VOLKSBLAD van Oost-Goorecht en Omstreken van Woensdag 2 Maart 1892, No. 18. OFFICIEELE PU3LICATCEN. PATENTKECHT. 1ER. T. RAADSVERGADERING te Sappemeer op a.s. Donderdag den 3 Maart 1892, 's morgens 40 uur. Aan de orde: Af- en overschrijving. Benoeming onderwijzer in de school te Sappe meer Oost. Aanbieding verslagen loestand lager- en middel- baar onderwijs over 1891. Ter secretarie te Hoogezand gedeponeerd eene BAJONETSCHEDE, gevonden op den weg te Krops wolde. De Burgemeester van Hoogezand: I. A. VAN ROIJEN. SGHOOLVERZUIM. Burgemeester en Wethouders der gemeente Hoo gezand, Gelet op art. 81, alinéa 2 en 3 der wet op het lager onderwijs van den 17 Augustus 1878 (Staats- blad no. 127 brengen ter openbare kennis, dat gedurende veertien dagen en wel van den vierden tôt en met den 18 Maart 1892 op de secretarie dezer gemeente ter lezing ligt een staat, vermeldende de namen der kinderen van boven de zes en beneden de twaalf jaren, welke zich op den 1 Januari van het loopende jaar in de gemeente bevonden en niet voorkomen op de in art. 80 der genoemde wet bedoelde lijsten der kinderen, die openbare of bij- zondere lagere scholen bezoeken oi huisonderwijs ontvangen en maken verder opmerkzaam op de bepaling, voorkomende in alinéa 5 van bovenver- meld wetsartikel 81, dat n.l. ouders of verzorgers van op dien staat voorkomende kinderen geene ondersteuning verkrijgen, geneeskundige hulp uit- gezonderd, van wege de gemeente, tenzij zij aan- toonen, dat hunne kinderen ten onrechte op dien staat zijn gebracht of het niet schoolgaan van deze aan hen niet is te wijten. Hoogezand, den 29 Februari 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd: I. A. VAN ROIJEN. De Secretaris: W. AGTERBOS. PERSONEELE BELASTING. De Burgemeesters der gemeenten Hoogezand en Sappemeer, brengen ter kennis van de belanghebbenden dat het door den heer Provincialen Inspecteur der directe belastingen te Groningen, voor Hoogezand bij reso- lutie van den 26 Februari 1892, Nos. 892,893 en 894, executoir en invorderbaar verklaarde aanvullingsko- hieren, Nos. 9, 10 en 11, en voor Sappemeer bij resolutie van den 26 Februari 1892, Nos. 895, 896 en 897, executoir en invorderbaar verklaarde kohieren, Nos. 6, 7 en 8, voor de belasting op het personeel over het dienstjaar 1891/92, op heden ter invordering aan den heer Ontvanger van 's rijks directe belastingen alhier is overgegeven, en dat een ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Voorts wordt den belastingschuldigen in deze gemeenten in herinnering gebracht, dat zij hunne reclames, op ongezegeld papier geschreven, volgens art. 45 1 der wet op de personeele belasting, van den 29 Maart 1833 (Staatsblad no. 4), in ver- band met art. 1 der wet van den 4 April 1870 (Staatsblad no. 60), vôôr of op den laatsten dag der drie maanden, volgende op den dag dezer afkon- diging, zullen moeten indienen aan heeren Gede- puteerde Staten dezer provincie, desverkiezende door tusschenkomst van den heer Contrôleur der directe belastingen te Groningendoch steeds onder overlegging van een dubbel van het aanslagbiljet, kunnende op geene reclames worden gedsponeerd, welke na dien tijd mochten worden ingeleverd. Verder moeten binnen genoemden termijn die reclamatiën worden ingediend, welke strekken tôt herstel van begane abuizen of misstellingen in de schattingen en tellingen, op aanvraag der belasting schuldigen gedaan, of ook tôt herstel van fouten, in hunne eigene aangifte begaan, welke bezwaar- sehriften eveneens door tusschenkomst van heeren Contrôleurs kunnen worden ingediend, doch op zegel geschreven en naar het voorschrift van art. 34 3 der wet van den 29 Maart 4833 (Staatsblad no. 4), behooren te zijn gericht aan zijne excellentie den Minister van Financiën en niet aan heeren