No. 7.
ZONDÂG 24 Januari 1892.
22e Jaargang.
De Splon.
VAN
FEUILLETON.
BORGESIÏÏS ZOGF, SÂPPEMEER.
Inzending van Advertentiën en Ingezonden Stukken des Dinsdags- en Vrijdagsavonds vôôr zes uur bij de Uitgevers.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
Waarom vaak gestreden wordt.
BUITENLAND.
'7
Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 cents,
franco per post 45 cents.
Enkele nommers 5 cents.
U 1 T G A V E
PRIJS der ADVERTENTIËN: Van 1-5 regels 35 cents,
icdere regel meer 10 cents. Groote letters worden naar plaats-
ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens
voor 3-maal plaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis.
1 OCTOBER 1891.
WEEKKiLENDGB.
Zondag 24 Januari. Maandag 25. Dinsdag
26. Woensdag 27. Donderdag 28. Vrijdag
29. Zaterdag 30.
Zonsopgang, Vrijdag 29 Jan. te 7.50, onder te
4.38.
Nieuwe maan, Vrijdag 29 Jan.
Het is eenige jaren geleden, dat er in de nabij-
heid van een dorp bij Groningen een ongeluk met
een rijtuig plaats had en waarvan o.a. ook een
paar stedelingen getuigen waren. Beiden ontmoet-
ten elkander kort daarna in een logement van het
dorp. De een zeide, dat het ongeluk voorgevallen
was bij het huis van den heer W. hij was daar
toevallig gepasseerd. «Neen," zegt de ander, »ik
heb zelf gezien, dat het plaats had bij het land
van den heer K." Houdt de eerste bij kris en
kras zijne bewering staande, de tweede niet minder.
Van kleine woorden komt het tôt groote, onder-
steund door vuistslagen op de tafel, totdat de lo-
gementhouder op het rumoer afkomt. Op de hoogte
van het dispuut gebracht, zegt hij, dat ieder der
heeren het volste recht aan zijne zijde heeft, daar
het ongeluk tusschen het huis van W. en het land
van K. gebeurde. Dat was olie, die de golven
onmiddellijk tôt kalmte bracht. De vrede keerde
weder en beide wandelaars gingen als vrienden
stadwaarts. Wat ze dachten of zeiden, toen zeop
de plaats van het ongeluk gekomen waren, meldt
de geschiedenis niet.
Wat hier plaats had, doet zich nog herhaaldelijk
voor: er wordt gestreden zonder vooraf nauwkeu-
rig te onderzoeken, waarover inderdaad de strijd
gevoerd wordt, wat eigenlijk de grond derkwestie
is. Vaak wordt er met woorden geschermd, waarbij
de een dit, de ander dat denkt, zoodat het verschil
van opvatting vaak verdwijnt bij eene nadere om-
schrijving van de beteekenis van het woord.
Woorden zijn étiquetten voor een begrip maar
de een plakt hetzelfde étiquet op een ander begrip
dan zijn buurman. Wij moeten hierbij met het
algemeen gebruik te rade gaan en in het oog
houden, dat in de beteekenis van een woord met-
tertijd verandering kan komen.
Het gebruik is de ijkmeester. We noemen den
aardappel eene vrucht en tocli is hij in weten-
schappelijken zm geene vrucht. De ware vrucht
van de aardappelplant is de oneetbare bes, die
het zaad bevat.
Wij zeggen, dat de zon opkomt en ondergaat
de wetenschap leert, dat dit inderdaad niet plaats heeft.
Het ijzer zinkt. Ook dit is niet volkomen juist,
daar het op kwikzilver drijft.
Zoo is de walvisch geen visch, de vledermuis
geen muis, de oorvvorm geen worm. Toch kunnen
deze uitdrukkingeia en woorden niet afgekeurd
worden en dergelijke zijn er legio.
Voltaire sprak van het Heilige Roomsche Rijk;
maar hij zeide, dàit niet Heilig was, dat het niet
Roomsch was en dl't het geen Rijk was.
Wij houden ons alan e.en gangbaren naam, al is
hij ook minder juisl en spreken daarom van een
gouden oorijzer.
