rrr** No. 34. WOENSDAG 27 April 1892. 22e Jaargang. De Hpioo. VAN BORGESIUS ZOON, SAPPEMEER. Inzending van Advertentiën en Ingezonden Stukken des Dinsdags- en Vrijdagsavonds vôôr zes uur bij de Uitgevers. Overzicht van 17 loi 24 April 1892. UIT^GRUNO. FEUILLETON. Voor de Gemeenten HOOGEZAND, SAFFEMEEB, SLOCHTEREN NOORDBROEX, ZÏÏIDBBOEK, ZTJIDLAREN, HABEN onz. Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 cents, franco per post 45 cents. Enkele nommers 5 cents. U 1 T G A V E PRIJS der ADVERTENTIËN Van 15 regels 35 cents iedere regel meer 10 cents. Groote letters worden naar plaats ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens voor 3-maal plaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis. DIENSTREGELING OP DE STAATS-SPOORWEGEN. AANGEVANGEN DEN 1 OCTOBER 1891. BUITENLAND. De fransche regeering zet hare vervolging tegen de anarchisten met kracht voort. Op groote schaal hadden inhechtenisnemingen plaats, alleen te Parijs werden er op één dag 54 opgepakt, en over geheel Frankrijk, vooral in de fabriekssteden, maakte men er nog een groot aantal meer op dezelfde wijze onschadelijk. Waarschijnlijk gebeurt een en ander om van dit element van verwarring en beroering op 4 Mei geen last te hebben. Van de Slavenkust komen voor Frankrijk ailes behalve gunstige tijdingen. De negerkoning van Dahomey begint de fransche posten meer en meer te bestoken, en heeft de vreemde indringers al uit eenige nederzettingen verdreven. Wat zal de transche regeering daartegen doen met de lut- tele 3 millioen francs haar toegestaan Van het zenden eener expeditie van eenige beteekenis kan natuurlijk geen sprake zijn, en voor deze er is kan de tegenwoordige bezetting nog moeilijke dagen beleven. De Franschen blijken geen volk te zijn als het Engelsche, geschikt voor het krachtig beheer van overzeesche bezittingen. De ministerieele crisis in Italie schijnt tôt grooter moeilijkheden aanleiding gegeven te hebben dan eerst verwacht werd. Verschillende combinaties door den minister-president Di Rudini voorgesteld mislukten. Per slot van rekening zal het tegen- woordig kabinet de leiding der zaken blijven voeren, behalve de minister van flnanciën, wiens plaats echter voorloopig niet vervuld zal worden, daar men in Italie twee beheerders heeft van de geld- middelen van den staat misschien een der redenen van den verwarden toestand der flnanciën. Daar de minister van oorlog in functie blijft, zullen waarschijnlijk de nieuwe militaire eredieten, waar- onder een tôt aanschaffing van een geheel nieuw geweer van zeer klein kaliber, worden gehandhaafd. Hoe al dat geld moet gevonden worden zal Di Rudini zeker wel zeggen, als hij met zijn oude ambtgenooten voor de kamer komt. Nieuwe be- lastingen zullen de draagkracht van het niet zeer welvarende volk spoedig te boven gaan, en toch spreekt men van de invoering van een lucifersmo- nopolie, waardoor dit onmisbaar artikel voor huise- ljjk gebruik natuurlijk tôt zeer verhoogden prijs verkocht zal worden. Ten gevolge van de wanordelijkheden en oproe- ren bij de volksdemonstraties op 1 Mei van het vorige jaar, heeft de minister van binnenlandsche zaken aile samenkomsten voor dit jaar op dien datum verboden. Evenals in Frankrijk zijn ook in Italië een aantal anarchisten voorloopig in hechtenis genomen. De bulgaarsche regeering heeft een uitvoerige nota den Sultan van Turkije, als souverein van het vorstendom, doen toekomen. Deze nota is een geheele acte van beschuldiging tegen Rusland, met