Gedeputeerde Staten. Wordende deze op heden op de in deze gemeenten gebruikelijke wijze en plaatsen afgekondigd en aan- geslagen, ten einde ter algemeene kennis te komen. Hoogezand, den 29 Februari 1892. Sappemeer, den 1 Maart 1892. De Burgemeesters voornoemd: I. A. VAN ROIJEN. T. VENEMA Az. De Burgemeesters der gemeenten Hoogezand en Sappemeer, brengen bij deze ter kennis van de belangheb- bende patentplichtige ingezetenen dier gemeenten, dat het door den heer Inspecteur der Directe Be lastingen in deze provincie, voor Hoogezand bij resolutie van den 26 Februari 1892, no. 903, voor Sappemeer bij resolutie van den 26 Februari 1892, no. 904, executoir en invorderbaar verklaarde 3de kwartaals kohier van patentrecht over het dienstjaar 1891/92, op heden ter invordering aan den heer Ontvanger der Directe Belastingen dezer gemeenten is overgegeven, en dat een ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te vol doen, terwijl zij die zich over hunnen aanslag bezwaard mochten achten, bevoegd zijn hunne reclames, geschreven op ongezegeld papier en onder overlegging van een dubbel van het aanslagbiljet, verkiijgbaar bij voormelden Ontvanger, binnen drie maanden na dagteekening dezer, in te dienen, over- eenkomstig het voorschrift der Wet van den 21 Mei 1819, bij de heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie, desverkiezende door tusschenkomst van den heer Contrôleur der Directe Belastingen te Groningen. Gedaan te Hoogezand, den 29 Februari 1892. Sappemeer, den 1 Maart 1892. De Burgemeesters voornoemd. I. A. VAN ROIJEN. T. VENEMA. Az. MTIOMLE MIL1TIE. OPROEPING. De Burgemeester der gemeente Sappemeer roept bij deze op HENDRIK KUIPER, loteling der ge meente Gaasterland, lichting 1892, om zich oogen- blikkelijk ter secretarie dezer gemeente aan te melden. Sappemeer, den 1 Maart 1892. De Burgemeester voornoemd T. VENEMA Az. UtESTUfG. De Burgemeester en Wethouders der gemeente Zuidbroek Gelezen eene missive van den heer Commissaris der Koningin, van 20 Februari 1892, houdende mededeeling, dat de pokken in de gemeente Groes beek epidemisch voorkomen. Brengen ter voldoening aan art. 18 der wet van 4 December 1872 (St.bl. no. 134), ter openbare kennis, dat op Vrijdag den 4 Maart e.k., des na- middags om 5 uur, in het gemeentehuis en zoo noodig vervolgens iedere maand, op nader aan te wijzen dag, gelegenheid bestaat tôt kostelooze in enting en herinenting. Zuidbroek, 29 Februari 1892. De Burgemeester en Wethouders: S. TALMA STHEEMAN. De Secretaris: VERVER. KIEZERSLIJSTEN. Burgemeester en Wethouders der gem. Zuidbroek, Gelet hebbende op art. 35 der wet, regelende het Kiesrecht; Brengen ter openbare kennis, dat bij de gehoudene hei-ziening van de lijsten der Kiezers, bevoegd tôt het kiezen van leden van de Tweede Kamer der Stalen-Generaalde Provinciale Staten en den Gemeenteraad, zijn geschrapt, de navolgende per sonen Jan van Agteren, Harm Jans Bakker, Ilarm Reints Bareveld, Gerhardus Bennema, Philip Wil- helm Blankstein, Hendrik Pieters Blok, Gosse Boon, Reint Bos, Jan Brink, Johannes Burema, Reinder Glas, Jan de Groot, Henderikus de Haan, Arend Derks Hartman, Udo Nieland, Richard Hendrik Niertrasz, Gerrit Nuijen, Wouter Hendrik van Rees, Jan Reinders, Ammo Smith, Jan Stenhuis, Jan Uildriks, Hindrikus Verver, Heiman Wôstcnfeld. Gedaan te Zuidbroek, den 26 Febr. 