De No. 13, ZONDâG 14 Eebruari 1892. 22e Jaargang. XJLT GrRUN O FEUILLETON VAN BOB0ESIÏÏS ZOON, SAPPEMEER. Inzending van Advertentiën en Ingezonden Stukken des Dinsdags- en Yrijdagsavonds vôôr zes uur by de Uitgevers. Bij deze courant behoort een bijvoegsel. BUITENLAND. Voor de Gemeenten HOOGEZAND, SAPPEMEERSLOCHTEREN, NOORDBROEK, ZTJXDEKGEK, ZUIDLAREN, HASEN enz. Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 cents, franco per post 45 cents. Enkele nommers 5 cents. PRIJS der ADVERTENTIËN Van 15 regels 35 cents iedere regel meer ÎO cents. Groote letters worden naar plaats- ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentiein eens voor 3-maal plaatsing besteldis de derde plaatsing gratis. DIENSTREGELING OR DE STAATS-SPOORWEGEN. AÀNGEVANGEN DEN 1 OCTOBER 1891. WEEKKÂLENDE R. Zondag 14 Februari. Maandag 15. Dinsdag 16. Woensdag 17. Donderdagl8. Vrijdag 19. Zaterdag 20. Zonsopgang, Vrijdag 19 Febr. te 7.11, onder te 5.18. Allereerst hadden we deze week de viering van den dties natalis, of te wel vrij overgezet zijnde: kroegjool der studenten-societeit »Mutua Fides." Dan krijgen wij te zien, wat de vindingrijkheid en de humor der jonge studenten heett uitgedacht, en welke grepen uit de geschiedenis van rijk of stad en lande ons in beeld of spotprint voor oogen worden gesteld. Nu eischt het al wat, om in zulken optocht telkens den noodigen humor te leggen, vooral daar uit den aard der zaak menig voorgesteld feit de aantrekkelijkheid van het nieuwe reeds lang heett verloren. Zoo was dan ook Lindeman in zijn oud-roestvaartuigje al eerder de heksluiter geweest van zulke groep. Doch Lindeman met zijn lijfspreuk »Wat gaan mij de meissies aan," neemt het met die dingen zoo nauw niet en doet gaarne ieder jaar in zulken optocht mee, misschien zelfs wel, om toch naar de meiden te gluren. Natuurlijk ontbrak ook Séquah niet, hoe zou 't ook anders En het publiek juichte den namaak toe, gelijk Dordrecht den echte in 't zonnetje zet. Want och, als straks de Dordsche maaltijden vergeten zijn, dan zal 't met Séquah ook zijn «Uit het oog, uit het hart." Trouwens, dat lot deelt hij met meer- dere groote mannen. Doch het wordt tijd, dat ik u eene opsomming geef van de verschillende groepen. Eerst: het baccaratspel, waar de Prins van VVales in zoet gezelschap zich amuseerde aan de roulette- tafel. Dan eene voorstelling van den tôt de tanden gewapenden Europeeschen vrede, een vrede, die er verschrikkelijk oorlogzuchtig uitzag. Nu volgde eene ietwat scherpe toespeling op de Harmonie der toekomst en welke leden dan al zoo wat zouden toetreden, waaronder de roeterige schoorsteenveger natuurlijk zich in de algemeene attentie en waar- deering der straatjeugd mocht verheugen. Het dure Duitsche schip van staat ontbrak natuurlijk ook niet, evenmin als 't volgend jaar het bezoek van Z. M. aan de keuken en de keukenprincessen zal worden vergeten. De handelspolitiek van den ex-gouverneur van Suriname werd strengelijk ge- gispt. Enkele ruiters stelden gewichtige personen uit den tegenwoordigen tijd voor, dan volgde een Pekelder vrachtje hoornmuziek, omringd door de zingende en juichende straatjeugd, hoerah's, Iôvivats, knallende kurken, kortom een kroegjool gelijk aan aile andere jaren en die zeker even fideel en kos- telijk als vroegere jaren tusschen de vier muren van Mutua Fides zal zijn voortgezet. Van »Mutua Fides" gesproken, daar is in den laatsten tijd naast de bekende societeit een nieuwe kring opge- richt. En voor zoover dat afbreuk doet aan de eenheid, die vooral in eene stad als de onze zoo noodig gehandhaafd moet worden, spijt ons die afscheiding zeer. Doch