De Ipion. No. 3 ZONDAG 10 Januari 1892. 22e Jaargang. FEUILLETON. VAN BORGESIUS ZOON, SAPPEMEER. Inzending van Advertentiën en Ingezonden Stnkken des Dinsdagg- en Vrpagsavond» vôôr zes uur by de Uitgevers. BUITENLAND. BINNENLAND. Voor de Gemeentea H006EZAKD, SAPPEMEEBSLOCHTIEEN, ITOOBDBEOEK, ZOTDBBOEK, ZTJIDLAEEN, HAREN en*. Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 85 cents franco per post 45 cents. Enkele nommers 5 cents. U I T G A V E PRIJS der ADVERTENTIËNVan 1-5 regels 85 cents, îedere regel meer ÎO cents. Groote letters worden naar plaats! ruxmte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens voor 3-maal plaatsmg besteld, is de derde plaatsing gratis -nesieia, is ae aerae plaatsmg gratis. WEEKK1LEKDER. Zondag 40 Januari. Maandag 11. Dinsdag 12. Woensdag 13. Donderdag 14. Vrijdag 15. Zaterdag 16. Zonsopgang Vrijdag 15 Jan. te 8.7, onder te 4.12 Voile maan, Donderdag 14 Jan. Een kloeke daad wordt uit de Prins Albert Goud- velden (Zuid-Afrika) bericht. Het had daar in maanden niet geregend en de goudzoekers hadden al geruimen tijd het werk bijna geheel gestaakt, omdat er gebrek was aan water tôt uitwasschen van het gevonden goud. Daar begon het eindelijk te regenen; eerst in de naburige Zwarte Bergen, weldra ook op de Goudvelden, en het duurde niet lang of het water kwam in een geweldigen stroom uit het gebergte in woeste vaart ailes wat het in den weg kwam meesleepend: rotsblokken, ossen, ezels, goudwaschmachines, enz. Drie kinderen van een Hollandschen smid, die aan de rivier woonde, baadden even voor de over- strooming kwam, in de rivier. Hun moeder, die hen van den hoogen oever af zag, begreep het ge- vaar, maar kon niets doen om hen te redden. Zij riep wanhopend om hulp en een paar moedige Duitschers Paul Heilemann en Otto Schâfer, gaven zonder bedenken aan hare stem gehoor. Zij waren juist bezig, met aanstalten om hun gereedschap en het gevonden goud der laatste weken in veiligheid te brengen; maar zij lieten ailes in den steek en sprongen in het water om de kinderen te redden. Dat gelukte hun met veel moeite; maar ailes wat zij bezaten ging verloren in den woedenden stroom. De ouders der geredde kinderen waren opge- togen van vreugd en dankbaarheid en den onge- voeligsten goudzoeker stonden bij dat tooneel tranen in de oogen. Ook bleef in dit geval, evenals in de ouderwet- sche boeken, het ioon der deugd niet uit. Zij von- den reeds na verloop van een week in den hun afgestanen grond een overvloedigen goudader, waar- door zij binnen korten tijd rijk zullen zijn. Met de veiligheid in de straten van Chicago schijnt het nog niet best gesteld te zijn. Onlangs werd, kort na zes uur 's avonds, een postwagen door 5 mannen aangevallen en geplunderd. Zij bemachtigden 6000 pond sterling aan baar geld en 200,000 p. s. aan geldaanwijzingen met deze laatste som kunnen zij evenwel niets uitrichten. Twee verdachte personen zijn in hechtenis genomen. Een vergiftiging op groote schaal is dezerdagen te New-York nog juist intijds voorkomen. Een groote partij koffîe en specerijen, bij een brand in een pakhuis door water beschadigd, zou ver- kocht worden. Maar even te voren bedacht men, dat op de zolders boven de koffie en de specerijen een groote partij rattenkruid en vitriool geborgen waren geweest, en bij onderzoek bleken de te verkoopen waren doortrokken van die vergiften, genoeg om duizenden menschen, die er van ge- bruikten, te dooden. Een dynamiet-aanslag in het wilde werd onlangs te Blumenau bij Presburg (Hongarije) gepleegd. Daar werd bij het uitgaan van een kerk een dy- namietpatroon midden onder de menigte geworpen. Drie menschen werden daardoor ernstig gewond; een man werden beide voeten weggeslagen. De politie vond nog twee andere patronen bij de kerk. Een mijnwerker is in hechtenis genomen, onder verdenking van den aanslag gepleegd te hebben. Hy erkent wat dynamiet uit zijne mijn gestolen te hebben, maar ontkent aile schuld. Roman uit den Noord-Amerikaanschen burger oorlog, BALDUIN VIOI.I.IIArsi:\. 