de noodige bewijzen gestaafd, waarin tal van feiten worden opgesomd die aantoonen dat de russische regeering aan het bestuur in Bulgarije de grootste moeilijkheden in den weg legt. Onderanderen wordt aangehaald dat de regeering van den Czaar turksche roovers van russische passen voorziet om in Bulgarije vrij spel te hebben, hoe uitgewekenen wegens staatkundige misdrijven niet alleen in Rus land met open armen worden ontvangen, maar ook geldelijken steun genieten voor het organiseeren en uitvoeren van samenzweringen, waarvoor hen zelfs schepen der russische vloot zijn afgestaan. De regeering van het vorstendom dringt er bij den Sultan op aan, dat hij, als souverein van het land, aan Rusland de uitlevering zal vragen van allen die tegen de bestaande orde samenspanden, daar- door alleen zal men de revolutionaire comités met kracht kunnen bestrijden. Verder vraagt de regeering van Bulgarije van den Sultan de officieele erkenning van de bestaande toestanden, daar voldoende is gebleken dat de Bulga- ren met den tegenwoordigen regeeringsvorm, langs wettigen weg door het volk gekozen, tevreden zijn. Aan deze vertoogen wordt in het slot der nota kracht bijgezet door de bedreiging, dat mocht het verzoek geen gehoor vinden, het vorstendom zich zelf van elken staat onafhankelijk zal verklaren. Duitsche bladen, die deze nota bespreken, dringen er krachtig op aan, dat de Staten van Europa die het wel met het energieke land en zijn krachtig bestuur meenende Porte zullen aansporen om aan het willekeurig en driest optreden der Russen een einde te maken. Daarop heeft Bul garije recht, en immers behalve Rusland en dus ook de groote vrijheidlievende republiek Frankrijk, dragen aile staten van Europa de wakkere Bulgaren een goed hart toe. BINNENLAND. Het voorloopig verslag der tweede kamer over het ontwerp tôt het verleenen van rijkshulp aan noodlijdende gemeenten is verschenen. Daar dit ontwerp vooral is ingediend met het oog op tal van gemeenten in Friesland, werd uitvoerig be- sproken welke oorzaken geleid hebben tôt den ach- teruitgang in dat gewest. Genoemd werden verval van landbouw en vervening, opdrijving der uitgaven voor het onderwijs, de drukkende armenzorg die door den rijks-wetgever op de schouders der ge meenten is gelegd. Te recht werd opgemerkt, dat dit voor aile provincien gold. Van grooter in- vloed is zeker het onevenredig klein bedrag dat de uitwonende grondeigenaars in de plaatselijke be- lastingen betalen. Indien zij er ook meer op uit waren om in tijden waarin het werk schaarsch is, ietste laten verdienen, zou de werkeloosheid minder al- gemeen zijn. Door sommige leden werd een wet gewenscht, waarbij den pachter onder zekere voor- waarden vergoeding zou worden toegekend voor hetgeen hij heeft verricht tôt verbetering van den bodem. Algemeen werd de nood erkend, maar over de middelen ter bestrijding was men verdeeld. De nood wet der regeering kon tijdelijk helpen, maar steunde op geen gezond beginsel, de oorzaken van het verval werden niet weggenomen. Sommigen meenden dit te kunnen doen door een betere re- geling der gemeente flnanciën, door ook uitwonen- den te belasten, of door het belgisch stelsel te volgen, waarbij aan de gemeenten een zeker deel van de bruto opbrengst der posterijen, van de belas- ting op koffie, suiker, gedistilleerd enz. wordt af gestaan. Dezer dagen is er gelukkig alweer een heler gesnapt, die er zijn werk van maakte, om opge- schoten straatjongens aan te wakkeren tôt