nu er ook zoovelen uit den burgerstand gaan studeeren, en dat is in zeker opzicht een zeer welkom verschijnsel, nu de societeit en haar duur gebouw zoovele geldelijke offers ver- eischen, ligt het voor de hand, dat velen buiten moeten blijven staan, die anders om de gezelligheid en den jool zoo gaarne binnengelaten wenschten te worden. Voor die allen is een eenvoudige kring een onmisbaar iets, en dat is de goede kant der afscheiding. Tevens juichen we het in de nieuwe societeit ten zeerste toe, dat zij het gedwongen en vernederende «groenloopen" met aile kracht wil weren. Zijn wij wel ingelicht, dan hebben zich reeds een veertigtal studenten aangesloten en zijn de bovenzalen van het café de Unie voor societeits- locaal aangewezen. Welke plannen onze wakkere Harddraverij-ver- eeniging koestert voor het komend seizoen, heht U reeds uit de andere bladen kunnen vernemen, en dat de nieuwe onderneming voor grootere wed- rennen onmiddellijk bij het station VriesZuidlaren, ook zal slagen, is voor onze stad eene aanwinst te meer en zal haar meer bekend maken en meer doen waardeeren bij de vele vreemdelingen, die voor zoodanige feesten gaarne een uitstapje over hebben. Dinsdagavond hadden wij het jaarlijksch concert van de gemengde zangvereeniging «Crescendo," gevormd uit de leden en de jongeren onzer Societeit van Handwerkslieden. En ik kan natuurlijk van aile feesten geen getrouw verslag geven, waar de meesten Uwer lezers trouwens ook weinig aan zouden hebben; maar zoo af en toe wijs ik toch gaarne op de wijze van ontstaan en de inrichting van zulke kringen in de stille hoop, dat men ook te plattelande een of ander voorbeeld volge en daardoor iets beters krijge, dan zich als thans veelal te moeten vergapen aan de soirées eens dansmees- ters. Niet, dat ik afkeerig ben van dansen, dat zij verre; maar dat ouders, die voor andere takken van onderwijs of voor eenig algemeen belang vaak zoo weinig over hebben, aan d'een of ander, die zich zonder brevet opwerpt als dansmeester, gaarne eene belooning uitlellen, die goed nagerekend on- evenredig hoog is gesteld, dat acht ik inconséquent en onredelijk. Daarbij zitten er mits de zaak goed wordt aangepakt in elk plaatsje wel krach- ten, waarmee men heel wat anders, nevens of in de plaats van zulke soirées zou kunnen beginnen. Zooals ik dan zei, de heer Huges heett hier een koor van eenvoudige lieden uit den werkmansstand. En het gegeven concert was zoo schoon en zoo zuiver, dat ieder bezoeker versteld stond over de resultaten, met zulke weinig geoefende krachten verkregen. Jammer, dat het publiek niet grooter was. Want is de zaal ook erg groot en kan men haar niet voor elke gelegenheid geheel vol verwach- ten, voor dezen keer had er meer belangstelling moeten zijn. Buiten het keurig uitgevoerd pro gramma kregen we nog eene zeer gewaardeerde piano-solo van den heer Wolff en twee viool-solo's van eenen negenjarigen knaap. Doch al moest ik ook de techniek en de opvatting van dit knaapje bewonderen, zoo speet het mij zulken kleuter reeds op de planken te zien. Ik ben schrikkelijk bang voor wonderkinderen En gelijk men menig vol- wassene reeds voor goed heett bedorven door hem in de hooge kerkebanken als diaken of ouderling zitting te doen nemen of hem een ambt of werk- kring op te dragen, waarvoor hij ten eenenmale de bekwaamheid mist, zooals b.v (vul maar in, Lezer, ge kent ze zoo goed als ik) zoo kan men jeugdige hersentj es nog zooveel te gauwer op hol brengen. Want als zulk optreden voor het publiek meer kon leiden tôt de noodige zelfkennis en tôt het besef van zoovele tekortkomingen, dan was er nog eene goede