De ëpion. No. 5 ZGNDAG 17 Januari 1892, 22e Jaargang. Iloriflit! U1T GIl'UNO. FEUILLETON. VAN BORGESIÏÏS ZOOH, SAFPEMEER. Inzending y an Âdyertentiën en îngezonden Stnkken des Binsdags- en ¥rijda,f sa vends vôér zes unr bij de ITitgevers. Bij deze courant behoort een bijvoegsel. Voor de Gemeenten HOOGEZAND, SAPPEMEEHSLOCHTERENNOORDBROEE, ZUIDBROEK, ZUIDLAREN, HAREN enz. Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 cents, franco per post 45 cents. Enkele nommers 5 cents. U T G A V E PRIJS der ADVERTENTIËN Van 15 regels 25 cents iedere regel meer 10 cents. Groote letters worden naar plaats- ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentiein eens voor 3-maal plaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis. DIENSTREGELING OP DE STAATS-SPOORWEGEN» AANGEVANGEN DEN 1 OCTOBER 1891. WEEUKiLENDE R. Zondag 17 Januari. Maandag 18. Dinsdag 19. YVoensdag 20. Donderdag 21. Vrijdag 22. Zaterdag 23. Zonsopgang, Woensdag den 20 Jan. te 8, onder te 4 uur. Laatste kwartier, Vrijdag 22 Jan. Onze gcaboimcerdeii die nog niet Uebben iuge- teekeud op bet Geïllus- treerd Zoudagsblad, worden verzoebt, nog ten spoedigste bun inteekeiiingsbil- jet te zendeu aan bet Bureau van dit Biad. 'tls hier tamelijk rustig in de stad, en als we nog ergens over spreken, dan is het over het ver- velende weder en de nog vervelender influenza. Nu heb ik ook niet hijzonder op met zulk kwakkel- weder in 't hartje van den winter. Maar minder nog heb ik op met de influenza, de verraderlijke ziekte, die iemand 't eerst bij de beenen aangnjpt en hem in een paar uren tijds aile veerkracht be- neemt. Als modeziekte hier ingeburgerd, heeft zij het al spoedig zoo erg en zoo bont gemaakt, dat men het noodige respect voor haar kreeg en haar liefst maar op eenen afstand hield. Drie vier weken vertoevende in elke streek, heeft ze nu in twee jaren tijds de route om de wereld volbracht. Gaarne hadden we haar na den vermoeienden tocht eene welverdiende en liefst wat langdurige rust toegedacht doch het spreekwoord zegt »gele- genheid wekt genegenheid", en zoo is de reislust dermate bij haar aangewakkerd, dat ze terstond hare tweede rondreis is begonnen. Ook is ze ge- stadig uit op uitbreiding van haar reisplan, en tei- wijl zij menige plaats thans voor de tweede maal bezoekt, neemt ze daarenboven weer tal van nieuwe plaatsen in hare roule op, waar ze nu hijna deur aan deur even aanklopt en rijk noch arm van een bezoek verschoont. Wordt ze ook nergens als eene welkome gast binnengelaten en zou men haar liefst maar helet geven, zij laat zich hierdoor niet af- schrikken en dringt als ongenoode gast brutaal naar binnen. En zij ontziet niets of niemand, geen macht ot stand of aanzien houdt haar tegen. Zij klopt aan bij den machtigen onderkoning van Egypte en bij den ouden invalide te Bronbeek zij dringt de zalen binnen van het bisschoppelijk paleis te 's Her- togenbosch of Utrecht en zet zich neer in de nede- rige hut van den arme. En terwijl van allen kant de berichten over deze gevreesde ziekte toenemen, breidt ze zich ook in onze stad gestadig uit. Ja, in de vorige week moest er verlof aangevraagd worden om tôt twee uur te mogen begraven, zoo groot was 'l aantal lijkdiensten op den dag. Alleen in 't armengasthuis waren zeven slachtoffers, naar men beweerde. Toch is ze hier gelukkig lang niet zoo erg en zoo algemeen als in 't zuiden des lands. Want de Harmonie is bijna evenvol bij aile con- certen als alloos en ook