m
lu,
I gj
m
n
No. 12,
WOENSDAG 10 Februari 1892.
22e Jaargang.
l>e
s
V A N
BORGESIUS ZOOM, SAPPEMEER.
Inzending van Advertentiën en ïngezonden Stnkken des Dmsdags- en Yrijdagsavends vôôr zes uur by de Uitgevers.
Overzicht van 31 Jan. lot 7 Febr. 1891
FEUILLETON
- \v
i
A
Voor de Gemeenten HOOGEZAND, SAPPEMEER, SLQCHTEREN, NOORDERQEK, ZUIDBROEK, ZUIDLAREN, HAREN
enz.
Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 85 cents,
franco per post 45 cents.
Enkele nommers 5 cents.
U 1 T G A V E
PRIJS der ADVERTENTIËN Van 1-5 regels 85 cents,
îedere regel meer 10 cents. Groote letters worden naar plaats-
ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens
voor 3-maal plaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis.
RUITENLAND.
De discussies over het schoolwetontwerp, dat in
Pruisen zooveel sensatie maakte, zijn in den Land-
dag voorloopig gestaakt. Het ontwerp is na eerste
lezing in handen gesteld van een commissie van
28 leden tôt nader onderzoek. Vijftien van die
leden zijn besliste voorstanders van de voorgestelde
regeling, terwijl bovendien de vrij conservatieven
niet tôt de bepaalde tegenstanders kunnen gerekend
worden. Toch schijnt men niet met meerderheid
van stemmen het ontwerp te willen doordrijven.
Caprivi, die eerst de libérale partijen zoo duchtig
toetakelde, heeft vrij wat water in den wijn ge-
daan. Het ontwerp heeft immers 200 paragraphen,
zeide de rijkskanselier later, en die zullen zeker
toch wel zoo te wijzigen zijn, dat de grootste be-
zwaren worden weggenomen. Men beschouwt het
ook als een gunstig teeken dat omtrent de aanvrage
van het ontslag van den minister Miquel nog geen
beslissing is genomen, en dat de libérale opperpre-
sident van Hanover, de heer Bennigsen, die in zijn
tegenstand tegen het ontwerp onwankelbaar is ge-
bleven, bij den keizer is ontboden.
Door het socialistisch orgaan de Vorwàrts is een
stuk openbaar gemaakt, dat groot opzien heeft ver-
wekt. Het is een aanschrijving van prins George
van Saksen, bevelhebber van het saksiksch leger-
corps, aan zijne régiments kommandanten, over
mishandelingen van militairen. De inhoud komt
kortelijk jiierop neer, dat uit een lange reeks van
gevallen, in het stuk genoemd, is gebleken dat de
soldaten bij sommige regimenten aan de erger-
lijkste mishandelingen bloot staan. De prins
verklaart daarin, dat die gevallen ter kennis van
den koning zijn gekomen, die hem uitdrukke-
lijk heeft gelast dergelijke dingen met aile kracht
tegen te gaan. Het stuk, natuurlijk niet voor open-
baarheid bestemd, is op de eene of andere wijze
in handen van de redactie van het socialistisch orgaan
gekomen, dat zegt het te publiceeren, omdat, of-
schoon het gedateerd is van 8 Juni 1891, nog gee-
nerlei verandering is gekomen in de behandeling
der soldaten bij sommige regimenten.
In den rijksdag is de zaak reeds 1er sprake ge-
bracht. Er wordt aangedrongen op een betere
militaire wetgeving, waarin den soldaat meer recht
gegeven wordt om zich over de behandeling door
zijne superieuren te beklagen.
Het ontdekken van een drietal stuks deensch
hoornvee met mond- en klauwzeer op de markt te
Islington, heeft aan de britsche overheden weder
aanleiding gegeven, om al het aangevoerd vee af
te maken, geen kalf mocht levend weg. Aanstonds
werden door den minister van landbouw uiterst strenge
maatregelen genomen, waarin o.a. het volgende
wordt verordend In geheel Engeland mag geen
buitenlandsch vee worden geland, tenzij de ka-
pitein van het vaartuig, 't welk het aanbrengt
de geteekende verklaring aflegt, dat hij binnen de
28 dagen, die aan de inscheping van zijn tegen-
Roman uit den Noord-Amerikaanschen
burgeroorlog,
BiLDCIN MoLLUAUSEN.
