VOLKSBLAD van Oost-Goorecht en Omstreken
van Woensdag 2 Maart 1892, No. 18.
OFFICIEELE PU3LICATCEN.
PATENTKECHT.
1ER.
T.
RAADSVERGADERING te Sappemeer op a.s.
Donderdag den 3 Maart 1892, 's morgens
40 uur.
Aan de orde:
Af- en overschrijving.
Benoeming onderwijzer in de school te Sappe
meer Oost.
Aanbieding verslagen loestand lager- en middel-
baar onderwijs over 1891.
Ter secretarie te Hoogezand gedeponeerd eene
BAJONETSCHEDE, gevonden op den weg te Krops
wolde.
De Burgemeester van Hoogezand:
I. A. VAN ROIJEN.
SGHOOLVERZUIM.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Hoo
gezand,
Gelet op art. 81, alinéa 2 en 3 der wet op het
lager onderwijs van den 17 Augustus 1878 (Staats-
blad no. 127
brengen ter openbare kennis, dat gedurende
veertien dagen en wel van den vierden tôt en met
den 18 Maart 1892 op de secretarie dezer gemeente
ter lezing ligt een staat, vermeldende de namen
der kinderen van boven de zes en beneden de
twaalf jaren, welke zich op den 1 Januari van het
loopende jaar in de gemeente bevonden en niet
voorkomen op de in art. 80 der genoemde wet
bedoelde lijsten der kinderen, die openbare of bij-
zondere lagere scholen bezoeken oi huisonderwijs
ontvangen en maken verder opmerkzaam op de
bepaling, voorkomende in alinéa 5 van bovenver-
meld wetsartikel 81, dat n.l. ouders of verzorgers
van op dien staat voorkomende kinderen geene
ondersteuning verkrijgen, geneeskundige hulp uit-
gezonderd, van wege de gemeente, tenzij zij aan-
toonen, dat hunne kinderen ten onrechte op dien
staat zijn gebracht of het niet schoolgaan van deze
aan hen niet is te wijten.
Hoogezand, den 29 Februari 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd:
I. A. VAN ROIJEN.
De Secretaris:
W. AGTERBOS.
PERSONEELE BELASTING.
De Burgemeesters der gemeenten Hoogezand
en Sappemeer,
brengen ter kennis van de belanghebbenden dat het
door den heer Provincialen Inspecteur der directe
belastingen te Groningen, voor Hoogezand bij reso-
lutie van den 26 Februari 1892, Nos. 892,893 en 894,
executoir en invorderbaar verklaarde aanvullingsko-
hieren, Nos. 9, 10 en 11, en voor Sappemeer bij
resolutie van den 26 Februari 1892, Nos. 895,
896 en 897, executoir en invorderbaar verklaarde
kohieren, Nos. 6, 7 en 8, voor de belasting op het
personeel over het dienstjaar 1891/92, op heden
ter invordering aan den heer Ontvanger van 's rijks
directe belastingen alhier is overgegeven, en dat
een ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de
wet bepaalden voet te voldoen.
Voorts wordt den belastingschuldigen in deze
gemeenten in herinnering gebracht, dat zij hunne
reclames, op ongezegeld papier geschreven, volgens
art. 45 1 der wet op de personeele belasting,
van den 29 Maart 1833 (Staatsblad no. 4), in ver-
band met art. 1 der wet van den 4 April 1870
(Staatsblad no. 60), vôôr of op den laatsten dag der
drie maanden, volgende op den dag dezer afkon-
diging, zullen moeten indienen aan heeren Gede-
puteerde Staten dezer provincie, desverkiezende door
tusschenkomst van den heer Contrôleur der directe
belastingen te Groningendoch steeds onder
overlegging van een dubbel van het aanslagbiljet,
kunnende op geene reclames worden gedsponeerd,
welke na dien tijd mochten worden ingeleverd.
