No. 2.
WOENSPAG 6 Januari 1892.
22e Jaargang.
Ue Npiou.
VAN
BCRGESIUS ZOON, SAPPEMEER.
Inzending van Advertentiën en Ingezonden Stukken des Dinsdags- en Vrijdagsavonds véôr zes uur bij de Uitgevers.
Overzicht van 27 Dec. 1891 lot 3 Jan. 1892.
FEUILLETON.
Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 cents,
franco per post 45 cents.
Enkele nommers 5 cents.
U 1 T G A V E
PRIJS der ADVERTENTIËN: Van I5 regels 35 cents,
iedere regel meer 10 cents. Groote letters worden naar plaats-
ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens
voor 3-maal plaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis.
OP DE STAiTS-SPOORWEGEN, AANGEVANGEN DEN 1
OCTOBER 1891.
De fransche kamer en senaat hebben zich beij-
verd, nog voor het jaar ten einde spoedde, het
invoertarief vast te stellen waardoor het bescher-
mend stelsel tôt het uiterste geweerd en door bui-
tensporige invoerrechten de vreemde coneurrentie
van de fransche markt wordt verdreven. De regee-
ring had zich voorgesteld met 1 Jan. het ontwerp
in werking te doen treden, maar de hehandeling
in de kamer liep niet zoo vlot van stapel als men
gewenscht had, en over sommige artikelen bestaat
nog verschil van gevoelen tusschen de heide takken
der volksvertegenwoordiging.
De toestand zooals die door het nieuwe douane-
tarief worden zal, is tweeledig. Frankrijk zal heffen
een maximum en een minimum tarief. Het eerste is
toepasselijk op aile staten, het tweede zal worden
toegestaan aan die staten, welke van de fransche
produkten wederkeerig de laagste invoerrechten
heffen. Toch hlijft het laagste tarief drukkend
voor onzen handel, enkele voorbeelden mogen dit
staven voor artikelen waarbij de nederlandsche
handel het meest is betrokken. Het recht op kaas
wordt verhoogd van 4 op 15 francs, dat op boter
van 3 op 15, op likeuren van 30 op 80 francs per
H.L. aardappelmeel van 4 op 12, enz. voor enkele
artikelen, als vee en granen, beslaat alleen het
maximum tarief, terwijl de regeering nog het recht
heeft het algeheele verbod van invoer toe te passen op
goederen van landen, welke zoodanige maatregelen
zouden nemen ten opzichte van fransche produkten.
Velen in den lande zijn van oordeel dat onze
regeering onder deze omstandigheden geen handels-
tractaat met Frankrijk moet sluiten en wederkee
rig hoogere rechten moet heffen van fransche
produkten anderen meenen, dat een tarieven-
oorlog met Frankrijk voor ons land zeer na-
deelige gevolgen zou hebben, daar coneurrentie
onder het hoogste tarief bepaald onmogelijk is, en
dus Frankrijk geheel zou gesloten worden voor
voortbrengselen van nederlandschen handel en in
dustrie. Spoedig zal aan onze regeering wel een
regeling worden voorgesteld, waarbij de thans be-
staande verdragen vervallen.
Bij de ontvangst van de leden van het corps
diplomatique, heeft volgens aloud gebruik, de pause-
lijke nuntius den président der fransche republiek de
gelukwenschen bij de wisseling des jaars aangeboden.
De heer Carnot antwoordde op de gehouden toe-
spraak, dat het jaar 1892 eenvredejaar zal wezen,
een jaar waarin de regeeringn zich kunnen wij-
den aan het behartigen der lelangen van handel
en nijverheid.
De republiek, zoo sprak deheer Carnot, is vasl
besloten een staatkunde te olgen van vrede. en
internationale eendracht.
Al maakt nu het machtwoor op het Elysée ge-
sproken niet meer dien indruk als toen de alver-
mogende keizer der Franscher over het lot van
Europa besliste, toch is het van,root belang te ver-
nemen, dat de revanche plannei van een deel der
heethoofdige Franschen, door de regeering der
republiek niet worden gedeeld.
