf van de uren van doodelijken angst, welke zij had door- leefd, en die nog verhoogd was doordien zij elk woord van de bandieten had kunnen verstaan. Zij sloeg de handen voor het gelaat; spreken kon zij niet; de doorgestane angst, de vrees voor ontdek- king hadden haar de tong verlamd. Oliva, die aan Lydia hel geheim harer vermom ming in het oor had gelluisterd bij hun eerste onderhoud, trad nu naar voren. Zij, de vrouw, had op den eersten blik gezien, dat Lydia zich in een toestand van machteloosheid bevond. Zij trad op haar toe, stak haar arm door den haren en hielp de wankelende gestalte de benauwde schuil plaats verlaten. Tegelijkertijd zorgde zij er voor, dat het jonge meisje den aanblik der beschonken bandieten bespaard bleef. »Het is vreeselijk," bracht Lydia eindelijk uit, Ri ijn arme vader wat moet er van mij worden Ik kan mij nauwelijks staande houden. Wat ik heb gehoord, wat ik heb beleefd, maakte mij waanzinnig van angst »Gij zijt nu onder vrienden", tluisterde Oliva haar op deelnemenden toon toe. »Houd moed, gij behoeft slechts een kwartier te loopen en we zijn in veiligheid." »Ik kan niet," verklaarde Lydia in snikken uit- barstend. »Misschien wordt het beter als ik buiten kom; ik was t'p het punt van te stikken." »Ge moet terstond met ons mee, elke seconde tijdverlies kan de noodlottigste gevolgen voor ons hebben," zeide Oliva nu op beslisten toon. Het jonge meisje antwoordde niet. Hoe zij haar krachten ook inspande, haar voeten weigerden haar den dienst. Zij hadden nu de achterdeur bereikt, op den voet gevolgd door kapitein Durlach, Nico demo en den neger. »Als we haar maar konden dragen", zeide Dur lach tôt den neger. »Dragen herhaalde deze eveneens op zachten toon, »ik zou het wel kunnen het arme kind maar ik weet nog beter Haastig liep hij weg om na eenige minuten met een lichte handkar terug te keeren, waarmee zakken meel van de fabriek werden vervoerd. Het hiiis daarop binnen snellend, kwam hij weldra terug met een deken, een kussen en een laken, en spreidde een leger op de kar. Lydia werd hierop neergelegd en met het laken bedekt. Werktuigelijk liet het arme meisje ailes met zich begaan; zij wisl immers dat zij zich in handen van opofferende vrienden be vond. »Als ik maar niet levend in de macht van die vreeselijke mannen val," dat waren de laatste woorden, welke zij sprak, voordat Oliva haar ge heel met het laken bedekte. Het geleek alsol een lijk werd vervoerd. Durlach boog zich voorover en fluisterde het jonge meisje toe: »Houd moed, denk aan uw vader. (Wordt vervolgd.) 00ST-G00REC9T LAD 0ISTREKM. VAN RRfl I»JCU1 OUI. Van NIEUWE SCHANS naar HARLINGEN. Vertr. N.-Schana *6,16 5.7,40 *8,55 11,41*2,52 5,30 si KR 9,12 11,56 8,09 5,44 9,23 12,08 3,21 5,61 9,34 12,19 3,32 6,00 9,46 12,28 3,43 6,08 9,50 12,34 3,49 6,13 7,32 8.54 10,3 12,47 4,1 6,26 7,86 10,8 1,45 5,4 6,32 11,31 3,13 6,27 9,44 11,4 12,7 3,49 7,6 10,20 11,40 Winachoten 6,33 -f,7,58 Scheemda 6.47 S 8,10 Zuidbroek 7,00 2 8,21 Hoogezand 7,13 p 8,34 Kropswolde 7,19 j| 8,40 Aank. Groningen Vertr. 7,86 Leeuwarden 9,03 Aank. Harlingen 9,89 8,33 8,48 8,56 9,07 9,16 9,21 9,33 9,40 Van HARLINGEN naar NEUWE SCHANS. Vertr. Harlingen Leeuwarden Aank. Groningen Vertr. Kropawolde Hoogezand Zuidbroek Scheemda Winachoten Aank. N.-Schana *6.30 6,44 6,50 7,1 7,16 7.24 7,40 7,2 7,43 9,1 9,6 9,20 9,26 9.35 9,50 9,58 10,12 ,40 I,26 II,44 "1,49 .03 09 20 ,35 ,43 159 De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borgercompagnieaterweg (wachtp. 87), tôt hi opnemen en uitlaten van reizigera. De trein welke dea voorm. 8.56 van N.-Schana vertrekt, neem Dimsdaga geen reizigera op voor Groningen. 1,10 3,29 5,46 1,56 5,6 8,00 3,8 6,24 9,18 3,22 *6,32 10,45 3,36 6,46 10,59 3,42 6,52 11,05 3,51 7,3 11,14 4,6 7,19 11,29 4,14 7,27 11,37 4,28 7,43 11,51 Van GRONINGEN naar DELFZIJL Aankomat DELFZIJL Van GRONINGEN naar MEPPEL—ARNHEM. Vertr. Groningen Haren De Punt Vriea-Znidl. Aaaen Meppel Aank. Zwolle Deventer Zutfen Arnhem 6,26 6,35 6,42 6,51 7,7 8,15 8,54 10,40 10,49 8,26 11,7 9,17 12,23 9,49 1,3 9,40 10,24 2,15 9,59 10,42 2,56 10,37 11,15 3,37 7,45 11,18 1,48 5,14 9,20 12,50 3,23 6,49 8,— 10,23 12,52 4,9 6,30 10,32 1,1 4,18 Van ARNHEM naar MEPPELGRONINGEN. 6,66 8,10 8,19 8,27 8,36 8,52 Vertr. Arnhem Zutfen Deventer Zwolle Meppel 5,58 6,42 Sneldienat van Gronigen 8,naar Amaterdam, welke deB avonda te 10,42 aldaar retoumeert. 1,9 4,26 1,18 4,35 1,35 4,55 2,50 6,10 7,47 10,10 3,30 6,50 8.17 10,50 4,15 7,38 9,41 4,38 8,3 10,5 5,26 8,57 10,50 7,56 10,46 II Van DELFZIJL naar GRONINGEN 6 9,33 12,20 Aankomat GRONINGEN 7,33 6,26 9,20 9,20 10,10 2,52 7,18 10,6 10,6 11,48 8,88 7,43 10,24 10,24 12,13 4,22 8,83 10,58 11,7 1,69 6,51 9,18 11,33 11,50 Vriea-Zuidi. De Pnnt Haren Aank. Groningen 7.56 10,34 12,20 8,15 10,48 8,24 10,57 8,82 11,5 8,40 11,18 12,45 7,12 8,58 1.3 1,17 1,26 1,34 1,42 10,44 1,24 12,27 2,57 7,5 7,41 8,5 8,52 9,29 2,47 7,42 4,2 8,56 10,17 4,16 9,10 4,25 9,19 4,33 9,27 4,41 9,85 10,42 4,52 8,30 6,25 10,2 DOOR BALDVIN MOJLXHAimEÏV.

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1