11) »Ik heb een brief van hem, dien ik il, zoodra we in veiligheid zijn, zal geven." De kar werd nu door hem en Nicodemo voortgeschoven, terwijl de beide Otoes -op verkenning waren uitgegaan om te zien of de weg veilig was. Na een kort gesprek met Oliva, begaf Nestor zich nog eenmaal naar het tooneel van het woeste drinkgelag. Een stuk papier, bhjkbaar uit een zakboekje gescheurd, legde hij op de tafel. Daar hij niet lezen kon, zag hij alleen welke kant be- schreven was en daarop het mes uit den gordel van John Kay nemend, zette hij de punt midden op het papier en spijkerde het daarmee met een krachtigen vuistslag op de tafel vast. Daarop wendde hij zich tôt zijn offer, den beschonken adjudant, die nog altijd in een toestand van ver- dooving lag. Nog eenmaal betastte hij de bran- dende lidteekens van de hem door den wreeden woestaard toegebrachte zweepslagen. Een duivel- sche uitdrukking kwam op het donkerkleurig gelaat; daarop greep hij met vaste hand zijn mes en boog zich over den beschonkene. Sissend klonk het tusschen zijn lippen: »Mijn goede meesteres was bijna gestorven van schrik. Dit is je straf er voor, jij zult ten minste niemand meer mishandelen Een korte heftige beweging van zijn rechterarm, daarna richtte hij zich weder op. John Kay hield plotseling op met snurken, zijn voeten stieten eenige malen tegen het benedeneind der sofa, daarna lag hij weder stil. Nestor sloeg verder geen acht op hem. Met vasten tred verliet hij de kamer en het huis. Een treurig ongeluk heeft te Berlijn plaats gehad. Een man, die voor eenigen tijd op reis moest gaan, wilde zijn vrouw een revolver achterlaten als wapen ter verdediging. Hij was bezig dat wapen te laden en zijn dertienjarig zoontje stond daarbij toe te zien. Daar ging, hoe weet men niet recht, het schot plotseling af en de knaap viel, door het hoofd geschoten, dood op den grond. De Zwitsersche rechtbanken zijn gestreng tegen dronkaards. Vijftien huisvaders van Rohrbach zijn door de rechtbank wegens dronkenschap en wan- gedrag van hunne vaderlijke macht vervallen ver- klaard en naar een werkhuis verwezen. De Russische Grootvorst Sergius, Gouverneur van Moskou, heeft onlangs persoonlijk onderzocht of het waar was, dat de bakkers weigerden kleine hoeveelheden brood aan de boeren te verkoopen. Hij ging daartoe als boer verkleed een bakkers- winkel binnen en vroeg wat een pond brood kostte. Het antwoord was 3* kopeken. Hij zeide, dat hij niet meer dan 3 kopeken bij zich had en ver- zocht den bakker hem voor dat geld brood te geven. Dat wilde men niet doen men verkocht niet minder dan een pond te gelijk. Toen de vermeende boer volhield en niet heen wilde gaan, haalde de bakker eenige politie-agenten, die hem mishandelden en proces-verbaal opmaakten. Bij het teekenen van dat stuk bleek het dat zij den Gouverneur, den broeder des Keizers, mishan- deld hadden. Drie der betrokken politieagenten brachten, vol- gens den berichtgever.van The Standard, zich zelven om het leven uit wanhoop over het gebeurde, en vier bakkerijen werden gesloten. Bij Fischhausen, in West-Pruisen, verdronk dezer dagen eene 73-jarige visschersweduwe, wier tragi- sche