Koning Umberto van Italie deedian de kamer depu-
tatiën die hem met nieuwjaar kvamen complimen-
teeren ook zeer geruststellende nededeelingen. Ik
geloof, dus zeide de koning, dat de toestand reden
geeft om te onderstellen, dat dt vreedzame arbeid
der regeering met kalmte zal kumen worden vol-
bracht. Van de handelsverdraçen koesterde hij
groote verwachtingen, en verwahtte dat de kamer
die stellig zou aannemen.
De koning van België besprat in zijn antwoord
op de hem aangeboden gelukvenschen meer de
binnenlandsche toestanden. Van de grondwetsher-
ziening gewagende zeide hij, dat België sedert zijn
bestaan het voorrecht had genoen altijd zich zelf
te regeeren, zonder eenige inmaiging van buiten.
Dat had het te danken aan zijn goeie grondwet. Maar
daarom behoefde men die nog cet te beschouwen
als een wet waaraan niets veranoerd moeht worden.
Integendeel de koning erkende dat eene wijzi-
ging, die uitbreiding van het ùesrecht mogelijk
maakte, dringend noodzakelijk vas, en dat ook op
ander gebied belangen golden waraan de noodige
aandacht moest worden gewijc Of de kamers,
voor het meerendeel uit clericaen bestaande, den
koning op den weg van hervorning willen volgens
is zeer te betwyfelen. De wize waarop de kies-
rechtuitbreiding wordt behanèld doet in dezen
niet veel hopen.
Op oudejaarsdag, in dennamiddag, heeft te
Dublin, in het gebouw waarhet iersche bestuur
vergadert, weder een aanslag plaats gehad, niet
ongelijk aan die waaraan he postkantoor voor
eenigen tijd bloot stond. In dtji kelder had de een
of andere onverlaat ontplofbar! stofl'en verborgen,
blijkbaar bestemd om het gebuw in de lucht te
doen vliegen, als de iersche rad vergaderde. Die
toeleg is echter geheel mislukt. Wel is het gebouw
aanmerkelijk beschadigd, maar niemand verloor
het leven, daar de bovengelegen vertrekken toe-
vallig geheel ledig waren.
Van regeeringswege is een gestreng onderzoek
ingesteld naar de oorzaken der ontploffmg. Aan
kwaadwilligheid wordt niet getwijfeld, maar de
kalmere onder de iersche bladen trachten aan te
toonen, dat hier onmogelijk een staatkundige be-
doeling onder schuilen kan.
Vergadering van den Kaad der ge-
îueente Slochteren oj> Donderdag
den 31 Dec. 1891, des voorinid-
dags le 91 uur.
Aanwezig bij de opening der vergadering 12 leden.
Àfwezig de leden Rumpff, Boerema en R. G.
Mulder.
Nadat de vergadering door den voorzitter ge-
opend was, werden door den secretaris de notulen
voorgelezen. De heer Broekema maakt hierop de
aanmerking, dat er in de notulen staat: schoolpad
te Siddeburen, hetgeen moet zijn: schoolpad te
Tjugehem. De secretaris antwoordt hierop, dat dit
een spreekfout geweest is. Hierna werden de no
tulen goedgekeurd en vastgesteld.
Mededeeling van den voorzitter, dat er een be-
richt is ingekomen van den heer Rumpff, dat ZEd.
wegens ongesteldheid zijner vrouw, niet ter verga
dering kan komen.
Hierna stelt de voorzitter voor de openbare ver
gadering te schorsen, zonder op te geven reden of
tijdsduur, ten einde aan de orde te stellen het be-
handelen van het suppletoir kohier van de honden-
belasting en boofdelijken omslag. Daar niemand
der leden hier iets tegen heeft, wordt dit voorstel
aangenomen.
Heropening der vergadering. Gedurende de schor-
sing zijn de leden Boerema en R. G. Mulder ter
vergadering gekomen.
Aan de orde
1. Benoeming van een lid van 't Burgerlijk
Armbestuur.
De voorzitter deelt mede, dat tengevolge van de
periodieke aftreding van een der leden van 't B.
Armbestuur, de heer H. W. Eelssema, eene nieuwe
benoeming moet plaats hebben. Op de voordracht
zijn geplaatst de heeren: H. W. Eelssema en Jo-
hannes Kimm. ZEd.Achtb. stelt voor tôt benoeming
over te gaan. Nadat tôt stemopnemers zijn aan-
gewezen de leden Eelssema en Kooi, volgt de
stemming met den uitslag dat H. W. Eelssema met
algemeene stemming herbenoemd wordt.