In het Nieuwe Schoolblad werd onlangs in
goedkeurenden zin over jaloerschheid en onte-
vredenheid gesproken. »Ik noemaldus de
schrijver, »tevredenheid eene doodzonde en onte-
vredenheid eene deugd. Ontevredenheid, dat is de
zucht in den mensch om het verkeerde te verkee-
ren in beter, zij is het, die het menschdom door
aile eeuwen heeft begeleid en zij doet het nog,
trots aile tevredenheidspreekers."
De heer Versluijs teekende in een naschrift hierbij
o.a. het volgende aan. «Jaloerschheid is een on-
deugd, zoo goed als de ergste, en tevredenheid een
deugd. Ik acht het zonder eenigen twijfel een
plicht van den onderwijzer der lagere school om
de eerste te bestrijden en de laatste aan te kwee-
ken. Het is echter duidelijk, dat de heer Boer
hier aan de woorden een andere beteekenis hecht
dan de gewone. De zucht naar verbetering is niet
hetzelfde als ontevredenheid en jaloerschheid. Het
laatste maakt nurksch, ongeschikt en onrechtvaar-
dig. Men kan daarentegen met opgewektheid
streven naar verbetering. Men kan overtuigd zijn,
dat de maatschappij gebreken heeft en er bijvoegen,
dat aile volwassen menschen er toe moeten mee-
werken, ieder in zijn kring, om haar te verbeteren,
zonder ontevredenheid in de gewone beteekenis van
het woord aan te kweeken."
Zoo kan men ook verschillen omtrent de waarde
van vaderlandsliefde. Denkt men hierbij aan be-
krompen liefde tôt eigen bodem met minachting
tegenover het vreemde, dan is zij geen deugd en
dient zij te worden bestreden; doch ook hij, die
van de stelling uitgaat wie mensch is, is mijn
broeder, kan vaderlandsliefde in goeden zin als eene
deugd aanprijzen.
Een leugen is zonde. Maar de moeder dan, die
haar kind vertelt van Sint-Nikolaas? Bij het ant-
woord dient als critérium het opzet om te bedrie-
gen, le worden aangenomen.
Springt men eigendunkelijk met de beteekenis
der woorden om, dan komt men tôt aile mogelijke
absurditeiten. Men zou kunnen zeggen een dronk-
aard is iemand, die drinkt. Wij drinken allen, dus
zijn wij allen dronkaards. 't Is niets dan een sophisme.
Rechtskwesties zijn dikwijls taalkwesties. En
dat kan wel niet anders, sedert de wet het
geschreven woord de eenige bron werd van
recht. Nu is het niet meer de vraag: wat is bil-
lijk naar het oordeel der rechters maar wat staat
er geschreven? Duidelijk moet de wil van den
wetgever in de wet zijn uitgedrukt want is eens
de wet aangenomen, dan is ook de wetgever daar-
aan onderworpen, dan kan hij niet meer rechts-
geldig beweren, dat hij eigenlijk iets anders bedoeld
had. De rechter vraagt, wat de wet zegt, de
artikelen, zooals die elkander opheffen, wijzigen,
beperken. Dikwijls is de redactie onzer wetten
slecht, de indeeling onlogisch, de woordenkeus
slordig. Een voorbeeld is het wetje, dat men on
langs maakte omtrent het gebruik van «Koningin"
in plaats van »Koning" in wetten, besluiten, von-
nisseh enz. In art. 725 van ons Burgerl. Wetboek
wordt gesproken van het verbod om niet dan tôt
op eene bepaalde hoogte te mogen bouwen. Er
zijn processen gevoerd, waarbij het aankwam op
de vraag wat is een molen De fiscus beschouwde
de drukkers, die eene pers hadden met een draaiend
rad, als molenaars. Men sla eens art. 125 van
het B. W. op. Het derde lid luidt: »en het hu-
welijk worden nietig verklaard." Nu is de gram
maticale vraag, of uit het vorige lid hierbij »zal"
of »zal kunnen" herhaald moeten worden. Raad-
pleegt men den Franschen tekst uit den Gode, dan
moet men lezen »zal worden nietig verklaard"
maar Opzoomer zegt »de wetgever heeft zijn wil,
die niet twijfelachtig is, zoo slecht uitgesproken, dat
er eene andere opvatting mogelijk is, en die andere
opvatting is in overeenstemming met het stelsel der
wet. Men vrage niet, als de woorden twee opvat-
tingen toelaten, naar de bedoeling van de wetge-
vers, maar naar de bedoeling van het stelsel der
wet." In art. 192 onzer grondwet wordt gezegd,
dat er overal in het rijk van overheidswege voldoend
openbaar lager onderwijs wordt gegeven. Over de
vraag naar de beteekenis van dit woord voldoend
is al heel wat gesproken en geschreven. De on-
derwijzers mogen volgens art. 36 van de wet op
het lager onderwijs geene ambten of bedieningen
bekleeden; doch de wet bepaalt nergens, wat zij
door ambten en bedieningen verstaat en vandaar
aanleiding tôt verschillende interpretaties.
