k
u
No. 32.
WOENSDAG 20 April 1892.
22e Jaargang.
l>e Spion.
VAN
B0RGE8IÏÏS ZOON, SAPPEMEER.
Inzending van Advertentiën en Ingezonden Stukken des Dinsdags- en Vrijdagsavends vôôr zes uur bij de Uitgevers.
Overzicht Yan 10 tôt 17 April 1892.
y
ii g
FEUILLETON.
"•I
Voor de Gemeenten HOOGEZANDSAPPEMEER, SLOCHTEREN NOORDBROEE, ZUIDBROEX, ZTJIDLAREN, HAREN enz.
Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 cents,
franco per post 45 cents.
Enkele nommers 5 cents.
U 1 T G A V E
PRIJS der ADVERTENTIËN Van 15 regels 85 cents
iedere regel meer ÎO cents. Groote letters worden naar plaats-
ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens
voor 3-maal plaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis.
DIENSTREGELING
OP DE STAATS-SPOORWEGEN. AANGEVANGEN DEN 1
OCTOBER 1891.
BUITENLAND.
Reeds geruimen tijd gingen er geruchten van
een toenadering tusschen Duitschland en Rusland
op handelsgebied. Men wist te vertellen dat te
Petersburg omvangrijke voorstellen werden onder-
zocht, weinig minder inhoudende dan een toetreding
van Rusland tôt het tolverbond der staten van
Midden-Europa. Of dergelijke onderhandelingen
gevoerd zijn, maar tôt geen resultaat geleid hebben,
is moeilijk te zeggen. Zeker is het dat zoowel
van russische als van duitsche zijde wordt ontkend
daartoe den eersten stoot gegeven te hebben.
In plaats van toenadering te zoeken is de richting
van het russisch staatsbestuur tegenwoordig gericht
tegen al wat Duitsch is. Bij den rijksraad is thans
een wetsontwerp in onderzoek dat ten doel heeft
de vestiging van vreemdelingen in Rusland te be-
perken. Daarin wordt voorgesteld het aan vreem
delingen te verbieden grond buiten de steden te
koopen, terwijl aan hen, die reeds zoodanigen
eigendom bezitten, de verplichting zal worden op-
gelegd binnen drie jaar de russische nationaliteit
aan te nemen of hunne goederen te verkoopen en
het land te verlaten. Bovendien zullen de bepa-
lingen waaronder het russische burgerschap zal
worden verleend verscherpt worden, en zullen de
vreemdelingen die het wenschen te verwerven
moeten bewijzen dat zij voldoende vertrouwd zijn
met de russische taal en de hoofdwetten van het rijk.
Het doel dezer gestrengheid is te voorkomen dat
de naturalisatie de bloote formaliteit blijft, die zij
thans is, nu een groot aantal Duitschers die fa-
brieken en handelsinrichtingen in de westelijke
provinciën van Rusland hebben, zich haasten om
russische onderdanen te worden. Men wil aan de
vestiging van buitenlanders en vooral van Duitschers
de grootst mogelijke bezwaren in den weg leggen
om daarmede de grenzen van het rijk voor de
westersche begrippen te sluiten.
Twee leden van het russisch ministerie zij I zeer
ernstig ongesteld. De minister van buitenlandsche
zaken, de bekende diplomaat Von Giers, en zijn
collega voor financiën, die zooveel heeft gedaan om
de geldmiddelen van den staat te versterken, en
die, ware de hongersnood niet tusschenbeide ge-
komen, nog schitterender resultaten bereikt zou
hebben dan waarop hij nu mag bogen.
In de fransche kamer is het krediet voor
Dahomey, het geringe bedrag van 3 millioen francs,
na veel tegenstribbelen toegestaan. Het spande er
dat de regeering het er doorkreeg. En daaraan
had zij zeive schuld. Het was haar toch bekend
dat bij de jongste nederlagen der Franschen er
volstrekt geen samenwerking had bestaan tusschen
de koloniale troepen en de marine, maar had dat
eerst geheim gehouden. Daarom ontbrak het niet
aan aanvallen tegen de regeering, maar niemand
onder de oppositie wilde de geheele ontruiming der
afrikaansche Slavenkunst voorstellen, en bleef men
er, dan was versterking der positie noodig. Dit
zal nu gebeuren met die drie millioen francs, totdat
weder blijkt dat de koloniale macht te zwak is om
aan de aanvallen van den inlandschen vorst het
hoofd te bieden.