Verder moeten binnen genoemden termijn die
reclamatiën worden ingediend, welke strekken
tôt herstel van begane abuizen of misstellingen in de
schattingen en tellingen, op aanvraag der belasting
schuldigen gedaan, of ook tôt herstel van fouten,
in hunne eigene aangifte begaan, welke bezwaar-
sehriften eveneens door tusschenkomst van heeren
Contrôleurs kunnen worden ingediend, doch op
zegel geschreven en naar het voorschrift van art.
34 3 der wet van den 29 Maart 4833 (Staatsblad
no. 4), behooren te zijn gericht aan zijne excellentie
den Minister van Financiën en niet aan heeren
Gedeputeerde Staten.
Wordende deze op heden op de in deze gemeenten
gebruikelijke wijze en plaatsen afgekondigd en aan-
geslagen, ten einde ter algemeene kennis te komen.
Hoogezand, den 29 Februari 1892.
Sappemeer, den 1 Maart 1892.
De Burgemeesters voornoemd:
I. A. VAN ROIJEN.
T. VENEMA Az.
De Burgemeesters der gemeenten Hoogezand en
Sappemeer,
brengen bij deze ter kennis van de belangheb-
bende patentplichtige ingezetenen dier gemeenten,
dat het door den heer Inspecteur der Directe Be
lastingen in deze provincie, voor Hoogezand bij
resolutie van den 26 Februari 1892, no. 903, voor
Sappemeer bij resolutie van den 26 Februari 1892,
no. 904, executoir en invorderbaar verklaarde 3de
kwartaals kohier van patentrecht over het dienstjaar
1891/92, op heden ter invordering aan den heer
Ontvanger der Directe Belastingen dezer gemeenten
is overgegeven, en dat een ieder verplicht is zijnen
aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te vol
doen, terwijl zij die zich over hunnen aanslag
bezwaard mochten achten, bevoegd zijn hunne
reclames, geschreven op ongezegeld papier en onder
overlegging van een dubbel van het aanslagbiljet,
verkiijgbaar bij voormelden Ontvanger, binnen drie
maanden na dagteekening dezer, in te dienen, over-
eenkomstig het voorschrift der Wet van den 21
Mei 1819, bij de heeren Gedeputeerde Staten dezer
provincie, desverkiezende door tusschenkomst van
den heer Contrôleur der Directe Belastingen te
Groningen.
Gedaan te Hoogezand, den 29 Februari 1892.
Sappemeer, den 1 Maart 1892.
De Burgemeesters voornoemd.
I. A. VAN ROIJEN.
T. VENEMA. Az.
MTIOMLE MIL1TIE.
OPROEPING.
De Burgemeester der gemeente Sappemeer roept
bij deze op HENDRIK KUIPER, loteling der ge
meente Gaasterland, lichting 1892, om zich oogen-
blikkelijk ter secretarie dezer gemeente aan te
melden.
Sappemeer, den 1 Maart 1892.
De Burgemeester voornoemd
T. VENEMA Az.
UtESTUfG.
De Burgemeester en Wethouders der gemeente
Zuidbroek
Gelezen eene missive van den heer Commissaris
der Koningin, van 20 Februari 1892, houdende
mededeeling, dat de pokken in de gemeente Groes
beek epidemisch voorkomen.
Brengen ter voldoening aan art. 18 der wet van
4 December 1872 (St.bl. no. 134), ter openbare
kennis, dat op Vrijdag den 4 Maart e.k., des na-
middags om 5 uur, in het gemeentehuis en zoo
noodig vervolgens iedere maand, op nader aan te
wijzen dag, gelegenheid bestaat tôt kostelooze in
enting en herinenting.
Zuidbroek, 29 Februari 1892.
De Burgemeester en Wethouders:
S. TALMA STHEEMAN.
De Secretaris:
VERVER.
KIEZERSLIJSTEN.
