No. 9.
ZÛNDAG 31 Januari 1892
22e Jaargang.
De Npion.
VAN
U1T GRUNO.
FEUILLETON
BORGESIÏÏS ZOOM, SAPPEMEER.
Inzending van Advertentiën en ïngezonden Stnkken des Dinsdags- en Vrijdagsavonds vôor zes uur bij de Uitgevers.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
Voor de Gemeenten HOOGEZAND, SAPPEMEEE.SLOCHTERENNGQBDBROEK, ZUIDBROEK, ZUIDLAREN, HAREN enz.
Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 cents,
franco per post 45 cents.
Enkele nommers 5 cents.
PRIJS der ADVERTENTIËNVan 1—5 regpls 25 cents,
iedere regel meer ÎO cents. Groote letters worden naar plaats-
ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eena
voor 3-maal piaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis.
DIENSTREGELING OP DE STAATS-SPOORWEGEN. AANGEVANGEN DEN 1
OCTOBER 1891.
WEEKKALENDEB.
Zondag 31 Januari. Maandag 1 Februari.
Dinsdag '2. Woensdag 3. Donderdag 4.
Vrijdag 5. Zaterdag 6.
Zonsopgang, Vrijdag 5 Febr. te 7.38, onder te
4.5°.
Eerste kwartier Vrijdag 5 Febr.
Wij zaten anders al mooi midden in de winter-
pret. Maandag hadden wij eene groote hardrijderij
op de IJsbaan bij het Hoornsche diep, waaraan
bijna aile bekende hardrijders deelnamen, en waar
de Schaaphokster kampioen Geert Entjes onder
daverende toejuiching van het publiek schitterend
den prijs won. Want zoo ergens, dan geldt het
hier bij eene hardrijderij sFriesland of Groningen
boven?" en 't harte popelt van genot aïs een
eigen provinciaal de Friezen achterlaat. 'sAvonds
bij de napret was de Harmoniezaal meer dan bezet
en toen de Directie der IJsvereeniging onder het
spelen van het volkslied met den eenig overgeble-
ven rijder de zaal binnentrad, ging er een luid
hoera op onder het publiek, dat al waehtte op de
vroolijkheid, die hiermee een aanvang zou nemen.
De voorzitter Hesselink opende den gezelligen avond,
drukte zijn spijt uit, dat de andere rijders direct
naar Amsterdam waren getogen en reikte nu aan
den aanwezigen Boersma de behaalde premie uit.
En daarna volgden toasten, ijsliederen en muziek
elkander in bonté mengeling op en amuseerden
aile aanwezigen zich kostelijk. Tôt hall twaalf
duurde de prêt; toen trok het bestuur met de
afgevaardigden van het studentencorps naar hunne
societeit orn nog een fideel glaasje op de napret
te ledigen en het publiek keerde recht voldaan
huiswaarts. Den volgenden dag hielden de studen-
ten hunne jaarlijksche rijderij, en 't was voor hen
te bejammeren, dat na het gezeliig ijsfeest zoo wei-
nigen mee optrokken naar de Harmoniezaal. Een
paar dagen later volgde de groote rijderij van jon-
gens van wege de Kweekschool doch s avonds
bij de electrische verlichting der banen viel plot-
seling de regen in en bedierf aile genot. 01 neen
niet aile genot; want de meesten, die dachten,
dat 't nu met den winter wel eens op een scheiden
kon uitloopen, schaarden zich met de »liefste mijne"
in de groote IJstent, waar onder 't genot van vroolijk
heid en gezang, van muziek en een flink glas heeten
wijn de prêt tôt tien uur werd voortgezet. Toen
hebben wij de baan met een gevoel van leedwezen
moeten sluiten want ware de dooi niet zoo plotseling
ingevallen, dan hadden wij Donderdag het schitte
rend feest van de groote internationale bondsrijde-
rij op de Paterswoldsche plassen gehad, waarvoor
al verscheidene aangiften van beroemde rijders
waren ingekomen.