schouwburg en soirées hebben niet te klagen. Inmiddels ligt het voor de hand, dat menige geleerde zich aftobt om den oor- sprong der gevreesde ziekte op te sporen, en de jongste bladen melden, dat het aan een Berlijnsch professor is gelukf, de intluenza-bacil te ontdekken. Ongelukkig is de uitvinder iemand van het Koch's laboratorium, en na de algemeene teleurstelling van Koch's groote vinding is ons krediet in dat labora torium niet zoo hijzonder groot meer. Van een afdoend middel tegen de ziekte dus kan vooreerst ook nog wel geen sprake zijn. Men grijpt vaak de kinine aan als middel tegen de koortsverschijnselen en andere bekende middelen tegen de rheumatische aandoeningen. Ook zijn er die baat vinden bij een afkooksel van uien en suiker, een middel, dat niet hijzonder aantrekkelijk schijnt, wat betreft den smaak. Doch ailes is een tasten in den blinde. Een oud fransch recept, dat inderdaad aile kans zou hebben direct algemeen in ons Schiedammer landje te worden toegepast, luidt vrij vertaald aldus Drink met kleine, kleine slokjes Ettelijke jenevergrogjes, Laat ze warm en laat ze sterk zijn Anders zou 't verloren werk zijn. 't Middel werkt empirheumatisch. Kruip dan in uw warme bedje Zorg ook voor een zin-verzetje, En zeg vroolijk en content: Weg met Signora Influenza Misschien zou menigeen zelfs geneigd zijn om 't maar direct en geregeld aan te wenden als voor- behoedmiddel doch ik vrees, dat het middel gauw erger zou blijken dan de kwaal. Doch hoe dit ailes ook zij, het beste zal zeker maar wezen, om zich ook niet willens of onwillens zonder noodzaak aan besmetting bloot te stellen. Want dat de ziekte besmettelijk is, daarover zijn de bevoegden het eens, en het feit, dat geheel afgezonderde eilanden van de ziekte verschoond bleven, totdat de beman- ning van een of ander schip de besmetting over- bracht, pleit ten zeerste voor dat beweren. Wordt men eenmaal aangetast door de ziekte, dan doet men ook verkeerd, haar al te licht te tellen. 't Beste is, onmiddellijk te huis en lie ver nog te bed te blijven en geneeskundige hulp in te roepen. En de ondervinding leert ook hier, dat bij ot zij, die zich na herstel te spoedig weer in de buitenlucht waagt, daarvan licht de ernstigste gevolgen kan ondervinden. Moge wat beter en strenger winter- weder den onwelkomen gast maar spoedig op de vlucht slaan en hem gedwongen tôt rust brengen na den grooten en werkzamen tocht door aile ge- westen en landen. Daar reed een beladen korenwagen tegen de Ebbingebrug op, en door de zwaarte der vracht en de gladheid der keien kon het paard zich haast niet op de been houden. Een daar passeerend jongman tastte toe, om het paard een handje te helpen doch al trekkende gleed hij uit, vlak met een der beenen aan weerszijden van het rad. De zwaarbeladen wagen moest dus over de voile lengte van zijn lichaam. Doch gelukkig gleed het lichaam vooruit over de gladde keien en kon de voerman de paarden tijdig stil houden. Toch was de jong man te erristig gewond om tekunnen gaan en moest naar zij ne woning aan bet Boterdiep gedragen worden. Verder hadden we Zaterdagavond den jaarlijk- schen wedstrijd om het kampioenschap van Neder- land in het figuurrijden van den Algemeenen Ne- derlandschen wielrijdersbond, doch van deze en andere feestavonden hoop ik u êen volgenden keer een uitvoerig verslag te geven. Want ook Willem van Zuylen treedt morgenavond pas op, en dus passen de feestverslagen beter voor een volgenden brief. Gcuiccutcrnad