Burgemeester en Wethouders der gem. Zuidbroek,
Gelet hebbende op art. 35 der wet, regelende
het Kiesrecht;
Brengen ter openbare kennis, dat bij de gehoudene
hei-ziening van de lijsten der Kiezers, bevoegd tôt
het kiezen van leden van de Tweede Kamer der
Stalen-Generaalde Provinciale Staten en den
Gemeenteraad, zijn geschrapt, de navolgende per
sonen Jan van Agteren, Harm Jans Bakker, Ilarm
Reints Bareveld, Gerhardus Bennema, Philip Wil-
helm Blankstein, Hendrik Pieters Blok, Gosse Boon,
Reint Bos, Jan Brink, Johannes Burema, Reinder
Glas, Jan de Groot, Henderikus de Haan, Arend
Derks Hartman, Udo Nieland, Richard Hendrik
Niertrasz, Gerrit Nuijen, Wouter Hendrik van Rees,
Jan Reinders, Ammo Smith, Jan Stenhuis, Jan
Uildriks, Hindrikus Verver, Heiman Wôstcnfeld.
Gedaan te Zuidbroek, den 26 Febr. 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd:
S. TALMA STHEEMAN.
De Secretaris,
VERVER.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Zuid
broek, brengen, ter voldoening aan art. 10 der
wet regelende het kiesrecht, zooals die is gewijzigd
hij de Additioneele artikelen der Grondwet, ter
openbare kennis, dat de naamlijsten van de personen
in deze gemeente, bevoegd tôt het kiezen van leden
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van
de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad,
op heden zijn vastgesteld, aan het gemeentehuis
aangeplakt en gedurende veertien dagen op de
Secretarie dezer gemeente voor een ieder ter in-
zage zijn nedergelegd;
dat bij die kiezerslijsten zijn gevoegd de vastge-
stelde schattingstaten, bevattende de uitkomsten
van de schatting der jaarlijksche huurwaarde van
gedeelten van woonhuizen, waarvoor geen afzonder-
lijke aanslag in de belasting op het personeel ge-
schiedt, benevens de verslagen van de betrokken
bewaarders der hypotheken en van het kadaster,
betreffende de aangiften voor plaatsing op de kie
zerslijsten wegens een aandeel in een aanslag in
de grondbelasting, ten minste tien gulden in hoofd-
som en rijksopcenten bedragende.
Bezwaren tegen de vastgestelde lijsten kunnen
binnen veertien dagen na heden, bij verzoekschrift,
door de noodige bewijsstukken gestaafd, aan den
Gemeenteraad worden ingediend; onder herin
nering, dat, zoo het bezwaarschrift de schatting
der jaarlijksche huurwaarde van gedeelten van
woonhuizen betreft, de kosten der herschatling voor
rekening zijn van dengene, die het bezwaarschrift
indient, en dat deze verplicht is het daarvoor bij
Koninklijk besluit van 28 November 1887 (Staats
blad no. 211) vastgestelde bedrag van vier gulden
vijftig cent, bij het gemeentebestuur te storten,
tegelijk met de indiening van het bezwaarschrift
zullende, bij verzuim, op het bezwaarschrift geene
àeschikking worden genomen.
Zuidbroek, den 26 Febr. 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd:
S. TALMA STHEEMAN.
De Secretaris
VERVER.
Vergadering Tan den Raad der ge-
meente Sappemeer op Zaterdag
den 37e Februari 1893 des
voormiddags te 10 uur.
Aanwezig De voorzitter, A. Swiers (weth.), H.
Smit, J. Berg, T. Edzes, E. Mulder, H. Boswijk,
J. H. Nijhuis, C. Star Nauta, benevens de nieuw
benoemde raadsleden Mr. T. S. Bakker en J. S.
Smid Ez.
Na opening der vergadering door den voorzitter,
las ZEd.Achtb. de notulen der vorige vergadering
voor, welke, behoudens eene aanmerking van den
heer C. Star Nauta, ni. dat het passeeren der
draaibrug, moest zijn vallaat, hetwelk de voorzitter
beloofde te zullen verbeteren, werden goedgekeurd.