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd: S. TALMA STHEEMAN. De Secretaris, VERVER. Burgemeester en Wethouders der gemeente Zuid broek, brengen, ter voldoening aan art. 10 der wet regelende het kiesrecht, zooals die is gewijzigd hij de Additioneele artikelen der Grondwet, ter openbare kennis, dat de naamlijsten van de personen in deze gemeente, bevoegd tôt het kiezen van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad, op heden zijn vastgesteld, aan het gemeentehuis aangeplakt en gedurende veertien dagen op de Secretarie dezer gemeente voor een ieder ter in- zage zijn nedergelegd; dat bij die kiezerslijsten zijn gevoegd de vastge- stelde schattingstaten, bevattende de uitkomsten van de schatting der jaarlijksche huurwaarde van gedeelten van woonhuizen, waarvoor geen afzonder- lijke aanslag in de belasting op het personeel ge- schiedt, benevens de verslagen van de betrokken bewaarders der hypotheken en van het kadaster, betreffende de aangiften voor plaatsing op de kie zerslijsten wegens een aandeel in een aanslag in de grondbelasting, ten minste tien gulden in hoofd- som en rijksopcenten bedragende. Bezwaren tegen de vastgestelde lijsten kunnen binnen veertien dagen na heden, bij verzoekschrift, door de noodige bewijsstukken gestaafd, aan den Gemeenteraad worden ingediend; onder herin nering, dat, zoo het bezwaarschrift de schatting der jaarlijksche huurwaarde van gedeelten van woonhuizen betreft, de kosten der herschatling voor rekening zijn van dengene, die het bezwaarschrift indient, en dat deze verplicht is het daarvoor bij Koninklijk besluit van 28 November 1887 (Staats blad no. 211) vastgestelde bedrag van vier gulden vijftig cent, bij het gemeentebestuur te storten, tegelijk met de indiening van het bezwaarschrift zullende, bij verzuim, op het bezwaarschrift geene àeschikking worden genomen. Zuidbroek, den 26 Febr. 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd: S. TALMA STHEEMAN. De Secretaris VERVER. Vergadering Tan den Raad der ge- meente Sappemeer op Zaterdag den 37e Februari 1893 des voormiddags te 10 uur. Aanwezig De voorzitter, A. Swiers (weth.), H. Smit, J. Berg, T. Edzes, E. Mulder, H. Boswijk, J. H. Nijhuis, C. Star Nauta, benevens de nieuw benoemde raadsleden Mr. T. S. Bakker en J. S. Smid Ez. Na opening der vergadering door den voorzitter, las ZEd.Achtb. de notulen der vorige vergadering voor, welke, behoudens eene aanmerking van den heer C. Star Nauta, ni. dat het passeeren der draaibrug, moest zijn vallaat, hetwelk de voorzitter beloofde te zullen verbeteren, werden goedgekeurd. Aan de orde: Beëediging van nieuw benoemde raadsleden. oorzitter Tengevolge van ons raadsbesluit, waardoor de geloofsbrieven van de nieuw benoemde raadsleden naar Ged. Staten zijn toegezonden, hebben we van dit collège terugzending ontvangen, met het bericht, waarbij geene bezwaren zijn inge- bracht tegen de toelating der nieuwe leden. Daarom zullen we tôt de beëediging overgaan, en zal ik u voorlezen welke eeden en beloften ge af te leggen hebt. Ik zweer (verklaar) dat ik om tôt lid van den gemeenteraad te worden benoemd direktelijk of indirektelijk aan geene personen, onder wat naam of voorwendsel ook, eenige giften of gaven beloofd of gegeven heb, noch beloven of geven zal. Ik zweer, dat ik, om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te Jaten van niemand hoege- naamd eenige beloften of geschenken aannemen zal, direktelijk of indirektelijk. De heer T. S. Bakker Zoo waarlijk, helpe mij God Almachtig. F J De heer J. S. Smid Ez. Dat beloof ik. Voorzitter: Ten 2den, volgens artikel 39 der gemeente wet Ik zweer, trouw aan de Grondwet en aan de wetten des Rijks, dat ik de belangen der gemeente Sappemeer met al mijn vermogen zal voorstaan en bevorderen. De heeren Bakker en Smid als voren. Voorzitter Ik feliciteer de heeren met hunne benoeming tôt leden van den Raad, en ik heb aile reden om te gelooven, dat ze met ons ailes zullen aanwenden om de welvaart der gemeente te bevorderen en zorg te dragen voor haren bloei. Op verzoek van den voorzitter nemen de leden op hunne zetels plaats. 