verkeerde handelingen. En als de politie successievelijk zoo aile helers mag ontmaskeren, is hierdoor spoedig een groot kwaad gekeerd en zal er aan de straat- rooverij een eind komen. Want als de jongens het gestolen goed niet gemakkelijk konden ver- koopen, zouden ze de handen wel thuis houden. Slecht voorgaan doet slecht volgen, zoo in 't een als in 't ander. Ook in zake de levensmoeheid, waarvan ik u enkele voorbeelden opsomde en die voor deze week alweer met een tweetal moeten aangevuld worden. Zeldzaam mag het heeten, maar een feit is het, dat zoodanige daad nooit alleen staat, maar altoos bij d'een of ander zwakhoofd navolging vindt. Wij willen dan ook de nieuwe feiten liever niet gaan omschrijven op zich zelven zijn ze reeds meer dan treurig genoeg. En de eindelijk ontwakende lente wekt gelukkig gedachten en wenschen van beteren aard in ons. Bij mildere luchten en levenwekkenden regen komen thans de eerste groenten als voorboden van lentezegen en zonneschijn, en dan beginnen de huismoeders met hare schoonste illusiën de schoonmaak of 't uitzel eener dochter, en wij, wij hopen op prettig wandelweder en eene vroolijke kermis. Toch zal de kermis moeten lijden onder de Koninginnefeesten in Juni of Juli, die ook veel van onze beurs zullen vragen. En eene kermis heeft hare voor- en te- genstanders; doch voor 't huis van Oranje is ailes één. Toch hebben de jongelui 't alweer druk in de advertentiebladen met d'aanvraag om fatsoenlijke en nette meisjes ter passeering van de kermis- avonden, en ook meisjes geven hare harten en hare wenschen lucht door vrijers op te roepen voor de genoegelijke kermispret. Dat daar soms wel eens oolijkerds onder die vrijers en vrijsters loopen, die maar voor de malligheid zoo'n advertentie plaatsen, zal ieder wel vermoeden. Toch zal men uit dat staag aangroeiend getal advertentiën moeten af- leiden, dat het aan sollicitanten nooit ontbreekt. En voor de gezelligheid der kermis is dat maar goed. Ons carillon of speelwerk in den Martini- toren wordt verbeterd en uitgebreid. En in de stille week voor Paschen, wanneer daar ieder jaar de melodiën gewijzigd worden, is direct de voor- bereiding voor de Koninginnefeesten begonnen en speelt het carillon ons dagelijks: »I(ivivat, Iôvivat! De vorstin is in de stad," en verder nog het Volks- lied, het Wilhelmuslied en het Vlaggelied; zoodat de toren zijne koningsgezindheid al vroeg doet blij ken. Wat ook maar goed is, nu hij nog altijd in de steigerings zit en daardoor niet aan de versiering kan meewerken. De vorige week hoorden we nog eens weer het brandsignaal van den toren, dat anders zelden meer gehoord wordt; omdat aile brand meesttijds direct weer is gebluscht. Doch daar is aan het Martinikerkhof een heerenhuis in aanbouw, dat reeds met primo Mei moet worden betrokken. Om tijdig klaar te komen met den bouw, was er 's avonds nog tôt twaalf uren gewerkt. En of nu een der werklieden bij 't naar huis gaan zijn pijpje had ontstoken en de lucifer misschien in de spaanders was terecht gekomen, dat weet men niet. Doch plotseling sloeg er een uurtje later den brand uit, die veel van het nieuwe houtwerk ver- nielde en niet dan met veel inspanning werd ge bluscht. Voor eigenaar en vooral ook voor huurder kan dit op leelijke teleurstelling uitloopen. Anders gaan we met het bouwen ook al mooi vooruit en doen we die dingen haast al op echt Amerikaansche wijze. Zoo bouwde men in een paar maanden tijds, 's avonds met behulp van sijlicht," aan den Rade- singel een drietal groote dubbele heerenbehuizingen, die nu met binnenbetimmering, verf- en behang- en stucadoorwerken tegen primo Mei geheel afge- werkt moeten opgeleverd worden. Meitijd is ook de Roman uit den Noord-Amerikaanschen burgeroorlog, BALDUIN MëLLHAUSESf. 