No. 38.
WOENSDÂG 11 Mei 1892
22e Jaargang.
VAN
BORGESIUS ZOOM, SAPPEMEEE.
Inzending van Advertentiën en Ingezonden Stukken des Dinsdags- en Yrijdagsavonds yôôr zes uur bij de Ïïitgevers.
Overzicht van I tôt 8 Mei 1892.
Voor de Gemeenten HOOGEZANDSAPPEMEER SLOCHTEREN NOORBBROEK, ZXJIDBBOEE, ZUIDLARHN, HAREM enz.
Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 85 cents,
franco per post 45 cents.
Enkele nommers 5 cents.
PRIJS der ADVERTENTIËN Van 1-5 regels 85 cents,
îedere regel meer 1» cents. Groote letters worden naar plaats-
ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens
voor 3-maal plaatsing br-steld, is de derde plaatsing gratis.'
BUITENLAND.
Het eenigzins gewijzigd ministerie in het konink-
rijk Italie is door de kamer genoodzaakt ontslag
te nemen. Di Rudini, de minister président, die
met zoo kraehtig tal van hervormingen ter hand
nam, gelukte het niet het financieel evenwicht
te herstellen. Ofschoon hij in het binnenlandsch
bestuur tal van bezuinigingen invoerde, en den ont-
redderden toestand waarin Grispi de zaken achterliet,
aanmerkelijk verbeterde, mocht het hem niet geluk-
ken het budget van oorlog zoo le besnoeien, dat het
evenwicht tusschen ontvangsten en uitgaven werd
verkregen. Het drievoudig verbond, waarin Italie
blijkbaar geen bescheiden, maar mede een hoofdrol
wil vervullen, eischt van het reeds zoo zwaar belaste
volk steeds grootere offers. Daarbij komt dat dit ver-
bond een gespannen toestand met Frankrijk deed ont-
staan, die allernoodlottigst werkte op het handelsver-
keer. Geen wonder dan ook dat de voorgestelde ver-
hooging der belastingen de maat deed overloopen, en
het votum van vertrouwen dat de regeering vroeg,
zij het dan ook met kleine meerderheid, werd ver-
worpen. Of het mogelijk is een goede fînancieële
politiek te vereenigen met de nooit openbaar ge-
maakte verplichtingen die Italie tegenover Duitsch-
land en Oostenrijk op zich heeft genomen, valt zeer
te betwijfelen.
Verschillende eorrespondenties uit Parijs maken
gewag van de ongekende, doodsche stilte die op
1 Mei in de anders zoo woelige stad heerschte.
De vrees voor de anarchisten verlamde ailes.
De stralen waren leeg, de schouwburgen slecht
bezet. Toch is er dien dag niets gebeurd. Het
blijkt meer en meer dat men de hoofdschuldigen
in handen h eft, en dat de overige leden der bende
zich schuil „ouden of elders een goed heenkomen
gezocht hebben. Van de gewonden bij de laatste
ontploffing is een, de letterzetter Hamonod over-
leden, de toestand van Véry, de restaurateur, is
hopeloos.
Langzamerhand keert de gewone bedrijvigheid
terug.
De anarchisten hebben nu het terrein hunner
werkzaamheden verlegd naar België en wel naar
Luik. Liet men elders in België, het land van be-
betoogingen, de Mei-optochten en demonstraties
geheel vrij, in Luik werden die op hoog bevel ver-
boden. Misschien dat de anarchisten dachtendaar
een geschikte plaats voor hunne gruweldaden te
vinden, omdat de bevolking ailes behalve gesticht
was in de vrije uiting harer wenschen gestoord
te zijn. Maar dan hebben de anarchisten buiten
den waard gerekend.
De drie schandelijke aanslagen die daar op 1
Mei door dynamiet beproefd werden, en die alleen
wat matereëele schade veroorzaakten, werden door
het volk ten sterkste afgekeurd en men beijverde
zich de politie de hand te reiken om de schuldigen
op te sporen. Men deed dan ook een goede
vangst. Het is te hopen dat de belgische justitie
die misdadigers strenger zal straffen dan de jury
in Frankrijk dit deed.