2. Benoeming Wethouder. De uitslag der stemming, die gehouden werd, was, dat de heeren J. H. Nijhuis 4, J. Berg 3, T. S. Bakker 2, Nauta 1, en E. Mulder 1 stem bekwam. Volgt nieuwe vrije stemming, als: Nijhuis 4, J. Berg 3, T. S. Bakker 2, Nauta 1 en Boswijk 1. Gedurende het oplezen der stemmen, zegt de heer H. Smit, bij het hooren van den naam van Boswijk, heb je er de vorige keer ook een gehad Boswijk. De heer Boswijk »Neen". Hierna volgde eene herstemming tusschen de heeren Nijhuis en Berg, met den uitslag, dat Nijhuis 6 en Berg 3 stemmen bekwam, (de heer Nijhuis en Berg stemmen niet mee). Voorzitter: Ik feliciteer den heer Nijhuis met de benoeming en verzoek u direkt te willen verklaren of ge de benoeming wilt aannemen. De heer Nijhuis: Ik dank de leden voor het vertrouwen, dat ze in mij gesteld hebben, doch ik wensch mij op de aanneming eerst te beraden. Voorzitter Denk je dan om het termijn. De heer Nijhuis: Ja. oorzitter Nu is er aan de orde de benoeming van eenen ambtenaar van den Burgerlijken Stand. Uitslag der stemming J. H. Nijhuis 5; T. S. Bakker 3; J. Berg 1; en Swiers 1 stem, in blanco 1 stem. Volgt nieuwe vrije stemming als: Nijhuis 4, T. S. Bakker 5, II. J. Smit 1 en J. Berg 1 stem. Herstemming tusschen de heeren T. S. Bakker en Nijhuis. Voorzitter: Daar hebben we toch een boelple- zier mede. Het is evenwel de gewichtigste be trekking. Uitslag der herstemming is, dat de heer Bakker verkozen werd met 5 stemmen. De heer Nijhuis verkreeg er 4. Voorzitter tôt den heer Bakker Ik feliciteer u, en vraag of u de benoeming aanneemt. De heer Bakker: Ik dank de leden voor het vertrouwen, dat ze in mijVstellen en kan dadelijk de mededeeling doen, dat ik met genoegen de betrekking aanneem. 3. Wijziging Burgerlijk Armbesluur. Voorzitter: Aan den Raad is ingezonden het volgende adres, door de voorstanders van verbeterde armenzorg Geven te kennen, ondergeteekenden, ingezetenen van Sappemeer, dat eene verbeterde armenzorg noodig is om bedelarij te voorkomen. Dit kan worden beraikt, door benoeming van een tamelijk uitgebreid Armbestuur, waarvan de leden op zich nemen 1. de armen persoonlijk te bezoeken, 2. Ook die behoeftigen te steunen, die zich niet aanmelden, hoewel zij 't noodig hebben en 3. de behoeftigen op te wekken tôt reinheid, huiselijk- heid enz. (Zie verder no. 14, (Woensdag 17 Febr.) van dit blad, waarin dit adres reeds volledig is opge- nomen.) Verder verzoeken adressanten, dat het getal leden van 't Burgerlijk Armbestuur bepaald wordt op minstens 9. Voorzitter: B. en W. stellen voor aan het ver zoek van adressanten gevolg te geven en alzoo het ledental van 't B. A. met 4 leden te vermeer- deren. Nadat door den heer H. Smit over het samen- gaan van 't Armbestuur 't Plaatselijk nut ge- sproken is en de voorzitter er op geantwoord heeft, dat men binnen de perken der wet moet blijven, doet de voorzitter de vraag of aile leden zich met het voorstel van B. en W. kunnen vereenigen, terwijl de voorzitter er aan toevoegt, eens te zullen nazien, wat er aan ontbreekt. De heer J. S. Smid Ez. Hebben de andere heeren hunne benoeming aangenomen? Voorzitter Neen, nog maar één heeft het aan genomen, ze wachten natuurlijk allen op het besluit van 't adres. Na nog een onderling débat of de benoemingen al of niet zullen worden aangenomen, zegt de voor zitter wij hebben eene voordracht, of eigenlijk geen voordracht, maar toch eenige personen opge- schreven, die wel in aanmerking kunnen komen. Het zijn: Jan Berg Oosteind Sappemeer, Hooite Smit Westeind Sappemeer, J. Gatzen in 't midden van 't dorp, Eppo van Hoorn Borgercompagnie, en F. Maathuis Stationsstraat. Voorzitter: Als de heeren tôt stemming willen overgaan. De heer Nauta De rij der opgegeven personen nagaande, dan heb ik er toch één te veel. Voorzitter: Dit is maar enkel eene opgave, Mijnheer, anders heeft ze geene waarde. Het zijn alleen