zijde aan; meer applaudis sement en toejuiching en kransen kweeken helaas de illusie, dat men al heel wat is en dàt is een ramp, niet te overzien. Gelukkig mag bovenge- noemd knaapje, dat inderdaad veel voor de toekomst belooft, zich verheugen in eene overigens goede en verstandige leiding, en dat geeft ons goede hoop voor zij ne toekomst. Ik heb heden morgen op verzoek der commissie een bezoek gebracht aan de Tentoonstelling van voorwerpen voor de verloting ten bate van de Vincentius-vereeniging. Die ver- eeniging van onze Katholieke medeburgers is eene der beste, die bestaat. Door eigen, persoonlijk onderzoek gaan de bestuursleden elke week in den zomer om de veertien dagen bij al hare armen rond. Oorspronkelijk ingesteld, om aan arme weduwen en hare kinderen hulp te verleenen in kleeding, dekking, geld en goed overleg, heett zij hare liefdetaak steeds uitgebreid en bedeelt zij thans al hare armen. Doch zulk werk der liefde kost veel geld. En om nu de schrale kas wat te stijven, werd eene verloting georganiseerd, waarvoor de eerste gift inkwam uit Rome van het hoofd der kerk en waarvoor allen van het hunne gratis hebben afgestaan. En zoo liggen daar nu op de prachtig gedécoreerde bovenzaal van het Jongens- weeshuis in de Butjesstraat ruim vierhonderd prijzen netjes en smaakvol geëtaleerd bijeen, en ieder, die e.k. Dinsdag eenige oogenblikken over heett, zal het zich niet beklagen, een bezoek aan deze ten toonstelling te hebben gebracht, waar vooral dames haar hart terdege kunnen ophalen aan de keurige schat van schoone handwerken. Zaterdagavond speelde hier het gezelschap van A. van Lier en gaf »Onkel Brâsig"; terwijl we heden avond: «Marie Jeanne of de vrouw uit de volksklasse" gaan zien. Nu prefereeren wij verre het eerste stuk al is 't laatste ook van ouderen datum en van meerdere bekendheid. 't Begin was wel ietwat mat en Onkel Brâsig eerst erg lijmerig; doch het tooneel, dat hij van uit den kerseboom de liefdes verklaringen der beide kandidaten bracht gloed en vuur in het spel, en toen werden de zes tafereelen met klimmende aandacht en belangstelling door aile aanwezigen gevolgd. En als hij ten slotte in voile verontwaar- diging belooft, dien ellendeling, dien Pomuchelskop, die verderf en ellende bracht waar hij ging, mid- dendoor te zullen slaan en elke helft te zullen stoppen in een beiersch biervat; opdat hij op den »dag der opstandeling" niet weten kan, uit welk «sponsgat" hij uit moet kruipen, dan deelde men in de edele verontwaardiging des braven Brâsigs en lachte van. harte om zijne kromtongigheid en om de schrikkelijke radbraking van aile vreemde woorden en uitdrukkingen. De beide laatste tafe reelen werden wat vlugjes afgespeeld, en was er alzoo veel gegeven, zoo had men toch gaarne meer van die schalke tooneeltjes van den genialen Frits Reuter zoo schoon vertolkt willen zien. Decoratie en costumes lieten niets te wenschen over; de prachtige roi van Mozes was in handen vanBouw- meester, die er eene prachtige type van had ge- maakt, en zoo werkte ailes mee tôt een prachtig succès. Een noodlottige brand van het Hôtel Royal der 6e Avenue te New-York is 's nachts omstreeks 3 uren door een nog onbekende oorzaak ontstaan in den lift-koker midden in het gebouw en de vlammen verspreidden zich buitengewoon snel, zoodat de brandweer bij haar komst, een kwartier na het ontdekken van den brand, het gebouw in lichte laaie vond en aan niets anders gedacht kon worden dan aan het redden van de vele menschen die zich er in bevonden. Het groote hôtel was vol; honderdtien kamers waren er bezet door ongeveer 175 logeergasten. Deze hadden, uit