Eindelijk heeft voor het Abdin-paleis te Caïro
de officiëele voorlezing plaats gehad van den firman
waarbij de Khedive door den Sultan van Turkije
met het oppergezag over Egypte wordt bekleed.
Volgens de engelsche bladen is er te Konstantinopel
vrij wat gekuipt om den invloed van Turkije in
Egypte te vergrooten, de fransche gezant nam
daaraan een werkzaam aandeel, maar het einde is
slechts geweest dat Engeland en Egypte inniger
samengaan dan ooit. De Britten nestelen zich al
vaster en vaster in het Nijldal.
Hebben de mijnwerkers in Engeland nu reeds
sedert drie weken den arbeid hervat, die van het
graatschap Durham, ongeveer 90 duizend man, wei-
geren nog steeds onder de gestelde voorwaarden
in de mijnen af te dalen. Deels doen zij dat
uit vrije verkiezing, deels door hunne makkers ge-
dwongen. Het verlies daardoor aan arbeidsloon
geleden bedraagt per week ongeveer 3 millioen
gulden. Geen wonder dat verschillende plaatsen,
vroeger bloeiende, nu tôt armoede zijn vervallen, want
met den mijnarbeid staat die in tal van fabrieken
stil. Bovendien is het zoo goed als zeker dat
wanneer de mijnwerkers den arbeid gelieven te
hervatten, er voor velen hunner geen werk meer
zal zijn, daar verscheiden schachten reeds voor goed
gesloten zijn. "Wil men die weder openen dan eischt
het verwijderen van het water een langen tijd.
In Italie is plotseling bij gesloten parlements-
zitting een ministerieele crisis uitgebroken. De
ministerraad was het over de hoofdpunten oneens,
en nam in zijn geheel ontslag. Door den koning
is aan den minister-president Di Rudini de vor-
ming van een nieuw kabinet opgedragen. Het
voornaamste geschilpunt betrof de bezuinigingen
op het budget. Di Rudini vond bij zijn optreden
de financiën in den meest verwarden toestand.
Zijn voorganger Crispi had ailes over voor Italie's
grootheid, en bewerkte als vriend van von Bis
marck de toetreding tôt het verbond van Duitsch
land en Oostenrijk. De geldelijke ofïers die hij
daarvoor bracht waren aanzienlijk. Het italiaan-
sche leger moest op duitschen voet worden inge-
richt, de vloot moest die van Frankrijk evenaren;
millioenen bij millioenen werden daarvoor uitge-
geven. Di Rudini heeft aan dat geldverspillen
grootendeels een einde gemaakt, maar vond bij
zijn ambtgenooten niet die medewerking welke
hij wenschte. Hij geniet echter het vertrouwen
des konings en men twijfelt er niet aan of hij zal
spoedig mannen vinden, die hem de taak van
financieel hervormer gemakkelijker maken.
't Is merkwaardig dat de crisis juist samenvalt
met de afsluiting van een paar zaken, die tôt lang-
durige en moeilijke onderhandelingen aanleiding
gaven. Het geschil met Amerika over den moord
op de Italianen te New-Orleans gepleegd is nu
eerst bijgelegd. Amerika heeft schuld bekend en
schadeloosstelling toegestaan, terwijl tevens de on
derhandelingen met Zwitserland hebben geleid tôt
het sluiten van een handelstraktaat voor beide
landen van groot belang.
Vergadering van den Raad der ge
meente Sappeineer op Zaterdag
den 10 April 1893, des na-
iniddags te 3 uur.
Aanwezig 9 leden. Afwezig de leden Boswijk
en H. Smit.
Na opening der vergadering, werden de notulen
der vorige zitting voorgelezen en zonder op- of
aanmerkingen goedgekeurd en gearresteerd.
Aan de orde:
1. Procèsverbaal van Kasopneming.
De voorzitter deelt mede, dat op den 31 Maart
1892 door B. en W. de opneming der kas is ge-
schied en ailes in goede orde is bevonden.