De baan daarvoor was afgebakend: zesendertig
man werkten al druk met de beide ijsschaven
terwijl nog zesendertig man gereedstonden om met
het opredderen der huitenbanen een aanvang le
nemen. Aan den Bond is nu uitstel verzocht, tôt
wind en weder beter dienende zijn, en mocht dan
de rijderij nog dezen winter kunnen doorgaan,
zoo hopen wij al onze lezers op het terrein te
zien, om met ons den Noorman en den Brit, den
Duitscher en den Amerikaan in hunnen snellen
rit na te staren. Want hoe oud het ijsvermaak
ook moge zijn, het heeft met de jaren nog niets
van zijne aantrekkelijkheid verloren. Toen inder-
tijd de Geuzen op schaatsen den Spanjaarden klop
gaven, was ook het ijsvermaak al overoud, en
't laat zich denken, dat het ook nooit uit de mode
zal geraken, zoolang er slechts menschen op aarde
zijn. Want het is een frisch en vrij en onbevan-
gen genot, dat kracht en lenigheid schenkt aan
het lichaam, pit en veerkracht aan de spieren.
Ook werkt geen ander genot zoo gunstig op de
verbroedering der menschen. Het meisje, dat het
te kwaad krijgt met den wind, de sneeuw of de
slapte in de enkels, aanvaardt dankbaar elke man-
nenhand, die hulp en redding brengt; de arme
beroepsrijder zit bovenaan in de Harmonie en
wordt beklonken en bedronken, ol het eenen prins
of andere majesteit gold. Ook is 'de baan voor
allen vrij: gelijk recht voor allen. Arm of rijk,
jong of oud, ieder kan hier deelen. Want waar
niet ieder zich een rijtuig, een harddraver, tuig-
paard of vélocipède kan aanschaffen, en dit ver-
maak dus uitsluitend voor den meergegoede blijft,
daar is het ijsvermaak voor allen. Dezelfde gelag-
kamer herbergt aile rijders: eene houten bank of
een kreupelen stoel dient men maar voor lief te
nemen; tocht, rook, beperkte ruimte, allerlei ge-
zelschap, vroolijk gezang, dartele scherts, ailes
neme men gelijk men 't vindt, en wie 't er niet
mee vinden kan, die binde de schaatsen af en
mijde de vroolijke drukte. Hier geldt geen rang
of aanzien die 't eerst komt, zit bovenaan en wie
't hardste rijdt is de beste. Toch heb ik een paar
dingen op die rijderijen tegen. Vooreerst dat
ellendig gekonkel en geknoei tusschen de rijders,
die 't dikwijls liever op een accoordje werpen, dan
royaal en eerlijk den kamp uit te strijden. En
prijzen te verdeelen kan ieder welook zonder
hardrijder te wezen. Wie zich eenmaal voor rijder
uitgeeft, die is voor jury en publiek verplicht om
ridderlijk den kamp te aanvaarden en vol te hou-
den ten einde toe. In de tweede plaats heb ik
het tegen de rijderijen zelven en bejammer ik het
zeer, dat er niet meer werk van het schoonrijden
gemaakt wordt. Want aile hardrijden vloekt
tegen netheid, goeden smaak, gezondheidsregelen
enz. Zoo goed als ik liever een schoon paard
langs de baan zie tuigen dan ros en ruiter te zien
afbeulen in wilden ren; zoo goed als ik liever een
goed vélocipèdist sierlijk en bedaard zie rijden dan
in walgelijke houding de straten afvliegen, zoo zie
ik ook liever den schaatsrijder gracieuselijk de baan
afzwieren, dan in 't onderbroekje en in 't zweet
zijns aanschijns de baan af te hakkelen. Want
bijna al wat de hardrijder doet, vloekt tegen de
regelen van schoonheid en gezondheid. Trouwens
daar zijn wel meer, die er de gezondheid bij in-
boeten. »Alles met mate" is een spreekwoord,
dat vooral hier zijne toepassing moet vinden, maar
dat helaas al te dikwijls met wreeden voet wordt
getreden. Overmatige inspanning en plotselinge
afkoeling hebben al bij menigeen de kiem gelegd
voor slooping of kwaal. En meer nog dan de
gezondheid, 't eigen dierbaar leven staat op het
spel, wanneer men bij pas vriezend weer of bij
opdooi in roekelooze waaghalzerij zich op de dunne
ijskorsl of op de schotsen begeeft, gelijk we elken
winter opnieuw zien gebeuren, zelfs waar de wreede
dood van enkele slachtoffers telkens weer tôt voor-
zichtigheid aanmaant. Ook kan men nog iets
anders op het ijs verliezen: het hart. De vrijere
orngang, het recht van het meisje om hier zelf
ook te vragen, de vroolijke gezelligheid, het op-
leggen en baantjerijden, dit ailes maakt dat menig
bandje op het ijs wordt aangeknoopt.