20)
De vroolijke zwarte kabouter was zoo in het
dansen verdiept, dat hij niet hoorde hoe de achter-
deur openging en Margaretha, van een jonge Ame-
rikaansche vergezeld, de véranda betrad. Margaretha
lachte hartelijk op het zien van den danslustigen
neger, terwijl haar gezellin met onmiskenbaren af-
keer het vermakelijk tooneel gadesloeg Ook in
haar uiterlijk vormden beide meisjes een opvallende
tegenstelling Margaretha, in den loop der jaren
nog schooner geworden, trok aan door den vroolijken
levenslust, welke uit haar onschuldig lieftallig ge-
laat sprak, terwijl Miss Harriet Palmer het toon-
beeld was van een vroegrijpe zeventienjarige Ameri-
kaansche schoonheidIn haar fijne regelmatige trekken
zocht men echter tevergeefs de gemoedsrust, die
Margaretha's gelaat kenmerkte het hooge voorhoofd
getuigde van een scherp verstand, de dunne lippen
van een vaste wilskracht.
Margaretha's lach deed vagevuur opschrikken;
als een betrapte boosdoener nam hij verlegen den
hoed af en trad met een vertrouwelijk »Goeden
avond, Miss Margaretha," op deze toe. Tôt Miss
Palmer zeide hij niets; of zijn instinct hem voor
haar waarschuwde?
Margaretha beantwoordde zijn groet, terwijl zij
met de hand over den zwarten krullebol streek
en Vagevuur den knapsten neger noemde, dien zij
ooit had gezien.
Spottend misnoegen sprak uit Harriets gelaat,
hetgeen Vagevuur's scherpen blik niet ontging,
evenmin als het daaropvolgend gesprek tusschen
de beide meisjes.
woordige lading vooraf gingen, niet aan boord heeft
gehad vee uit Malta, België, Duitschland of Dene-
marken en dat zijn schip gedurende 21 dagen na
het aan boord nemen der lading geen haven van
een der genoemde landen heeft aangedaan. Geluk-
kig is men in Engeland bijzonder ingenomen met
de krachtige maatregelen die in ons land tegen
besmettelijke veeziekten worden genomen; maar
de engelsche grondbezitters zullen deze gelegen-
heid zeker niet ongebruikt laten voorbijgaan, om
ook den invoer van Nederlandsch vee, dat hen op
de markten een zeer ongewenschte concurrentie
aandoet, te weren. Voor onze handelaars is dus
dubbele waakzaamheid dringend noodig.
Na een langdurig uitstel is eindelijk in de belgische
kamer de behandeling der grondwetsherziening aan-
gevangen. De herziening betreft in de eerste plaats
de regeling der kiesbevoegdheid door den hoogen
census is in België het aantal kiezers procentsge-
wijze kleiner dan in aile andere staten van Europa.
Verder betreft de herziening wijzigingen in
de verkiezing van kamer en senaat, en een andeie
regeling der troonsopvolging, waarbij o.a. aan den
koning, bij ontstentenis van mannelijke nakomelin-
gen, het recht zal worden toegekend onder goed-
keuring der volksvertegenwoordiging zijn opvolger
aan te wijzen.
Geheel nieuwe bepalingen worden voorgesteld tôt
het invoeren van het koninklijk référendum. Krach-
tens deze bepalingen zal de vorst bevoegd zijn het
volk rechtstreeks te raadplegen, hetzij over een
voorgesteld regeeringsontwerp, hetzij over een door
de kamers reeds goedgekeurd ontwerp. De koning,
die persoonlijk op het invoeren van dit référendum
zeer gesteld is, zou daardoor zonder kamerontbin-
ding en de daaraan verhonden bezwaren, zich
rechtstreeks tôt de natie kunnen wenden, om te
vernemen of de meerderheid zich met het regee-
ringsbeleid vereenigt. Dit raadplegen van het volk,
ook in Zwitserland in gebruik, zal echter in Bel
gië niet anders kunnen worden toegepast dan met
toestemming van de aan het bewind zijnde minis-
ters, waardoor het doel waarmede men het wil
invoeren weder tamelijk geneutraliseerd wordt.