Aan de orde:
Beëediging van nieuw benoemde raadsleden.
oorzitter Tengevolge van ons raadsbesluit,
waardoor de geloofsbrieven van de nieuw benoemde
raadsleden naar Ged. Staten zijn toegezonden,
hebben we van dit collège terugzending ontvangen,
met het bericht, waarbij geene bezwaren zijn inge-
bracht tegen de toelating der nieuwe leden. Daarom
zullen we tôt de beëediging overgaan, en zal ik u
voorlezen welke eeden en beloften ge af te leggen
hebt. Ik zweer (verklaar) dat ik om tôt lid van den
gemeenteraad te worden benoemd direktelijk of
indirektelijk aan geene personen, onder wat naam
of voorwendsel ook, eenige giften of gaven beloofd
of gegeven heb, noch beloven of geven zal.
Ik zweer, dat ik, om iets hoegenaamd in deze
betrekking te doen of te Jaten van niemand hoege-
naamd eenige beloften of geschenken aannemen zal,
direktelijk of indirektelijk.
De heer T. S. Bakker Zoo waarlijk, helpe mij
God Almachtig. F J
De heer J. S. Smid Ez. Dat beloof ik.
Voorzitter: Ten 2den, volgens artikel 39 der
gemeente wet
Ik zweer, trouw aan de Grondwet en aan de
wetten des Rijks, dat ik de belangen der gemeente
Sappemeer met al mijn vermogen zal voorstaan en
bevorderen.
De heeren Bakker en Smid als voren.
Voorzitter Ik feliciteer de heeren met hunne
benoeming tôt leden van den Raad, en ik heb
aile reden om te gelooven, dat ze met ons ailes
zullen aanwenden om de welvaart der gemeente te
bevorderen en zorg te dragen voor haren bloei.
Op verzoek van den voorzitter nemen de leden
op hunne zetels plaats.
2. Benoeming Wethouder.
De uitslag der stemming, die gehouden werd,
was, dat de heeren J. H. Nijhuis 4, J. Berg 3, T.
S. Bakker 2, Nauta 1, en E. Mulder 1 stem bekwam.
Volgt nieuwe vrije stemming, als: Nijhuis 4, J.
Berg 3, T. S. Bakker 2, Nauta 1 en Boswijk 1.
Gedurende het oplezen der stemmen, zegt de heer
H. Smit, bij het hooren van den naam van Boswijk,
heb je er de vorige keer ook een gehad Boswijk.
De heer Boswijk »Neen".
Hierna volgde eene herstemming tusschen de
heeren Nijhuis en Berg, met den uitslag, dat Nijhuis
6 en Berg 3 stemmen bekwam, (de heer Nijhuis
en Berg stemmen niet mee).
Voorzitter: Ik feliciteer den heer Nijhuis met de
benoeming en verzoek u direkt te willen verklaren
of ge de benoeming wilt aannemen.
De heer Nijhuis: Ik dank de leden voor het
vertrouwen, dat ze in mij gesteld hebben, doch ik
wensch mij op de aanneming eerst te beraden.
Voorzitter Denk je dan om het termijn.
De heer Nijhuis: Ja.
oorzitter Nu is er aan de orde de benoeming
van eenen ambtenaar van den Burgerlijken Stand.
Uitslag der stemming J. H. Nijhuis 5; T. S.
Bakker 3; J. Berg 1; en Swiers 1 stem, in blanco
1 stem.
Volgt nieuwe vrije stemming als: Nijhuis 4, T.
S. Bakker 5, II. J. Smit 1 en J. Berg 1 stem.
Herstemming tusschen de heeren T. S. Bakker
en Nijhuis.
Voorzitter: Daar hebben we toch een boelple-
zier mede. Het is evenwel de gewichtigste be
trekking.
Uitslag der herstemming is, dat de heer Bakker
verkozen werd met 5 stemmen. De heer Nijhuis
verkreeg er 4.
Voorzitter tôt den heer Bakker Ik feliciteer u,
en vraag of u de benoeming aanneemt.