Doch ik had u nog van zoovele andere dingen
te vertellen, van het optreden van Willem van
Zuylen in zijn nieuw stuk »De Rederijker", een
stuk dat uitstekend werd opgevoerd, doch voor mij
en velen weinig blijvend genot opleverde van de
zangeres Nikita, welker beeld al dagen lang zoo
coquet voor de ramen der muziekhandelaars hing,
van den Kwartetwedstrijd der Liedertafel Gruno
van de uitvoering van Braga, enz. enz.. Doch daar
heb ik geen ruimte voor. Een enkel woord nog
over de viering van het honderdjarig bestaan van
ons Nutsdepartement, een feest, waarvoor, ook de
Commissaris der Koningin, de Burgemeester en de
leden van het Hoofdbestuur waren uitgenoodigd,
doch dat voor de meesten aller ver velendst was.
Eerst eene toespraak van twee uren, toen nog
eene tweede, die gelukkig niet zoo lang duurde,
daarna souper van enkele genoodigden en inteeke-
naren. Zeer zeker zou er van zoodanig feest heel
wat anders te maken geweest zijn, al hadde het
Nut er iets van zijne deftigheid bij ingeboet. Dan
gaat het op onze IJs- en Grunofeesten anders en
jovialer toe, en dat doet bij zooveel sneeuw en
mist geen kwaad. Zoo kwam ook het Amsterdamsch
gezelschap van Kreukniet en Blaaser en co. ons
met »De doofpol" wat opvroolijken. Doch het pu
bliek was niet groot, men telde er nauw driehon-
derd man. Het stuk is een los samenraapsel van
allerlei Amsterdamsche toestanden en aardigheden,
die soms luide werden toegejuicht, soms echter ook
laf en min passend voor onze toestanden werden
gevonden. Zoo reed er de Duitsche Keizer rond
op de schouders van een ander, zoo kregen we
de tram- de beurs- de schouwburgkwestie, allen
dingen, waarvoor de Amsterdammer zich interes-
seert; maar die ons minder belang inboezemen.
En al vonden we enkele kwinkslagen en grappen
ook recht geestig, zoo zou het niet uitblijven, of
bij herhaalde uitvoering zou »De doolpot" hier al
gauw in den doofpot komen.
VERGADERING der Kamer van Koophandel en
Fabrieken, voor Hoogezand en Sappemeer,
gehouden den 21 Januari 1892.
Aanwezig de heeren J. S. van der Goot, Voor
zitter, C. Maathuis, J. K. de Gock, G. R. Sikkens Jz.,
Corn, van Galcar, J. Berg Jz. en K. Reinders.
1. Opening der vergadering door den Voorzitter.
2. Lezing en goedkeuring der notulen van de
vorige bijeenkomst.
