Ile ëpion. No. 25. ZONDAG 27 Maart 1892. 22e Jaargang. VAN Waardeering. FEUILLETON. BOE0ISIÏÏ8 2001, SAPPEMEEE. Inzending van Advertentiëri en ïngezonden Stnkken des Dinsdags- en Vrijdagsavonds vôôr zes uur by de ïïitgevers. Bij deze courant behoort een bijvoetjsel. BïïITENLAND. Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 cents, franco per post 45 cents. Enkele nommers 5 cents. U 1 T G A V PRIJS der ADVERTENTIËN Van 1—5 regels 85 cents mdere regel meer ÎO cents. Groote letters worden naar plaats- ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens voor 3-maal plaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis. Van NIEUWE SCHANS naar HARLINGEN. Vertr. N.-Schans *6,16 «7,40 *8,55 11,41*2,52 Winschoten 6,33 47,58 9,12 11,56 3,09 Zwolle 5,58 8,38 10,58 11,7 1,59 e'si 6,42 9,18 11,83 11,50 7.66 10,34 12,20 1,8 8,15 10,48 1,17 8,24 10,57 1,26 8,32 11,5 1,34 8,40 11,18 12,45 1,42 6,— 7,12 10,44 1,24 7,38 8,58 12,27 2,57 WEEKKALENDER. Zondag 27 Maart. Maandag 28. Dinsdag 29. Woensdag 30. Donderdag 31. Vrijdag 1 April. Zaterdag 2. Zonsopgang, Zaterdag 2 April te 5.35 onder te 6.34. Nieuwe maan Maandag 28 Maart. Jaar-, paarde- eu beestemarkten. Maandag 28 Maart, Groningen p. Woensdag 30 Maart, Appingedam p. In het voorlaatste nommer van het sociaal week- blad schreef de rédacteur, de heer Kerdijk: voor onze maag is de lectuur van één orgaan als recht voor allen al ruimschoots voldoende. Daarom be- hooren wij niet tôt de lezers van de volksonder- wijzer, een maandblad van sociaal-democratische onderwijzers. Maar wat geest er in heerscht, zien wij, wanneer zoo nu en dan een nommer ons wordt toegezonden. Zoo in dat van deze maand. Wij doen er slechts één greep uit; uit een artikel over een vergadering van de amsterdamsche afd. van volksonderwijs II, waar gesproken en geoor- deeld werd over zekere daad van de amsterdam sche afd. van den Bond van Nederlandsche Onder wijzers, met betrekking tôt het verstrekken van voedsel aan schoolkinderen. In dat artikel leest men »Een ander licht walmde ook nog even. De heer Degenhart ex-hoofd zag in het streven van den bond een poging, om langs een omweg tôt de verwezenlijking van soci- alistische denkbeelden te komen. Die weg voert tôt minachting en verachting van den onderwij- zers-stand. Zeg, waarde heer Degenhardt, gij hebt nu pensioen, en verteer dat nu, maar vertel uw kelder-ideëen over het socialisme niet in het open- baar, blijf achter je kachel Gij moet u niet be- lachelijk maken. Aan aile lofzangen komt een einde en zoo ook aan de ouderwetsche praatjes. Oude menschen, die met het libérale gootwater zijn groot gebracht, moeten niet over het socialisme spreken." Hier geldt het een man, die roemen mag op een lang en rusteloos arbeidzaam leven in den dienst der be- langen van onderwijs en onderwijzers. Een man, zooals geene beroepskring er vele heeft aan te wijzen, hem evenarend in toewijding en degelijk- heid. Een man, tôt wien ieder jeugdig onder- wijzeronverschillig van welke richtingmet eerbied behoorde op te zien als een voorbeeld ter navolging in trouw aan zijn levenstaak. En over dien man wordt geschreven op zulk een wijze. De heer Kerdijk haalt hierbij aan het woord van een duitsch schrijver, die zegt niet de zegepraal der sociaal-democraten vreezen wij