i
1
M
No. 23.
ZONDAG 20 Maart 1892.
22e Jaargang.
De Npion.
VAN
FEUILLETON.
BORGESIUS ZOOM, SAPPEMEEE.
Inzending van Advertentiën en Ingezonden Stukken des Dinsdags- en Vrijdagsavonds vôôr zes uur by de Uitgevers.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
BINNENLAND,
r
nft
tctj^tanK'
Voor de Gemeenten HOOGEZAND, SAPPEMEES, SLOCHTEREN NOORDBROEK, ZUIDBROEK, ZUIDLAREN, HAREN enz.
Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 cents,
franco per post 45 cents.
Enkele nommers 5 cents.
U 1 T G A V E
PRIJS der ADVERTENTIËN: Van 15 regels 35 cents
iedere regel meer 10 cents. Groote letters worden naar plaats
ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentiein een»
voor 3-maal piaatsmg besteld, is de derde plaatsing gratis.
DIENSTREGELING OP DE STAATS-SPOORWEGEN. AANGEVANGEN DEN 1 OCTOBER 1891.
WEESKALENDER.
Zondag 20 Maart. Maandag 21. Dinsdag
22. Woensdag 23. Donderdag 24. Vrijdag
25. Zaterdag 26.
Zonsopgang, Zaterdag 26 Maart te 5.52, onder
te 6.21.
Laatste kwartier, Maandag 21 Maart.
Jaar- paarde- en beesteinarkten.
Vrijdag 25 Maart, Winschoten p.
Belastingen op de goederen in
de Doode Hand.
Zooals bekend is, zijn er in de belastingvoorstellen,
die dezer dagen besproken worden eenige duistere
punten. Onbeantwoord is ook de vraag, of er iets,
en zoo ja, wàt er gedaan zal worden met het ver-
mogen, dat in de Doode Hand is.
De Minister spreekt alleen van het vermogen van
de burgers, die ieder voor zich eigenaar zijn, niet
van de corporaties, die bezittingen hebben. Hij
telt de physische personen, niet de rechts-personen.
Hiervan wordt den heer Pierson door sommigen
o.a. ook door Prof. Gort van der Linden in diens
brochure een verwijt gemaakt.
Wij kunnen niet gelooven, dat Mr. Pierson bij
het ontwerpen van zijn voorstellen de goederen in
de Doode Hand eenvoudig vergelen zou hebben.
Hij is van oordeel dat diegenen, welke het best
kunnen betalen, het meest betalen moeten, en dus
heeft hij begrepen, dat de goederen in de Doode
Hand, die, met zuinigheid beheerd, strekken tôt
nut van het algemeen en niet tôt weelde, die,
wanneer zij in omvang toenemen daarom uitsluitend
meer nuttig en niet voor de bezitters meer aange-
naam worden, eenvoudig niet moeten worden
belast.
En tegelijk nam hij in aanmerking, dat een be-
Iasting op deze goederen van rechtspersonen voor
een groot deel ten slotte weder zou neerkomen op
een belasting op het goed van individuen.
De voorstanders van een belasting op de goede
ren in de Doode Hand hadden, nu een vermogings-
belasting werd voorgesteld, verwacht, dat die goe
deren nu voor het eerst in ons land zouden worden
mede belastbaar gemaakt.
Zij klagen, dat de Doode Hand toch reeds is
vrijgesteld van de successie-belasting, de belasting
op de erfenissen, want zulke rechts-personen sterven
niet, zooals de individuen.
De individuen betalen om de 30 jaren telkens
van het kapitaal, dat van het eene menschenleven
op het leven van een ander mensch overgaat. De
Doode Hand betaalt'èénmaal bij het eerste over-
lijden, en verder heeft in den gang der eeuwen de
successie-belasting op die rechts-personen geen vat
meer.
Nu hopen de voorstanders eener belasting op
die goederen, dat de Minister ôf nog een afzonder-
lijke vermogings-belasting zal indienen op de goe
deren in de Doode Hand, zooals de Minister Gleich-
man in 1879 beproefde, of althans de successie-be
lasting zal doen gelden op een of andere wijze, door
bijvoorbeeld voor eenmaal verkregen kapitaal van de
Doode Hand, telkens na een zeker aantal jaren, een
percent te heffen als tegenwicht van den overgang der
bezittingen onder de individuen.