vau Slvurdbroek. Zilting van Zaterdag 9 Jan. 1892, 's nam 4 uur. Aanwezig aile leden. Wegens ongesteldheid van onzen Burgemeesler wordt de vergadering geleid door den oudsten wet- houder, den heer E. Engels. Na opening der verg. worden de not. der vorige verg. voorgelezen en onveranderd vastgesteld. Aan de orde 4. Benoeming van lid van 'tBurgerlijk Armbe- stuur. Voorz. Doordien van Hoorn bedankt heeft als lid van 'tBurgerlijk Armbestuur zijn we gehouden iemand anders in zijne plaats te benoemen. Door Buigemeester en Wethouders is tôt dat einde een tweetal opgemaakt dat bestaat uit de h.h. O. Huis- man en J. E. Zuidhoff. Er wordt als nu overgegaan tôt slemming waar de heeren Huisman en Zuidhoff zich als de candi- daten buiten houden. Benoemd wordt met 4 van de 5 stemmen de heer O. Huisman, op den heer Zuidhotf wordt 1 stem uitgebracht. Voorz.: Neemt Huisman de benoeming aan? Huisman: Niet dadelijk, ik heb er in ieder geval nog al bezwaren tegen, men krijgt zoo langzamer- liand te veel drukte en baantjes. Voorz. Er is voor Huisman 8 dagen tijd van beraad. Huisman: Ik dacht hier waren er wel veel ge- schikter voor die betrekking, die het ten minste minder druk hebben met zulk soort dingen. Boelema: We mogen niet uit't oog verliezen,dat Huisman nog al op de hoogte is met de toestanden, nooden en behoeften van de lui die onderstand ko- men vragen. Huisman Goed, maar ik vertrouw dat er hier veel meer zijn die het evengoed weten. Was ik mij bewust dat ik het alleen wist, dan zou ik zonder uitstel de benoeming aannemen. Boelema Huisman woont nog al gelegen om kennis te nemen van een en ander, en zoo iemand moelen we juist hebben. Huisman: Zou bv. Eendhuizen het dan minder goed weten dan ik. Voorz. Er is voor Huisman 8 dagen tijd van beraad, we zullen maar overgaan ter behandeling van het 2e punt der agenda. Toelating van schoolkinderen in de Zuider- school. Er is des aangaande een advies ingekomen van de schoolcommissie. Dat advies is voor de negenmaandelijksche toelating als zeer geschikl voor 12 klassen van kinderen van 5 tôt 14 jaren, en zou daardoor een betere verdeeling ontstaan, en een bepaald getal kinderen van gelijke jaren in ieder locaal. Wie verlangt daarover 't woord? Huisman Ik zou willen weten hoeveel kinderen er ter school gaan van 12 tôt 14 jaren. Op verzoek van de voorz. leest alsnu de secretaris voor, een désbetreffende staat van 1 Januari 1892. Er blijkt uit dat er kinderen ter school gaan ge- boren in 1879 18 jongens en 17 meisjes, in 1878 7 jongens en 6 meisjes, in 1877 2 jongens en 2 meisjes, in 1876 1 jongen, juist 53 kinderen. Huisman Met 53 kinderen zou de klasse goed bezet zijn, of er echler wel zulk een aantal plaats nemen betwijfel ik. Zuidholf Op dat punt kan ik Huisman inlichten. Er zullen er wel van in andere klassen zitten denk ik. Huisman Hoe groot zou dan 't gelai dat er in werkelijkheid zit, zijn van 12 tôt 14 jaar? Voorz. Zoo ongeveer 25 26. Huisman En wordt dan dat getal bij invoering van de voorgestelde negenmaandelijksche toelating nog kleiner? Zuidhoff Alleen kinderen van 12^ tôt 14 jaar zouden er dan plaats nemen, oppervlakkig beschouwd schijnt het dus wel dat het. aantal nog kleiner zou worden, er zal echler eene andere regeling plaats hebben, waardoor juist het tegenovergestelde zal gesehieden, die regeling zal bestaan in het voor- uitbrengen van kinderen die vlug zijn in 't leeren en flink van bevatting. Huisman Waarom gebeurt zulks dan nu niet als die maatregel zoo heilzaam wordt geacht, om n.l. bekwame kinderen naar hunne bevatting in hoogere klassen te plaatsen. Zuidhoff: We zullen door die méthode de aan- vangsklassen ontheffen en de hoogere klassen meer aanvullen. Boelema Zou dan een halfjaarlijksche toelating Roman uit den Noord-Amerikaanschen burger oorlog, BAliDUIflf MéLLHAUSEÎf. 