41) Weinig konden zij dan ook vermoeden, dal Tom door Vagevuur was gewaarschuwd omtrent den spion, die de vluchtelingen heimelijk had bewaakt. Zoodra hij de twee geheimzinnige booten had ont- dekt, klom zijn argwaan en moest hij zich geheel inrichten naar de bewegingen der vijandelijke booten, om onopgemerkt te blijven. Nicodemo wachtte totdat de maaltijd was afge- loopen; toen droeg hij de negers op in de boot, te gaan en voorbij de bocht te roeien. Hij vreesde dat Tom hun schuilplaats niet had kunnen ontdekken. Terstond gehoorzaamden de negers. Nicodemo volgde hen tôt aan de rivier, om zelf een blik in het rond te werpen. Qliva ging inmiddels dicht bij het vuur zitten, opende het haar door den heer Palmer toever- trouwde pakket en verbrandde het couvert. De eerste blik in de brieven zeide haar, dat Palmer haar niet had misleid. Zij waren aan verschillende bandietenhoofden, voornamelijk aan Quinch gerichl en bevatten listig berekende aanwijzingen betref- fende de te nemen richtingen en inlichtingen om trent de samenstelling van het Noordelijk leger, welke Palmer alleen door verraad had kunnen te weten komen. Ook brieven, waarvan de invulling aan haar was overgelaten, vond zij er tusschen. Opmerkzaam doorlas zij ailes, terwijl soms een zegevierend, dan weer een spottend lachje om haar lippen speelde. Nadat zij gereed was, verborg zij het pakje brieven in haar hooge rijlaarzen. Een takje nemend, rakelde zij in de gloeiende asch, terwijl zij peinzend in den vuurgloed tuurde. Zoo zat ze bijna een half uur, nadat Nicodemo zich had verwijderd, toen zij plotseling luisterend om- zag. Zij meende op eenigen afstand het kraken van een dooden tak onder voorzichtig naderbij sluipende voeten te hooren en, altijd op gevaar voorbereid, week zij van het vuur terug. Was het Nicodemo die naderde, dan zou weldra haar voorzorg onnoodig blijken. Weer hoorde zij dat eigenaardig knarsen, alsof ook van een anderen kant iemand voorzichtig door het struikgewas drong. Een oogenblik aarzelde zij wat haar te doen stond daarop strekte zij zich op den grond uit en kroop onder een hooge struik, waarvan de breede takken en groote bladeren haar geheel verborgen. Telkens herhaalde zich het kraken der takken, dan van dezen, dan van genen kant, tôt zij einde lijk van uit haar schuilplaats een gedaante ontdekte, die voorzichtig als een roofdier, naar het vuur sloop. Zoodra de geheimzinnige man zich overtuigd had, dat zich niemand in den omtrek bevond, tiief hij den arm omhoog, blijkbaar een teeken voor een achterblijvenden metgezel. Terstond daarop trok hij zich in de schaduw der boomen terug. Enkele oogenblikken daarna verschenen twee dergelijke gestalten, die eveneens voor het schijnsel van het vuur terugweken. Oliva verroerde zich niet. Met ingehouden adem bespiedde zij de zonderlinge gedaanten, en de grootste ontsteltenis maakte zich van haar meester. Hoewel zij nooit vrees had gekend, hoewel zij in de ge- vaarlijkste oogenblikken nooit haar tegenwoordig- heid van geest verloor, stolde haar nu toch het bloed in de aderen. Wel had zij gehoord van de beruchte Glu—Glux—Clans, van die waanzinnige dweepers en hun misdadigen arbeid, maar zij had geen geloof kunnen slaan aan de