hunnen slaap opgeschrikt, geen tijd om iets mee te nemen, en wie heelhuids ont- kwamen mochten zich gelukkig achten. Aan den achterkant van het gebouw waren vaste ijzeren brandladders en vele gasten die daar hunne kamers hadden konden daar langs ontkomen. Maar aan de voorzijde waren zulke ladders niet; daar ging het reddingswerk veel bezwaarlijker. Men zag de ongelukkige logeergasten in hun nachtgewaad voor de vensters gedrongen staan; men hoorde hen hartroerend jammeren en om hulp smeeken;maar het was onmogelijk allen te redden en velen vielen in den vuurpoel, vooral op het verschrikkelijkste oogenblik, toen op eens het geheele binnengedeelte van het hôtel instortte. Brandweermannen, politie en particulieren deden wat zij konden. Een ingénieur, die den brand Roman uit den Noord-Amerikaanschen burgeroorlog, BAIiDUIBï MttliliHAUSEN. 21) «Ik wilde miss Palmer niet tegenkomen," ver- klaarde Vagevuur met een boosaardig lachje, «zij is slecht. Ik heb het met mijn oogen gezien, hoe vijandig zij mijn goede miss aanzag; er was vergif in haar oogen. Ik geloof, dat zij u wel zou willen vermoorden. Zij is de dochter van een ge- vaarlijken rebel, dat weet ik zeker." «Onzin, Vagevuur," zeide Margaretha, maar de vroolijke klank ontbrak aan haar stem. Zij dacht wellicht aan den geheimzinnigen brief. Zou de Amerikaansche ook in betrekking staan tôt het gevreesde bondgenootschap der opstandelingen «Nog eens, onzin, zeg ik. Miss Harriet is een vriendelijke dame, wie gij niet moogt wantrouwen." «Ik weet het beter," zeide Vagevuur op vasten toon. «Mijn goede miss zal het ondervinden en dan Vagevuur gelooven. Ik ben teruggekomen om te vragen, of gij den brief hebt gevonden." «Zeker. Maar zeg mij ook wie hem u gaf?" «Ik ken den man niet; hij zeide dat er een groot ongeluk zou gebeuren, als de brief in ver- keerde handen kwam." «Gij kent hem toch, ik hoor het aan uw stem." «Als ik iemand beloof te zwijgen, moet ik het ook doen." «Dan wil ik niet verder bij je aandringen. Ga nu in den tuin en help den dokter bij het plukken. Je moogt één van je zakken met appels meenemen, maar meer niet. Over dien tweeden brief mag je met niemand spreken, versta je mij Ik lioud je voor een eerlijken jongen." «Verbazend eerlijk," bevestigde Vagevuur en stormde in groote sprongen naar den tuin. In gedachten zag Margaretha hem na het scheen haar onbegrijpelijk, dat zulk een jonge knaap bij mogelijk gevaar, zich het in hem gestelde vertrouwen waard zou toonen. Zij wist niet, dat de voorma- lige slaven met de moedermelk den diepen haat tegen hun overweldigers inzogen, een haat, die sedert de kelen verbroken was, nog heviger opvlamde. Op weg naar de werkplaats kwam haar oom haar tegen. De beide laatste jaren schenen spoorloos aan hem voorhij gegaan. «Hier is een brief," zeide Margaretha tôt Marlijn Findegern «Vagevuur heett hem mij gebracht en hoewel aan mijn adres, is de inhoud toch voor u bestemd." «Van wien vroeg Martijn nieuwsgierig. «Van kapitein Houston. Hij verontschuldigt zich beleefd, dat hij u weer lastig moetvallen,terwijl hij mij opdraagt een nieuwe kruk bij u te bestellen «Weer een?" antwoordt Martijn wrevelig en zijn eene oog dichtknijpend, zag hij met het andere het jonge meisje achterdochtig aan. «Dat is reeds de vijfde; langer dan een week schijnt hij niet met een toe te kunnen. Het zou mij niet verwonderen dat hij, ondanks de zomerhitte, zijn kachel met krukken aanlegt." «Hij schrijft ook wel te vermoeden, dat gij ont- stemd over de nieuwe beslellingzoudt zijn: daarom vraagt hij mij zijn voorspraak te wezen. Hij komt morgen om zich te laten aanmeten; de arme man met zijn