3. De Voorzitter brengt ter tafel, eene missive
van heeren Burgemeester en Wethouders der ge-
meente Hoogezand, d.d. 7 November j.l., no. 663,
houdende kennisgeving, dat de heer Corn. van
Galcar tôt lid dezer Kamer is gekozen, in plaats
van wijlen den heer dr. J. J. Beukema. De Voor
zitter zegt overtuigd te zijn, dat hij de tolk der
geheele vergadering is, wanneer hij den heer Van
Calcar geluk wenscht met het door de kiezers in
hem gesteld vertrouwen, en niet twijfelt, of hij zal
ten dezen drukken de voetstappen van zijn waar-
digen voorganger, alzoo volijverig medewerken
tôt ailes wat strekken kan, handel en nijverheid
in deze gemeenten te bevorderen, en heet het
nieuw benoemde lid hartelijk welkom bij zijn eerste
optreden. De heer Van Galcar dankt den Voorzitter
voor de ontvangene felicitatie, en zal trachten het
in hem gesteld vertrouwen niet te beschamen, doch
om wijlen dr. Beukema waardig op te volgen,
ontbreekt hem niet de wil, maar zeer zeker zal
het hem aan kracht daartoe falen.
Tengevolge die verkiezing, en de herbenoeming
van den Secrelaris in 1891, wordt de rooster van
aftreding vastgesteld als volgt: op den 31 Decem-
ber 1892 de heeren J. K. de Gock, K. Reinders,
C. Maathuis en C. R. Sikkens Jz., op den 31 Decem-
ber 1894 de heeren J. S. van der Goot, J. Berg Jz.
en Corn. Van Calcar, op den 11 Julil894de Secretaris.
4. Komen in behandeling de meerdere, sedert
de vorige vergadering ingekomene stukken, zijnde
a. Eene missive van Directeuren der Nederlandsche
Maatschappij, ter bevordering van nijverheid, d.d.
September a.p., houdende mededeeling, dat die
Maatschappij voornemens is, aanvangende 1 Januari
1892 in plaats van een tijdschrift, een week-
blad uit te gevenen daarvan telkens een
exemplaar der Kamer zal doen toekomen, wanneer
zij daarvoor in ruil kan bekomen, een exemplaar
van het jaarlijksch verslag der Kamer, met verzoek
deswege antwoord te ontvangen. Nadat door een
paar leden werd opgemerkt, dat hoogst waarschijn-
lijk de lectuur van bedoeld Weekblad van weinig
Roman uit den Noord-Amerikaanschen
burgeroorlog,
BAÏ.DUIN M6LLHACSEN.
17)
Ondanks een waarschuwend teeken van Markolf,
antwoordde Margaretha bereidwillig: »Ik kom gaarne,
al is het morgen aan den dag. Het vooruitzicht
alleen in een vreemd huis onder vreemde menschen
te zijn, vervulde mij reeds lang met angst
«Angst is niet goed voor zulk een jong ding,
zeide Martijn op zachten toon. Of hij wellicht in
die schoone lachende oogen voor hem den blik
zijner geliefde zuster herkende? »Wij zullen het
wel vinden met elkaar en dan sta ik je borg, dat
eenzaamheidzorg en angst je onder dit dak
niet zullen plagen, zoolang Martijn Findegern en
dokter Krehle nog een vinger kunnen verroeren.
»Juist wat ik had willen zeggen," voegde Krehle
er deftig bij, »en als ge ook maar den geringsten
aanleg tôt schilderen hebt, zal ik u graag vooruit
helpen."
Deze wending van het gesprek beschouwden de
broeders als een gunstige gelegenheid, het bezoek
dat hen reeds te lang duurde, te eindigen. Ze
stonden op, Margaretha volgde hun voorbeeld en
door Martijn begeleid, die geen woord van langer
blijven sprak, begaven ze zich weder naar buiten.