Den 6den Mei heeft men in Luik wêer een aan-
slag beproefd. Men vond daar 's avonds te tien
uur een palroon met gecomprimeerd buskruit
gevuld, op den drempel van een woonhuis, waarop
den lsten Mei ook een aanslag plaats had. Geluk-
kig werd de snoode toeleg verijdeld, en werden
weer drie anarchisten in hechtenis genomen.
In de overige steden van België liepen de betoo-
gingen rustig af. De twee lichtingen der miliciens
die ter verzekering der orde waren opgeroepen
zijn weder voor een maand naar huis gezonden.
Dan zullen fij weder worden opgeroepen om bij
de verkiezingen der constituante, die over de door
de kamer genomen beslissingen in zake grondwets-
herziening en het daarmede in verband staande
kiesrecht haar oordeel zal hebben uit te spreken,
andermaal de rust te verzekeren.
BINNENLAND.
Bij de tweede kamer is nog een ontwerp inge-
komen tôt instelling van kamers van arbeid.
Behalve dat van den heer Pijttersen is nu ook
een van antirevolutionaire zijde door den heer
Schimmelpecninck van der Oye ingediend. Straks
nog een regeeringsontwerp dan heeft de kamer
zeker ruime keuze om dit gewichtig volksbelang
naar behooren te regelen.
De tweede kamer behandelde behalve eenige
naturalisatie ontwerpen, de interpellatie van den
heer Keuchenius over de zaak Roelants. Kapitein
Roelants te Arnhem, die een werkzaam aandeel
nam aan de middernachtszending om de bezoekers
van slechte huizen te waarschuwen en op een
beteren wegte brengen, had daarover een berisping
van den mir er van oorlog ontvangen, en daarom zijn
ontslag gen sen. De minister van oorlog verzekerde
den interpe nt dat de regeering aile pogingen om
het zedelijk peil van volk en leger te verhoo-
gen waardeert en zal steunen maar officieren mo-
gen niet optreden om politiedienst waar te nemen
en groote kans te loopen de minderen tôt insub-
ordonatie te verleiden. Overigens was de heer Roe
lants niet gedrongen, zelfs niet zedelijk, den dienst
te verlaten. Ofschoon de interpellant met het ge-
geven antwoord niet tevreden was, liep de inter
pellatie daarmede af.
Daarna kwam in behandeling het adres van den
heer de Kanter tôt wijziging der jachtwet. De
couclusie der meerderheid van de commissie
wenschte het onbeperkte recht van den grondeige-
naar tôt toeeigening van ailes wat zich op zijn
eigendom bevindt gehandhaafd te zien. Uitvoerig
werd gediscussieerd over de schadeloosstelling aan
eigenaars van het jachtrecht te verleenen. Woens-
dag zal de kamer de beraadslagingen over dit ver-
ouderd recht, dat in sommige deelen des lands aan
den landbouw groote schade toebrengt, vooitzetten.
VEKGADËItUVG van den Raad der
gemeente Hoogezand op Zaterdag
den 7 Mei 1898, des namiddags te
uur.
Afwezig de heer Wolthuis.
Aanwezig 12 leden.
Nadat de vergadering door den voorzitter geopend
was, werden de notulen der vorige vergadering
voorgelezen, die zonder op- of aanmerkingen wer
den goedgekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
1 Vernieuwing school m. u. 1. o. te Hoogezand.
Hieromtrent deelt de voorzitter mede, dat B. en
W. het genoegen hebben aan den Raad aan te
bieden bestek en teekening van het veranderen en
de vertimmering van de school voor m. u. 1. o. te
Hoogezand. ZEd. Achtb. stelt daarna voor dit voor
de leden ter visie te leggen, weshalve het dan op
eene volgende vergadering kan worden behandeld.
Aldus besloten.
2. Adressen begrinding van den weg te Kiel-
Windeweer.