gewonde knie is toch zeer te beklagen." «Wat heett hij dan weer op deze kruk te zeggen?" «Ze is te kort geworden. Naarmate de genezing verdergaat, loopt hij rechter en wordt natuurlijk elke kruk ten laatste te kort." Martijn dacht een oogenblik na en zeide toen wrevelig «Er zit wat anders achter die herhaalde bestellingen. Wie heeft ooit gehoord, dat iemand in zes weken vier krukken noodig had «Wat zou er achter zitten?" vroeg Margaretha, haar oom onbevangen aanziende, «men kan het hem toch niet kwalijk nemen, dat hij zich het loopen gemakkelijk tracht te maken. Ik beklaag hem telkens als ik hem zie. Toen hij voor vijf weken voor het eerst kwam, was het vreeselijk, zooals hij liep; hij moet veel pijn geleden hebben." Martijn wiegde bedachtzaam het hoofd. Een waarschuwing tegen lichtzinnige officieren zweefde hem op de tong, maar de onschuldige oogen van zijn nicht verboden hem ze uit te spreken. Den volgenden middag verscheen kapitein Houston; rechts zich van een kruk bedienend, steunde hij met de linkerhand op een zwaren stok. Zoo strompelde hij langzaam op het slakkenhuis toe; met zijn don- kere oogen aile vensters bespiedend. De uniform kleedde zijn slanke gestalte zeer goed; des te be- klagenswaardiger indruk maakte zijn gebrekkigen gang, terwijl zijn welgevormd gelaat de onmiskenbare sporen van een langdurig ziekbed droeg. Nog voordat hij de werkplaats had bereikt, trad Margaretha hem tegemoet. Zij reikte hem de hand, maar toen zij zijn blijde verbazing uit zijn oogen las, ontweek ze zijn blik. «Het verbaast u zeker, dat ik u opwacht," zeide zij, haar vrijmoedigheid verontschuldigend, «maar ik weet geen anderen uitweg. Ik heb den raad noodig van een man van ervaring, die bekend is met de politieke toestanden, en in mijn pijnlijke verlegenheid wend ik mij tôt u. Ik kan nu niet meer zeggen maar wilt ge mij een dienst be wij zen, ga dan niet weg, zonder nog even bij mij te komen. Mijn bi'oeder heeft mij een verontruslende tijding gezonden ik kan er slechts uit opmaken, dat een ramp ons boven het hoofd hangt «Een ramp vroeg Houston verbaasd en onge- loovig. «Waardoor zou de vrede van dit vergeten plekje verstoord kunnen worden «Er is van een zekeren Campbell sprake zeide Margaretha gejaagd. «Van Campbell?" riep Houston in de hoogste verbazing, «van dien moedigen spion, over wien de geheele wereld spreekt Men kent de diensten, die hij verricht, maar tôt nu toe heeft niemand hem nog gezien." Hij wilde er nog meer bij voegen toen opeens uit de deur der werkplaats Martijns krachtige stem riep «Kapitein Houston, kom maar hier, ik verwacht u al sinds een uur!" Margaretha kleurde over den onvriendelijken toon van haar oom en verlegen trad zij terug, nadat de kapitein haar had beloofd straks verder met haar te spreken. Zij begaf zich naar de véranda, waar ze nog hoorde hoe haar oom, zonder naar den welstand van den kapitein te vragen, op wreveligen toon tôt dezen zeide «Dat is dus de vijfde kruk, die gij noodig hebt. Ik raad u aan liever naar een anderen schrijnwerker te gaan, die zijn kunst beter verstaat; dan zijn wij beide geholpen." «Gij vergist u, mijnheer Findegern," antwoordde Houston, «geen ontevredenheid met uw werk brengt mij hier, maar dringende nood. Ik zou inderdaad niet weten tôt wien mij beter te wenden, om hulp te vinden voor mijn gewond been." «Je bent listig, man," antwoordde Martijn nog onvriendelijker, want de onderdanigheid van den kapitein versterkte hem in zijn achterdocht, «maar ik heb ook nog wat anders dan spaanders in mijn hoofd. Eerst moet ik je er aan herinneren, dat ik een uitstekenden doodkistenfabrikant ben. Heb je