levensgeschiedenis algemeene deelneming ver- wekte. In een stormachtigen nacht verongelukte baar man op zee en in hetzelfde jaar vonden ook hare drie volwassen zonen den dood in de golven. Door zooveel leed gedrukt verviel zij langzamerhand tôt een somberen waanzin, en als het geruisch der tel bewogen zee in hare woning drong, meende zij het hulpgeroep harer geliefde dooden te vernemen. Dan was niets in staat haar in hare hut te houden. Met eene lantaarn ijlde zij naar het strand en plantte ze in den zandigen bodem, in den waan, dat haar licht een baken zou zijn voor haar man en kinderen, welke zich zeker in groot gevaar be- vonden. Dikwijls keerde zij eerst bij het aanbreken van den dag in hare woning terug. Jarenlang heeft men deze waanzinnige op die wijze langs het strand zien ronddolen. Ook verleden week ging zij weêr de wacht houden aan zee. Zij stapte in een bootje, zooals zij reeds zoo dikwijls had gedaan, en kruiste langs het strand. Maar ditmaal keerde zij niet terug. Den volgenden morgen vond men het bootje omgekeerd en daar dicht bij het aangespoelde lijk van de ongelukkige vrouw. De gouverneurs der Russische provinciën, waar hongersriood heerscht, gaven, toen zij onlangs te Petersburg waren, zeer slechte berichten omtrent den toestand in hunne provinciën. Maar op het ministerie van binnenlandsche zaken werd hun ver- klaard, dat men die berichten niet onder de oogen van den keizer kon brengen. De verslagen werden daarna aanmerkelijk gewijzigd, en toen de gouver neurs door den czaar ontvangen werden, hadden zij verklaard, dat de toestand vrij bevredigend was en dat er door de krachtige maatregelen der re- geering nog slechts enkele gevallen van hongersnood voorkwamen. Eene Duitsche dienstbode van den gewezen Kei zer van Brazilië en diens gemalin is dezer dagen te Lissabon haren meester in den dood gevolgd. Marie Schreiber, zoo heette zij, kwam in 1853 als elf-jarige wees, te Rio de Janeiro aan; haar vader, met wien zij uit Duitschland vertrok, was onderweg gestorven. Zij was troosteloos bedroefd en zat dagen lang in het immigrantenhuis, zonder een woord te spreken of iets te eten. De Keizer, die van het arme kind hoorde, liet haar in een gesticht verplegen, waar hij af en toe naar haar kwam zien en waar zij langzaam aan gezond en sterk werd. Later kwam Marie S. op haar dringend verzoek m dienst bij de Keizerlijke familie, aan wie zij zich steeds zeer gehecht betoonde. De Keizerin schonk deze dienstbode haar voile vertrouwen en Keizer Pedro redde haar eens het leven, toen een paar schichtig geworden paarden op haar aanholden. Zij volgde natuurlijk het Keizerlijk echtpaar in zijn ballingschap, en toen de Keizerin was over- leden, bleef zij te Lissabon wonen, om dagelijks een paar malen op het graf harer meesteres te bidden, tôt korten tijd nadat ook haar meester daar begraven werd ook aan haar de beurt kwam. De lieer G. van der Werff, vroeger directeur van de Volksgaarkeuken aan 't Zuiderdiep te Gro- ningen, heeft thans op voor eene zaak als deze zeer gunstigen stand, aan de Rademarkt aldaar in de nabijheid dus van de nieuwe veemarkt eene volksrestauratie, logement en koffîehuis geopend. Wij, die er waren, kunnen een bezoek aan die inrichting zeer aanbevelen. Er is eene conversa- tiezaal, ruim en welingerricht, eenvoudig maar goed gemeubeld, waar eenige couianten ter lezing liggen. Er is daarnaast de eetzaal, waar de tafels staan gedekt met helder tafellinnen en aile benoodigd- heden, van de onmisbare tôt de waterkaraf met glazen. Men kan hier voor weinig centen voldoende en zoo men iets meer