om den com- munistische toekomst-staat mogen wij gerust lachen. Maar hun wijze van strijdvoeren is het, die in zedelijk opzicht verderfelijk werkt. Ieder die zijn aandacht schenkt aan de wijze, waarop de strijd op staatkundig en maatschappelijk gebied gevoerd wordt, zal moeten erkennen, dat daarin gebrek aan waardeering van den tegenstan- der valt op te merken. En dat gebrek is niet eigen aan eene partij of eene richting, neen, aller- wege openbaart het zich. Men hoort somwijlen jeugdige menschen op spottenden toon spreken over personen, wier namen in het geschiedboek der menschenwereld met eere genoemd worden, ja het gebeurt zelfs, dat menschen, die nauwelijks iets weten van de samenstelling onzer maatschappij met minachting gewagen over dezulken, die na rijp en diep nadenken hunne plannen tôt hervorming van sociale toestanden geopenbaard hebben. Het treft ons weer in deze dagen nu de belasting-ontwerpen van den minister Pierson besproken worden. Bij velen vinden ze onvoorwaardelijke veroordeeling, door anderen worden ze eenvoudig in een bespot- telijk daglicht geplaatst en slechts zeer weinigen waardeeren ze als een eerste poging althans om belastinghervorming tôt stand te brengen. Hoewel ieder weet of althans weten kan, dat de minister een der bekwaamste mannen op financieel gebied is, hoewel bekend is dat hij uit werkelijk vader- landsliefde de ministeriëele portefeuille aangenomen heeft, wordt over hem soms gesproken als ware hij de grootste stumper, en dat wordt gedaan door dezulken, die niet waardig zijn hem de schoenriemen te ontbinden. Komt dit gebrek aan waardeering voort uit de erkenning van het onbeperkt recht der kritiek De kinderen van dezen tijd zijn groot gebracht met de leus men mag vrijelijk ailes onderzoeken, ailes beoordeelen. Maar dat recht om te oordeelen zouden we nie- mand willen ontzeggen, als hij maar toont het ver- mogen tôt oordeelen te bezitten, want hier is macht recht. Doch wie oordeelen wil moet ook kunnen waardeeren. Ieder heeft recht zijne meening te plaatsen tegenover die van een ander, maar die het doet, hij wachte er zich voor den tegenstander verdacht te maken, of zelf te verdenken van one- dele bedoelingen, hij wachte er zich vooral voor de persoon met de zaak te verwarren. En dat zien we helaas, zoo dikwijls, argumenten worden niet aangevoerd, maar de persoon wordt aange- vallen alsof dat iets baten kon. Dat gebrek aan waardeering is ook de reden, waarom er zoo weinig samenwerking is tusschen degenen, die, hoewel niet in ailes gelijk denkend, toch met warme liefde voor de maatschappij eh het geheele vaderland vervuld zijn. Zij die kon- den samenwerken, als het om een goede en edele zaak te doen is, ze stooten elkander af. Men kib- belt en twist, maar men komt niet verder. Het wordt spoedig een strijd over personen en natuurlijk is zoo het gebrek aan waardeering een oorzaak, waarom de oplossing van menige vraag verlraagd wordt. Een ander gevolg van dat gebrek aan waardee ring is dat meenigeen begint te gelooven aan eigen onfeilbaarheid. De eigen meening, de eigene opvatting is de waarheid, zoo denken velen, want ze hebben langzamerhand het vermogen verloren om de meeningen van anderen onpartijdig te on derzoeken. Langzamerhand zijn ze zoover gekomen, dat ze het niet noodig