13) De tuin bevatte eenige groentebedden en een aantal vruchtboomen het geheel maakte den in- druk, alsof het uit handen van een kleinen boer in die van den tegenwoordigen eigenaar was over gegaan en ondanks den steeds toenemenden bloei der stad, die als het ware het kleine huis over het hoofd groeide, niet de minste verandering had on- dergaan. Alleen de groote werkplaats aan den kant dagteekende uit later tijd. Een op het tuinhek aangebracht bordje zeide den voorbijganger, dat zich hier »Het doodkisten ma- gazijn van Martyn Findegern," bevond. De naam was Duitsch en stond reeds meer dan een kwart eeuw goed aangeschreven. Ja, zoolang was het reeds geleden, dat Martyn Findegern, een schrijnwerkersknecht, zich hier had gevestigd. Zijn later leven bewees, dat geen lust tôt avonturen hem uit het Duitsche vaderland naar de nieuwe wereld had verdreven; evenmin had hij zich aan iets schuldig gemaakt, waarom hij naar Amerika was uitgeweken. Vroeg men hem de oorzaak van zijn vertrek uit Duitschland, dan antwoordde hij kort en bondig: »Familiezaken.' Inderdaad, het waren familiezaken geweest. Zijn eenige zuster, een opvallend mooi meisje, dat met de grootste opofferingen door zijn ouders tôt on- derwijzeres was opgeleid, huwde met een reeds bejaarden geheimraad. Hierdoor echter was de hartelijke verhouding tusschen broeder en zuster verbroken. Slechts tweemaal was Martyn na haar huwelijk bij haar geweest; den eerslen keer om zijn oprechte gelukwenschen aan te bieden. De ontvangst van zijn zwager scheen echter zeer koel, want er verliepen twee jaar, voordat Martyn terug kwam, ditmaal om aarzelend, met slechts zijn eer- lijkheid tôt borgstelling, een voorschot te vragen, om zelf een schrijnwerkerszaak te kunnen beginnen. Ondanks de smeekende blik van zijn schoone jonga vrouw, antwoordde de geheimraad weigerend, zich beroepend op zijn beginsel, dat hij nooit geld leende. Onder vier oogen bood hij Martyn efchter een ge- schenk van zeshonderd gulden aan, op voorwaarden dat hij het geld voor de reis naar Amerika zou gebruiken, waar hij in de gelegenheid zou zijn rijk te worden. Martyn begreep dat het zijn zwager slechts te doen was om voor goed van hem af te komen. Het liefst had bij hem het geld voor de voeten geworpen; maar na eenig nadenken nam bij loch het aanbod aan. Ouderloos was bij reeds; nu had hij ook zijn zuster verloren; niets bond hem aan het vaderland. Zoo kwam hij op zekeren dag met eenige honderden guldens te New-York aan, waar hij spoedig werk in overvloed vond. Spaarzaam, vlijtig en eerlijk, bovendien zeer scherpzinnig, kon hij menigen dollar opsparen. Het gelukte hem weldra een klein kapitaallje te ver- zamelen nu echter kwam de wensch bij hem op, een stukje land in eigendom te bezitten. Daar de grond te New-York te duur was, trok hij naar het westen en koos St. Louis tôt zijn doel. Hier kocht hij van een landbouwer buiten de stad een lap grond, waarvan hij de helft kon be- talen. Nauwelijks waren twee weken verloopen, of in het bijbehoorend huis had hij zijn werkplaats ingericht. In den aanvang was zijn verdienste gering; weldra