Dat de Minister er volstrekt niet over spreekt,
mag echter wel gelden als bewijs, dat hij zelf,
wat anderen ook verwachten deze goederen
niet treffen wil.
Het onroerend goed, grondbezit, bebouwdenon-
bebouwd, dat zich bevindt in de Doode Hand, wordt
geschat op 265.000.000 waarde. Hoeveel deze
rechts-personen aan effecten bezitten is niet na te
gaan, maar dit zal ook in de honderden millioenen
loopen
Een geringe heffing zal al spoedig een half mil-
lioen jaarlijks inkomen voor den Staat verschaflen.
Wanneer men echter de statistiek van 1879
nagaat, dan, ziet men dat het grondbezit van de
Doode Hand (naar den maatstaf van de belastbare
opbrengst) toebehoorde voor 38 pet. aan provinciën
gemeenten en waterschappen, voor 30 pet. aan
instellingen voor liefdadigheid, voor 20 pet. aan
kerkgenootschappen.
Wat de inschrijvingen in het Grootboek betreft,
was de verhouding 10 pet. voor provinciën enz.,
40 pet. voor instellingen van weldadigheid, 6 pet.
voor de kerkgenootschappen.
Wat het grondbezit alléén betreft, is de verhou
ding 64 pet. voor provinciën, gemeenten en wa
terschappen, 16 pet. voor instellingen van welda
digheid, 121 Pct- voor kerkgenootschappen en
kerkelijke kassen, 1 pct. voor geestelijke instellingen
en gestichten en 6 pct. voor instellingen van ver-
schillenden aard.
Indien men nu een belasting helfen ging van die
goederen, dan zou men een belangrijk inkomen
ontnemen aan provinciën, gemeenten en water
schappen, en het gevolg zou zijn, dat de individuen
weder aan de provinciën en gemeenten méér moeten
opbrengen, en dat grondbezitters de waterschappen
met meer fmantieele kracht moeten sleunen.
Het gevolg zou zijn, dat die gemeenten bijvoor
beeld, welke thans groot bezit hebben, dan van al
hun burgers, ook van de mingegoeden
zwaarder lasten moesten heffen.
Heffing van instellingen, die rechtstreeks bestaan
voor weldadigheid om den meest behoeftigen levens-
onderstand te geven, zou primo voor den staat
niet edel zijn. Goederen, geschonken voor armen,
zouden dan baten opbrengen aan den Staat, die,
volgens het goed beginsel van Mr. Pierson, door
de rijken vooral moet worden onderhouden.
En secundo zou zulke heffing neerkomen op
heffing van het vermogen der individuen, want
dezen zouden moeten suppleeren, wat de Staat ont
nemen zou.
Dit laatste geldt evenzeer voor het vermogen der
Kerkgenootschappen.
De Staat heeft, zoolang scheiding van Kerk en
Staat niet is ingevoerd, met de Kerk zijn betrek-
kingen te onderhouden. En, al had de Staat als
zoodanig met de Kerk niet te maken, dan
zou het besef van de redenen, waarôm aan de
Kerkgenootschappen eenmaal door individuen bezit
is verschaft, toch den Staat moeten weerhouden
daarvan profijt te trekken.
Maar, zooals boven gezegd is, vooral geldt hier
de overweging, dat aile bijdragen, door den Staat
te trekken van de Kerkgenootschappen, toch weer
op de individuen, die de Kerkgenootschappen onder
houden, moet worden verhaald.
Dan blijven ten slotte over de geestelijke instel
lingen en de gestichten, die in 1879 ruim 8 ton
aan grondbezit en 19 millioen aan inschrijvingen
bezaten, en ook blijven over de instellingen van
verschillenden aard, allerlei nuttige vereenigingen,
godsdienstige en andere instellingen, die 10j mil
lioen grondbezit en 53 millioen inschrijvingen ver-
tegenwoordigen.
Vele dezer beide categoriën zijn echter semina-
riën voor opleiding van geeslelijken en andere
theologische lagere en hoogere scholen, inrichtingen
voor onderwijs der jeugd, instellingen ter bevorde-
ring van kunst en van wetenschap.