achten anderen te beoor deelen, maar ze veroordeelen anderen terstond, als deze zich tegen hunne onfeilbaarheid aankanten. Het is een jammerlijk verschijnsel, waarop wij de aandacht vestigden, een verschijnsel waartegen de strijd moet aangebonden worden. En zeker is hier voor ouders en vooral voor onderwijzers een schoone taak weggelegd. Indien ouders er voor waakten dat hunne kinderen nooit minachtend zich uitlieten over menschen van verdienste, indien on derwijzers zorgden dat steeds met achting, met eerbied gesproken werd over personen in de ge- geschiedenis, wier daden en woorden hun tijd ten zegen waren, maar ook zegen verspreid hebben nadat ze waren heengegaan, dan zeker zouden we van dat gebrek aan waardeering spoedig verlost kunnen worden. Immers waf in de jeugd levendig wordt gevoeld, dat doet ook in later tijd zijn heii- zame werking bespeuren. De goede indrukken in de jeugd ontvangen brengen voor later jaren de heerlijkste vruchten voort. De heeren Wilh. Buchloh, uit Ruhrort, en H. Ileckmann, scheepskapitein uit Homberg deden Donderdagavond j.L, in gezelschap van den machi- nfifabi ikant Schmitz, uit Homborg, een© proefvcisirt naar Hochfeld met de schroefboot Heinrich. Deze boot, toebehoorende aan de beide eerstgenoemde heeren, was bij de firma Schmitz in reparatie geweest. Op de terugreis werd bij Werthausen opgedraaidj ten einde te onderzoeken wat de oorzaak kon zijn van een vreemd geklop aan een der cylinders. Toen men de reis wilde voortzetten en de machine weer in beweging kwam, sprong het deksel van den laagdrukcyhnder plotseling aan stukken. Be- halve de heeren Buchloh en Schmitz, bevonden zich op dat oogenblik ook nog in de machinekamer de machmemeester Weimann, benevens twee stokers en een machinist. Verder sprong kapiteinHeckman, die boven op het dek stond, ook nog naar beneden. Deze zeven personen zijn door den gloeiend heeten stoom allen om t leven gekomen. De kapitein kon zich nog tôt op het dek voortsleepen, doch stierf reeds na 8 uren van vreeslijk lijden. Een stoker had zijn bovenlichaam door een gat naar buiten gewrongen hij bleef echter halverlijve steken, zoodat zijn onderlijf letterlijk werd gestoofd. Hij werd nog te Duisburg naar 't ziekenhuis gebracht, waar hij weldra overleed. Vijf van de zeven ver- ongelukten waren vaders van gezinnen. Heel Ruhrort en Homberg betuigen hunne deelneming bij deze vreeselijke ramp. Aile schepen lieten da- delijk de vlag halfstok waaien. Onder de dooden is ook een Nederlander, nl.de stoker Bosmann, uit Rotterdam. Alleen de stuur- man en een scheepsjongen, die op het dek waren, bleven ongedeerd. Een artillerist te Weenen, zich met een kogel uit een Werndlgeweer van het leven beroovende, heeft daarbij tevens een zijner kameraden gedood en een andere gekwetst. De kogel namelijk, gaande door de borst van den zelfmoordenaar, doorboorde het hoofd van een achter hem staanden soldaat en bleef daarna steken in den arm van een derde. In de openbare school te Biddesford is Vrijdag onder schooltijd, de zoldering van het lokaal inge- stort. De tachtig kinderen, die er aanwezig waren wei den allen daaronder bedolven en meer of minder ernstig gewond. Twee waren in zulk een toestand, dat men hen naar het gasthuis moest brengen. Te Saint Nazaire is ten aanzien van tienduizend menschen zekere David onthoofd, die een grijsaard had vermoord. Hij legde eene geheel buitengewone koelbloedigheid aan den dag, herhaaldelijk ver- klarende dat hij den dood had verdiend. Hij hield zelfs eene aanspraak, waarin hij zijne hoorders vermaande kwade samenspraken te vlieden en gods- Roman uit den Noord-Amerikaanschen burgeroorlog, BALDIJIN MflLIHAFSEîî. 