De cléricale regeering maakt met de behande
ling overigens niet veel haast, nogmaals zal een
onderzoek in de afdeelingen plaats hebben, en naar
het schijnt zou zij niet ongaarne zien, dat bij wijze
van proefneming, de uitbreiding van het kiesreeht
eerst werd toegepast op de verkiezing van het
gemeentelijk en provinciaal bestuur. De uitdruk-
kelijk uitgesproken volkswensch om met het ver-
ouderd stelsel te breken, dringen de regeering te
zeer, dan dat van langdurig uitstel sprake kan zijn.
Openbare vergadering van den Raad
der gemeente Sappemeer,
d.d. 8 Februari.
De voorzitter opent de vergadering, waarna de
notulen der vorige vergadering worden gelezen en
onveranderd goedgekeurd.
Aan de orde komen daarop achtereenvolgens de
volgende zaken:
»Hoe kunt ge dat zwarte monster toch aanraken
vroeg Harriet minachtend. »Ge kent de negers
nog niet; ze zijn valsch, verraderlijk en ondankbaar
en als men ze toegevend behandelt, worden ze
onbeschaamd."
Margaretha beschouwde bijna met medelijden
het schoone meisje voor haar, dat zulk een hard
oordeel uitsprak. Het was niet voor het eerst,
dat haar scherpe woorden haar hinderden.
»Dan zou hij het al lang moeten zijn," zeide ze
bedaard, »want toegevend wordt hij behandeld, ja,
wij verwennen hem allen en toch is hij nog nooit
onbeschaamd geweest." Daarop zeide zij tôt Va
gevuur »Ik zie aan je gezicht, dat je een boodschap
aan me hebt, wat is het?"
Zegevierend haalde hij den brief uit zijn zak,
dien hij Margaretha overhandigde. Zij wierp een
vluchtigen blik op het adres en alsof zij gevoelde
dat Harriets oog doordringend op haar rustte,
kleurde onder het lezen een diepe blos haar gelaat.
»Afzender kapitein Houston," las ze hardop en
daarop tôt Vagevuur gewend: »Droeg hij u nog
iets anders op?"
»Neen, lieve Miss, hij zeide dat ailes in den brief
stond en dat hij morgen antwoord wilde halen,"
sprak Vagevuur, zonder Margaretha aan te zien,
want al zijn aandacht wijdde hij aan Harriet, die
hij bij het noemen van den naam Houston zag op
schrikken. Ook ontging het hem niet dat zij, zich
onbespied wanend, haar leerares met vijandigen
blik gadesloeg.
»Hoe kwaamt ge aan dien brief?" vroeg Marga
retha.
»De kapitein riep mij op straat aan;" stotterde
Vagevuur nog onder den indruk van de door hem
gedane ontdekking, »het is verbazend zoo vlug als
hij met de kruk voortkan."
Margaretha stak den brief in haar zak en zich
tôt Harriet wendend, wier fijn besneden gelaat nu
niets meer van de ondervonden aandoening verried,
zeide zij »Ik hoor vroeg genoeg wat de briet
bevat misschien wel een bestelling voor oom."
Harriet had zich omgekeerd en van dit oogenblik
maakte Vagevuur gebruik om Margaretha een teeken
te geven. Met zijn oogen wees hij haar de plaats,
1. Af- en overschrijving.
De voorz. zegt, dat de dokters rekening 50
hooger is dan het vorige jaar. Op de vraag van
den heer Edzes, hoeveel deze bedraagt, antwoordde
de voorz. 954. De maand December is de
slimste maand geweest. Ik heb hier de rekening,
waarop voor elke maand de som staat.
De heer Smit: De uitgaven van de armpractijk
zijn in de laatste jaren ontzettend toegenomen.
Ilierop circuleert de doktersrekening bij de leden.