2. Benoeming onderwijzer Siddeburen.
De voorzitter deelt mede, dat voor de onderwij-
zersvacature te Siddeburen de volgende voordracht
is opgemaakt:
1. E. A. J. Venhuis te Leermens, 2. B. ten
Have, Groningen, 3. F. van Ellen te Noordbroek.
Deze voordracht is opgemaakt in overleg met het
hoofd der school en goedgekeurd door den arron-
dissements-schoolopziener. De voorzitter stelt voor
tôt de benoeming over te gaan. Stemopnemers
de heeren Eelssema en Kooi.
De uitslag der stemming was, dat Venhuis met
algemeene stemmen benoemd werd. De voorzitter
stelt voor deze benoeming te doen ingaan op 1
Januari a.s. Aldus besloten.
3. Besluit Ged. Staten, betreffende de overplaat-
sing van J. J. Reijer. Zooals bekend is, zegt de
voorzitter, hebben we besloten ons tôt Ged. Staten
te wenden om te vragen naar welke school Reijer
geplaatst moest worden. Daaromtrent is ingekomen
van Ged. Staten den 18 Dec., in antwoord op ons
schrijven van den 12 Dec. het volgende bericht.
De voorzitter leest hierna de missive van heeren
Ged. Staten voor, doch zoo zacht, dat het den ver-
slaggever onmogelijk was het te kunnen verstaan.
Na de voorlezing stelt ZEd.Achtb. voor het oor-
spronkelijk idee te handhaven en Reijer terug te
zenden naar Slochteren, want was het in strijd met
art. 28 der wet om Reijer naar Siddeburen te
plaatsen, dan is het ook in strijd met de wet Reijer
van Slochteren naar Kolham over te plaatsen.
Broekema Ik zie niet in, dat de overplaatsing
op eigen verzoek buiten de wet is. Art. 28 zegt
wel, dat de benoeming moet geschieden uit eene
voordracht en in de missieve staat, dat de over
plaatsing van Slochteren naar Kolham is geschied
op eigen verzoek, maar er worden wel eens meer
wetsartikels op verschillende wijzen uitgelegd.
Mijns inziens zou het beter wezen, om verder aile
moeilijkheden te voorkomen, Reijer naar Kolham
over te plaatsen.
Voorzitter Artikel 28 behelst, dat de benoeming
kan geschieden uit 3 personen, er wordt niet van
overplaatsing gesproken, wel van de hoofden der
scholen, als een tegenhang der onderwijzers. Dus
de overplaatsing op verzoek is ook in strijd met
de wet, dit is althans mijn idee.
Broekema In andere gemeenten gebeurt de
overplaatsing op eigen verzoek ook wel. Was
Reijer niet in verzet gekomen, dan had deze na-
sleep niet plaats gehad, 't is beter hem naar Kol
ham over te plaatsen.
Hierna doet de voorzitter het voorstel, Reijer
naar Slochteren over te plaatsen. Dit voorstel
wordt aangenomen met 11 van de 14 stemmen.
Tegen stemden de heeren: Broekema, Westers en
Blaauw.
4. Benoeming onderwijzer te Lageland.
De voorzitter deelt mede, dat er voor de onder-
wijzersvacature te Lageland zich slechts 1 sollici
tant heeft aangemeld en tengevolge van sterfte
in de familie van Bleeker, was het hoofd der
school afwezig, zoodat er geene voordracht kon
worden opgemaakt. Het was dus onmogelijk in
Roman uit den Noord-Amerikaansclien
burger oorlog,
10)
Nestor was onvermoeid geweest in het bedienen
zijner gasten. Hij had telkens nieuwe flesschen
uit den kelder gehaald, zwaren wijn en sterken
rum hij vulde de glazen tôt aan den rand en zag
met stille voldoening, dat heer zoowel als knecht
meer en meer onder den invloed geraakten van
het verdoovend vocht. Ook bij de verkleeding,
door John Kay met dubbelslaande tong voorgesteld,
verleende hij de ijverigste diensten. Hij lachte kin-
derlijk over de dwaze vermomming, zoodat John Kay
in zijn dronkenschap hem den besten neger noemde,
dien hij ooit ontmoet had.