personen, die door ons worden aangemerkt als de meest geschiktste, overigens mag er wel van worden afgeweken. De heer Edzes beveelt Jan de Vries nog aan, terwijl een paar andere leden zich zeer goed met Edzes kunnen vereenigen. Na nog eenige onder- linge besprekingen over verschillende personen volgde eene stemming, waarvan de uitslag was, dat de heeren F. Maathuis, Jan Berg, S. Smit en J. Gatzen verkozen werden tôt leden van 't Armbe stuur respectievelijk met 10, 9, 8 en 7 stemmen. Verder nog bekwamen J. H. de Vries 3, J. Klei- ninga, II. G. Mulder, R. Groeneveld, H. Smit en Bosker ieder 1 stem. 4. Politiereglement. De voorzitter stelt voor B. en W. te machtigen het politiereglement te laten drukken. Voorzitter: Heeft iemand der leden er ook iets tegen. De heer Nauta: Om dat règlement te laten drukken, daar ben ik sterk voor. Voorzitter: Ik vraag alleen maar wie er tegen is. Nadat nog een der leden betoogd heeft, dat dit ook niet zooveel zal kosten, waarna de voorzitter opmerkt van wel, wordt het voorstel, van B. en W. zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 5. Adres van 't bestuur der schippersvereeniging »het Noorden" over de heffing van 't bruggeld. Dit adres, dat door den voorzitter voorgelezen wordt, sluit het volgende in De schippersveree niging »het noorden" verzoekt beleefd den raad der gemeente Sappemeer geen afdraaigeld van de nieuw aangelegde brug te Borgercompagnie te hefïen. Deze afdraaibrug heeft wel de vaste brug vervan- gen, maar levert voor de schippers hoegenaamd geen voordeel op, wel de schade, veroorzaakt door 'tbetalen van afdraaigelden. Daarom doet deze vereeniging de noodige stappen om den raad te bewegen, geene afdraaigelden te vragen. Voorzitter Het tarief van heffing is reeds ter goedkeuring opgezonden, zoodat wij nu niet veran- deren kunnen. De heer Nauta Is het wel waar, dat de ver- andering van de brug geen dienst aan de schippers bewijst Wij hebben immers de doorvaart ver- wijd, wat voor hen een gerief is, vooral aïs er veel stroom is. Datgene, wat dus in 't adres ge- zegd wordt is niet waar. De heer Edzes Met hoog water hadden de schippers ook altijd veel last van de vaste brug, dit is nu immers ook veel beter geworden. Voorzitter: B. en W. stellen voor afwijzendop dit adres te beschikken. Aangenomen. 6. Adres van van der Velde. De voorzitter deelt mede, dat er een adres is ingekomen van den heer van der Velde, hoofd der school Oosteind, den raad verzoekende, het Fransch als verplicht leervak in die school op te nemen. Volgt voorlezing van een adres van ouders van schoolgaande kinderen, waarhij ze adhaesie betui- gen aan het ingezonden adres aan den raad van den heer van der Velde. Voorzitter Wie wil het woord over dit adres. De heer H. Smit van der Velde toont, dat hij vooruit wil, het is hem niet genoeg, dat hij hier aan 't hoofd der school staat. Dat moet men in hem prijzen. Wat dit geval toch betreft, moet de raad hier grenzen stellen. Van der Velde heeft reeds lang beroep gedaan om overplaatsing, nu vraagt hij om het leervak in de Fransche taal ver- plichtend te stellen. Haccou wordt er hier voor betaald, en indien nu het verzoek van van der Velde toegestaan wordt, dan zal hij straks, omdat er aan de school West ook een extra belooning voor is, vergoeding vragen. Het getal leerlingen van Haccou zal dan gedeel- telijk kunnen overgaan naar de school Oosteind, wat ten gevolge kan hebben, dat er geene leerlin gen genoeg in de school West overblijven, waar door degradeering niet kan uitblijven. Nu komt er nog bij, wat mij ook noodzaakt niet er in te treden, dat in Veendam vroeger eens aan genomen is aan een school het onderwijs in de Fransche taal verplichtend te stellen, doch later is dit ook weer gedegradeerd. Hier kan men nog bijvoegen, dat