De voorz. Nu zijn er nog enkele andere posten,
als druk- en bindwerk, onderhoud wegen, plantsoen
en boomen, verlichting, schoolbehoeften, armver-
zorging enz., welke kosten zullen worden gedekt
door overschrijvingen uit andere posten, waarbij de
uitgaven minder bedroegen dan bij de begrooting
is toegestaan, zooals o.a. de post van onvoorziene
uitgaven, waarop nog ruim 620 disponibel is.
De voorz. zegt, dat B. en W. machtiging vragen
om zooveel te betalen wat betaald kan worden,
maar ailes zal niet kunnen.
In stemming gebracht werd dat voorstel metal-
gemeene stemmen aangenomen.
2. Benoeming leden Burgerlijk armbestuur.
De voorz. zegt, dat Ged. Staten bij missive d.d.
22 Januari no. 45, 2e afd., hebben medegedeeld,
dat zij het règlement op het armbestuur in deze
gemeente hebben ontvangen.
Zoodoende kunnen wij, vervolgt de voorz., tôt
het benoemen van een burgerlijk armbestuur over-
gaan. Wij zullen eenige personen aanwijzen; dat
behoeft niet, maar 't kan toch geen kwaad. Het
zijn Mr. A. J. Garsten, C. R. Sikkens, J. M. Mul
der, 0. Begeman, G. B. Heeres, A. G. Mulder en
R. Klevering. Men moet niet meer dan 5 kiezen.
De heer Smit: Niet meer dan 5? Is 7 niet
beter
De heer Berg: De 5, die benoemd zijn kunnen
nog twee assumeeren, waarvoor zij de goedkeuring
noodig hebben.
Na eenige discussie wordt daarop tôt stemming
overgegaan, dat de volgende heeren de volgende
stemmen hadden verkregen G. B. Heeres 8, 0.
Begeman 7, Mr. A. J. Carsten 7, J. M. Mulder 6,
R. Klevering 4, H. Boswijk 4, P. G. v. Galcar 3,
A. G. Mulder 2, J. Berg 1, W. v. Delden 1, E.
Mulder 1, G. R. Sikkens 1, zoodat verkozen waren
de heeren Heeres, Begeman, Garsten en J. M.
Mulder.
De heer Boswijk zegt, dat hij niet in aanmer-
king wenscht te komen, daar hij verkozen, toch
zou bedanken. De voorzitter en de heeren Nauta
en Berg het tegenwoordig armbestuur, hadden vôôr
de stemming tevens verzochl. niet op hen te stem
men, daar zij eene benoeming niet zouden aannemen.
Hierop werd tôt eene nieuwe vrije stemming
overgegaan, waarvan de uitslag was, dat de heer
R. Klevering met 6 van de 9 stemmen was ver
kozen. Op den heer W. v. Delden waren 2, op
den heer v. Galcar 1 stem uitgebracht.
3. Vaststelling verordeningen op de heffing en
invordering van tolgelden.
De voorz. Wij stellen nu voor, om gedurende
de maanden Januari, Februari, Maart, November
en December van 's morgens 5 tôt 's avonds 10
uur 2 cent en tusschen 10 uur 's avonds tôt 5 uur
's morgens 5 cent te heffen en in de overige maan
den van 4 uur 's morgens tôt 10 uur 's avonds 2
cent en van 10 uur 's avonds tôt 4 uur 's morgens
5 cent.
De heer Berg Ik vrees, dat wij geen permissie
krijgen.
De voorz. Kan het afdraaien van de brug ook
te bezwarend worden voor één persoon?
De heer Smit Als je dit niet gevraagd had,
zou ik het gevraagd hebben, vooral omdat het af
draaien van de kleine brug er nog bij komt.
De heer Edzes Wij hebben hier alleen te doen
met de groote draaibrug.
De voorz.: Een man kan niet dag en nacht
waken om de brug af te draaien.
De heer Nijhuis 't Is er nog niet door. De
heffing kan best afgekeurd worden.
De voorz. Laten we dus eerst wachten om te
zien of het goedgekeurd wordt.
De heer Edzes: Ik zou 't beter vinden dat in
de wintermaanden van 6 uur 's morgens tôt 10 uur
's avonds 2 betaald werd.