De heer Bakker: Ik dank de leden voor het
vertrouwen, dat ze in mijVstellen en kan dadelijk
de mededeeling doen, dat ik met genoegen de
betrekking aanneem.
3. Wijziging Burgerlijk Armbesluur.
Voorzitter: Aan den Raad is ingezonden het
volgende adres, door de voorstanders van verbeterde
armenzorg
Geven te kennen, ondergeteekenden, ingezetenen
van Sappemeer, dat eene verbeterde armenzorg
noodig is om bedelarij te voorkomen.
Dit kan worden beraikt, door benoeming van een
tamelijk uitgebreid Armbestuur, waarvan de leden
op zich nemen 1. de armen persoonlijk te bezoeken,
2. Ook die behoeftigen te steunen, die zich niet
aanmelden, hoewel zij 't noodig hebben en 3. de
behoeftigen op te wekken tôt reinheid, huiselijk-
heid enz.
(Zie verder no. 14, (Woensdag 17 Febr.) van
dit blad, waarin dit adres reeds volledig is opge-
nomen.)
Verder verzoeken adressanten, dat het getal
leden van 't Burgerlijk Armbestuur bepaald wordt
op minstens 9.
Voorzitter: B. en W. stellen voor aan het ver
zoek van adressanten gevolg te geven en alzoo
het ledental van 't B. A. met 4 leden te vermeer-
deren.
Nadat door den heer H. Smit over het samen-
gaan van 't Armbestuur 't Plaatselijk nut ge-
sproken is en de voorzitter er op geantwoord heeft,
dat men binnen de perken der wet moet blijven,
doet de voorzitter de vraag of aile leden zich met
het voorstel van B. en W. kunnen vereenigen,
terwijl de voorzitter er aan toevoegt, eens te zullen
nazien, wat er aan ontbreekt.
De heer J. S. Smid Ez. Hebben de andere heeren
hunne benoeming aangenomen?
Voorzitter Neen, nog maar één heeft het aan
genomen, ze wachten natuurlijk allen op het besluit
van 't adres.
Na nog een onderling débat of de benoemingen
al of niet zullen worden aangenomen, zegt de voor
zitter wij hebben eene voordracht, of eigenlijk
geen voordracht, maar toch eenige personen opge-
schreven, die wel in aanmerking kunnen komen.
Het zijn: Jan Berg Oosteind Sappemeer, Hooite
Smit Westeind Sappemeer, J. Gatzen in 't midden
van 't dorp, Eppo van Hoorn Borgercompagnie, en
F. Maathuis Stationsstraat.
Voorzitter: Als de heeren tôt stemming willen
overgaan.
De heer Nauta De rij der opgegeven personen
nagaande, dan heb ik er toch één te veel.
Voorzitter: Dit is maar enkel eene opgave,
Mijnheer, anders heeft ze geene waarde. Het zijn
alleen personen, die door ons worden aangemerkt
als de meest geschiktste, overigens mag er wel van
worden afgeweken.
De heer Edzes beveelt Jan de Vries nog aan,
terwijl een paar andere leden zich zeer goed met
Edzes kunnen vereenigen. Na nog eenige onder-
linge besprekingen over verschillende personen
volgde eene stemming, waarvan de uitslag was, dat
de heeren F. Maathuis, Jan Berg, S. Smit en J.
Gatzen verkozen werden tôt leden van 't Armbe
stuur respectievelijk met 10, 9, 8 en 7 stemmen.
Verder nog bekwamen J. H. de Vries 3, J. Klei-
ninga, II. G. Mulder, R. Groeneveld, H. Smit en
Bosker ieder 1 stem.
4. Politiereglement.
De voorzitter stelt voor B. en W. te machtigen
het politiereglement te laten drukken.
Voorzitter: Heeft iemand der leden er ook iets
tegen.
De heer Nauta: Om dat règlement te laten
drukken, daar ben ik sterk voor.
Voorzitter: Ik vraag alleen maar wie er tegen is.