32) De beide mannen roeiden zoo snel ze konden, het oog over den schouder heen gericht op de brandende boot, waaruit zij weldra een breede vuurzuil zagen opstijgen. Ook de tweede boot kon aan den verzengenden gloed niet lang weerstand bieden van buiten vatte ze vuur en weldra stegen de vlammen tegelijk omhoog. Huiveringwekkend schoon was het schouwspel, waarop de maan neerzag, terwijl haar schijnsel verbleekte voor den donkeren vuurgloed. Eindelijk vonden de lekkende vlammen geen voedsel meer; ze werden lager en lager, tôt nog slechts vonken opspatten. Nicodemo en Alonzo hadden nauwelijks een woord gewisseld eerst toen het schouwspel van den brand niet langer hun oog boeide, zeide Nicodemo, als tôt zich zelf sprekend: «God gave dat het moorden een einde nam Het is een vreeselijke tijd. Men- schenlevens te vernietigen wordt gewoonte kinder- harten worden vergiftigd vrouwen, door de natuur bevoorrecht, geschapen voor huiselijk geluk, ver- anderen in tijgerinnen. Zal haar hart ooit weder toegankelijk zijn voor den veredelenden invloed van zachtere aandoeningen, van heilige liefde Dieper doopte hij de roeispaan in den stroom, alsof hij dezen verantwoordelijk stelde voor de wegen van het noodlot. Alonzo, bekend men de sombere stemming van zijn vriend, gaf geen ant.woord. Hij hield een bocht in de rivier in het oog, waarheen hij de boot stuurde. Het was de mond eener beek. Nicodemo, in somber gepeins verdiept, roeide werktuigelijk voort, tôt ze eindelijk landden. De boot werd vastgelegd en ze vervolgden te voet hun weg. Nicodemo droeg het kistje, terwijl Vagevuur, die zich blijkbaar op bekend terrein bevond, hun als gids voorging. Onder dicht geboomte voortgaande, kwamen zij weldra aan een open ruimte, waar zich verscheiden blokhuizen bevonden. Vagevuur klopte aan de eerste deur. Een zonderling krassende stem antwoordde de deur werd geopend en op den drempel stond een forsch gebouwde neger, van buitengewone lengte. Het was licht genoeg de morgen brak reeds aan om op zijn donker gelaat blijde ver- bazing te lezen, die echter wel een tegenstelling vormde met het groote blok hout, dat hij in de vuist hield. »Ben jij het, Vagevuur?" zeide hij met een vroolijken grijns, »ik hoorde het reeds aan het kloppen. Het hadden echter ook Zuidelijken kun nen zijn, die hier ontsnapte slaven kwamen zoeken; dan had ik ze danig op den kop gegeven. Vervloekt er zijn geen slaven meer wij zijn allen vrij geworden Nu bemerkte hij Nicodemo en Al onzo en maakte een linksche buiging. »Welkom, heeren," ging hij voort, «ik heb sedert midder- nacht op u gewacht en even lang staan depanne- koeken gereed met een gebraden schapenboul en een bed, zoo verbazend zacht »Goed, goed, Teminy," viel Nicodemo hem in de rede, terwijl uit zijn toon bleek, dat hij tôt een ouden bekende sprak, »ik ben geen meester van mijn tijd, dat weet niemand beter dan gij voordat we echter aan den