De voorz. Dan zouden we nog eene bepaling
moeten opnemen. Kunnen de leden zich met het
voorstel vereenigen? Zoo ja, dan is dat zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Zal ik 't règlement nog weer voorlezen? Zoo
niet, dan is 't goedgekeurd.
De heer Boswijk lk blijf tegen tolheffing over dag.
De voorz.: Wij zullen het er in zetten.
4. Adres Kemper en Landeweer tôt vrijstelling
van toi.
De voorz. Er is eene aanvraag om vrijstelling
van toi bij de nieuwe brug, maar wij meenen geen
enkele vrijstelling te kunnen geven. Daarom stellen
wij voor het verzoek van de hand te wijzen.
De heer Nauta Bij de brug te Kleinemeer
hoeft de schuitevaarder ook geen toi te betalen.
Het is een privilège, maar er zijn meer privilèges.
Daarom kunnen wij de schuit van Sappemeer ook
wel vrij laten van toi.
De voorz. Ik mag 't lijden.
De heer Nauta Ik zou kunnen zeggen, laten
we aile schuiten van Sappemeer vrij laten.
De voorz. En dan de schippers van Sappemeer
Laten wij eerst zien of we de goedkeuring kunnen
krijgen. Ik zal je 't adres voorlezen.
Hierop leest de voorz. het adres voor, d.d. 25
Januari, waarin adressanten er op wijzen, dat de
brug wel een sieraad voor de gemeente en van
groot gernak voor de voetgangers, maar niet voor
de schuitevaarders is. Vroeger konden wij er onder-
door, maar nu zullen wij dikwijls moeten wachten,
terwijl er nog tevens bruggeld moet worden be
taald. Nu beteekent 2 cent wel niet veel, maar
als men bij open water er twaalf maal per week
passeert is het nog al eenig bruggeld. De brug
is dan ook meer in het belang van de overvaart
dan van de doorvaart, zoodat men voor de overvaart
eveneens geld zou kunnen vorderen. Adressanten
verzoeken om een en ander vrijstelling van toi.
De heer Nauta: Dat is niet volkomen juist wat
zij zeggen. Niet alleen voor overvaart maar ook
voor de doorvaart is de brug van belang, vooral
bij zware stroomen, waarbij dikwijls veel volk
noodig is door 't schip vooruit te hrengen. Zij
betaalden daarbij voor het toewerpen van de lijn
over de brug.
De heer Edzes De schuitevaarders gaven daar-
voor niets. Zij redden zich zelf.
De heer Nijhuis: Laten wij 't uitstellen om te
zien of wij de goedkeuring van de verordening
krijgen.
De voorz. Wij kunnen geene vrijstelling geven
over iets waarvan men niet weet of wij dat kunnen
doen, daar we nog niet de goedkeuring hebben.
Wij kunnen dat later wel doen.
lie heer Nauta Dan moet er weer een besluit zijn.
De voorz. brengt hierop het voorstel om deze
zaak te verdagen in stemming.
Het wordt met algemeene stemmen aangenomen,
behalve die van den heer Naufa, die voor vrij
stelling is.
5. Rapport Mr. S. M. S. Modderman.
waar hij den anderen brief had verborgen, terwijl
de vinger op zijn mond haar stilzwijgen oplegde.
Zoo duidelijk was zijn gebarenspel, dat Margaretha
hem terstond begreep; zij zag het witte randje
papier en den een of anderen dwazen streek van
den jongen kabouter vermoedend, boog zij even
het hoofd tôt teeken dat zij hem hegrepen had.
Op dit oogenblik wendde Harriet zich om en
zag nog Margaretha's hoofdknik. Vagevuur verliet
nu met één sprong de véranda, en was terstond
uit het oog verdwenen.
De beide jonge meisjes begaven zich nu over het
voorplein naar de tuindeur, waar Harriet met een
beleefden groet afscheid nam.
Langzaam keerde Margaretha, den brief lezend,
naar de véranda terug. Gewichtige tijding bevatle
hij blijkbaar niet, maar toch speelde een lachje bij
het lezen om haar lippen. Den inhoud had zij spoe-
dig gelezen, waarna ze hem weer in den zak stak.