Nadat nog een der leden betoogd heeft, dat dit
ook niet zooveel zal kosten, waarna de voorzitter
opmerkt van wel, wordt het voorstel, van B. en
W. zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
5. Adres van 't bestuur der schippersvereeniging
»het Noorden" over de heffing van 't bruggeld.
Dit adres, dat door den voorzitter voorgelezen
wordt, sluit het volgende in De schippersveree
niging »het noorden" verzoekt beleefd den raad der
gemeente Sappemeer geen afdraaigeld van de nieuw
aangelegde brug te Borgercompagnie te hefïen.
Deze afdraaibrug heeft wel de vaste brug vervan-
gen, maar levert voor de schippers hoegenaamd
geen voordeel op, wel de schade, veroorzaakt door
'tbetalen van afdraaigelden. Daarom doet deze
vereeniging de noodige stappen om den raad te
bewegen, geene afdraaigelden te vragen.
Voorzitter Het tarief van heffing is reeds ter
goedkeuring opgezonden, zoodat wij nu niet veran-
deren kunnen.
De heer Nauta Is het wel waar, dat de ver-
andering van de brug geen dienst aan de schippers
bewijst Wij hebben immers de doorvaart ver-
wijd, wat voor hen een gerief is, vooral aïs er
veel stroom is. Datgene, wat dus in 't adres ge-
zegd wordt is niet waar.
De heer Edzes Met hoog water hadden de
schippers ook altijd veel last van de vaste brug,
dit is nu immers ook veel beter geworden.
Voorzitter: B. en W. stellen voor afwijzendop
dit adres te beschikken. Aangenomen.
6. Adres van van der Velde.
De voorzitter deelt mede, dat er een adres is
ingekomen van den heer van der Velde, hoofd der
school Oosteind, den raad verzoekende, het Fransch
als verplicht leervak in die school op te nemen.
Volgt voorlezing van een adres van ouders van
schoolgaande kinderen, waarhij ze adhaesie betui-
gen aan het ingezonden adres aan den raad van
den heer van der Velde.
Voorzitter Wie wil het woord over dit adres.
De heer H. Smit van der Velde toont, dat hij
vooruit wil, het is hem niet genoeg, dat hij hier
aan 't hoofd der school staat. Dat moet men in
hem prijzen. Wat dit geval toch betreft, moet de
raad hier grenzen stellen. Van der Velde heeft
reeds lang beroep gedaan om overplaatsing, nu
vraagt hij om het leervak in de Fransche taal ver-
plichtend te stellen.
Haccou wordt er hier voor betaald, en indien nu
het verzoek van van der Velde toegestaan wordt,
dan zal hij straks, omdat er aan de school West
ook een extra belooning voor is, vergoeding vragen.
Het getal leerlingen van Haccou zal dan gedeel-
telijk kunnen overgaan naar de school Oosteind,
wat ten gevolge kan hebben, dat er geene leerlin
gen genoeg in de school West overblijven, waar
door degradeering niet kan uitblijven.
Nu komt er nog bij, wat mij ook noodzaakt niet
er in te treden, dat in Veendam vroeger eens aan
genomen is aan een school het onderwijs in de
Fransche taal verplichtend te stellen, doch later is
dit ook weer gedegradeerd. Hier kan men nog
bijvoegen, dat dit wel eens ten nadeele van enkelen
kan gaan in eene klasse door afzondering.
Mijns inziens loopt het altijd weer op eene geld-
kwestie uit.
De voorzitter vraagt verder wie het woord er nog
over wil.
De heer Nyhuis is er voor het in stemming te
brengen.