geheimzinnige verhalen. Wat zij nu echter zag, overtrof haar voor- stelling in hooge mate. De mannen waren in een langen zwarten tabbaard gekleed, die tôt over hun voeten hing over het hoofd droegen zij een zwarten kap, die alleen de oogen vrij liet. De vermomming maakte niet alleen het gelaat onken- baar, maar gaf ook een geheimzinnig spookachtig waas aan de geheele verschijning. Zelfs Oliva kon zich niet aan den indruk onttrekken, dien de spook achtig vermomde gestalten op haar maakten. Zij wist dat verraad was gepleegd, dat de geheimzin nige vijanden haar gevolgd waren, om zich hier van haar meester te maken, waar zij geen over- rompeling hadden te vreezen. Weer naderden sluipende voetstappen een vierde vermomde trad naderbij. »Zij zijn naar de rivier gegaan," hoorde zij fluisterend zeggen. »Als we ons hier verbergen, kunnen ze ons niet ont- snappen. We behoeven niet eens te wachten, tôt zij slapen." »We moeten ze eenvoudig doodschieten," sprak een andere stem, »ze hadden daar voor geen ge- schikter plaats kunnen uitkiezen. Als het onge- dierte hun lijken buitmaakt, krijgen ze hun ver- diende loon. Er zullen maanden verloopen, voor- dat hier een jager komt." »Neen ze moeten levend in onze handen vallen om hun een bekentenis af te persen," luidde het antwoord mïsschien kunnen ze hun onschuld ook nog bewijzen." »Onzin, die knaap is dezelfde vermelele ruiter, over wien Quinch schreef. Als er nog een ander bewijs noodig is, vindt ge dat in zijn verblijf in het huis van den verraderlijken doodkistenfabrikant, die in betrekking tôt den beruchten Campbell staat." »Dat doet niets ter zake: een onverijlde daad kan ons zelf in het verderf storten. En dan de papieren wie anders dan die knaap kan ons zeggen, waar zij zijn? Hij moet ze teruggeven, ook al zijn we genoodzaakt hem tôt bloedens toe te gee- selen. Dat Palmer zich door zulk een jongen knaap heeft laten bepraten het is ongeloof'elijk." Voor het eerst wellicht, sedert Oliva haar ge- vaarlijke taak had aanvaard, beefde zij. Wel lag zij onder de groote struik zoo goed verborgen, dat zij voor het aanbreken van het daglicht geen ontdekking behoefde te vreezen, maar één onwil- lekeurige zucht, één enkele beweging kon haar verraden. Meer echter dan aan zich zelf, dacht zij aan Nicodemo, aan den trouwen opofferenden vriend, en haar hart kromp ineen bij de gedachte hem in het verderf gestort te hebben. Zij wilde hem redden zij wilde hem toeroepen te vluchten zoodra hij naderde, maar zou ze hem wellicht daardoor niet in het verderf storten? Bovendien, ze kende hem genoeg om te weten, dat hij zonder haar nooit de vlucht zou nemen, dat hij haar red den of met haar sterven zou. Daar drong van den kant der rivier het alarm van strijdende mannen tôt haar door. Oliva hield den adem in van angst zij begreep dat, ook daar vijanden waren die Nicodemo hadden overrompeld, nog voordat hij tijd had zijn wapens te grijpen. O, ze had van smart kunnen weenen, toen zij Nicodemo's stem in den hevigsten zielangst hoorde roepen: »Vlucht, of ge zijt verloren 1" Hij hield op, wellicht door een doodelijken stoot ge- troffen of uit vrees te verraden, waar men Oliva zoeken kon. Onder de samenzweerders heerscht diepe stilte. Ongetwijfeld verwachtten zij, dat de gewaarschuwde vijand op zijn vlucht hier voorbij zou gaan. Mi- nuten verliepen; voor Oliva hange, eindelooze mi- nuten. Bevend luisterde ze naar de stemmen in de verte en trachtte vruchteloos Nicodemo's stem te onderscheiden. Eindelijk