verteren kan uitstekend eten. De spijslijst aan den muur geeft een aantal gerechten aan; de qualiteit van het aangebodene en de bereiding laten niets te wenschen over. Een maal op een ontdekkingstocht uit hebben wij dien uitgestrekt zelfs tôt de keuken, waaraan een groot tornuis werd gekookt en den ruimen, drogen kel- der. De slaapvertrekken, veertien in getal, zijn boven. Ze zijn goed ingericht en de bedden uit stekend. En door 't geheele gebouw valt ook den bezoeker, die juist niet sterk is in huishoudelijke zaken, de zindelijkheid, de netheid op, die in de inrichting heerscht. Niemand kan er iets tegen hebben hier te logeeren en te dineeren en velen zullen dit als een voorrecht beschouwen. Zondag j.l. had te Assen een treurig sterfgeval plaats. J. Fabricius en vrouw begava* zich dien dag naar Rolde. Des namiddags naar Assen terug- keerende, werd de vrouw ongesteld, met het gevolg dat zij in »De Aanleg" haltweg Rolde, die zij nog kon bereiken, overleed. Het overlijden werd ge- constateerd door dr. Somer van Rolde, die inderhaast werd geroepen. Het lijk werd per rijtuig naar Assen vervoerd. Winschoten. Maandagmorgen bemerkte de per- soon van L., verblijf houdende in het logement »Zum Deutschen Hause" alhier, dat zijn zilveren cilinder horloge verdwenen was en daar een zekere J. B., van Sappemeer, die zich hier reeds eenige dagen had opgehouden, dien nacht ook in genoemd logement gelogeerd had, dacht men, dat deze het horloge tôt zich genomen had. Bij fouleering Buitengekomen, stiet hij zijn mes eenige malen in den grond als om het le reinigen, voordat hij het in de schede stak. Weldra had hij den klei- nen stoet ingehaald, die voorzichtig in de schaduw van den muur voorttrok. Maar het scheen dat aan de verschrikkingen van dezen nacht nog geen einde zou komen, want nauwelijks waren zij enkele minuten verder gegaan, toen plotseling een man voor hen stond. Het geweer op den schouder, scheen hij tôt de wacht- posten te behooren. Aan ontvluchten was niet te denken; de maan scheen helder en ongetwijfeld zou hun een kogel nagezonden worden, hetgeen nog grooter gevaar met zich zou brengen. »Voorwaarts in geregelde orde!" riep Oliva, die voorop liep, gevolgd door de mannen, welke de kar schoven. De beide Otoes hielden zich op aan- wijzing van Nicodemo, op den achtergrond. »Werda!" klonk de stem van den in uniform gekleeden bandiet, terwijl hij het geweer van den schouder nam. »Goede vrienden," antwoordde Oliva onverschrok- ken, terwijl zij bedaard voortliep. »Waar gaat het heen?" klonk het, toen de man vlak voor haar stond. »Naar het kerkhof," zeide Oliva beslist, »voordat wij de stad verlaten, willen wij een gesneuvelden vriend de laatste eer bewijzen." »Dat mag de duivel gelooven," zeide de man op de kar toetredend, »een mooi lijk, dat zeker uit een zak met bianke dollars bestaat. Maar dollars behoeven niet in den grond te verroesten." »Verstoor de rust van den doode niet," zeide Durlach op ernstigen toon, terwijl hij de hand ongemerkt aan zijn revolver bracht. nVVe hebben den nacht afgewacht om aile opzien te vermijden." »Uw dollars hebben geen rust noodig," ging de schildwacht voort, »ze moeten van de eene hand in den anderen rollen en ik mag vervloekt zijn, als ik u laat gaan, voordat ik het lijk heb gezien of mijn makkers hier zijn." Inmiddels hadden de beide Otoes de kar bereikt, die nu stil stond. Oliva, die tôt op het laatste oogenblik haar tegenwoordigheid van geest behield, trad op den bandiet toe. »Heb eerbied voor den dood," zeide zij, waarna de man haar spottend in den rede viel, met de woorden »Naar