De voorzitter deelt mede, dat omtrent de be
grinding van den weg te Kiel-Windeweer twee
adressen zijn ingekomen en verzoekt aan den secre-
taris ze te willen voorlezen, aan welk verzoek wordt
voldaan. In het eerste adres, ingezonden van wege
de volmachten der Kielster Compagniester trek-
schuit, verzoeken adressanten aan den Raad der
gemeente Hoogezand om den weg bijlangs het diep,
die tegenwoordig met puin bedekt is te willen
verharden met grint, om zoodoende een beteren
weg te krijgen. Van de kosten die ruim 1600
zullen bedragen nemen de volmachten 500 voor
hunne rekening.
In het tweede adres, ingezonden door veleinge-
zetenen van Kiel-Windeweer, geven adressanten te
kennen, dat ze het besluit van de volmachten der
Kielster Compagniester trekschuit vernomen hebben
aan den Raad verzoekende tôt de verharding van
bedoelden weg over te gaan, aangezien de weg langs
het diep soms in een onbruikbaren staat verkeert,
daar een puinweg niet voldoende is. De voor
zitter doet hierna, namens B. en W. het voorstel
dit ter onderzoek neer te leggen om het dan in
eene eerstkomende vergadering nader te behandelen.
Aldus besloten.
3. Missieve en adres verharding Borgweg.
De voorzitter deelt mede, dat hieromtrent van
het Dagelijksch Bestuur van Slochteren eene missieve
is ingekomen, welke hierna door den secretaris
wordt voorgelezen en waarin te kennen wordt
gegeven dat in hare laatste vergadering onherroe-
pelijk het volgende besloten is, n.l. om tôt den
aanleg van den grintweg Borgweg te geraken -J
van de kosten van den aanleg ten laste der ge
meente Slochteren te nemen, terwiji het onderhoud
van dat gedeelte, dat onder Hoogezand ligt, ten
laste van Hoogezand zal komen en het onderhoud
van het gedeelte onder Slochteren ten laste der
gemeente Slochteren.
Hierna volgt voorlezing van een adres van eenige
ingezetenen van Westerbroek en Scharmer, waarin
te kennen wordt gegeven, dat zij vernomen hebben,
dat de Raad der gemeente Slochteren niet onge-
negen is om den weg te leggen, maar dat het,
wat de geldkwestie betreft, nog niet in 't reine is,
den Raad der gemeente Hoogezand verzoeken
toch tôt de verharding van den Borgweg over te gaan.
De voorzitter stelt voor op het adres afwijzend
te beschikken en niet weer terug te komen op het
eens genomen besluit van den Raad, n.l. om de
helft der kosten van aanleg en onderhoud te nemen.
De heer Marring Het is niet goed, dat de weg
zoo van de baan geschoven wordt, daartoe is de
zaak reeds te ver gevorderd. Als het er maar
even langs kan, zou het 't beste maar nemen te
besluiten. Zijdie daar aan den weg wonen
moeten ook in de belasting bijdragen voor andere
wegen in de gemeente, en nu is het niet meer
dan billijk, dat ze ook eens uit dien benarden toe
stand verlost worden. Dat Slochteren onbillijk is,
valt niet te ontkennen, maar dit is nu eenmaal
niet anders. Ik ben er sterk tegen om het zoo
van de baan te schuiven.
De heer Kruizinga zegt, dat als door iedere ge
meente de helft der kosten van aanleg en onder
houd genomen wordt, de gemeente Hoogezand al
veel doet.
De heer Marring: Ik moet den heer Kruizinga
opmerken, dat zooals Slochteren schrijft er niet
veel van zal komen. Om een ander tôt plicht te
brengen is moeilijk, maar de goede zaak moet er
toch niet onder lijden. En dat zal hier gebeuren,
want het is een nuttige zaak, als de verharding
van den Borgweg tôt stand komt.
De heer Kruizinga De kwestie is het geld, en
wanneer Hoogezand aanbiedt, om de kosten van
ailes half te nemen, dan is dit al veel.
