No. 19.
ZONDAG 6 Maart 1892
22e Jaargantm
Oe *|ii»u.
:jt
VAN
FEUILLETON.
BORGESIUS ZOON. 8APPEMEER.
Inzending van Advertentiën en Ingezonden Stukken des Dinsdags- en Vrijdagsavonds vôôr zes uur by de Uitgevers.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
ARMENZORG.
qOFR.
Voor de Gemeenten HOOGEZAND, SAPPEMEERSLOCHTEREN NOORDBROEK, ZUIDBROEK, ZUIDLAREN, HAREN enz
Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 cents,
franco per post 45 cents.
Enkele nommers 5 cents.
U 1 T G A V E
PRIJS der ADVERTENTIËN Van 15 regels 35 cents f
iedere regel meer ÎO cents. Groote letters worden naar plaat».
ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens
voor 3-maal plaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis.
DIENSTREGELING
OP DE STAATS-SPOORWEGEN. AANGEVANGEN DEN 1
OCTOBER 1891.
WEEKEALENDËR.
Zondag 6 Maart. Maandag 7. Dinsdag 8.
Woensdag 9. Donderdag 10. Vrijdag 41.
Zaterdag 12.
Zonsopgang, Zaterdag 12 Maart te 6.24 onder
te 5.56.
Sedert we over bovenstaand onderwerp iets
geschreven hebben is in het licht verschenen eene
rede, door den heer J. T. L. Blankenberg gehouden,
in het gebouw der vrijegemeente te Amsterdam,
getiteld: armenzorg in groote sleden. De heer B.
heeft er recht op gehoord te worden; hij is reeds
jaren lang een besluurder van het welbekende
genootsehap liefdadigheid naar vermogen en dien-
tengevolge heeft hij veel studie gemaakt van de
armverzorging. Wanneer wij uit den rijken in-
houd zijner rede het een en ander hier mededee-
len, dan geschiedt dit, omdat de quaestie der ar
menzorg in onze dagen meer en meer op den
voorgrond treedt en omdat, nu hier en elders de
kerk zich aan de verzorging der armen onttrekt,
er wel op gelet moet worden, op welke wijze de
armen moeten geholpen worden.
Dit nu is niet gemakkelijk, want altoos zijn er,
die ondoordachte aalmoezen geven, waarvan de
hoogst nadeelige uitwerking niet kan uitblijven,
altoos zijn er, die, onbewust misschien, een premie
op de luiheid en het bedrog stellen, die tôt de
allernoodlottigste uitkomsten moet leiden. Daarom
is armenzorg een arbeid die voorbereiding, voort-
gezette studie vereischt. Weekhartigheid, overge-
voeligheid, gebrek aan nadenken en onderzoek
zijn daarhij even zoovele remtoestellen, die den
gang van een rationeele, verstandige armenzorg
belemmeren en zelfs tegenhouden. Als men
nooden en het lijden van arme medemenschen wil
verzachten is het niet genoeg dat men daartoe den
aandrang gevoelt of den lust bezit men moet zich
vooraf op de hoogte stellen en houden van het-
geen men te doen heeft om werkelijk verbetering
in den toestand te brengen, en den armen tôt
zegen te zijn. Het einddoel van den armenverzor-
ger moet toch altijd zijn om door onderzoek, raad-
pleging en nadenken te komen tôt het middel om
een behoeftig gezin te helpen, om langzamerhand
op eigen beenen te staan en hij moet hedenken,
dat het altijd maar geld geven menig gezin ver-
leidt op anderer kracht te vertrouwen.