den duivel met je eerbied Plotseling hield hij op en vervolgde daarna op boosaardigen toon: »Ik mag sterven als jij niet dezelfde jonge schurk bent, die onzen korporaal zoo netjes naar de eeuwiglieid hebt geholpen. Nu kom je bij den rechte, jongetje, nu zal ik je dooden vriend eens bekijken!" In het voile bewustzijn van eigen veiligheid, boog hij zich spottend over de witte gedaante, de hand naar het laken uitstrekkend Tôt nu toe hadden de mannen zwijgend het ge sprek gevolgd. Hetgeen in hun omging, zou moei- lijk te beschrijven zijn. Zij aarzelden van hun wapens gebruik te maken, daar een schot de andere wachtposten naderbij zou roepen. Op hetzelfde oogenblik echter dat Durlach zijn revolver in de hand nam en Nestor zich op den bandiet wilde werpen, verhief zich achter dezen een met een bijl gewapenden arm. Een doffe slag en de niets kwaad vermoedende vijand lag neergeveld door Schahoka's behendige hand. Voordat Lydia tôt het besef kwam hetgeen er gebeurd was, reed de kar reeds verder. Behalve Schahako, die achter bleef om den verslagen vijand zoo te leggen, dat hij slapende geleek, vervolgden de vluchtelingen zwij gend hun weg. Zij bereikten weldra het lage struikgewas, waartusschen zich enkele hooge boomen bevonden. In de schaduw voortgaande, onderscheid- den zij plotseling een aantal stemmen. Blijkbaar bevond zich een deel der patrouille op denzelfden weg, die hun makker had ingeslagen en ongetwij feld zouden zij binnen enkele oogenblikken den vermoorden kameraad vinden. Snel werd de kar tusschen het struikgewas geschoven, waarop allen daarnaast neerhurkten, de wapens opgeheven. Lydia wierp het lapen af, het gevaar werkte her- levend op haar. Wat haar lot ook zijn mocht, zij wilde het moedig onder de oogen zien. Duidelijk drongen nu de stemmen van den na- derende wachtposten tôt de vluchtelingen door. Weldra kon men de woorden onderscheiden. »Ik wil dit maar zeggen," zeide een hunner onder bevoeging van een afgrijselijken vloek, dat zij, die bij zulke gelegenheden de zwaarste roes echter kon de politie niets bij B. bevinden, wat naar een horloge geleek, doch daar B. hier zonder middel van bestaan rondliep en hier en daar iets gebruikte zonder te betalen, achtte men het wen- schelijk, B naar zijn woonplaats terug te geleiden. hetgeen Maandagmiddag door den gemeente-veld- wachter Bakker geschiedde. De loting voor de nationale militie voor dit jaar zal in deze provincie gehouden worden op de vol- gende dagen en uren Te Veendam op Maandag 8 I ebruari, voor Veendam te 101 en voor Meeden te 2 uur te Veendam op Dinsdag 9 Februari voor Wildervank te 10p en voor Muntendam te 1 uur; te Gromngen op Woensdag 10 Februari, voor Noorddijk te 9, voor Haren te 9* en voor Gronin- gen te 11 i uur; te Groningen op Donderdag 11 Vrijdag 12 en Zaterdag 13 Februari, telkens voor aie gemeente te 9 uur; te Hoogezand op Maandag lo I ebruari voor Sappemeer te 10 en voor Hoo gezand te 12 uur; te Hoogezand op Dinsdag 16 Februari, voor Slochteren te 10 uur; te Scheemda op Woensdag 17 Februari, voor Zuidbroek te 101 voor Nieuwolda te 11 i en voor Scheemda tel uur; te Scheemda op Donderdag 18 Februari, voor Mid- wolda te 101, voor Noordbroek te 4 en voor Fin- sterwolde te 11 uur; te Winschoten op Maandag 22 r ebruari, voor Nieuwe Schans te 10i en voor Winschoten te 11 uur; te Loppersum op Vrijdag 26 Februari, voor Ten Boer te 9i uur; te Appin- gedam op Maandag 29 Februari, voor Bierum te 9J en voor Appingedam te llj uur. Door den heer Mr. A. H. Koning, notaris te f insterwold, is Dmsdagavond te Midwolda publiek te koop gepresenteerd