De heer Smit: Ik zou wel willen voorstellen
tôt de verharding van den weg over te gaan, wan
neer de gemeente Slochteren genegen is om van
de kosten van aanleg ten haren laste te nemen,
terwiji het onderhoud van den weg dan zoo zou
wezen als de Raad der gemeente Slochteren voor-
gesteld heeft. Die weg daar is broodnoodig, en
de bewoners bijlangs den weg betalen de belasting
ook tôt andere wegen.
De heer Meihuizen Dat de Raad der gemeente
Slochteren onbillijk is, wordt in Slochteren zelf ook
erkend, en om nu maar aan die onbillij kheden
tegemoet te komen, dat kan niet. Ik zou mij er
sterk tegen verklaren.
De heer Smit: Wanneer Slochteren het ge
deelte van den aanleg betaalt, dan betaalt het
meer naar een kapitaal van bijna 3000, dat is
jaarlijks eene rente van 120, waar men ook nog
al eenig onderhoud voor kan nemen. Daarom zou
ik graag zien, dat mijn voorstel gesteund werd en
in rondvraag kwam.
De heer de Gock Wij moesten niet verder
gaan, ik ben er sterk tegen.
De heer Meihuizen Het onderhoud zal eeuwig
duren, en het onderhoud der wegen kost zeer veel.
De heer Vos vraagt hierna inlichtingen hoe lang
het gedeelte van den bedoelden weg is, dat onder Hoo
gezand en dat onder Slochteren ligt. Door den
voorzitter en den secretaris worden ZEd. deze
inlichtingen verstrekt.
De heer Smit, die een klein oogenblik de verga
dering verlaten heeft, komt terug met een papier,
waarop de kosten van het onderhoud van den Borg
weg aangegeven zijn. Deze onderhoudskosten be
dragen ongeveer 765.
Na nog eenige discussie wil de voorzitter het
voorstel van B. en W. in rondvraag brengen, toen
de heer Vos het woord nog vraagt, om de leden
in bedenking te geven, dat als Slochteren J van
den aanleg betalen moet en geen onderhoudskosten
krijgt, de particulière subsidiën grootendeels ten
bate komen der gemeente Slochteren. Hierop
antwoordt de heer Smit, dat de bewoners onder
de gemeente Slochteren die subsidiën ook meest
betaald hebben.
Het voorstel van den heer Smit wordt in stem-
ming gebracht en met 10 van de 12 stemmen
verworpen. Voor stemden alleen Smit en Marring.
De voorzitter doet nu het voorstel om het eens
genomen besluit te handhaven en daarvan niet af
te wijken, welk voorstel met algemeene stemmen
wordt aangenomen.
4. Adres afschrijving van den hoofdelijken
omslag.
De voorzitter deelt mede, dat er een adres is
ingekomen van den heer W. A. Gravelaar, wegens
vertrek naar Groningen, afschrijving van den hoof
delijken omslag verzoekende voor den tijd van 8
maanden. Aan dit verzoek wordt voldaan.
5. Wijziging der begrooting 1891. Door den
secretaris worden deze wijzigingen voorgelezen,
welke daarna door den Raad worden goedgekeurd.
6. Benoeming van eenen onderwijzer en eene
onderwijzeres te Kiel-Windeweer.
a. Benoeming van eenen onderwijzer.
De secretaris deelt mede, dat in overleg met den
arrondissements-schoolopziener het volgende drietal
is opgemaakt
1. Klaas Klok onderwijzer te Woldendorp, 2.
Jan Timmer te Engelbert, 3. Pieter Frederik Hei-
mel van Hoogezand.
Door het hoofd der school wordt No. 1 der voor-
dracht, de heer Klok van Woldendorp, zeer aanbe-
volen, daar deze reeds langen tijd bij het vak is
werkzaam geweest en daarin vele kundigheden
heeft verworven.
Ook de heer Meihuizen beveelt de heer Klok
aan, daar volgens een ingewonnen bericht, het een
flink onderwijzer is, zoodat de ouders en kinderen
hem op zijn tegenwoordige standplaats ongaarne
zien vertrekken.
Na gehouden stemming werd den heer Klok be-
noemd met 9 stemmen. De heer Timmer verkreeg
2 en de heer Heimel 1 stem.
b. benoeming van eene onderwijzeres.