Wat verder armenzorg ook zoo bizonder moeie-
lijk maakt is de veelheid van gevallen die zich
voordoen. Iemand, die een algemeenen regel zou
willen volgen om aile armoede te leenigen, zou in
geen enkel geval slagen. Evenmin als er geen twee
menschen op de wereld zijn met een gelijkvormig
aangezicht, zoo zijn er ook geen twee gezinnen aan
te wijzen, waarvan de toestand langs denzelfden
weg kan worden verbeterd. Men moet goed op de
hoogte zijn met het stellen van hetgeen daartoe
noodig is. Aan bedelaars mag niets gegeven worden
en ondoordacht helpen moet niemand of hij zal
armoede kweeken en aantrekkelijk maken. Merk-
waardig is het te leeren wat in de grootste sleden
van ons werelddeel in de laatste 20 jaren voor
armenzorg is gedaan en hoe eene verstandige ar
menzorg de armoede heeft doen verminderen. En
kunnen wij niet ailes daaromtrent mededeelen,
met belangstelling zullen velen zeker kennis nemen
van het elberfelder stelsel, waarover ook reeds
in ons voorgaand artikel een enkel woord gezegd
is, dat terecht wereldheroemde reputatie geniet
en in de meeste groote steden gevolgd wordt. De
heer B. verhaalt hierover het volgende.
Het was in het jaar 1853, dat een zekere heer
Daniel van der Heijdt den stoot gaf tôt herziening
van de armenzorg in zijne gemeente. Nooddruft
en bedelarij namen op onrustbarende wijze toe,
de druk door de brutale bedelarij op de inwoners
uitgeoefend, deed zich zoowel financieel als maat-
schappelijk gelden. De armenzorg was voorname-
lijk in handen der kerk, maar deze was niet in
staat hare taak naar behooren te vervullen.
Bijgestaan door zijnen schoonzoon Lischke, den
opperburgemeester van de stad, gelukte het Van
der Heijdt eene regeling in te voeren, op de vol
gende grondslagen gebaseerd.
Onderstand wordt slechts verleend na ingesteld
persoonlijk onderzoek, dat de noodzakelijkheid van
hulp aantoont. Dit onderzoek wordt ingesteld door
vrijwiliige armbezoekers, door den gemeenteraad
te benoemen. Ieder dezer armbezoekers mag slechts
ten hoogste 4 gezinnen onder zijne behandeling
hebben en ieder armbezoeker heeft als arbeidsveld
een bepaald gedeelte der stad. Deze vier gezinnen
vormen samen een zoogenaamd Quartier, 14 dezer
quartieren eeh Bezirk.
De 14 armbezoekers van een Bezirk, komen
onder leiding van een voorzitter, eens in de 14
dagen in vergadering bijeen. In die vergaderingen
worden de gevallen besproken, sinds de laatste
vergadering ingekomen en wordt daarop besloten.
Op dit oogenblik bestaan er 31 dergelijke Be-
zirken en dus 434 armbezoekers.
Aan het hoofd van het geheele armbestuur staat
een comité van 9 personen, bestaande uit den Bur-
gemeester of Wethouder, vier leden van den ge
meenteraad en vier door den gemeenteraad ge-
kozen stemgerechtigde burgers.
Volgens de duitsche Rijkswet heeft de behoef-
tige recht op onderstand, maar kan hij daarentegen
tôt het doen van werk worden gedwongen. De on-
dersteuning, door het Elberfelder armbestuur ge
geven, bestaal in opname in gestichten en in on
derstand in geld of goederen in natura. De onder-
steuning is niet gering ook. Een man en vrouw
met 6 kinderen ontvangen ongeveer 10. Dit
cijfer, vergeleken met hier te lande en elders meest
voorkomende, schijnt zeer hoog. Maar de som
wordt verminderd met ailes wat een der leden van
het gezin door eigen arbeid inbrengt, en met de
ondersteuning, die het van andere zijde ontvangt.
Een ondersteunde is verplicht den arbeid te
verrichten, hem door het armbestuur opgelegd.
Weigert hij, dan wordt hij voor de rechtbank
gedaagd, tôt werken veroordeeld of gaat in het
werkhuis. Maakt hij het dan nog bont, dan gaat
hij in het tuchthuis en als dat ook niet helpt in
de gevangenis voor twee jaar. In den tusschentijd
wordt zijn gezin ondersteund op de straks ge-
noemde voorwaarden.