Mogen deze nuttige corporaties, wier bezit het
land tôt eere strekt en tôt nut, die tôt waarachtigen
vooruitgang medewerken, mogen zij worden belast
Kunnen zij belast worden zonder den Staat zelf
schade te doen
En ook hier geldt, wat overal geldt bij de kwestie
der goederen in de Doode Hand, dat de revenuën
door den Staat te trekken uit belasting, weder door
de individuen moeten worden aangevoegd.
Laat een vermogings-belasting gepaard met andere
belastingen, die er op zijn aangelegd de meest
bevoorrechten het zwaarst te treffen, ons Land
helpen ,uit de positie van onbillijkheid, waarin wij
veel te lang hebben geleefd.
Ons tegenwoordig ministerie, onze minister Pier
son, toont daarnaar ernstig te streven, enditjuichen
wij van harte toe, zooals wij dat zoo gaarne onder
de onmiddellijke voorgangers van Tak en van Tien-
hoven hadden zien gebeuren.
Maar dit betrachten van de billijkheid is mogelijk
en moet ook plaats hebben, zonder de hand te
slaan aan de goederen in de Doode Hand, die uit
den aard der corporatie welke ze bezitten, het
eigendom gebleven zijn van den levenden.
U. C.
Wij maken degenen onzer lezers, die zich tôt
heden nog niet op ons Geïllustreerd Zondagsblad
abonneerden, beleefd opmerkzaam, dat de in
het eerste kwartaal verschenen nummers, voor
zoover voorradig, ter compleleering voor de nieuwe
Inteekenaren 30 cents zullen worden verkrijg-
baar gesteld.
In liet eerste kwartaal, waarvan reeds 10 num
mers het licht hebben gezien, komen niet minder
dan 212 gravures voor, terwijl ruim 300 verschil-
lende onderwerpen daarin zijn behandeld.
Ons Geïllustreerd Zondagsblad verheugt zich in
den hij val van tal onzer lezers, en door den ge-
waardeerden steun, is het den uitgevers mogelijk
tegen den ongekend lagen prijs van 30 cent per
kwartaal eene Illustralie te leveren, die aan het
einde van den Jaargang een fraai boekdeel van
blijvende waarde vormt.
In de eerste nummers van het volgend kwartaal,
stellen wij ons voor verschillende Novellen op te
nemen, fraai geïllustreerd, zoomede, op veler ver-
langen een met zorg gekozen Roman. Behalve
mededeelingen en illustration op het gebied van
Kunst en Letteren, Wetenschap, Industrie, Land-
en Volkenkunde, zullen wij onze aandacht blijven
vestigen op actueele onderwerpen en ook huis-
houdelijke recepten, raadgevingen en practische
wenken, die door elke huisvrouw met belangstelling
worden gelezen.
Inlusschen blijft de Inteekening voor de abonné's
onzer Courant op het Geïllustreerd Zondagsblad
opengesteld.
De Provinciale Staten van Groningen hebben
Dinsdag gekozen tôt lid van Gedeputeerde Staten
Dr. T. Folmer Reddingius, arts te Ten Boer, na
herstemming met den heer J. Meekhof Doornbosch,
burgemeester van Bafloo.
De Staatscourant behelst de statuten van de naam-
looze vennootschap: Tramwegmaatschappij Zuidla-
renGroningen te Zuidlaren.
Het doel der vennootschap is het aanleggen en
exploiteeren van tramwegen in de provinciën Gro
ningen en Drenthe en wel in de eerste plaats een
tramweg loopende van het dorp Zuidlaren langs
den grintweg der Zuidlaarder straatwegmaatschap-
pij tôt aan den rijksstraatweg onder de Punt, gem.
llaren, en verder den rijksstraatweg volgende naar
Groningen tôt aan de lijn der Groninger Tramway-
maatschappij. Het maatschappelijk kapitaal wordt
bepaald op 200,000, verdeeld in twee serieën elk
van 100,000.
Roman uit den Noord-Amerikaanschen
burgeroorlog,
BALDUIN H6LLHATSE1V.
30)
Zwijgend namen ze plaats, terwijl ze de roei-
spanen in het water doopten. Terstond daarop
gleed de boot, het eigendom van mijn oom, zooals
Vagevuur met trots zeide, tusschen twee boolen
door tôt midden in de breede Mississippi. Hier
keerden zij den boeg. Allonzo nam bij het roer
plaats, terwijl Nicodemo op de voorste bank zich
neerzette, het gelaat stroomafwaarts gewend en
nauwkeurig achtgevend, ten einde een botsing met
booten en ankerkettingen te vermijden.