echter stond hij zoo goed bekend, dat hij tijd te kort kwam en zijn schuld reeds ten deele kon aldoen. Het eenige wat hem speet was, dat hij, gezellig van aard, zijn leven zoo eenzaam moest doorbrengen, terwijl hem ook de tijd ontbrak den moestuin te bebouwen. Een gelukkig toeval voor- zag in deze leemte. Op zekeren dag uit de stad terugkeerend, trad hij een herberg binnen om een glas hier te drinken. Bovendien hadden de tonen eener harmonica hem getroffen en toen hij binnenlrad, zag hij een man van zijn eigen leeftijd, wiens gelaat de aandacht trok door het woeste krulhaar en den zwaren baard. Tamelijk armoedig gekleed, hield hij een groote harmonica in zijn handen, waarop hij Duitsche I iederen speelde. Martyn Findegern zag den kunstenaar opmerk- zaam aan; hij schudde soms het hoofd, om terstond den vreemdeling opnieuw van hoofd tôt voeten op te nemen. De speler hield op en ging met waardige hou- ding van het eene tafeltje naar het andere met het stuk muziek in de hand. Zoo kwam hij ook bij Martyn, die zijn geldstuk op het papier legde, ter wijl hij den kunstenaar met een uitvorschenden blik aanziende, zeide: »Het zou mij niet verwon- deren, als wij elkaar vroeger hadden gezien." »Ik heb niet de eer," antwoordde de speler, het gelaat minachtend afwendend. Hierdoor ontdekle Martyn twee lidteekens op diens linkerwang. »En toch zou ik er een eed op willen doen," verklaarde Martyn. «Die beide schrammen in uw gezicht heb ik niet vergeten." »Maar waar kunnen wij elkaar ontmoet hebben?" klonk het eenigszins uit de hoogte. »Wel, in Heidelberg," zeide Martyn beslist. »Ik herinner mij nu ook uw naam. Men noemde u Krehle, ik weet het nog uit het getuigenverhoor. Er was toen immers een vreeselijke kloppartij tus schen studenten en handwerkslui en dat ge mij toen met uw zwaren stok den schedel niet gekloold hebt, lag niet aan uw goeden wil hoor! Ik had nauwelijks de macht meer u in het gelaat te slaan, dat het bloed langs de wangen liep. Het eind van het lied was, dat ik zes dagen moest zitten." Bij deze herinnering verhelderde Krehle's gelaal zoodra Martyn ophielil zeide hij: »En ik kreeg vierentwintig uur kamerarrest. Mijn geheugen heeft door de verwonding niet geleden, want ik moest mij al zeer vergissen, als gij niet Finde gern heet." «Juist, Martyn Findegern," bevestigde deze ver heugd en reikte den vroegeren tegenstander de hand. »Ik heb in langen tijd niet zulk een pret- tige verrassing gehad, als toen ik straks de beide lidteekens in uw gezicht herkende." Krehle toonde eveneens zijn bhjdschap, iemand gevonden te hebben, met wien hij de oude tijden kon herdenken. Weldra zaten de oude vijanden dan ook in vertrouwelijk gesprek bijeen, en het eind van ailes was, dat dokter Arminius Krehle, zooals hij zich met trots noemde, met de harmonica onder den arm en zijn met zwaar gevulde reistasch in de hand, Martyn Findegern naar diens huis ver- gezelde, om voor goed bij hem te blijven. Aïs voorwaarde hadden zij algesproken, dat dokter Krehle de zorg voor den tuin op zich zou nemen, waarvoor Martyn Findegern hem eene maandelijk- sche toelage zou geven. Daar Krehle echter nog tijd overhield, beproefde hij eerst er wat bij te verdienen met het schrijven van couranten-artike ien maar hier hield hij mee op, toen hij bemerkte, dat zijn inziciiten niet pasten voor de Amerikaan- sche toestanden. Daarna begon hij een verzame- ling vlinders aan te leggen maar ook dit gaf niets, daar de mooiste vlinders niet