Het Elberfelder stelsel verwerpt de euvelen, die
zoo licht verbonden zijn aan het werken in eene
vereeniging. Door de bepaling dat niemand meer
dan 4 gezinnen in behandeling mag hebben, wordt
het iedereen mogelijk gemaakt, de meest mogelijke
zorgen aan ieder gezin afzonderlijk te wijden. Men
heeft daardoor den tijd en de gelegenheid, zich
grondig te interesseeren, niet alleen voor ieder gezin,
maar ook voor ieder lid daarvan en kan zoodoende
raad en voorlichting geven en werkelijk met liefde
zorgen. De armen worden alsdan niet als volgnum-
mers behandeld, maar zooals het behoort als men
schen, wier fouten en gebreken zoo dikwijls kunnen
verklaard worden uit hun omgeving en uit de
opvoeding die zij genoten.
Het kost in Elberfeld niet de minste moeite de
noodige armbezoekers te vinden. Het wordt als
een hooge onderscheiding gerekend. Zooals in de
instructien staat behoort het ambt tôt de ge-
wichtigste burgerlijke eere-ambten, welke noodige
vervulling een groote mate van daadwerkelijke
naastenliefde en een ernstigen zin van rechtvaardig-
heid vereischt: de liefde om met welwillend hart
en met vriendelijkheid de roepslem der armen te
hooren; de ernst om de ongerechtvaardigde aan-
vraag af te wijzen, om door zorgvuldig onderzoek,
de hoegrootheid der noodige onderst euning te bepalen
en om te verhinderen dat door de verleende hulp le-
diggang en zedeloosheid gesteund, bevorderd worden.
Intusschen heeft men in den beginne een eigen-
aardig, echt duitsch strafmiddel gevonden om zich
van de noodige medewerking te verzekeren. Men
bepaalde n.l. bij de wet, dat iemand, die dergelijke
benoeming eventueel niet aannam in de belasting
verdubbeld zou worden en zijn kiesrechl voor drie
jaren zou verliezen.
De stedelijke armenzorg is te Elberfeld zoo vol-
doende dat er maar weinig te doen overblijft voor
de particulière liefdadigheid. De resultaten zijn
zeer bevredigend. Vooral dit groote succès is be-
reikt, dat bij de inwoners van Elberfeld een gevoel
van solidariteit, van onderlinge verantwoordelijkheid
is ontstaan, dat gunstig werkt op de verhoudmgen.
En waar wij nu weten, dat de armoede in El
berfeld in 15 jaren met 78 is verminderd dan
mogen we wel zeggen dat een goed geregelde ar
menzorg een grooten zegen aanbrengt. Geen wonder
dan ook dat overal elders dat stelsel, min ofmeer
gewijzigd, in toepassing gebracht wordt en in de
groote steden vooral met klimmend succès. Zou
het niet hieraan moeten worden toegeschreven dat
uit de bladen der Elberfeldsche reglementen de geest
van naastenliefde spreekt, die helaas in onze ne-
derl. armenwet geheel gemist wordt Zou het niet
hieraan moeten toegeschreven worden, dat in El
berfeld strenge eischen van uiterste krachtsinspan-
ning aan de ondersteunden gesteld worden? Ze
ker is het, dat men daar dit begrepen heeft: het
is voor geen arme schande zijn armoede te be-
kennen, maar het is wel schande niet aile krachten
in te spannen om aan armoede te ontkomen.
Roman uit den Noord-Amerikaanschen
burgeroorlog,
BALDU1N MttLLHAUSEN.
27)
»Die man verkeert niet alleen persoonlijk met
den listigen doodkistenfabrikant, maar hij houdt
ook briefwisseling met diens nicht. Ik vraag u,
zit daar niet meer achter?"
Inmiddels waren ze bij het andere gezelschap
leruggekeerd nog lang na middernacht bleven zij
beraadslagend bijeen.
Op straat gekomen, deed Oliva enkele schreden
en wachtte toen, tôt zij den bediende de huisdeur
hoorde sluiten. Nu keerde ze zich om en begaf zich in
tegenovergestelde richting opweg. Weldra voeg-
den Nieodemo en Vagevuur zich bij haar. De
laatste liep vooruit, als om den weg te onderzoeken.