Bij het hek nam men afscheid de bezoekers met
stijve beleefdheid, de gastheer eenigszins uit de
hoogte. Toen hij naar zijn werkplaats terug-
keerde, lag een trek van voldoening op het gelaat
van Martijn Findegern, terwijl zijn oog over den
verwilderden tuin en het kleine huis zwierf. Spot lag
op de smalle lippen en voldoening sprak uit de
beweeglijke oogen.
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Het gebeurde, zooals Margaretha had gezegd-
Reeds den volgenden dag herhaalde zij haar be
zoek aan het slakkenhuis, en weder waehtte Martijn
haar in zijn hemdsmouwen op aan de deur van
zijn werkplaats, het blauwe schootsvel voor en den
hoogen hoed op. Door Schaaf blaffend van een
dringend werk geroepen, zocht men op zijn gelaat
toch vruchteloos on wil over de stoornis. Vriende-
lijk werden zelfs zijn trekken, toen het lieftallige jonge
meisje voor hem stond en haar kleine warme hand
vertrouwelijk in zijn vereelde vuist legde.
»Dat is mooi van je, Greta," zeide Martijn met
zijn vingertoppen even haar donzen wang aanra-
kend, »jij toont ten minste, dat de dochter van
den geheimraad zich niet schaamt over haar oom,
den schrijnwerker. Als ik echter aan je broeders
denk, die zich gedroegen alsol er bij een oom een
fluweelen vest en glacé handschoenen noodig zijn,
voorspel ik, dat ze nog bittere ervaring zullen op-
doen, voordat ze hun brood zelf verdienen."
»Ge moet de beide heethoofden want dat zijn
ze, vooral Markolf, niet te zwaar vallen," zeide Mar
garetha op verontschuldigenden toon, »in den grond
zijn het zulke beste jongens, die zoo goed voor
mij zorgen. Dat zij weinig lust toonen voor een
ambacht, komt zeker, doordien zij tôt nu toe op
ruimen voet konden leven en daardoor wat ver-
wend zijn."
»Nu ja, als jij het zegt, zal het wel zoo wezen
en ze blijven toch de zoons van rnijn zuster. Maar
wie zich niet raden laat, is niet te helpen. Ik
verzoek je echter hen door geen enkel woord tôt
andere gedachten te willen brengen. Ze zijn oud
genoeg, om zelf te weten wat ze doen, en als ze
geen lust in mijn vak hebben, leeren zij het toch
nooit. Die doodkisten zul jij ook zeker vreeselijk
vinden
»Vreeselijk juist niet," antwoordde Margaretha,
haar oom trouwhartig aanziende, »maar ik wil niet
ontkennen, dat het zien van een doodkist mij altijd
pijnlijk treft."
Martijn lachte in zich zelf, zooals men wel doet,
wanneer men zich verlustigt in de eerste woorden
van een kind. Daarna zeide hij terechtwijzend
»De mensch gewent aan ailes, zelfs de herinnering
aan de eeuwige rust kan soms aangenaam stem-
men. Daar wij er nu toch over spreken, zou ik
dadelijk wel de proef willen nemen, ol gij het hier
wel bij zooveel doodkisten kunt uithouden."
Ze waren de werkplaats binnengegaan. Krehle,
ijverig bezig met het lakken van een doodkist,
hegroette Margaretha met een beleefde buiging.
Het jonge meisje trad op hem toe en reikte hem
de hand. »Wat ruikt het nieuwe hout sterk," ging
zij voort tôt Martijn, »daaraan zou ik zeker zeer
spoedig gewennen."
Martijn had zijn jonge nicht en Krehle met ang-
stige spanning gadegeslagen toen hij hen echter
hand in hand zag staan, verdween de wolk van
zijn voorhoofd. Achter Margaretha's rug knipoogde
hij zijn ouden vriend toe, hetgeen deze omzette in
de woorden »Met haar zullen we het wel klaar
spelen."