op hem toe wilden vliegen, om opgestoken te worden. Nu besloot hij tôt handenarbeid over te gaan, en van Martyn leerde hij de kunst van lakken der door dezen vervaardigde meubels. De uitkomst was verras- send, want hij deze gelegenheid ontdekte hij zijn schilderstalent, dat hij van nu af aan, lot eigen voldoening en groote bewondering van Martyn, met veel ijver ontwikkelde. Zijn eerste kunstwerk was een uithangbord boven de huisdeur, waarop hij een reusachtige slak sehilderde, die zijn huisje op den rug droeg, een zinspelling op Martyn, die zijn huis met den verwilderden tuin het liefst overal zou meeslepen. Findegern had er dan ook volkomen vrede mee, dat zijn eigendom voortaan »Slakken- huis" werd genoemd. Na deze eerste welgelukte proef, sehilderde Krehle overal waar zich slechts ruimte bevond, de zinrijkste schilderijen, waaraan de beide vrienden het meeste genoegen schepten. (Wordt vervolgd). VOLKSBLAD 00ST-G00EECHT IN OBSTRBON. VAN Van NIEITWE SCHANS naar HARLINGEN. *7,40 *8,55 11,41*2,52 47,58 9,12 11,56 3,09 Vertr. N. Schans *6,16 Winachoten 6,33 w Scheemda 6.47 S 8,10 9,23 12,08 3,21 Zuidbroek 7,00 S 8,21 9,34 12,19 3,32 Hoogezand 7,13 8,34 9,45 12,28 3,43 Kropswolde 7,19 S 8,40 9,50 12,34 3,49 Aank. Groningen 7,32 8,54 10,3 12,47 4,1 Vertr. 7,36 10,8 1,45 5,4 Leenwarden 9,03 11,31 3,13 6,27 Aank. Harlingen 9,89 12,7 3,49 7,6 6,30 5,44 5,51 6,00 6,08 6,13 6,26 6,32 8,33 8,48 8,56 9,07 9,16 9,21 9,33 9,40 9,44 11,4 10,20 11,40 Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS. Vertr. Harlingen Leenwarden Groningen 7,2 9,40 1,10 3,29 5,46 7,43 11,26 1,56 5,6 8,00 Aank. Groningen 9,1 12,44 3,8 6,24 9,18 Vertr. *6.30 9,6 *12,49 3,22 *6,32 10,45 Kropswolde 6,44 9,20 1,03 3,36 6,46 10,59 Hoogezand 6,50 9,26 1,09 3,42 6,52 11,05 Zuidbroek 7,1 9.35 1,20 3,51 7,3 11,14 Scheemda 7,16 9,50 1,35 4,6 7,19 11,29 Winachoten 7.24 9,58 1,43 4,14 7,27 11,37 Aank. N.-Schans 7,40 10,12 1,59 4,28 7,43 11,51 Van GRONINGEN naar Aankomst DELFZIJL Van GRONINGEN naar MEPPEL—ARNHEM. Vertr. Groningen Haren De Punt Vriea-Zuidl. Aaaen Meppel Zwolle Deventer Zutfen Arnhem DELFZIJL Aank. De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borgercompagniesterweg (wachtp. 87), tôt het opnemen en nitlaten van reizigers. De trein welke des voorm. 8.56 van N.-Schana vertrekt, neemt Dinadaga geen reizigers op voor Groningen. Sneldienat van Groningen 8,naar Amsterdam, welke des avonda te 10,42 aldaar retonmeert. 6,26 6,35 6,42 6,51 7,7 8,15 8,54 9,40 10,24 9,59 10,42 10,37 11,15 7,45 11,18 1,48 9,20 12,50 3,23 8,— 10,23 12,52 4,9 10,32 1,1 4,18 6,30 Van ARNHEM naar MEPPEL—GRONINGEN. 6,26 9,20 9,20 10,10 2,52 7,18 10,6 10,6 11,48 8,38 7,43 10,24 10,24 12,13 4,22 8,33 10,58 11,7 1,59 6,51 9,18 11,33 11,50 7.5 7,41 8.6 8,52 9,29 8,10 Vertr. Arnhem 8,19 Zutfen 10,40 1,9 4,26 8,27 Deventer 10,49 1,18 4,35 8,36 Zwolle 5,68 8,26 11,7 1,35 4,55 6,56 8,52 Meppel 6,42 9,18 11,33 11,50 2,47 7 42 9,17 12,23 2,50 6,10 7,47 10,10 Aaaen 7.56 10,34 12,20 1,3 4,2 8,56 10,17 9,49 1,3 3,30 6,50 8.17 10,50 Vriea-Zuidl. 8,15 10,48 1,17 4,16 9 10 2,15 4,15 7,38 9,41 De Punt 8,24 10,57 1,26 4,25 9,19 2,56 4,38 8,3 10,5 Haren 8,82 11,5 1,34 4,33 9,27 3,37 5,26 8,57 10,50 Aank. Groningen 8,40 11,13 12,46 1,42 4,41 9,85 10,42 5,14 7,56 10,46 II Van DELFZIJL naar GRONINGEN 6,— 7,12 10,44 1,24 4,52 8 30 6,49 9,33 12,20 Aankomst GRONINGEN 7,33 8,58 12,27 2,57 6,25 10,2 2. DOOR

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1