»Hebt ge eenig succès gehad?" vroeg Nieodemo.
»Zeer veel, ze zijn in den val geloopen," ant-
woordde Oliva. »In hun ontsteltenis over den
brief vergaten ze aile voorzichtigheid en zochten
hulp bij mij, alsof ik hen voor gevaar zou kunnen
behoeden."
»Bij kalm nadenken zal de achterdocht niet uit
blijven," zeide Nieodemo bezorgd.
»Dat geloof ik niet; ik heb te voorzichtig het
net opgezet. Ze gaven mij inzicht in hun plannen
ik zou hebben kunnen lachen om hun onnoozelheid.
Bovendien zal men mij tôt de bode maken, die
Quinch zoowel als hen zelf in het verderf zal storten.
Wat is mij aan hen gelegen? Wat mij betreft,
laten ze voortgaan met hun verraderlijke kuiperij-
en, als het ons maar gelukt Quinch in handen te
krijgen. Dat hoop ik nu zeker; ik moet mij zeer
vergissen, indien het ons niet gelukken zal op
grond van nieuwe aanwijzingen hem bij de Kansas
geheel te omsingelen."
»Vreest ge niet, dat men u zal doorzien?"
»Neen, de schrik, dien ik hun bezorgde, maakte
hen tôt was, dat ik in elken vorm kan kneden."
»Maar zult ge het bedrog lang kunnen volhouden
»Lang genoeg om mijn maatregelen te nemen
en dan van hier te verdwijnen," zeide Oliva. Met
een spotlenden lach voegde zij er bij »Het is ver-
makeiijk, zooals zij dien Campbell vreezen."
»Wees voorzichtig, ook zij zijn gewend overal
verraad te speuren."
»Laat hen begaan, ik heb zooveel gezegd, dat
het hun niet verbazen zal mij te midden hunner
grootste tegenstanders te vinden. Nog heb ik ech-
ter mijn verblijfplaats niet meegedeeld."
»Zijt ge tevreden met uw verblijf?"
»Ik had nergens beter kunnen komen wij zijn
kapitein Durlach veel verplicht. Zelfs in de eigen-
aardigheden van den ouden doodkistenfabrikant
komt welwillendheid uit."
»Zijn nicht, de zuster van onzen kapitein, moet
een lief meisje zijn. Wanneer gij voortaan met
haar dagelijks blijft omgaan
»Om het onschuldige kind te verbitteren? Om
haar het geloof aan de menschheid te ontnemen
slntegendeel, om u aan haar verzachtenden in-
vloed te onderwerpen."
»Moet ik zulk een voorstel van u hooren vroeg
Oliva verwijtend. »Het is waar: wat gij zegt,
komt voort uit een edel, trouw hart. Maar gij kent
mij toch genoeg om le weten, dat ik mijn doel
nooit uit het oog verlies. Bij haav pas ik het
allerminst. Met heimelijk beven reikle ik haar de
hand had zij vermoed, dat die zelfde hand een
doodelijk schot aan een medemensch heeft toege-
bracht, ze zou voor mijn aanraking teruggeschrikt
zijn."
»Gij moest uw leven verdedigen wie waagt het
u daarvan een verwijt te maken? Uw eigen ge-
weten spreekt u vrij en dat zegt genoeg."
»Ja, maar het zou mij veroordeelen, indien ik
plotseling omkeerde op den weg, die tôt mijn doel
moet leiden."
Nieodemo antwoordde niet zy hadden het slak-
kenhuis bereikt. Vruchteloos zochten zij echter Va
gevuur juist wilde Nieodemo den klopper op den
tuindeur doen neervallen, toen haastige schreden
in den tuin werden gehoord. De vlugge knaap
was over het hek geklauterd en had Martijn de
terugkomst zijner gast gemeld. Oliva werd binnen-
gelalen, terwijl Vagevuur Nieodemo verder tôt gids
zou dienen.
Margaretha wachtte Oliva op met den verkwik-
kenden maaltijd de beide oude jonggezellen
hadden hun kamers reeds opgezocht. Een half
uur later was het licht in het slakkenhuis uitgedoofd.