Een en ander wordt voor kennisgeving aange-
nomen.
2. Benoeming van een lid van 't Burgerlijk
Armbestuur.
De voorzitter doet lecture van een schrijven
van den heer J. Gatzen, waarin deze bedankt
voor zijne benoeming tôt lid van 't Burgerlijk
Armbestuur.
Voorzitter: B. en W. nemen de vrijheid een
paar personen aan den Raad te noemen, n.l. de
heeren J. G. Ruding en H. Keizer. Dit is nu
geene voordracht, zoodat de leden er ook buiten
kunnen gaan.
Nadat er eene onderlinge discussie plaats had
over een te benoemen lid en de voorzitter verklaard
had, dat de heer Ruding er nog al mooi woonde,
welke verklaring door den heer Edzes en anderen
bevestigd wordt, gaat men tôt eene stemming
over, met den uitslag dat de heer J. G. Ruding
met algemeene stemmen tôt lid van 't Burgerlijk
Armbestuur benoemd werd.
3. Adressen onderwijzer J. Burema en ingeze-
tenen van Borgercompagnie.
De voorzitter deelt mede, dat er twee adressen
zijn ingekomen, van ongeveer dezelfde strekking,
een adres van den onderwijzer J. Burema en een
van de ingezetenen van Borgercompagnie.
De voorzitter doet lecture van deze beide adres
sen, waarin 1. adres van den onderwijzer J. Bure
ma door dezen verzocht wordt aan den Raad der
gemeente Sappemeer om bij zijne ouders in de
kost te mogen blijven en 2. adres van de ingeze
tenen van Borgercompagnie waarin aan den Raad
verzocht wordt, aan 't verzoek van Burema te vol-
doen, daar de kinderen tegenwoordig veel geregel-
der dan vroeger naar school gaan en ook spoediger
in huis komen, omdat de onderwijzer de kinderen
medeneemt, en ze steeds nu onder toezicht zijn.
Voorzitter: Ik heb er eenige ingezetenen over
gesproken, en die stelden er nog al veel belang
in. Ik heb beloofd er eens over te zullen spreken
en wou daarom wel voorstellen die zaak eens te
onderzoeken.
De heer Nauta: Ik heb dit bezwaar er tegen,
dat als 't verzoek niet ingewilligd wordt, hij
misschien zal gaan solliciteeren naar eene andere
plaats.
Voorzitter Dat geloof ik niet.
Nauta Ik zou er toch sterk voor zijn, dat het
adres ingewilligd werd, want dan gaat de onder
wijzer met de kinderen naar huis, zoodat deze onder
goed toezicht dan staan.
Voorzitter Burema kan wel inzien, dat het
verzoek van hem door mijn voorstel niet verwor-
pen is, we kunnen ook dadelijk niet al te ruim
met het inwilligen van dergelijke verzoeken zijn.
De heer Nauta Er is toch niets tegen om
't. verzoek in te willigen, want de kinderen blijven
onder beter toezicht.
Voorzitter Ja, dit is wel eene andere zaak.
Anders was het verzoek ook geweigerd, omdat we
eenmaal aangenomen hebben, dat de onderwijzers
in de gemeente in de kost moeten gaan.
De heer Berg Ik kan mij volkomen met het
voorstel van den voorzitter vereenigen.
De heer J. S. Smid Ez. Als er geene redenen
tegen zijn, zou ik er bepaald voor wezen, om het
verzoek maar dadelijk in te willigen.
De heer T. S. Bakker Hoe ver woont de on
derwijzer Burema van de school af?
Voorzitter en de heer Nauta: Een heel eind,
y
Roman uit den Noord-Amerikaanschen
burgeroorlog,
BALDUIN H6LLHAII8EN.
39)
«Tusschen de beide vijandelijke légers moet name-
lijk een jong Mexicaansch ruiter rondzwerven,
waarschijnlijk een van Campbell's handlangers.
Wees voor hem op uw hoede."
«Kunt ge mij hem ook nader omschrijven
vroeg Oliva nadenkend.
«Neen, maar wel schreef Quinch, dat de moed
van den jongen knaap hem tôt een gevaarlijken
spion maakte en dat hij ailes in 't werk zou stellen om
zich meester van hem te maken. Die jonge man heeft
bij voorbeeld, midden tusschen de troepen van
Quinch, een van diens beste korporaals een kogel
door het hoofd gejaagd.