Snel en onhoorbaar werd de ranke boot door
den stroom voortgedreven, tusschen een onafzienbare
reeks stoombooten, door die allen voor anker lagen.
De stad lag reeds achter hen. Hier en daar nog
enkele pakhuizen of schuren, eindelijk was de
oever geheel verlaten. Daar in de verte vertoonden
zich weder eenige stoombooten zoodra deze in het
gezicht waren, stuurde Allonzo de boot dicht langs
den oever. Nicodemo kon nu door het maanlicht
begunstigd zien, dat twee groote stoombooten naast
elkaar lagen, die blijkbaar reeds lang hadden uit-
gediend en nog slechts op afbraak wachtten. Aan
de eene ontbrak zelfs de schoorsteen, een teeken
dat, behalve vleermuizen en ratten, geen ander
levend wezen de verlaten ruimten bewoonde.
Allonzo's achterdocht werd hierdoor echter niet
weggenomen, voorzichtig stak hij de kortste roei-
spaan diep in het water, om daardoor den gang der
boot tegen te houden. Beide mannen wenden hun
oog niet af van het dek der naast bijgelegen
stoomboot; het kleinste hoekje ontging hun aan
dacht niet, maar zij ontdekten niets, wat hun ach
terdocht bevestigde
»Zij hadden nu de voorste en grootste boot
bereikt. Allonzo stuurde hun roeibootje voorzichtig,
onhoorbaar, tôt onder het vooruitspringend plat van
het hooge gevaarte.
In gebukte houding, de handen voor roeispanen
gebruikend, gelukte het den beiden mannen hun
scheepje, zonder te stooten, zijdelings van den
scheepswand der stoomboot vast te leggen, zoodat
het bijna geheel verborgen was. Allonzo fluisterde
zijn metgezel in: »In de andere boot houden de
nachtvogels hun bijeenkomsten. Ik heb niet kun
nen vernemen, of er ook dezen avond een plaats
had; in elk geval zullen ze nu wel uiteen zijn
gestoven. Toch moeten we op ailes voorbereid
zijn. Evengoed als gij en de uwen, zijn ook zij
niet na te gaan in hun daden."
Ze ontdeden zich van hun schoeisel en na Va
gevuur op het hart te hebben gedrukt, onbewe-
gelijk in de boot te blijven, kropen zij langs den
scheepswand op het dek.
Hier bevonden zij zich in de schaduw der hoog-
gelegen kajuit; maar het was toch licht genoeg
om de luiken en gaten te kunnen vermijden.
Zorgvuldig de half vergane planken onderzoekend,
voordat zij hun gewicht er aan toevertrouwden,
slopen ze door de ledige machinekamers en waren
juist op het punt tusschen de raderkast en het
ruim hun weg voort te zetten, om vandaar op
een andere boot te kunnen overspringen, toen Ni
codemo zijn gids plotseling bij den schouder greep
en tegenhield. Zwijgend wees hij naar het voor-
dek der andere bout. Hij had een man ontdekt,
die op de voorbank zat, vanwaar hij den oever
links en rechts kon overzien. In scherpe omtrek-
ken teekende zich de gestalte tegen den door de
maan verlichten hemel af. Het hoofd rustte bijna
op de omhooggelrokken knieën, die hij met zijn
armen omvat hield. De hoed was ver achterover
gegleden. Hij vervulde blijkbaar de taak van
wachtpost, maar scheen in het bewustzijn van vol-
komen veiligheid in slaap te zijn gevallen, want
de beide mannen bespiedden hem geruimen tijd,
zonder eenig teeken van leven te ontdekken.
»Om zich heen ziende, bemerklen zij, dat op het
achterdek een loopplank tusschen de beide booten
was aangebracht en daar het tweede vaartuig ver
der van den oever lag, kregen zij de overtuiging,
dat de zamenzweerders hun weg in elk geval
moesten nemen over het dek der stoomboot, waarop
zij zich bevonden. In hun angst, door den wacht
post ontdekt te worden, durfden ze zich niet ver-
roeren. Eerst toen zij op de andere boot een deur
hoorden opengaan en tegelijkertijd het gemompel
van een aantal stemmen tôt hen doordrong, dachten
ze er aan zich te verbergen; voorzichtig slopen ze
lerug tôt bij een luik, waar een trap naar beneden
voerde. Uit vrees echter dat de halfvergane sporten
hen niet zouden kunnen dragen, gebruikten zij de
trap als steun, terwijl ze zich achterwaarts naar
beneden liefen glijden. Tôt hun blijde verrassing
was de ruimte niet meer dan vijf voet diep, zoodat
ze van uit hun schuilplaats het dek der tweede
boot konden overzien.