TWAALFDE HOOFDSTUK.
De breede havenstraat, die langs de Mississippi
loopt, was de eenige straat in de stad waar den
geheelen nacht levendige woelige drukte bleef
heerschen. Terwijl de bovenverdiepingen der hooge
huizen tôt kantoren en pakhuizen dienden, wissel-
den beneden winkels af met herbergen en danshui-
zen. Waarlijk, de eigenaars dezer inrichtingen
hadden niet het minst te lijden onder den oorlogs-
druk geen uur van den dag of den nacht verliep,
dat goud niet werd omgezet in brandewijn of rurn.
Het was omstreeks twee uur in den morgen,
toen Nieodemo en Vagevuur de havenstraat insloe-
gen. »Hier is »de roode Lantaarn"," zeide Vage
vuur, nadat zij een eindweegs gegaan waren. »Ik
weet het zeker, ik ben er wel eens met mijn oom
geweest."
»Ja, ja," zeide Nieodemo, »maar je hebt nu
niets anders te doen dan je oogen open te houden
en je mond dieht te knijpen, om niet te spreken
als ik je niets vraag."
»Ik kan verbazend goed zwijgen als het noodig
is," luidde het antwoord, »maar als het geen kwaad
kan, spreek ik graag voor drie. Ik houd veel van
u, ik houd van iedereen, die tegen de Zuidelijken
is die schurken hebben mijn vader opgehangen
en mijn moeder gegeeseld, tôt zij stierf. Vader
was een bovenste beste; toen we hem afsneden
het is twee jaar geleden, de slaven waren toen
nog niet vrij, en hem begroeven, heb ik een
week lang dag en nacht gehuild en elk uur ge-
zworen, dat ik het den Zuidelijken zou terugbetalen,
als moest het mij ook mijn leven kosten."
»Nu ja, dat neem ik je niet kwalijk, je bent de
eerste niet, die door dorst naar wraak voor den
tijd een man werd. Bedenk echter, dat wij allen
maar één leven te verliezen hebben en als je in
de macht komt van de hier overal rondsluipende
opstandelingen, geef ik geen cent voor je verder
leven."
»Ze vangen mij niet," riep Vagevuur lachend,
sgeen muizegat is voor mij le klein; en als het op
loopen aan komt ha ha!"
»Goed, goed, ik weet dat je vlug bent en ik
weet ook, dat onder je zwarte huid een trouwer
hart zit dan in menig blanke. Maar zwijg, als we
goede vrienden willen blijven."
Vagevuur glimlachte doch zweeg. Ze hadden
het doel bereikt.
»De roode Lantaarn" heette de herberg, welke
thans zij binnentraden. De gelagkamer was geheel
bezet door de meest verschillende personen uit aile
deelen van het land, die in groepen bijeen zaten.
De walm van den rook belette Nieodemo om zich
heen te zien, en met moeite drong hij tôt midden
in het vertrek, toen plotseling een van het hoofd
tôt de voeten in leer gekleede man van ongewoon
krachtigen lichaamsbouw zich naar hen omkeerde.
Nauwelijks zag hij Vagevuur, die hem bij het door-
dringen wellicht had gestooten, of hij greep hem
met een woesten vloek bij de kraag en tilde hem
als een bundel lompen hoog in de lucht.
»Vervloekte zwarte schildpad riep hij woedend
uit, »hoe kom je hier in een gezelschap van fijne
blanken Hij was op het punt den ongelukkigen
knaap tegen den muur te slingeren, toen hij zijn
arm met zooveel kracht voelde vastgegrepen, dat
hij Vagevuur losliet. Met een nieuwen vloek zag
hij Nieodemo aan en trachtte uit dien greep los te
komen. Tegelijkertijd hield het zingen, tieren en
lachen der menigte op in spanning wachtte men,
of er een strijd zou volgen.
(Wordt vervolgd.)
VOLRSBLAD
00ST-600RECHT EN OHSTKEEEN.
VAN
Van NIEUWE SCHANS naar HARLINGEN.