«Midden tusschen de troepen? En hij werd niet
gevangen genomen vroeg Oliva verbaasd.
«Dat is mij ook onbegrijpelijk," verklaarde Pal-
mer; «in elk geval moet het een listige knaap zijn,
dien ge, naar ik hoop, niet zult ontmoeten."
«Hij zal zeker een vrouw met rust laten; maar
in elk geval dank ik u voor uw waarschuwing.
Vaarwel. Gelukt het my de stad ongemerkt te ver
laten, dan hoort ge later wel van mij."
»Ga met God" antwoordde Palmer, haar de hand
reikend, «moge hij u op uw gevaarlijke wegen
beschermen en u zijn zegen schenken voor de
diensten, die ge aan onze goede zaak verleent."
Nog een vluchtige hoofdknik en Oliva verliet
het vertrek.
«Wat zegt ge nu van haar Blijft ge nog bij
uw wantrouwen?" vroeg Palmer aan zijn vriend.
Deze dacht een oogenblik na en antwoordde
daarop «de ziel van een duivel woont in die
vrouw, of van een engel, die door droeve ervaring
in een wraakgodin is veranderd."
«Ik beschouw haar als een halve wilde, die door
dweepzucht wordt vervoerd en bij wie de ijdelheid
ook een roi speelt," verklaarde Palmer, «maar wat
ook haar drijfveer is, ik geloof zeker, dat ze in haar
blinde geestdrift de vreeselijkste martelingen zal
ondergaan, zonder zich door één enkel woord te
verraden. Voor haar eerlijkheid en betrouwbaarheid
getuigt ook de indruk, dien de brief van den be-
ruchten spion op haar maakte."
«Hoe zullen we ons tegen hem beveiligen ant
woordde zijn vriend op bitteren toon. Ik twijfel
nu niet of hij was het, die de stoomboot in brand
stak en onzen vriend vermoordde. God geve, dat
de daar verborgen papieren niet in zijn handen
zijn gevallen Kon men slechts vermoeden, waar
hij te zoeken is."
«Nergens anders, dan in het huis van den verra-
derlijken doodkistenfabrikant," verklaarde Palmer;
«ik zou er met mijn leven voor willen instaan,
dat mijn dochter Harriet hem heeft gezien, toen
zij daar op zekeren avond onverwacht kwam.
Welk ander doel kan deze brief hebben, dan onze
spionnen van zijn schuilplaats verwijderd te houden?
«Wij moeten ons door deze bedreiging toch niet
laten opschrikken."
«Zeker niet, maar we moeten dubbel voorzichtig
zijn. Hij wordt le goed bediend; men zou bijna
denken, dat zijn handlangers in onzen eigen kring
te zoeken zijn." Palmer zag op zijn horloge. «Over
tienen, onze spionnen zijn toch zeker al op hun
post
«Natuurlijk. Het slakkenhuis wordt van aile
kanten zoo goed bewaakt, dat geen eekhoorn uit
het hek zou kunnen ontsnappen. Ik zal zelf er
heengaan." En weldra volvoerde de spreker zijn
plan.
Oliva had inmiddels de straat bereikt, waar Ni-
codemo zich weldra bij haar voegde.
»Gij zijt langer gebleven, dan ik dacht," sprak
hij zacht onder het haastig voortgaan, «ik begon
reeds angstig te worden."
Ge moet niet te bezorgd zijn", zeide Oliva kortaf.
Spottend ging zij voort: «Het drankje, dat ik
Palmer gaf, had de beste uitwerking. Quinch is
geheel in onze macht, wij hebben alleen nog de
hulp van het leger noodig. Den inhoud van de
ontvangen brieven ken ik nog wel niet, maar naar
Palmers woorden te oordeelen zijn wij in staat,
den bandiet naar willekeur bewegingen te laten
doen, waardoor wij he»i in een hinderlaag kunnen
lokken."
«Ik ben niet gerust, voordat wij in de boot zijn",
antwoordde Nicodemo.