Het gemompel was luider geworden, eindelijk
hoorden zij een stem zacht roepen »Nummer acht
»Ja, ja!" klonk het eveneens fluisterend terug.
Is de lucht zuiver?" vroeg de eerste stem weer.
»Zoover mijn oogen zien, heeft zich niets be-
wogen," antwoordde de wachter, terwijl hij zich
bij de overige mannen voegde.
Nu volgde verward dooreenspreken. Men scheen
over een of ander verschil in vuur te geraken en
het niet eens te kunnen worden.
Wat maakt dat ailes uit.?" konden de bespie-
ders eindelijk weer verstaan, »wij verliezen tijd
met al dat nuttelooze gepraat. Zal er iets gedaan
worden, dan moet het spoedig zijn, of het is te
laat. Daar er echter zooveel verschil van meening
is, stel ik voor, overmorgennacht nog een bijeen-
komst te houden. In deze twee dagen zullen wij
zeker wel gelegenheid vinden betere inlichtingen
in te winnen."
Toestemmende antwoorden volgden; daarna begaf
men zich bij langere en kortere tusschenpoozen,
twee aan twee, op den terugweg.
Nicodemo en zijn vriend zagen verschillende
gestalten over de loopplank gaan, ze hoorden nog
de eersten naderen en doken toen geheel weg in
hun schuilplaats.
»Het loopt met onze partij onvermijdelijk ten
einde", hoorden zij een zware stem met hevige
verbittering zeggen: »onze ondergang is nog slechts
een kwestie van tijd. Waar eenmaal overvloed
op de plantages was, waar de slaven zich in aards-
vaderlijke verhouding gelukkig gevoelden, zullen
nu de groote bezittingen in verval geraken, de
bloeiende akkers onder onkruid vergaan. Wat
blijft ons nu nog over dan te zorgen, dat hetom-
verwerpen van de eeuwenlang geheiligde instelling
althans niet ongewroken blijft Als maar een der
aanzienlijkste leden van onze tegenpartij als offer
mocht vallen, hebben wij althans eenige voldoening."
De beide saamgezworenen traden over het dek,
vlak voorbij de geheime schuilplaats der bespieders.
De planken dreunden onder hun voeten; stof en
zand viel tusschen de voegen door op het tweetal
neer. Instorten eener plank, een diepe ademhaling
slechts, en ze waren verloren, overgegeven aan een
tienvoudige meerderheid van onverbiddelijke vijanden.
»Ik hoop nog altijd op goed succès van onze
vrienden in den staat Missouri", luidde het ant-
woord, «zoover ik weet, zal de eigenlijke beslis-
sing
Het verdere ging verloren, daar de stemmen nu
buiten het gehoor waren. Weer naderden een
tweetal mannen de loopplank, in plaats van echter hun
voorgangers te volgen, kozen zij den weg langs
den anderen kant van die kajuit, vlak over het
kleine bootje. Nicodemo zag het en hoe ook ver-
trouwd met gevaar, gevoelde hij, dat bij de ge-
dachte aan Oliva de keel hem werd dichtgeschroefd.
Hij wist dat één enkele blik naar omlaag hun
bootje zou doen ontdekken en ook dat Vagevuur,
om niet in handen te vallen van zijn onbarmhar-
tige vijanden, zich in het water zou. storten, wat
ongetwijfeld hun ontdekking tengevolge inoest
hebben. Zij zouden geen hoekje ondoorzocht laten
en dan was hun lot beslist. Beiden luisterden
met ingehouden adem. Zij hoorden het dreunen
der voetstappen over de holle planken; de klank
der luide stemmen kwamen naderbij, zij betraden
de noodlotige plek, nog één oogenblik en het ge
vaar was geweken ook dit tweetal sprong op
den oever. (Wordt vervolgd.)
Lit
si
-
t
1
\"Y
V 01 11 SI IL A D
00ST-G00RECIT EN OPSTREKEN.