De letter doodt, de geest maakt levend. Dezer
dagen gai het Schoolblad een artikel over het aan-
schouwingsonderwijs en over het woord «aan-
schouwingsonderwijs.' Als voorbeeld werd aange-
voerd eene les over het rund, in den geest van dit
onderwijs gegeven. Dan zeggen de bestrijders, zoo
lezen wij daar «Heel goed, dat willen wij ook,
maar gij noemt dat aanschouwingsonderv/ijs, ik
heet het natuurkundigoïiàewjï^s" \\*ij wilden
a'Ieen aantoonen, laat de redactie hierop volgen
dat de twist over een naam nulteloos is, indien
de personen t eens zijn over de zaak en hare
behandeling.
Gaarne onderschrijven wij deze uitspraak. Veel
nutteloos getwist kan worden voorkomen, door zich
tôt de zaak in kwestie te bepalen en naar een-
stemmigheid te streven omtrent de beteekenis der
woorden.
Hrn. h b
Volgens benchten uit Budapest zijn in Hongarije
nieuwe ongeregeldheden uitgebroken naar aanleiding
van de verkiezingen. Op verscheidene plaatsen heeft
bloed gevloeid. Te Kastan namen de ongeregeld
heden, tijdens het verblijf van den Minister van
Justifie aldaar, gedeeltelijk een anti-semitisch
karakter aan.
Bij het instorten der brug over de Kura zijn
73 menschen verdronken. Het aantal gekwetsten
is nog onbekend. De verongelukten zijn allen Ar-
meniërs. Er is geen geestelijke bij.
In het Russisch gouvernement Perm heerscht de
hongertyphus zeer erg. Een groot aantal genees-
heeren zijn er aan gestorven.
Op de Russische spoorweglijn Griaze-Gzareitsyne
m de noodlijdende streken is door de boeren
eene poging gedaan om een trein te doen ontsporen
door het wegnemen van eenige rails. Het gevaar
werd echter nog intijds ontdekt.
Roman uit den Noord-Amerikaansclien
burgeroorlog,
15)
Zijn hoed even aanrakend, vroeg hij waarmee
hij dienen -kon. Daarop veischoot hij van kleur,
want zijn scherpe blik had ontdekt, dat de be-
zoekers hem aanzagen met een trek van teleur-
stelling op het gelaat.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Niet alleen in de gelaatstrekken der beide jonge
mannen, ook uit de stem van den oudste sprak
kwalijk verborgen teleurstelling, toen hij de in
het Engelsch gestelde vraag naar hun verlangen
in het Duitsch beantwoordde met: «Hebben wij
de eer, den heer Martijn Findegern voor ons
le zien?"
«Of het een eer is, weet ik niet," antwoordde
Martijn, zonder van houding te veranderen, «wan-
neer gij echter den broeder van uw moeder, den
schrijnwerker en doodkistenfabrikant Martijn Fin
degern zoekt, dan staat hij inderdaad voor u." Hij
kneep het eene oog dicht, wat zijn schoonheid
niet verhoogde en nam met het andere knipoogend
de jongelieden van het hoofd tôt de voeten op.