»Toch heb ik nog nooit iemand leeren kennen,
die van de lucht alleen kan leven," zeide hij, tôt
Krehle zich wendend. »Wees dus zoo goed, dokter,
voor eenige verkwikkingen zorg te dragen." Nadat
Krehle vertrokken was, zeide Martijn tôt Marga
retha: »Ziezoo, nu zijn wij onder ons. Komaan,
nu kunnen we vrij spreken. De dokter hindert
ons wel niet, maar veel wat ik met moeite moet
bedenken, kan hij niet hegrijpen, zooals dat bij
zulk een geleerde en groot kunstenaar wel te on-
derstellen is."
Margaretha luisterde aandachtig naar de woorden
van den zonderlinge oude. Op haar lief gelaat
zweefde soms een glimlach. welken zij echter wist
te bedwingen. Het magazijn binnengaande, zeide
Martijn in het rond wijzend: »Beschouw die dood
kisten maar eens aandachtig er zijn er wel
zeventig hoe zij daar staan, zorgvuldig gelakt
en vrij van stof. Ze zijn bestemd onder de aarde
te vergaan, waar geen menschelijk oog ze meer
zien zal. Toch zou het zonde zijn, ze achteloos in
elkaar te slaan ik zou het bedrog achten jegens
hen, die er eenmaal in zullen slapen. Er zijn er
reeds heel wat door mijn handen gegaan en nooit
deed ik een deksel dicht, zonder een stillen wensch
voor hen, die er binnen kort of lang in rusten
zullen. Ook denk ik dan wie het wel zijn zal en
of hij misschien vroolijk hier voorbij gaat, terwijl
ik hier zijn laatste woning gereed maak. Juist
ter wiile van dergelijke overpeinzingen is mijn werk
mij lief geworden en zou ik er niet meer huiten
kunnen." Martijn hield een oogenblik op en zag
Margaretha van ter zijde aan, als vreesde hij een
spottenden glimlach. Haar gelaat toonde echter on-
geveinsde belangstelling en hij ging voort: »Zie
nu eens die kleiue kistjes, die daar achter staan,
en zeg mij, of er iets afgrijselijks aan is. Toen ik
ze maakte, deed ik bijzonder mijn best; ik ver-
zachtte zelfs de hamerslagen; ik zocht de gladste
planken uit, om de kleinen zacht te laten liggen.
Dokter Krehle begrijpt zoo iets niet hier hield
Martijn een oogenblik op; een lach speelde om
zijn lippen. «Zelfs mijn eigen kist heb ik gemaakt
en heb er een kwartier tôt proef in gelegen. Zie,
zij staat daar in den hoek de dokter heeft ze aan
aile kanten beschilderd, aan het hoofdeind een
schaaf aangebracht, aan het benedeneind den maat-
stok en passer als mijn zinnebeeld. Je zult nu wel
weten, of de nabijheid van al die doodkisten je ook
afschrikt en kun je met je zelf overleggen of je bij
ons wilt komen."
Margaretha greep Martijns hand en verklaarde
met groote beslistheid: »Tijd tôt overleg heb ik
niet meer noodig. Wilt ge me inderdaad een
schuilplaats geven onder uw dak, dan neem ik het
met een dankbaar hart aan. De doodkisten hebben
den afschrik voor mij verloren. Wees verzekerd,
welke taak gij mij aanwijst, ge zult mij bereid
vinden."
Martijn drukte de kleine hand, die hij daarop
weer losliet. Hij bleef nu voor Margaretha staan
en zeide, haar in de vriendelijke oogen ziende
sToch is er voor je veel te overwegen.
(Wordt vervolgd.)
VOLRSBLAD
00ST-600BECHT IN ORSTKEKEN
Van NIEtTWE SCHANS naar HARLINGEN.