Maar ook de schildwachlen vergat de vriende-
lijke Nestor niet. Afwisselend bracht hij aan den
bewaker voor het huis en aan diens kameraad, die
kij de stallen had post gevat, een flesch rum of
cognac. Zij werden in dank aangenomen en met
welgevallen geledigd; vooral daar John Kay
zooals Nestor zeide ze hem zond. Zoo gebeurde
het, dat omstreeks denzelfden, tijd, waarop de
adjudant en zijn bediende in een toestand van
zware verdooving vervielen, ook de schildwachlen
hun bewustzijn verloren.
Terwijl Nestor als een vriendelijken gastheer zijn
bezoekers verzorgde, was ook de trouwe Eva, de
mulattin, niet werkeloos gebleven. Nadat zij op
een met Nestor afgesproken plek in het nabij ge-
legen bosch met den jongen ruiter een onderhoud
had gehad, bracht zij ongemerkt drie zadels naar
de schuilplaats, waar ook Nicodemo en zijn vrien-
den zich bevonden, die de paarden van miss Lydia,
door de negerin in het bosch opgevangen, zadelden.
Om zeker te zijn, dat vat de schildwachten
geen gevaar dreigde, stiet N;stor hen met den
voet aan, doch zij verroerdei zich niet. In de
kamer teruggekeerd, beproefde hij hetzelfde met
John Kay en diens bediende Hij schudde hem
bij de schouders, hij hield hui eei stuk brandend
papier onder de oogen, zonder dat ze, behalve het
rochelend snurken, een teek n v in leven gaven.
Daarna beschouwde hij zijn sta hloifers nadenkend,
terwijl zijn uilerlijk een grooh veramiering onder-
ging. De onderdanige houdii week als met een
tooverslag; fier richtte hij zic op ils tôt den strijd.
Een onheilspellende gloed 1 in /.ijn oogen, zijn
breede neusvleugels trilden 11 een zegevierende
grijnslach krulde zijn lippen. Hij scheen nauwe-
lijks het oogenblik le kunnei afwachten, waarop
hij zijn met list gesponnen vraak zou volvoeren.
Met de handen over het hoofl slrijkend, waar de
zweepslagen van den bandiet nog brandden, wierp
hij een laatsten blik vol onuikpirMijken haat op
John Kay en onderzocht dauopr le zakken van
den adjudant. De jonge ruiter id gezegd van
elke gelegenheid gebruik le inake waar hij pa-
pieren kon bemachtigen en it v hij niet ver-
geten. Brieven en losse papieren-iani hij uit de
zakken en verborg ze op zijn bo
Hij wierp nu een blik op de k! Deze wees
half twaalf. Hij stak twee kaar^n aan, die hij
voor het venster van Lydia's slaapkamer zette,
welke op den luin uit zag. In de voorikamer te
ruggekeerd, klopte hij met zin knokkels op een
bepaalde maat tegen den muur dicht bij de kleer-
kast. Dit was voor Lydia het teeken, dat ailes
gelukt was. Hij hield daaropjhet oor tegen den
muur en hoorde van binnen het zelfde kloppen.
»Arm lief kind", mompelde (rij, en de gang in-
gaande, opende hij de achleriteur. Hiervoor lag,
den weg versperrend, de besetonken schildwacht.