Hun verlegenheid bemerkend, voegde hij er op
nederbuigenden toon bij «Ik herhaal, het is uw
eigen oom. die voor u staat en ik denk, dat, wan-
neer gij het de moeite waard acht hem in zijn
werkplaats op te zoeken, ik van mijn kant ver-
plicht ben, u als mijn neven en nicht welkom te
heeten." Daarna reikte hij hun beurtelings de hand.
«Gij kunt ons toch niet verwacht hebben," zoo
gaf de oudste der neven, een slanke jonge man
van vijfentwintig jaar, met een gunstig open ge
laat, lucht aan zijn verbazing, dat Martijn hen
herkende. Op levendigen toon yiel deze in:
«Gij waart door niemand anders aangemeld dan
door Schaaf dat is namelijk mijn hond, een bui-
tengewoon diervan wien metiig mensch kan
leeren. Ik zou blind moeten zijn, als ik niet
bij ieder uwer eenige gelijkenis ontdekte met uw
moeder, mijn beste zuster, de vrouw van den ge-
heimraad Durlach. Maar de tuia is juist geen
geschikte plaats om familie te onvangen, ga mee
naar de waranda, daar kunnen wij i gaan zitten en
moogt ge mij het doel van uw bezoek meedeelen.
Want een doel hebt ge, anders zoult gij niet hier
zijn gekomen." Daarna riep hij over zijn schouder
in de richting der werkplaats «Dokter, Krehle wees
zoo goed Cleopatra le zeggen, dat ze bier en glazen
op de waranda brengt, waar gij ons ook zeer
welkom zult zijn", en daarop met een knipoogje
tôt zijn bezoekers: «Eigenlijk heet onze negerin
Suzanne, maar de dokter vond( dat de naam Cle
opatra beter voor haar paste." Zijn gasten naar
de waranda voorgaande, vei volgde hij «In dokter
Arminius Krehle, zult gij niet alleen mijn trouw-
sten vriend leeren kennen, voor wien ik geen ge-
heimen heb, maar ook een vreeselijk geleerde bol.
Maar dat is nog niets in vergelijking van zijn
schilderstalent, waarvan gij hier overal de sporen
kunt zien" besloot Martijn, met de hand om zich
heen wijzend.
Zij hadden de waranda bereikt, maar dejongste
der broeders, een buitengewoon krachtig gebouwd,
vermetel uitziende jonge manmet blauwe
oogen en een rossigen baard, zeide op hoogmoe-
digeif toon: «Doe geen moeite, wij hebben geen
verfrisschingen noodig."
«Niet?" vroeg Martijn en zijn oogen fonkelden
boosaardig; «het bier is besteld en wie niet drinken
wil, kan het laten staan. In het huis van uw vader
werd mij ook eens een glas bier aangeboden; het
zou dus ongepast zijn, als ik tegenover zijn kinderen
minder gastvrij was. O, daar is dokter Krehle;
voorstellen is zeker onnoodig, daar heb ik ook geen
slag van." Hij wachtte tôt de begroeting was af-
geloopen en ging toen voort «Ga zitten en val dan
I maar met de deur in huis; zeg mij voor ailes, wat
ter wei eld u naar deze gezegende republiek brengt
op een tijd, dat zij uiteen dreigt te spatten."