hoorde zij, dat een aantal mannen zich een weg door het struikgewas baanden; weer traden er vier op het schijnsel van het vuur toe, waarbij nu ook de tusschen de boo men schuilende samenzweerders zich voegden. Zoodra een hunner door nieuwen voorraad takken het vuur hoog deed opvlammen, herkende zij Ni codemo tusschen de vermomde gestalten. Twee hunner hielden den gevangene vast, die reeds weerloos was door de geboeide handen. In het schijnsel van het vuur zag Oliva zijn doodsbleek gelaat. Radeloos zochten zijn blikken in het rond en eerst toen hij zekerheid had verkregen, dat Oliva zich daar niet bevond en hij dus mocht hopen, dat het haar nog in het laatste beslissende oogenblik gelukt was te vluchten, richtte hij zich weder op. Een bittere trek trad op zijn gelaat, toen hij al die gemaskerde gezichten zag en hij geen gelegenheid had ook maar een hunner te herkennen. Maar wat zou het hem ook baten? (Wordt vervolgd.) VOLKSBLÂD 00ST-600RECHT EN OHSTREEBN. VAN Van NIEUWE SCHANS naar HARLINGEN. Vertr. N.-Sehans *6,1# £,7,40 *8>BB 1M1*2.B2 B.30 8>88 Winachoten 6,83 47.68 9,12 11,56 3,09 5,44 8,48 Seheemda 6.47 3 8,10 9,28 12,08 3,21 5,51 8,56 Zuidbroek 7,00 S 8,21 9,84 12,19 3,82 6,00 9,07 Hoogezand 7,13 a 8,34 9,45 12,28 8,43 6,08 9,16 Kiopswolde 7,19 S 8,40 9,50 12,34 3,49 6,13 9,21 Aank Groningen 7,32 8,54 10,8 12,47 4,1 6,26 9,33 Vertr. 7,86 10,8 1,45 5,4 6,32 9,40 Lcenwarden 9,03 11,31 8,18 6,27 9,44 11,4 Aank. Harlingen 9,89 12,7 8,49 7,6 10,20 11,40 Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS. Vertr. Harlingen Leenwarden Aank. Groningen Vertr. Kropswolde Hoogezand Znidbroek Scbeemda Winachoten Aank. N.-Schana *6.80 6,44 6,50 7,1 7,16 7.24 7,40 7,2 7,43 9,1 9,6 9,20 9,26 9.35 9,50 9,58 10,12 9,40 11,26 12,44 *12,49 1,03 1,09 1,20 1,35 1,43 1,59 De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borgercompagniesterweg (wachtp. 87), tôt het opuemen en uitlaten van reizigera. De trein welke des voorm. 8.56 van N.-Schana vertrekt, neemt T\.'_ ».an vi rrar-a nn unnr fin 1,10 8,29 5,46 1,56 5,6 8,00 8,8 6,24 9,18 3,22 *6,82 10,45 3,36 6,46 10,59 3,42 6,52 11,05 3,51 7,3 11,14 4,6 7,19 11,29 4,14 7,27 11,37 4,28 7,43 11,51 Van GRONINGEN naar DELFZIJL Aankomst DELFZIJL Van GRONINGEN naar MEPPEL—ARNHEM. 6,26 8,— 10,28 12,52 4,9 6,30 Vertr. Groningen Haren De Punt Vries-Zuidl. Aaaen Meppel Aank. Zwolle Deventer Zntfen Arnhem 6,35 10,32 6,42 10,40 6,51 10,49 7,7 8,26 11,7 8,15 9,17 12,28 8,54 9,49 1,8 9,40 10,24 2,15 9,59 10,42 2,56 10,37 11,16 8,37 7,45 11,18 1,48 5,14 9,20 12,50 3,28 6,49 6,56 Dinadaga geen reizigera op voor Groningen. Sneldienat van Groningen 8,naar Amaterdam, welke des avonda te 10,42 aldaar retourneert. 1,1 4,18 1,9 4,26 1,18 4,35 1,35 4,55 2,50 6,10 3,30 6,50 4,15 7,38 4,38 8,3 5,26 8,57 10,50 7,66 10,46 9,83 12,20 Van ARNHEM naar MEPPEL—GRONINGEN. 6,26 9,20 9,20 10,10 2,52 8,10 Vertr. Arnhem 8,19 Zntfen 8,27 Deventer 8,36 j Zwolle 5,58 8,52 Meppel 6,42 7,47 10,10 Asaen 7.56 10,84 12,20 8.17 10,50 Vriea-Znidl. 8,15 10,48 9,41 De Pnnt 8,24 10,57 10,5 Haren 8,82 11,5 Aank. Groningen 8,40 11,18 12,45 Van DELFZIJL naar GRONINGEN 6,— 7,12 Aankomat GRONINGEN 7,88 8,58 7,18 10,6 10,6 11,48 8,88 7,48 10,24 10,24 12,18 4,22 8,88 10,58 11,7 1,59 6,51 9,18 11,83 11,50 1,8 1,17 1,26 1,84 1,42 10,44 1,24 12,27 2,57 7,5 7,41 8,5 8,52 9,29 2,47 7,42 4,2 8,56 10,17 4,16 9,10 4,25 9,19 4,38 9,27 4,41 9,85 10,42 4,52 8,80 6,25 10,2 DOOR

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1