soms een goede gemakkelijke doodkist noodig, dan ben ik terstond bereid de maat te nemen en je er een te leveren. Ja, met het oog op uw aan het vaderland bewezen diensten zal ik het beste hout en den laagsten prijs nemen." Op het zien van den glimlach, die om de lippen van den kapi tein speelde, dacht hij een oogenblik na. Plotse- ling verhelderde zijn gelaat; hij herinnerde zich het middel, waardoor hij, hoewel zonder opzet, zijn beide neven had verjaagd en sprak: «Eén goede raad zou ik je echter willen geven, een raad, die, als je hem volgt, aan al je verlegenheid een eind maakt. Kom hij mij als leerling, ik sta je er borg voor, dat je binnenkort elken dag niet alleen voor eigen gebruik een kruk zult kunnen maken, maar ook nog een hait dozijn om te verkoopen." Houston lachte ongedwongen, terwijl hij zeide: «Ik hoop, dat ik niet veel krukken meer noodig heb; maar ik zou geen echten Arnerikaan zijn, als ik uw voorstel onvoorwaardelijk van de hand wees. Integendeel: wanneer ik door mijn verwondin" niet meer tôt soldaat deug, wat ik echter niet ge loof, dan houd ik u aan uw woord. (Wordt vervolgd.) VOLKSBLAD OOST-GOOR1CHT OKSTRIKIN Van NIEUWE SCHANS naar HARLINGEN. Vertr. N. Schan. *6,16 «7,40 *8,56 11.41*2,62 5,80 Winachoten 6,83 4j 7,58 9,12 11,66 3,09 5,44 Scheemda 6.47 S 8,10 9,23 12,08 3,21 5,51 Zuidbroek 7,00 «8,21 9,34 12,19 3,32 Hoogezand 7,13 a 8,84 9,45 12,28 8,43 Kropawolde 7,19 S 8,40 9,50 12,84 3,49 Bronineen 7,82 ^3 8,54 10,3 12,47 4,1 7,86 10,8 1,45 5,4 Leenwarden 9,03 11,81 3,13 6,27 9,44 11,4 9,89 12,7 3,49 7,6 10,20 11,40 Aank. Vertr. 6,00 6,08 6,18 6,26 6,32 8,33 8,48 8,56 9,07 9,16 9,21 9,83 9,40 Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS. Vertr. Harlingen Leenwarden Aank. Groningen Vertr. u Kropawolde Hoogezand Zuidbroek Scheemda Winachoten Aank. N.-Schana Aank. De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borgercompagnieaterweg (wachtp. 87), tôt het opnemen en uitlaten van reiziger». De trein welke dea voorm. 8.56 van N.-Schana vertrekt, neemt Diaadaga geen reiziger» op voor Groningen. 9,40 1,10 3,29 11,26 1,56 5,6 12,44 3,8 6,24 12,49 3,22 *6,32 1,03 3,36 6,46 1,09 3,42 6,52 1,20 3,51 7,3 1,35 4,6 7,19 1,43 4,14 7,27 1,59 4,28 7,43 Van GRONINGEN naar Aankomat DELFZIJL Sneldienat van Groningen 8,naar Amsterdam, *6.30 6,44 6,50 7,1 7,16 7.24 7,40 7,2 7,43 9,1 9,6 9,20 9,26 9.35 9,50 9,58 10,12 5,46 8,00 9,18 10,45 10,59 11,05 11,14 11,29 11,37 11,51 Van GRONINGEN naar MEPPEL—ARNHEM. Vertr. Groningen Ilaren De Punt a Vries-Zuidl Aaaen Aank. Zwolle Deventer Zutfen Arnhem DELFZIJL 6,26 6,35 6,42 6,51 7,7 8,15 8,54 10,40 a 10,49 8,26 11,7 9,17 12,23 9,49 1,8 9,40 10,24 2,15 9,59 10,42 2,56 10,37 11,15 3,37 7,45 11,18 1,48 6,14 8,— 10,23 12,52 4,9 6,30 10,32 1,1 4,18 6,56 9,20 12,50 3,23 6,49 welke dea avonda te 10,42 aldaar retoumeert. 1,9 4,26 1,18 4,35 1,35 4,55 2,50 6,10 3,30 6,50 4,15 7,88 4,38 8,3 5,26 8,57 10,50 7,66 10,46 9,33 12,20 8,10 8,19 8,27 8,36 8,52 7,47 10,10 8.17 10,50 9,41 10,5 Van ARNHEM naar MEPPELGRONINGEN. 6,26 9,20 9,20 10,10 2,52 7,18 10,6 10,6 11,48 8,88 7,48 10,24 10,24 12,18 4,22 8,33 10,58 11,7 1,59 6,61 9,18 11,83 11,50 Vertr. Arnhem a Zutfen a Deventer Zwolle Meppel a Aaaen a Vries-Zuidl. a De Punt Haren Groningen Aank Van DELFZIJL naar GRONINGEN Aankomat GRONINGEN 5,58 6,42 7.56 10,34 12,20 8,15 10,48 8,24 10,57 8,32 11,5 8,40 11,18 12,45 6,- 7,12 7,33 8,58 1,8 1,17 1,26 1,34 1,42 10,44 1,24 12,27 2,57 2,47 7,42 4,2 8,56 4,16 9,10 4,25 9,19 4,88 9,27 4,41 9,85 4,52 6,25 7,5 7,41 8,5 8,52 9,29 10,17 10,4g 8,30 10,2 DOOR

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1