maaltijd gaan, zou ik je nog wel een paar vragen willen doen, die natuurlijk onder ons drieën moeten blijven," Hij wees daarbij op zijn metgezel. »Ga jij naar binnen, Vagevuur," zeide Temmy tôt zijn neef, »je weet waar brood te vinden is. Eet daarvan zooveel als je wilt en leg je dan op eén oor." Nadat Vagevuur in het blokhuis ver- dwenen was, voegde de neger er bij; «Aïs het tusschen ons moet blijven, behoeft de knaap het niet te hooren." «Je bent de verstandigste neger, dien ik ooit zag," verklaarde Nicodemo met vriendelijken spot, «maar ter zake. Zijn er ook weer vluchtelingen uit het Zuiden bij je geweest «Zeker, mijnheer; er gaat geen dag voorbij, dat er niet een bij Temmy komt. Meestal gelukt het mij werk voor hen te vinden, of ze nemen dienst bij het leger. Het zullen verduiveld goede soldaten zijn, die den Zuiderlijken hun deel wel zullen geven." «Kun je mij binnen veertien dagen een zestal negers bezorgen, op wie ik volkomen kan vertrou- wen? Ik moet hen twee dagen in dienst hebben. Je weet, ik verlang geen arbeid zonder er voor te betalen." «Zeker, mijnheer, wel twee dozijn, het is maar de vraag wat ze doen moeten." «Een roeitocht op de Missisippi. Waarheen, doet niets ter zake." «Zeelui dus. Ik zal hen uitzoeken, mijnheer, jongens, die een roeispaan hanteeren alsof het een veer is." «Goed, Temmy, maar tôt op het laatste uur zeg je hun niet, waar voor het is; dat moet geheim blijven. Zoover ik weet, heb je twee booten." «Twee, zoo als er niet beter zijn. De eene kent mijnheer, de andere is driemaal zoo groot." «Des te beter, Temmy! Het verdere spreken wij later wel af. Vagevuur moet zoolang in de stad blijven, om je elk oogenblik een boodschap te kunnen brengen. Ik hoop nu maar, dat de be- schermelingen zich goed zullen gedragen en hier in de buurt geen aanstoot geven, waardoor zij de aandacht zouden kunnen trekken." «Ze gedragen zich als heeren en ik zorg er voor, dat ze zich niet aan eens anders goed vergrijpen. Ieder, die komt, moet mij zijn geld afgeven menig- een beeft den zak vol maar veel of weinig, ailes komt in één pot en daaruit worden ze verbazend goed verzorgd. De negers zullen nu ook toonen, dat ze waard zijn vrij gemaakt te worden." «Goed zoo, Temmy, jij bent en blijft toch de eerste van aile negers. Maar nu naar binnen. We hebben een moeilijken nacht achter ons en verlangen naar wat et en en rust. Ik denk hier een paar dagen te blijven, maar in het geheim, vergeet dat niet. Mijn vriend echter gaat morgen weer weg." «In orde mijnheer," antwoordde de neger, trotsch op het hem betoonde vertrouwen. Hij ging zijn gasten voor in zijn huis, waar de eenvoudige maal tijd hen wachtte. De zon was reeds opgegaan, toen de maaltijd was afgeloopen voordat ze echter hun leger op den zolder opzochten, toefden ze nog een oogenblik. Met het buitgemaakte kistje tusschen hen, zaten Nicodemo en Alonzo voor den haard. Brief voor bnef werd uit het kistje genomen elk papier werd zorgvuldig onderzocht om aïs waardeloos aan de vlammen te worden prijsgegeven of met zorg ter zijde gelegd. Nicodemo nam de laatsten in bewa- ring. Ten slotte werd het kistje verbrand en daarmee was het laatste spoor vernietigd, dat door verraders gebruikt zou kunnen worden. VEERTIENDE HOOFDSTUK. Verscheiden dagen toefde Oliva reeds bij