Nadat de heer J. S. Smid Ez. aangetoond had
het met den heer H. Smit eens te zijn, dat het
een bezwaar was, dat er ni. bij het inwilligen van
't adres wel eens een toevloed kon komen bij de
school oosteind, wat uitbreiding ten gevolge zou
hebben, stelt de voorzitter voor dit adres aan te
tte de
jdt als
in de
ge-
odige
.elijke
hrdig-
hart
len te
aan-
•zoek,
tpalen
>lp le-
jrden.
tigen-
1 zich
Men
elijke
isting
m drie
0 vol-
If voor
zijn
s be-
;evoel
kheid
ngen.
n El-
1 dan
le ar-
onder
meer
in de
Zou
en dat
i geest
ce ne-
et niet
jn El-
îspan-
Ze-
1: het
|e be-
ichten
woordde Oliva. »In hun ontsteltenis over den
brief vergaten ze aile voorzichtigheid en zochten
hulp bij mij, alsof ik hen voor gevaar zou kunnen
behoeden."
»Bij kalrn nadenken zal de achterdocht niet uit
blijven," zeide Nicodemo bezorgd.
»Dat geloof ik niet; ik heb te voorzichtig het
net opgezet. Ze gaven mij inzicht in hun plannen
ik zou hebben kunnen lachen om hun onnoozelheid.
Bovendien zal men mij tôt de bode maken, die
Ouinch zoowel als hen zelf in het verderf zal storten.
Wat is mij aan hen gelegen? Wat mij betreft,
laten ze voortgaan met hun verraderlijke kuiperij-
en, als het ons maar gelukt Quinch in handen te
krijgen. Dat hoop ik nu zeker; ik moet mij zeer
vergissen, indien het ons niet gelukken zal op
Oliva verwijtend. »Het is waar: wat gij zegt,
komt voort uit een edel, trouw hart. Maar gij kent
mij toch genoeg om te weten, dat ik mijn doel
nooit uit het oog verlies. Bij haav pas ik het
allerminst. Met heimelijk beven reikte ik haar de
hand had zij vermoed, dat die zelfde hand een
doodelijk schot aan een medemensch heeft toege-
bracht, ze zou voor mijn aanraking teruggeschrikt
zijn."
»Gij moest uw leven verdedigen; wie waagthet
u daar van een ver wij t te maken? Uw eigen ge-
weten spreekt u vrij en dat zegt genoeg."
»Ja, maar het zou mij veroordeelen, indien ik
plotseling omkeerde op den weg, die tôt mijn doel
moet leiden."
Nicodemo antwoordde niet zy hadden het slak-
geweest."
»Ja, ja," zeide Nicodemo, »maar je hebt nu
niets anders te doen dan je oogen open te houden
en je mond dicht te knijpen, om niet te spreken
als ik je niets vraag."
»Ik kan verbazend goed zwijgen als het noodig
is," luidde het antwoord, »maar als het geen kwaad
kan, spreek ik graag voor drie. Ik houd veel van
u, ik houd van iedereen, die tegen de Zuidelijken
is die schurken hebben mijn vader opgehangen
en mijn moeder gegeeseld, tôt zij stierf. Vader
was een bovenste beste toen we hem afsneden
het is twee jaar geleden, de slaven waren toen
nog niet vrij, en hem begroeven, heb ik een
week lang dag en nacht gehuild en elk uur ge-
zworen, dat ik het den Zuidelijken zou terugbetalen,
ent de
ir den
j allen
je in
ipende
verder
:hend,
het op
en ik
ouwer
als we
iadden
welke
geheel
iiit aile
zaten.
n zich
nidden
hoofd
;ewoon
teerde.
t door-
p hem
e hem
aïs een bundel lompen hoog in de lucht.
»Vervloekte zwarte schildpad riep hij woedend
uit, »hoe kom je hier in een gezelschap van fîjne
blanken Hij was op het punt den ongelukkigen
knaap tegen den muur te slingeren, toen hij zijn
arm met zooveel kracht voelde vastgegrepen, dat
hij Vagevuur losliet. Met een nieuwen vloek zag
hij Nicodemo aan en trachtte uit dien greep los te
komen. Tegelijkerlijd hield het zingen, tieren en
lachen der menigte op in spanning wachtte men,
of er een strijd zou volgen.
(Wordt vervolgd.)
BEHOORENDE BIJ HET
HERZIEVEVG
DER
7,8
7,41
8,5
8,58
9,29
10,17
id,42
8,80
10,2