Den jongsten neef lag blijkbaar een scherp voor-
barig antwoord op de tong, dat zijn gekwetste
ijdelheid hem ingaf, zijn oudere broeder voorkwam
hem echter door te zeggen: «Vader is voor een
jaar gestorven en daar een Duitsch ambtenaar, die
geen middelen bezit, niet in staat is over te sparen,
bleef ons weinig meer over dan noodig is voor de
reis naar Amerika
«Met andere woorden," viel Martijn hem in de
rede en een harde trek kwam op zijn gelaat
«gij dacht aan uw oom, den armen schrijnwerkers-
knecht; ge hooptet, dat hij een rijk man was ge-
worden en besloot hem op te zoeken." De blos
op het lieve meisjesgelaat zeide Martijn, dat inder
daad dergelijke overwegingen tusschen hen waren
besproken. Hij zag, dat ook de beide broeders ver-
legen de oogen neersloegen maar schijnbaar niets
bemerkend, ging hij voort: «Ik sta ook als rijk
bekend maar hoewel ik niet ontken, dat miln
eigendom waarde heeft, weten alleen mijn schuid-
eischers, hoe zwaar het belast is. Gij hebt dat ze
ker terstond begrepen, want indien ik niet van de
hand in den tand moest leven, zou ik immers een
fraaien tuin aangelegd en een mooie villa in de
plaats van dit slakkenhuisje gebouwd hebben. Uw
hoop op een erfoom loopt dus totaal mis."
«Gij vergist u," sprak de oudere broeder op
ernstigen toon, terwijl het hem blijkbaar moeite
kostte zijn zelfbeheersching te bewaren «wij kwa-
men niet om te bedelen, noch op hoop van een
erfenis, maar om u, die hier met de toestanden
bekend is, raad te vragen. Ook daartoe zouden
wij niet zijn overgegaan, indien onze overleden
moeder het ons niet zoo sterk op het hart had ge-
drukt ons tôt u te wenden, indien de omstandig-
heden er toe mochten leiden. Zijn wij hierin te
ver gegaan, dan vraag ik u ook uit naam onzer
moeder, het niet kwalijk te nemen en zullen wij
voortaan op eigen krachten bouwen."
Martijn beschouwde den opgewonden jongen man
nadenkend en zeide daarop, alsof het verwijt niet
hem had gegolden «Dacht de goede ziel dat God
schenke haar de eeuwige rust, zij verdient het.
Maar ik vraag nog eens, waarom niet in het vader-
land gebleven, waar gij zeker betere raadslieden
zoudt vmden dan een oude schrijnwerker Ik zeg je
wie ginds vlijtig werkt, komt er even goed vooruit
als in dit wonderlijke land, waar elke straatjongen
aan de politiek meedoet."
De oudste neef, voor wien de zonderlinge oude
man reeds veel van zijn terugstootendheid verloor
antwoordde bedaard: «De beroepen, welke mijn
broer en ik hebben gekozen, hadden niet veel
gunstige vooruitzichten na den dood van mijn va
der. Bovendien moesten wij voor mijn zuster
zorgen en om al de vrienden van mijn vader hulp
le vragen, daarvoor waren wij ik beken het
eerlijk te trotsch."
Martijn knikte goedkeurend en zijn eene oog
dichtknijpend, zag hij met het andere Krehle veel-
beteekenend aan. De dokter, die de kleinste aan-
wijzing van zijn vriend terstond begreep, nam
nu op deftigen toon het woord en zeide: «Ik
geef de heeren volkomen gelijk en spreek bij er-
vanng. Ook mij dwong gebrek aan middelen mijn
studien af te breken en mijn geluk in deze nieuwe
wereld te beproeven, wat mij nog nooit berouwd
heeft. Het ware talent komt eerst in den vreemde
tôt zijn recht, en zich fier oprichtend, zag hij
met voldoening naar den zolder der waranda, waar
een blauwroode engel met bonté vleugels kunstO
was aangebracht. c
De beide broeders zagen hem met verbazing
SiusfS'bSiiT ™iSje nauwehJks tar
met e«
Den broeders kostte het groote moeite hun
wrevel met te toonen. De oudste zeide kortaf
»lk ben meester in de rechten."
«Een mooie titel", verklaarde Martijn, «maar hii
ge dt mets hier te lande, waar ieder zich naar
wdlekeur generaal of geheimraad kan noemen -
«En gij vroeg hij op zijn jongsten neef wijzend.
(Wordt vervolgd.)
Y-*
VOLKSELÂH
00ST-G00RECHT IN OMSTRIKEN
VAN
y UOAAil UUL£|
Van NIEUWE SCHANS naar HARLINGEN.