«Ik vraag u, waar zijn wij eigenlijk veilig? En
toch, na de rustdagen in het gastvrije huis gevoel
ik nieuwen moed voor mijn taak. Het stelt mij
gerust, dat ik mijn gastheer eenigszins gevrij waard
heb voor verraderlijke overrompelingen van de
samenzweerders. De naam Campbell had de uit
werking van een donderslag op Palmer."
Voorbijgangers beletten de voortzetting van het
gesprek. Eindelijk hadden zij de palissaden om-
heiming van Martijns grondgebied bereikt, toen zij
een man bemerkten, die hun van een anderen
kant van het hek tegenkwam. Zij zagen echter
niet, dat hij met voordacht langzaam liep, om hen
juist onder de lantaarn te treffen. Het korte
oogenblik van voorbijgaan was voor den spion
voldoende om in Oliva dezelfde dame te herkennen,
die hij voor enkele weken in het huis van Palmer
had ontmoet. Hij liet echter niet bemerken, dat
hij bijzondere aandacht aan de twee wandelaars
schonk. Eerst toen hij het einde van het hek had
bereikt, zag hij nog eens achterom, De ijzeren
tuindeur draaide in haar scharnieren het slot
knarste de twee wandelaars waren verdwenen.
Geen twijfel meer, zij waren naar den verdachten
doodkistenfabrikant gegaan. Bij die ontdekking
verhaastte hij zijn schreden. Het scheen hem
gelijk te staan met verraad, dat de raadselachtige
vrouw verblijf hield bij Martijn Findegern, den
doodvijand der zuidelijken en hij haastte zich naar
het huis van Palmer, om aan hem zijn ontdekking
mede te deelen.
Hier vond hij verscheiden samenzweerders bij-
een. De opwinding, veroorzaakt door den drei-
genden brief van Campbell, veranderde in de
diepste ontsteltenis, toen men vernam, dat Oliva
bij Findegern verblijf hield. "Voor ailes moest men
trachten zich meester te maken van de geheim-
zinnige vreemdelinge, die nu in het bezit was van
zulke gewichtige papieren. Naar aile kanten stoven
de bondgenooten uiteenelk voorzien met een
bijzondere opdracht.
Geen kwartier nadat Oliva was teruggekomen,
trad zij de huiskamer binnen in haar bekende ver-
momming van Mexicaansch ruiter. Bij haar komst
stond Nicodemo op. Martijn en dokter Krehle
zagen verlegen tôt Oliva op en niet minder ver
baasd was Houston, die haar vermomming nog
niet kende. Het was of met de kleeding ook haar
gelaat was veranderd.
Zonder eenige ontroering te verraden gaf zij
aan allen de hand. Houston vergezelde haar naar
het tuinhek. Nicodemo en Vagevuur volgden.
«Kapitein Houston", zeide zij fluisterend, en een
spoor van de oude hartelijkheid sprak uit haar
stem, «ik moet mij al zeer vergissen, als u het
geluk niet toelacht. Een kostbare hloem, getooid
met de kleuren der onschuld, bloeit voor u. Is
het u vergunt ze te plukken, houd ze dan in
hooge waarde."
Houston greep ontroerd haar hand, die Oliva
echter haastig terug trok. «Wat ik u zeide,
verberg dat in de diepste diepte van uw hart.
Vaarwel! Van weerzien spreek ik niet, omdat ik
er niet aan geloof."
Houston opende het hek. Vagevuur sloop hem
voorbij naar de overzijde der straat. Nicodemo
en Oliva sloegen de richting naar de stad in. Even-
als bij haar terugkomst troflën zij ook nu bij het
schijnsel eener lantaarn een voorbijganger. Oliva
herkende in hem denzelfden heer, dien zij geen
uur geleden bij den heer Palmer had ontmoet;
maar ook deze zag, ondanks de vermomming, dat
het Oliva was.
«Het wordt tijd, dat wij weggaan," zeide Oliva,
en nog eenmaal zag zij om. Een tweede persoon
had zich bij den bespieder gevoegd.
(Wordt vervolgd.)
V (IL R S B L A B
OOST-G00RECT EN ÛMSTREIEN.
VAN
Van NIEUWE SCHANS naar HARLINGEN.