VAN
Van NEETTWE SCHANS naar HARLINGEN.
V»rtr. N.-Sehan» *6,16 5,7.40 *8,55 11,41*2,52 5,80 8,38
Winaehoten 8,88 47,58 9,12 11,56 3,09 5,44 8,48
Scheemda 6.47 S 8,10 9,23 12,08 3,21 5,61 8,56
Zuidbroek 7,00 S 8,21 9,84 12,19 3,32 6,00 9,07
Hoogezand 7,18 0 8,34 9,45 12,28 3,43 6,08 9,16
Kropawolde 7,19 8 8,40 9,50 12,34 3,49 6,13 9,21
Aank. Groningen 7,82 «j 8,54 10,8 12,47 4,1 6,26 9,33
Vertr. - 7,36 10,8 1,45 5,4 6,32 9,40
Leenwarden 9,08 11,81 3,18 6,27
Harlingen 9,89 12,7 8,49 7,6
Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS.
Vertr. Harlingen
Leenwarden
Aank. Groningen
Vertr.
Kropawolde
Hoogezand
Zuidbroek
Scheemda
Winachoten
Aank. N.-Sehana
*6.30
6,44
6,50
7,1
7,16
7.24
7,40
7,2
7,43
9.1
9,6
9,20
9,26
9.35
9,50
9,58
10,12
9,40
11,26
12,44
*12,49
1,03
1,09
1,20
1,35
1,43
1,59
9,44 11,4
10,20 11,40
D« met een gemerkte treinen atoppen aan den Borgercompagnieaterweg (wachtp. 87), tôt het
opnemen en uitlaten van reizigera. De trein welke dea voorm. 8.56 van N.-SchanB vertrekt, neemt
opnemen
Dinadaga
3,29
5,6
6,24
*6,32
6,46
6,52
7,3
7,19
7,27
7,43
Van GRONINGEN naar
Aankomat DELFZIJL
1,10
1,56
3,8
3,22
3,36
3,42
3,51
4,6
4,14
4,28
5,46
8,00
9,18
10,45
10,59
11,05
11,14
11,29
11,87
11,51
Van GRONINGEN naar MEPPEL—ARNHEM.
6,30
Vertr. Groningen
Haren
De Pnnt
VrieB-Zuidl.
Aaaen
Meppel
Aank. Zwolle
Deventer
Zutfen
Arnhem
DELFZIJL
6,26
6,35
6,42
6,51
7,7
8,15
8,54
8,— 10,23 12,52 4,9
10,32 1,1 4,18
10,40
10,49
8,26 11,7
9,17 12,23
9,49 1,8
9,40 10,24 2,15
9,59 10,42 2,56
10,87 11,15 3,87
7,45 11,18 1,48 5,14
6,56
9,20 12,50 3,23 6,49
geen reizigera op voor Groningen.
Sneldien8t van Groningen 8,naar Amaterdam, welke dea avondB te 10,42 aldaar retonrneert.
1,9 4,!
1,18 4,35
1,35 4,55
2,50 6,10
3,30 6,50
4,15 7,38
4,38 8,3
5,26 8,57 10,50
7,56 10,46
9,33 12,20
8,10
8,19
8,27
8,36
8,52
Van ARNHEM naar MEPPEL—GRONINGEN.
Vertr. Arnhem 6,26 9,20 9,20 10,10 2,52
Zutfen 7,18 10,6 10,6 11,48 8,88
Deventer 7,43 10,24 10,21 12,18 4,22
Zwolle 5,58 8,33 10,58 11,7 1,59 6,51
6,42 9,18 11,88 11,50
7.56 10,34 12,20 1,8
8,15 10,48 1,17
8,24 10,57
8,32 11,5
8,40 11,18 12,46
6,- 7,12
7,33 8,58
Meppel
7,47 10,10 Aaaen
8.17 10,50 Vriea-Zuidl.
9,41 De Pnnt
10,5 Haren
Aank. Groningen
Van DELFZIJL naar GRONINGEN
Aankomat GRONINGEN
1,26
1,84
1,42
10,44 1,24
12,27 2,57
2,47 7,42
4,2 8,56
4,16 9,10
4,25 9,19
4,38 9,27
4,41 9,85
4,52
6,25
7,5
7,41
8.5
8,52
9,29
10,17
10,42
8,80
10,2
.u
DOOR