De voordracht is als volgt: 1. Mej. P. Koppelle,
2. Mej. J. de Boer en No. 3. de heer J. Timmer.
De heer van der Goot Dit is eene voordracht
voor eene onderwijzeres, en nu komt er tôt mijne
verwondering een onderwijzer op voor. Wij heb
ben dus eigenlijk maar keuze tusschen twee, het-
geen ik toch niet goed vind. Ik zou er voor zijn,
dadelijk geene benoeming te doen, en deze voor
dracht te renvoyeeren aan B. en W. om een
nieuwe op te maken.
De heer Vos Ik kan mij best vereenigen met
hetgeen de heer van der Goot zegt. Omdat ze
allen eene acte voor handwerken moeten bezitten,
en No. 3 die niet heeft, zou ik er ook voor zijn
een nieuwe voordracht op te maken.
De heer Meihuizen Er zijn ook nog meerdere
sollicitanten geweest, maar omdat ze toch aile
dachten, dat Mej. Koppelle benoemd werd, hebben
ze zich maar teruggetrokken.
De heer van der Goot trekt nu zijn voorstel, om
een nieuwe voordracht op te maken weer in, maar
verklaart er zich toch sterk tegen, dat op een vol-
genden keer zoo iets weer gebeurt.
De heer Vos zou ook ongaarne zien, dat op een
volgenden keer op eene voordracht van eene onder
wijzeres weer een onderwijzer geplaatst werd.
De heer Smit Wanneer de heer Schoolopziener
en het hoofd der school ons zoo de voordracht
opgeven, ja, wanneer er zelfs maar ééne onderwij
zeres was, zouden we nog veilig kunnen kiezen
Na gehouden stemming nu werd Mej. Koppelle
als no. 1 der voerdracht met 10 van de 12 stem
men benoemd. J. de Boer verkreeg 1 stem en 1
was in blanco.
Voorzitter Naar aanleiding van het vroeger ge
nomen besluit, hebben B. en W. zich in betrekking
gesteld niet den heer Bos, omtrent het adres door
dezen in den raad ingediend over de zomer-
maling der daar gelegen landen. Daar de zaak
evenwel nog niet in 't reine gebracht was, kon die
zaak nu nog niet behandeld worden en moet ze
alsnog worden uitgesteld tôt eene volgende verga
dering.
Mededeeling van den voorzitter, dat de algemeene
politieverordeningen van heeren Ged. Staten terug
ontvangen zijn, met eenige opmerkingen, weshalve
de voorzitter voorstelt de gestelde veranderingen
aan te brengen en nieuwe te maken. Aldus be
sloten.
Mededeeling dat er een bericht is ingekomen van
mej. Vorenkamp onderwijzeres te Westerbroek met
verzoek eervol ontslag uit hare betrekking met 1
Juni. Besloten dit ontslag toe te kennen.
Mededeeling van den voorzitter, dat er van het
bestuur van Sappemeer een adres is ingekomen,
om met deze gemeente in overleg te treden om
trent de zaak onderhoudsplichtigen der Bonthuis-
terbrug, daar de raad der gemeente in beginsel
voor inwilliging was, op grond van de omstandig-
heid, dat er drie corporatien zijn, die het onder
houd der brug aanzienlijk bezwaard hebben, t.w.
le door de staat, door het plaatsen van stations-
gebouw, 2e door het leggen van een draaibat over
het Kalkwijksterdiep door Hoogezand, en 3e door
het leggen van een straatweg door de gemeente
Sappemeer.
De voorzitter adviseert hierop, dat B. en W.
zich er niet mede konden vereenigen met het aan-
gehaalde van Sappemeer, dat het onderhoud van
de brug meer bezwaard was geworden door het
plaatsen van een draaibat over het Kalkwijkster
diep, maar dat juist door het aanbrengen van die
draaibat het onderhoud van de Bonthuisterbrug
minder zwaar was geworden.