Vartr. N.-Schan. *#,16 £7,40 *8,55 11,41*2,52 5,80
8 38
9,12 11,56 8,09 5,44 8,48
9,28 12,08 8,21 5,51 8,56
9,84 12,19 8,82 6,00 9,07
9,45 12,28 8,43 6,08 9,16
9,50 12,34 3,49 6,13 9,21
Aank. Groningen 7,82 5 8,54 10,3 12,47 4,1 6,26 9,33
Vertr. 7,36 10,8 1,45 5,4 6,82 9,40
Leenwarden 9,08 11,81 8,18 6,27 9,44 11,4
Aank. Harlingen 9,89 12,7 8,49 7,6 10,20 11,40
De met een
Winschoten 6,88 -If7,58
Seheemda 6.47 S 8,10
Znidbroek 7,00 Q 8,21
Hoogezand 7,18 c 8,34
Kropswolde 7,19 j> 8,40
Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS.
8,29
Vertr. Harlingen
Leenwarden
Aank. Groningen
Vertr.
Kropawolde
Hoogezand
Znidbroek
Seheemda
Winzchoten
Aank. N.-Schana
*6.80
6,44
6,50
7,1
7,16
7.24
7,40
7,2
7,48
9,1
9,6
9,20
9,26
9.35
9,50
9,58
10,12
9,40
11,26
12,44
*12,49
1.08
1.09
1,20
1,35
1,43
1,59
gemerkte treinen stoppen aan den Borgereompagniezterweg (wachtp. 87), tôt het
welke dei Yoorm. 8.56 van N.-Schans vertrekt, neemt
Xemen en uitlaten van reiziger». De trein
sdags geen reizigeri op voor Groningen.
1,10 8,29 6,46
1,66 5,6 8,00
3,8 6,24 9,18
8,22 *6,32 10,45
3,36 6,46 10,59
3,42 6,52 11,05
3,51 7,3 11,14
4,6 7,19 11,29
4,14 7,27 11,37
4,28 7,43 11,51
Van GRONINGEN naar DELFZIJL
Aankomut DELFZIJL
Van GRONINGEN naar MEPPEL—ARNHEM.
6,80
Vertr. Groningen
Haren
De Pnnt
Vries-Zuidl.
Aasen
Meppel
Zwolle
Deventer
Zntfen
Arnhem
Aank.
6,26
6,35
6,42
6,51
7,7
8,15
8,54
8,— 10,23 12,52 4,9
10,82 1,1 4,18
6,56
10,40 1,9 4,26
10,49 1,18 4,35
8,26 11,7 1,35 4,55
9,17 12,28 2,50 6,10
9,49 1,3 3,30 6,50
9,40 10,24 2,15 4,16 7,38
9,59 10,42 2,56 4,38 8,3
10,37 11,15 3,87 5,26 8,57 10,50
7,45 11,18 1,48 5,14 7,56 10,46
9,20 12,50 8,23 6,49 9,83 12,20
Van ARNHEM naar MEPPELGRONINGEN.
6,26 9,20 9,20 10,10 2,52
7,18 10,6 10,6 11,48 8,88
7,48 10,24 10,24 12,18 4,22
5,58 8,88 10,58 11,7 1,59 6,51
6,42 9,18 11,88 11,50
7.56 10,84 12,20 1,8
8,16 10,48 1,17
8,24 10,57 1,26
8,32 11,5 1,84
8,40 11,18 12,45 1,42
6,- 7,12
Sneldienat van Groningen 8,naar Amaterdam, welke dea avonda te 10,42 aldaar retourneert.
8,10 Vertr. Arnhem
8,19 Zntfen
8,27 Deventer
8,86 Zwolle
8,52 Meppel
7,47 10,10 Aaaen
8.17 10,50 Vriea-Zuidl.
9,41 De Pnnt
10,5 Haren
Aank. Groningen
Van DELFZIJL naar GRONINGEN
Aankomat GRONINGEN
7,88 8,58
7.5
7,41
8,5
8 52
2,47 7,42 9^29
4,2 8,56 10,17
4,16 9,10
4,25 9,1»
4,38 9,27
4,41 9,85 10,42
10,44 1,24 4,52 8,80
12,27 2,57 6,25 10,2
ii i
DOOR