Vertr. N.-Sckana *6,16 5-7,40 *8,56 11,41 *2,52
Winschoten 6,88 -Î7.68 9,12 11,56 3,09
Scheemda 6.47 .3 8,10
Zuidbroek 7,00 5 8,21
Iloogezand 7,18 a 8,34
h 8,40
Kropswolde 7,19
Aank. Groningen 7,82
Vertr. 7,86
Leenwarden 9,08
Aank. Harlingen 9,89
8,54 10,3
9,23 12,08 3,21
9,34 12,19 3,32
9,45 12,28 3,48
9,50 12,34 8,49
12,47 4,1
10,8 1,45 5,4
11,81 3,18 6,27
12,7 8,49 7,6
5,80
5,44
5,51
6,00
6,08
6,13
6,26
6,32
8,38
8,48
8,56
9,07
9,16
9,21
9,38
9,40
9,44 11,4
10,20 11,40
Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS.
9,40 1,10 3,29
Vertr. Harlingen
Leenwarden
Aank. Groningen
Vertr.
u Kropswolde
Znidbroek
Scheemda
Winschoten
Aank. N.-Schana
*6.30
6,44
6,50
7,1
7,16
7.24
7,40
7,2
7,48
9,1
9,6
9,20
9,26
9.35
9,50
9,58
10,12
11,26
12,44
*12,49
1,03
1,09
1,20
1,35
1,43
1,59
De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borgercompagniesterweg (wachtp. 87)tôt het
opnemen en nitlaten van reiziger». De trein welke des voorm. 8.56 van N.-Schans vertrekt, neemt
Diasdags geen reizigers op voor Groningen.
5,46
1,56 5,6 8,00
3,8 6,24 9,18
3,22 *6,32 10,45
3,36 6,46 10,59
3,42 6,52 11,05
3,51 7,3 11,14
4,6 7,19 11,29
4,14 7,27 11,87
4,28 7,43 11,51
Van GRONINGEN naar DELFZIJL
Aankomst DELFZIJL
Van GRONINGEN naar MEPPEL—ARNHEM.
Vertr. Groningen
Haren
De Pnnt
Vries-Znidl.
Assen
Meppel
Aank. Zwolle
Deventer
Zntfen
Arnhem
6,26 8,-
6,35
6,42
6,51
7,7
8,15
8,54
6,30
10,40
10,49
8,26 11,7
9,17 12,23
9,49 1,8
2,15
6,56
8,10
8,19
8,27
8,36
8,52
Van ARNHEM naar MEPPELGRONINGEN.
6,26 9,20 9,20 10,10 2,52
7,18 10,6 10,6 11,48 8,88
7,48 10,24 10,24 12,18 4,22
8,38 10,58 11,7 1,59 6,51
9,18 11,83 11,50
9,40 10,24
9,59 10,42 2,56
10,37 11,15 3,87
7,45 11,18 1,48 5,14
9,20 12,50 3,23 6,49
Arnhem
Zntfen
Deventer
Zwolle
Meppel
Sneldienst van Groningen 8,naar Amsterdam, welke des avonds te 10,42 aldaar retourneert
10,23 12,52 4,9
10,82 1,1 4,18
1,9 4,26
1,18 4,85
1,35 4,55
2,50 6,10 7,47 10,10
3,30 6,50 8.17 10,50
4,16 7,88 9,41
4,38 8,3 10,5
5,26 8,57 10,50
7,66 10,46 II Van DELFZIJL naar GRONINGEN 7,12
9,38 12,20 Aankomst GRONINGEN 7,83 8,58
Vertr.
Vries-Zuidl.
De Pnnt
Haren
Aank. Groningen
5,58
6,42
7.56 10,34 12,20
8,15 10,48
8,24 10,57
8,82 11,5
8,40 11,18 12,45
1,8
1,17
1,26
1,84
1,42
iU,44 1,24
12,27 2,57
7,5
7,41
8,5
8,52
2,47 7,42 9,29
4,2 8,56 10,17
4,16 9,10
4,25 9,19
4,38
V-l rf.o- io,42
4,52 8,80
6,25 10,2
MM
DOOR