dit wel eens ten nadeele van enkelen kan gaan in eene klasse door afzondering. Mijns inziens loopt het altijd weer op eene geld- kwestie uit. De voorzitter vraagt verder wie het woord er nog over wil. De heer Nyhuis is er voor het in stemming te brengen. Nadat de heer J. S. Smid Ez. aangetoond had het met den heer H. Smit eens te zijn, dat het een bezwaar was, dat er ni. bij het inwilligen van 't adres wel eens een toevloed kon komen bij de school oosteind, wat uitbreiding ten gevolge zou hebben, stelt de voorzitter voor dit adres aan te tte de jdt als in de ge- odige .elijke hrdig- hart len te aan- •zoek, tpalen >lp le- jrden. tigen- 1 zich Men elijke isting m drie 0 vol- If voor zijn s be- ;evoel kheid ngen. n El- 1 dan le ar- onder meer in de Zou en dat i geest ce ne- et niet jn El- îspan- Ze- 1: het |e be- ichten woordde Oliva. »In hun ontsteltenis over den brief vergaten ze aile voorzichtigheid en zochten hulp bij mij, alsof ik hen voor gevaar zou kunnen behoeden." »Bij kalrn nadenken zal de achterdocht niet uit blijven," zeide Nicodemo bezorgd. »Dat geloof ik niet; ik heb te voorzichtig het net opgezet. Ze gaven mij inzicht in hun plannen ik zou hebben kunnen lachen om hun onnoozelheid. Bovendien zal men mij tôt de bode maken, die Ouinch zoowel als hen zelf in het verderf zal storten. Wat is mij aan hen gelegen? Wat mij betreft, laten ze voortgaan met hun verraderlijke kuiperij- en, als het ons maar gelukt Quinch in handen te krijgen. Dat hoop ik nu zeker; ik moet mij zeer vergissen, indien het ons niet gelukken zal op Oliva verwijtend. »Het is waar: wat gij zegt, komt voort uit een edel, trouw hart. Maar gij kent mij toch genoeg om te weten, dat ik mijn doel nooit uit het oog verlies. Bij haav pas ik het allerminst. Met heimelijk beven reikte ik haar de hand had zij vermoed, dat die zelfde hand een doodelijk schot aan een medemensch heeft toege- bracht, ze zou voor mijn aanraking teruggeschrikt zijn." »Gij moest uw leven verdedigen; wie waagthet u daar van een ver wij t te maken? Uw eigen ge- weten spreekt u vrij en dat zegt genoeg." »Ja, maar het zou mij veroordeelen, indien ik plotseling omkeerde op den weg, die tôt mijn doel moet leiden." Nicodemo antwoordde niet zy hadden het slak- geweest." »Ja, ja," zeide Nicodemo, »maar je hebt nu niets anders te doen dan je oogen open te houden en je mond dicht te knijpen, om niet te spreken als ik je niets vraag." »Ik kan verbazend goed zwijgen als het noodig is," luidde het antwoord, »maar als het geen kwaad kan, spreek ik graag voor drie. Ik houd veel van u, ik houd van iedereen, die tegen de Zuidelijken is die schurken hebben mijn vader opgehangen en mijn moeder gegeeseld, tôt zij stierf. Vader was een bovenste beste toen we hem afsneden het is twee jaar geleden, de slaven waren toen nog niet vrij, en hem begroeven, heb ik een week lang dag en nacht gehuild en elk uur ge- zworen, dat ik het den Zuidelijken zou terugbetalen, ent de ir den j allen je in ipende verder :hend, het op en ik ouwer als we iadden welke geheel iiit aile zaten. n zich nidden hoofd ;ewoon teerde. t door- p hem e hem aïs een bundel lompen hoog in de lucht. »Vervloekte zwarte schildpad riep hij woedend uit, »hoe kom je hier in een gezelschap van fîjne blanken Hij was op het punt den ongelukkigen knaap tegen den muur te slingeren, toen hij zijn arm met zooveel kracht voelde vastgegrepen, dat hij Vagevuur losliet. Met een nieuwen vloek zag hij Nicodemo aan en trachtte uit dien greep los te komen. Tegelijkerlijd hield het zingen, tieren en lachen der menigte op in spanning wachtte men, of er een strijd zou volgen. (Wordt vervolgd.) BEHOORENDE BIJ HET HERZIEVEVG DER 7,8 7,41 8,5 8,58 9,29 10,17 id,42 8,80 10,2

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 5