De zaag knarste onder Martijns krachtige hand.
Margaretha wilde juist naar de werkplaats gaan,
toen zij aan de geheimzinnige aanwijzing van Va
gevuur dacht. Ze trad op de véranda en met
een haarspeld gelukte het haar den- tweeden
briel in haar bezit te krijgen. Aarzelend beschouw
de zij het couvert, dat geen adres bevatte. En
toch had Vagevuurs blik haar gezegd, dat de in
houd voor haar oogen alleen bestemd was. Ein
delijk opende zij het couvert. De eerste blik op
het schrift ontlokte haar een blijden uitroep: zij
had de hand van haar broeder Maurits herkend.
Verbaasde haar reeds dat plaatsnaam en dagteeke-
ning ontbraken, nog meer trof het haar in plaats
van de gewone onderteekening, alleen de eigenaar-
dige krul te zien, die Maurits onder zijn naam
placht te zetlen. Daarop las ze: »Er is dringende
reden om de grootste voorzichtigheid in acht te
nemen. Aan wien deze regels gericht zijn, van
wien zij komen, het moet geheim blijven. Zelts
den vertrouwdsten bode kan een brief ontstolen
worden. Ook in St. Louis zijn gevaarlijke elementen
onder de bevolking in zulke omstandigheden weet
men niet altijd wien men vertrouwen mag. Zij,
die zich op de een of andere wijze het misnoegen
op den hais halen van den onzichtbaren vijand,
loopen grooter gevaar dan een soldaat in den oorlog
De verbitténng der tegenpartij neemt toe met
îedere overwinnmg, die hun ondergang verhaast.
Voorzichtigheid dus in woord en daad. Indien
binnenkort iemand hij u komt en op aanbevelin°-
van een zekeren Campbell een dienst van u vraagf
moet hem deze, ter wille der goede zaak, blindelings
bewezen worden. Zonderling kan het toeval zijn
en een kleine stap kan duizenden voor den onder
gang bewaren."
Nadat Margaretha den brief had gelezen, liet ze
moedeloos de handen zinken. Haar gelaat was
bleek, groote bezorgdheid sprak uit haar trekken.
Zij wist, dat Maurits slechts om een dringende
reden haar rust zou verstoord hebben, en haar
eerste gedachte was aan het gevaar, waarin hij
wellicht verkeerde. Wel waren geruchten tôt haar
doorgedrongen van een bondgenootschap van dweep-
zieke opstandelingen, die op geheimzinnige wijze
hun macht lielen gelden, maar dat zij zelt en haar
oom, die openlijk partij koos voor de zaak der
vrijheid, door die geheimzinnige machten bedreigd
zouden worden dat kon zij niet begrijpen. Telkens
herlas zij den brief en zij vroeg zich af, of het
wel raadzaam zou zijn haar oom in het vertrouwen
te nemen, van wiens hartstochtelijkheid meer te
vreezen dan te hopen was.
Daar hield het knarsen der zaag op in de werk
plaats. Margaretha ontstelde en verborg haastig
den gewichtigen brief, terwijl zij het schrijven van
kapitein Houston weer ter hand nam. Een oogen
blik dacht ze na; een trek van voldoening kwam
op haar ontroerd gelaat. Op eens was het haar
duidelijk geworden, tôt wien zij zich om raad
wenden. ij wilde zich naar de werkplaats begeven
toen Vagevuur eensklaps voor haar stond.
»Daar hen ik terug, goede Miss," riep hij haar
zegevierend toe. »Ik hen de tuindeur uitgegaau
en over het hek weer binnengekomen. Ik weet
een plek, waar ik er gauwer over kan klimmen
dan een ander neen zegt."
»Je verdient je naam," antwoordde Margaretha
lachend, »maar waarom geef je aan zulk een las-
tigen weg de voorkeur?"
(Wordt vervolgd).
\'A
Tnd
Hll h Slll l II
OOST-fiOORECHT
0RSTREE1N.
VAN
v i
DOOR
j V Ïj
A]
k