Nestor sleepte hem weg en ckerluigde zich nog-
maals dat hij door niets uit zijn verdooving kon
opgewekt worden. De neger
geweer van den schildwacnt
tegen den muur, toen hij de
genooten ontdekte. De jonge
zette daarop het
tôt eigen gebruik
ladering der bond-
ruiter, of liever
Oliva, want de jonge moedige rrouw, over wie wij
kapitein Durlach en Nicodemo met bewondering
hebben hooren spreken, was inderdaad niemand
anders dan de Mexicaansche ruiter, die van zijn
vermomming gebruik had gemaakt om in de ko-
lonie door te dringen. Het gelukt hem, zooals wij
weten, de dochter van kolonel Rutherfield tôt de
vlucht te bewegen, echter niet voordat hij haar
zijn vermomming had bekend. Haar metgezellen
naderden eveneens voorzichtig, door de door beide
kaarsen voor het venster gewaarschuwd. Terwijl
Schinges en de 1er, de bediende van Durlach,
achter de nu gesloten deur post vatten, vergezel-
den Oliva, Nicodemo, Durlach en Schoka den neger
in huis. Nicodemo, en de jonge Otoe plaatsten
zich in de woonkamer naast de beide beschonken
bandieten, om hen, indien zij mochten ontwaken,
voor altijd het zwijgen op te leggen. Nestor, die
Oliva met een brandende kaars volgde, trad op het
buffet toe, dat hij met behulp van Durlach van den
muur wegzette. Hierachter bevond zich een nau-
welijks zichtbare deur, die in een smalle ruimte
uitkwam, welke als bergplaats diende. Er was
plaats genoeg voor een stoel en hier was het waar
Lydia op raad van Nestor, zich had schuii gehou
den. Oliva, zooals we den jongen ruiter voortaan
zullen noemen, lichtte bij, en bij het flikkerend
schijnsel der kaars zag zij een gelaat zoo bleek
als een doode. Geen wonder dat Lydia's
gelaat den vreeselijken indruk weer gaf van de
uren van doodelijken angst, welke zij had door-
leefd, en die nog verhoogd was doordien zij elk
woord van de bandieten had kunnen verstaan. Zij
sloeg de handen voor het gelaat; spreken kon zij
niet; de doorgestane angst, de vrees voor ontdek-
king hadden haar de tong verlamd.
Oliva, die aan Lydia hel geheim harer vermom
ming in het oor had gelluisterd bij hun eerste
onderhoud, trad nu naar voren. Zij, de vrouw,
had op den eersten blik gezien, dat Lydia zich in
een toestand van machteloosheid bevond. Zij trad
op haar toe, stak haar arm door den haren en
hielp de wankelende gestalte de benauwde schuil
plaats verlaten. Tegelijkertijd zorgde zij er voor,
dat het jonge meisje den aanblik der beschonken
bandieten bespaard bleef.
»Het is vreeselijk," bracht Lydia eindelijk uit,
Ri ijn arme vader wat moet er van mij worden
Ik kan mij nauwelijks staande houden. Wat ik
heb gehoord, wat ik heb beleefd, maakte mij
waanzinnig van angst
»Gij zijt nu onder vrienden", tluisterde Oliva
haar op deelnemenden toon toe. »Houd moed,
gij behoeft slechts een kwartier te loopen en we
zijn in veiligheid."
»Ik kan niet," verklaarde Lydia in snikken uit-
barstend. »Misschien wordt het beter als ik buiten
kom; ik was t'p het punt van te stikken."
»Ge moet terstond met ons mee, elke seconde
tijdverlies kan de noodlottigste gevolgen voor ons
hebben," zeide Oliva nu op beslisten toon.
Het jonge meisje antwoordde niet. Hoe zij haar
krachten ook inspande, haar voeten weigerden haar
den dienst. Zij hadden nu de achterdeur bereikt,
op den voet gevolgd door kapitein Durlach, Nico
demo en den neger.
»Als we haar maar konden dragen", zeide Dur
lach tôt den neger.
»Dragen herhaalde deze eveneens op zachten
toon, »ik zou het wel kunnen het arme kind
maar ik weet nog beter Haastig liep hij weg
om na eenige minuten met een lichte handkar
terug te keeren, waarmee zakken meel van de
fabriek werden vervoerd. Het hiiis daarop binnen
snellend, kwam hij weldra terug met een deken,
een kussen en een laken, en spreidde een leger
op de kar. Lydia werd hierop neergelegd en met
het laken bedekt. Werktuigelijk liet het arme
meisje ailes met zich begaan; zij wisl immers dat
zij zich in handen van opofferende vrienden be
vond. »Als ik maar niet levend in de macht van
die vreeselijke mannen val," dat waren de laatste
woorden, welke zij sprak, voordat Oliva haar ge
heel met het laken bedekte. Het geleek alsol een
lijk werd vervoerd.
Durlach boog zich voorover en fluisterde het
jonge meisje toe: »Houd moed, denk aan uw
vader.
(Wordt vervolgd.)
00ST-G00REC9T
LAD
0ISTREKM.
VAN
RRfl I»JCU1 OUI.
Van NIEUWE SCHANS naar HARLINGEN.