I. Eene kapitale boeren- behuizing en schuur, met de v., a., onopzegbare, m a. 1. v. beklemming van erf, hof, tuin en land' te zamen groot ongeveer 50 H., staande en gelegen te Midwolda, liuur doende f 600, waartegen aan huur van verschillende behuisde heemsteden weder kan worden ingevorderd de som van 109.50. II. De v. a. i. a. 1. v. beklemming van 31.73 H. land, ten oosten van het vorig perceel gelegen, huur doende 400, waartegen aan huur van behuisde heemsteden weder kan worden ingevorderd de som ^<m y 21. In massa Verkocht voor de som van 99225; voor overname/1000; te zamen/100.225. Koopster hiervan werd mejuflr. de wedw. E. A. Busscher te Stads Nieuwepolder, gem. Beerta. Het aantal doleerende kerken bedraagt thans 300 met 12(1 predikanten. Meer dan 100 oefenaars zijn reeds door de classikale vergaderingen onderzocht en toegelaten. In de Noordelijke provinciën bedingen de schippersknechts thans een loon van 200 tôt 250 gulden per jaar. I en overstaan van notaris Spruyt te Sappemeer werd Woensdag j.l., in 't hôtel Struvé aldaar, ten verzoeke der erven Wed. J. H. Potjer, te koop ge presenteerd: Eene behuizing met erf en tuin, aan de Zuiderstraat te Sappemeer. Kooper: de heer Harm Vegter, bakker te Sap pemeer en echtgenoote, voor 3500. Te Overschild is men aldus schrijft men ons van daar op oudejaarsavond weer op ergerlijke wijze aan het vernielen geweest. Verscheidene afsluithekken zijn versleept of verwrongen. Van eene tuinschutting zijn zeventien latten losgescheurd en vervolgens kort en klein geslagen. Ook heeft men getracht zonneblinden af te rukken, doch de betrokken bewoner heeft dit nog bijtijds door be- dreiging kunnen verhinderen. diinken, ev het best aan toe zijn. Zij kunnen rustig blijven snorken, maar wie nuchter is, moet den nachtdienst waarnemen. Als dat zoo doorgaat, moeten we ons maar van Quinch afscheiden en op eigen hand het winstgevend zaakje voortzelten. Wanneer we een paar dozijn sterk zijn, is het voldoende om afzonderlijk gelegen boerderijen en kolonies te overrompelen dan kunnen we den huit in onzen eigen zak steken." »Ik vind, dat Quinch overal het vet afschept en ons met een hondenloon weg zendt," zeide een tweede wrevelig. Ze bevonden zich nu nauwelijks vijltig pas van de vluchtelingen. Waarom gaf hij bevel, dat wij het mooie huis en de beide fabrieken niet mochten plunderen?" vroeg een derde. »Dat is toch alleen maar om zijn eigen beurs te spekken. Ik hoor, dat de eige- naar van die bezitting schatrijk moet wezen." »Ik geloof, dat Quinch het op diens dochter heeft voorzien, zoo nam de eerste weer het woord, »hij beval niet zonder reden het huis goed te bewaken. Zeker staat er iets gewichtigs op het spel, anders zou hij John Kay daar niet ingekwartierd hebben. Het is oneerlijk van hem; als het een mooi jong meisje is, heb ik er evenveel recht op als een ander." Nu bevonden zij zich vlak tegenover de vluchte lingen, zij zagen de bandieten bedaard voortloopen, maar konden het gesprek niet meer volgen, daar zij dooreen spraken. Plotseling echter hoorden zij roepen »Bij den hemel, daar ligt er een!" Terstond daarop had de partrouille den verslagene bereikt en hoorde men zeg gen «Die heeft zooveel gehad, dat hij voor een week genoeg heeft. Hallo!" klonk het luider. »Je hebt een vervloekt hard bed uitgezocht, vriend Sta op en neem wat beweging, of je bent morgen zoo stijf als een plank." »Laat hem maar liggen," spotte een ander, »ik krijg dorst, als ik hem zie." (Wordt vervolgd.) VOLKSBLAD OOST-GOOKEC OMSTKEKEN. VAN DOOR t

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1