Vertr. N. Schan» *6,16 $,7,40 *8,55 11,41*2,52
a sa Ï7 58 9 12 11.56 3.09
Winachoten 6,83 7,58
i. a ni c in
9,12 11,56 8,09
Scheemda 6.47 s 8,10 9,28 12,08 3,21
Zuidbroek 7,00 S 8,21 9,34 12,19 3,32
Hoogezand 7,18 a 8,34 9,45 12,28 3,43
Kropawolde 7,19 8,40 9,50 12,34 3,49
Aank. Groningen 7,32 -a) 8,54 10,3 12,47 4,1
Vertr. 7,86 10,8 1,45 5,4
Leeuwarden 9,08 11,81 8,18 6,27
Aank. Harlingen 9,89 12,7 3,49 7,6
5,80
5,44
5,51
6,00
6,08
6,13
6,26
6,32
8,38
8,48
8,56
9,07
9,16
9,21
9,33
9,40
Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS.
9,44 11,4
10,20 11,40
De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borgercompagniesterweg (wachtp. 87), tôt het
opnemen en nitlaten van reiziger». De trein welke dea voorm. 8.56 van N.-Schana vertrekt, neemt
Dinadaga geen reizigera op voor Groningen
Vertr. Harlingen 7,2 9,40 1,10 3,29 5,46 Vertr. Groningen 6,26
Leenwardcn 7,43 11,26 1,56 5,6 8,00 Haren 6,35
Aank. Groningen 9,1 12,44 3,8 6,24 9,18 De Pnnt 6,42
Vertr. *6.30 9,6 *12,49 8,22 *6,32 10,45 Vriea-Znidl. 6,51
u Kropawolde 6,44 9,20 1,03 3,36 6,46 10,59 Aaaen 7,7
Hoogezand 6,50 9,26 1,09 3,42 6,52 11,05 Meppel 8,15
Zuidbroek 7,1 9.35 1,20 3,51 7,3 11,14 Aank. Zwolle 8,54
Scheemda 7,16 9,50 1,35 4,6 7,19 11,29 Deventer 9,40 10,24
Winackoten 7.24 9,58 1,43 4,14 7,27 11,37 Zutfen 9,59 10,42
Aank. N.-Schana 7,40 10,12 1,59 4,28 7,43 11,51 Arnhem 10,37 11,15
Van GRONINGEN naar DELFZIJL 7,45 11,18 1,48
Aankomst DELFZIJL 9,20 12,50 3,23
Van GRONINGEN naar MEPPEL—ARNHEM.
Van ARNHEM naar MEPPEL—GRONINGEN.
8,— 10,28 12,52 4,9 6,80
10,32 1,1 4,18
10,40
10,49
8,26 11,7
9,17 12,23
9,49 1,3
2,15
2,56
3,37
5,14
6,49
6,56
Sneldienat van Groningen 8,naar Amaterdam, welke dea avonda te 10,42 aldaar retonrneert.
1,9 4,!
1,18 4,35
1,35 4,55
2,50 6,10
3,30 6,50
4,15 7,38
4,38 8,3
5,26 8,57 10,50
7,56 10,46
9,33 12,20
8,10
8,19
8,27
8,36
8,52
7,47 10,10
8.17 10,50
9,41
10,5
Vertr. Arnhem
Zntfen
Deventer
Zwolle
Meppel
Aank.
5,58
6,42
6,26 9,20 9,20 10,10 2,52
7,18 10,6 10,6 11,48 8,88
7,43 10,24 10,24 12,18 4,22
8,33 10,58 11,7 1,59 6,51
9,18 11,83 11,50
Vriea-Zuidl.
De Pnnt
Haren
Groningen
Van DELPZIJL naar GRONINGEN
Aankomat GRONINGEN
7.56 10,34 12,20
8,15 10,48
8,24 10,57
8,82 11,5
8,40 11,18 12,45
6,- 7,12
7,33 8,68
1,3
1,17
1,26
1,34
1,42
10,44 1,24
12,27 2,57
7,5
7,41
8,5
8,52
9,29
2,47 7,42
4,2 8,56 10,17
4,16 9,10
4,25 9,19
4,33 9,27
4,41 9,35 10,42
4,52 8,80
6,25 10,2
DOOR