Toen er vroeger bij het aanleggen van de spoor-
lijn sprake was bij de regeering, dat er bij den
weg van Hoogezand een stationsgebouw zou ge
plaatst worden, heeft Sappemeer er voor geijverd,
om dit stationsgebouw zoo dicht mogelijk bij den
grens van Sappemeer te krijgen, hetgeen gebeurd
is. Het meerder onderhoud van de brug is dus
grootendeels door Sappemeer gekomen.
Het is dus niet mogelijk, zegt de voorzitter, zoo
aan 't verzoek van Sappemeer te voldoen.
De leden stemmen met het gezegde van den
voorzitter in.
Ingekomen van heeren Ged. Staten eene goed-
keuring omtrent het genomen besluit om 100
toe te kennen aan 't schoolfeest te Martenshoek.
Voor notificatie.
Ingekomen een goedkeuring van heeren Ged.
Staten houdende goedkeuring van het primitief
kohier hoofdelijken omslag. Voor notificatie.
oorzitter Naar aanleiding van het in de vorige
vergadering aangenomen besluit omtrent den school-
bouw Kropswolde, heeft de schoolopziener er op
gewezen ook een lokaal te timmeren waar de vrije-
en ordeoefeningen konden gegeven worden.
B. en W. zijn evenwel nog niet met de zaak
schoolbouw in orde, maar aan den architect zijn
orders gegeven bestek en teekening in gereedheid
te maken.
Nadat door den heer Marring nog medegedeeld
is, hoeveel kinderen daar ter school kunnen gaan,
welk getal 129 is, en hoeveel kinderen er de vorige
week ter school geweest zijn, welk getal 126 is,
sluit de voorzitter de openbare raadsvergadering.
«iABSTEBSLAG
Gemeente Haren 7 Mei v.m. lOi uur.
Afwezig de Heer E. van Hemmen.
De notulen worden gelezen en goedgekeurd. Bij
eventueele stemming zal de Heer P. Vorenkamp
no. 1 zijn.
1. De Voorzitter deelt den Heer Quintus mede
dat door den Raad met leedwezen is vernomen dat
ZE ontslag heeft aangevraagd als lid der Plaat-
selijke Schoolcommissie. Gaarne zouden we wen
schen dat u zulks intrekt en de betrekking blijft
bekleeden. Het is toch van groot belang en oe-
fent op het onderwijs een grooten invloed in.
De heer Quintus zegt dat hij zich er niet in
kan schikken.
De Voorzitter wijst er op dat de Wet het voor-
schrijft en er eene Plaatselyke Schoolcommissie
aanwezig moet zijn.
De Heer Quintus Dat zal zoo zijn, doch zooals
UEd zoo straks zeide dat het invloed uitoefende op
het onderwijs, daarvan is mij tôt nog toe nooit
iets gebleken.
De voorz. Dat schijnt niet noodig geweest te
zijn, daar ailes een goed beloop had. Vroeger
werden de boekjes in de school nooit ingebonden,
hetwelk tengevolge had, dat thans nu de commissie
daarop wees, wel het geval is. Het is nuttig en
heeft steeds een goede uitwerking gehad. Ook de
Wet is daartoe heel rekbaar.
Nadat hierover nog eenige besprekingen werden
gehouden, werd door den Heer Quintus goedgevon-
den de betrekking weder aan te nemen, doch
hoopte dat het wat meer invloed mocht uitoefenen
dan tôt dusverre het geval geweest was.
2. Ingekomen een verzoekschrift van den Heer
R. Reitsema te Glimmen, houdende verzoek om
aan hem met den meesten spoed eervol ontslag te
verleenen uit zijne betrekking als onderwijzer aan
de school te Glimmen.
De voorzitter stelt den Raad voor het eervol
ontslag te verleenen, doch in te gaan 8 weken na
het ingekomen adres. De aanvraag is van 25
April, dus zal het kunnen ingaan met ingang van
1 Juli.
De Raad keurt zulks goed.
De Voorzitter zegt dat we thans in de noodza-
kelijkheid verkeeren om in de vacature te voorzien.
VOLKSKLAD
OOST-GOORECHT IN 0ISTR1EEN.