Vertr. N.-Schans *6,16 «7,40 *8,56 11,41*2,52 5,80 8,38
Winichoten 6,33 47,58 9,12 11,56 8,09 5,44 8,48
Scheemda 6.47 S 8,10 9,23 12,08 8,21 5,51 8,56
Zuidbroek 7,00 S 8,21 9,84 12,19 3,32 6,00 9,07
Hoogezand 7,13 a 8,84 9,45 12,28 3,43 6,08 9,16
Kropswolde 7,19 g 8,40 9,50 12,34 3,49 6,13 9,21
Aank. Groningen 7,32 3 8,54 10,3 12,47 4,1 6,26 9,38
Vertr. 7,36 10,8 1,45 5,4 6,32 9,40
Leeuwarden 9,03 11,81 3,18 6,27 9,44 11,4
Aank. Harlingen 9,89 12,7 8,49 7,6 10,20 11,40
Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS.
Vertr. Harlingen
Leeuwarden
Aank. Groningen
Vertr.
Kropswolde
Zuidbrock
Scheemda
Winschoten
Aank. N.-Schani
*6.80
6,44
6,50
7,1
7,16
7.24
7,40
7,2
7,43
9,1
9,6
9,20
9,26
9.35
9,50
9,58
10,12
9,40
11,26
12,44
*12,49
1,03
1,09
1,20
1,35
1,43
1,59
1,10
1,56
3,8
8,22
3,36
3,42
3,51
4,6
4,14
4,28
w - y
De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borgercompagniesterweg (wachtp. 87), tôt het van
opnemen en nitlaten van reizigeri. De trein welke des voorm. 8.56 van N.-fpchans vertrekt, neemt Aank
Dinsdags geen rangers op voor Groningen. Sneldienst van Groningen 8,—
3,29
5,6
6,24
*6,32
6,46
6,52
7,3
7,19
7,27
7,43
5,46
8,00
9,18
10,45
10,59
11,05
11,14
11,29
11,37
11,51
Van GRONINGEN naar MEPPEL—ARNHEM.
Vertr. Groningen
Haren
De Punt
Vries-Zuidl.
Assen
Meppel
Aank. Zwolle
Deventer
Zutfen
Arnhem
6,26
6,35
6,42
6,51
7,7
8,15
8,54
8,— 10,23 12,52 4,9 6,30
10,32
10,40
10,49
8,26 11,7
9,17 12,23
9,49 1,3
9,40 10,24 2,15
9,59 10,42 2,56
10,37 11,16 3,37
1,1 4,18
1,9 4,26
1,18 4,35
1,35 4,55
2,50 6,10
3,30 6,50
4,15 7,38
4,38 8,3
6,56
7,47 10,10
8.17 10,50
9,41
10,5
Van GRONINGEN naar DELFZIJL 7,45 11,18 1,48 5,14
Aankomst DELFZIJL 9,20 12,50 3,28 6,49
naar Amsterdam, welke des avonds te 10,42 aldaar retourneert
Van ARNHEM naar MEPPELGRONINGEN.
6,26 9,20 9,20 10,10 2,52
7,18 10,6 10,6 11,48 8,88
7,48 10,24 10,24 12,18 4,22
5,58 8,88 10,58 11,7
6,42 9,18 11,83 11,60
7.56 10,34 12,20 1,3
1,17
1,26
1,34
1,42
8,10
8,19
8,27
8,36
8,52
Vertr. Arnhem
Zntfen
Deventer
Zwolle
Meppel
Assen
7.5
7,41
8.6
8,52
9,29
Vries-Zuidl. 8,15 10,48
De Punt 8,24 10,57
8,82 11,5
8,40 11,13 12,46
Haren
5,26 8,57 10,50 J Aank. Groningen
7,56 10,46 II Van DELFZIJL naar GRONINGEN 6,— 7,12 10 44 1 24 4 52 8 tO
9,33 12,20 Aankomst GRONINGEN 12.27 2.57 6,J5 loj
1,59 6,51
2,47 7,42
4,2 8,56 10il7
4,16 9,10
4,26 9,19
4,33 9,27
4,41 9,85 10,42
DOOR
BALDUIN M6LLHAU8E1V.