Vertr. N.-Schana *6,16 5.7,40 *8,55 11,41*2,52 5,30
si KR 9,12 11,56 8,09 5,44
9,23 12,08 3,21 5,61
9,34 12,19 3,32 6,00
9,46 12,28 3,43 6,08
9,50 12,34 3,49 6,13
7,32 8.54 10,3 12,47 4,1 6,26
7,86 10,8 1,45 5,4 6,32
11,31 3,13 6,27 9,44 11,4
12,7 3,49 7,6 10,20 11,40
Winachoten 6,33 -f,7,58
Scheemda 6.47 S 8,10
Zuidbroek 7,00 2 8,21
Hoogezand 7,13 p 8,34
Kropswolde 7,19 j| 8,40
Aank. Groningen
Vertr. 7,86
Leeuwarden 9,03
Aank. Harlingen 9,89
8,33
8,48
8,56
9,07
9,16
9,21
9,33
9,40
Van HARLINGEN naar NEUWE SCHANS.
Vertr. Harlingen
Leeuwarden
Aank. Groningen
Vertr.
Kropawolde
Hoogezand
Zuidbroek
Scheemda
Winachoten
Aank. N.-Schana
*6.30
6,44
6,50
7,1
7,16
7.24
7,40
7,2
7,43
9,1
9,6
9,20
9,26
9.35
9,50
9,58
10,12
,40
I,26
II,44
"1,49
.03
09
20
,35
,43
159
De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borgercompagnieaterweg (wachtp. 87), tôt hi
opnemen en uitlaten van reizigera. De trein welke dea voorm. 8.56 van N.-Schana vertrekt, neem
Dimsdaga geen reizigera op voor Groningen.
1,10 3,29 5,46
1,56 5,6 8,00
3,8 6,24 9,18
3,22 *6,32 10,45
3,36 6,46 10,59
3,42 6,52 11,05
3,51 7,3 11,14
4,6 7,19 11,29
4,14 7,27 11,37
4,28 7,43 11,51
Van GRONINGEN naar DELFZIJL
Aankomat DELFZIJL
Van GRONINGEN naar MEPPEL—ARNHEM.
Vertr. Groningen
Haren
De Punt
Vriea-Znidl.
Aaaen
Meppel
Aank. Zwolle
Deventer
Zutfen
Arnhem
6,26
6,35
6,42
6,51
7,7
8,15
8,54
10,40
10,49
8,26 11,7
9,17 12,23
9,49 1,3
9,40 10,24 2,15
9,59 10,42 2,56
10,37 11,15 3,37
7,45 11,18 1,48 5,14
9,20 12,50 3,23 6,49
8,— 10,23 12,52 4,9 6,30
10,32 1,1 4,18
Van ARNHEM naar MEPPELGRONINGEN.
6,66
8,10
8,19
8,27
8,36
8,52
Vertr. Arnhem
Zutfen
Deventer
Zwolle
Meppel
5,58
6,42
Sneldienat van Gronigen 8,naar Amaterdam, welke deB avonda te 10,42 aldaar retoumeert.
1,9 4,26
1,18 4,35
1,35 4,55
2,50 6,10 7,47 10,10
3,30 6,50 8.17 10,50
4,15 7,38 9,41
4,38 8,3 10,5
5,26 8,57 10,50
7,56 10,46 II Van DELFZIJL naar GRONINGEN 6
9,33 12,20 Aankomat GRONINGEN 7,33
6,26 9,20 9,20 10,10 2,52
7,18 10,6 10,6 11,48 8,88
7,43 10,24 10,24 12,13 4,22
8,83 10,58 11,7 1,69 6,51
9,18 11,33 11,50
Vriea-Zuidi.
De Pnnt
Haren
Aank. Groningen
7.56 10,34 12,20
8,15 10,48
8,24 10,57
8,82 11,5
8,40 11,18 12,45
7,12
8,58
1.3
1,17
1,26
1,34
1,42
10,44 1,24
12,27 2,57
7,5
7,41
8,5
8,52
9,29
2,47 7,42
4,2 8,56 10,17
4,16 9,10
4,25 9,19
4,33 9,27
4,41 9,85 10,42
4,52 8,30
6,25 10,2
DOOR
BALDVIN MOJLXHAimEÏV.