Mar- garetha alleen in de avonduren verliet ze het huis om met haar gastvrouw een oogenblik in den tuin te gaan. Oliva's sombere ernst boezemde hetlief- tallige jonge meisje een angstigen eerbied in, toch waren er ook oogenblikken, waarin Oliva aan zach tere opwellingen toegaf. De vriendelijke bejegening van Margaretha trof haar somtijds tôt tranen toe. Zeker kwam dan de gedachte bij haar op, hoe zij zelf eenmaal ook jong, hoopvol en onschuldig was geweest. Somtijds echter, te midden dier herin- neringen uit haar jeugd, kwam er plotseling een donkere schaduw op haar gelaat en rukte Marga retha heftig haar hand weg, als vreesde zij dat haar aanraking het onschuldige kind bezoedelen zou. «Wie kon zijn, als gij," zeide ze met haar diepe stem, luchtgevend aan den aandrang van haar hart «mag waailijk gelukkig heeten, kind. Ik hoop, dat ge uw zielrust moogt behouden voor altijd; dat het noodlot u nimmer in aanraking mag brengen met lieden, voor wie niets heilig is Zij hield op, zich geweld aandoende om niet nog meer té zeggen. (Wordt vervolgd.) VOLKSBLAD 00ST-600RECHT IN 0MSTR1EIN. j VAN ""1 Iflfl MJM11 OU2, Scheemda 6.47 S 8,10 9,23 12,08 8,21 Znidbroek 7,00 5 8,21 9,34 12,19 3,32 Hoogezand 7,13 0 8,34 9,45 12,28 3,43 Kropswolde 7,19 S 8,40 9,50 12,34 3,49 Aank. Groningen 7,32 8,54 10,3 12,47 4,1 Vertr. 7,36 10,8 1,46 5,4 Leeuwarden 9,03 11,81 3,13 6,27 Aank. Harlingen 9,89 12,7 8,49 7,6 De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borgercompagniesterweg (wachtp. 87), tôt het opnemen en nitlaten van reiziger». De trein welke des voorm. 8.56 van N.-Scliana vertrekt, neemt Diasdags geen reizigers op voor Groningen. 5,30 5,44 5,51 6,00 6,08 6,13 6,26 6,32 8,33 8,48 8,56 9,07 9,16 9,21 9,33 9,40 9,44 11,4 10,20 11,40 Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS. Vertr. Harlingen Leeuwarden Aank. Groningen Vertr. Kropswolde Hoogezand Znidbroek Scheemda WinBchoten Aank. N.-Schans *6.30 6,44 6,50 7,1 7,16 7.24 7,40 7,2 7,43 9,1 9,6 9,20 9,26 9.35 9,50 9,58 10,12 9,40 11,26 12,44 *12,49 1,03 1,09 1,20 1,35 1,43 1,59 1,10 8,29 5,46 1,56 5,6 8,00 3,8 6,24 9,18 3,22 *6,32 10,45 3,36 6,46 10,59 3,42 6,52 11,05 3,51 7,3 11,14 4,6 7,19 11,29 4,14 7,27 11,37 4,28 7,43 11,51 Van GRONINGEN naar DELFZÏJL Aankomst DELFZÏJL Van GRONINGEN naar MEPPELARNHEM Vertr. Groningen 6,26 8,— 10,23 12,52 4,9 6,3 6,35 10,32 1,1 4,18 6,42 10,40 6,51 10,49 7,7 8,26 11,7 8,15 9,17 12,23 8,54 9,49 1,3 9,40 10,24 2,15 9,59 10,42 2,56 10,37 11,15 3,37 7,45 11,18 1,48 5,14 7,56 10,46 II Van DELFZÏJL naar GRONINGEN 9,20 12,60 3,23 6,49 9,33 12,20 Aankomst GRONINGEN Haren De Punt Vries-Znidl. Assen Meppel Aank. Zwolle Deventer Zntfen Arnhem 8,10 8 19 1,9 4,26 8^27 1,18 4,35 8,36 1,35 4,55 6,56 8,52 2,50 6,10 7,47 10,10 3,30 6,50 8.17 10,50 4,15 7,38 9,41 4,38 8,3 10,5 5,26 8,57 10,50 Sneldienst van Groningen 8,naar Amsterdam, welke des avonds te 10,42 aldaar retonrneert, Van ARNHEM naar MEPPELGRONINGEN. Vertr. Arnhem 6,26 9,20 9,20 10,10 2 52 Zntfen 7,18 10,6 10,6 11,48 8 88 Deventer 7,48 10,24 10,24 12 18 4 22 Aank. Meppel Assen Vries-Znidl. De Punt Haren Groningen 7,5 7,41 8,5 8,52 9,2 2,47 7,42 4,2 8,56 10,17 4,16 9,10 4,25 9,19 4,38 9,27 4,41 9,85 10,42 4,52 8,30 6,25 10,2 DOOR

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1