No. 43.
ZONDAG 29 Mei 1892.
22e Jaargang.
Me Ipion.
VAN
U1T GrRU.NO.
FEUILLETON
BORGESIUS ZOOM, SAPPEMEER.
Inzendmg van Advertentiën en Ingezonden Stukken des Dinsdags- en Vrydagsavonds vôôr zes uur bij de ïïitgevers.
B DITE NL AND.
Voor de Gemeenten HOOGEZAIfD8APPEMEERSLOCHTEREN NOORDBROEK, ZUIDBROEK, ZUIDLAREN HAREN
Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 cents,
franco per post 45 cents.
Enkele nommers 5 cents.
enz.
U I T G A V E
PRIJS der ADVERTENTIËN Van 1-5 regels 35 cents"
îedere regel meer 10 cents. Groote letters worden naar plaata-
ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens
voor o-maal piaatsmg besteld, is de derde plaatsing gratis
_l r -ç piddusmg grans.
DIENSTREGELING OR DE ST AATS-SPOORWEGEN. A ANVANGENDE DEN 1 MEI 1892. (TIJD VAN GREENWIGH
WEEKEiLENDE R.
Zondag 29 Mei. Maandag 30. Dinsdag 31.
Woensdag 1 Juni. Donderdag 2. Vrijdag 3.
Zaterdag 4.
Eerste kwartier, Donderdag 2 Juni.
Jaar-, paarde- en beestemarkten.
Donderdag 2 Juni, Winschoten j. p. b.
Waar zou ik thans anders van schrijven dan van
de kermis. 'I Was er echter de oude levendigheid
en vroolykheid niet meer, evenmin als de laatste
jaren. En ook de naderende koninginnefeesten
maken, dat menigeen wat omzichtiger dan anders
de koorden op de beurs houdt. Over 't algemeen
wordt er dan ook geklaagd over de slechte verdienst,
al kwarn er de laatste dagen wat kentering bij
't beter weder en 't besef, dat men nog wat van
het te kort der eerste kermisdagen had in te halen.
Maar de regen en de koude en de wind hebben
veel van het genot bedorven zoodat enkele avonden
de kramen en spullen reeds vroegtijdig gesloten
werden en het straatverkeer weinig drukker was
dan op gewone tijden. Gelegenheden als de cafés-
chantants in de Unie en in het concerthuis werden
dan ook niet zoo druk bezocht als de ondernemers
het verdienden voor de moeite en opoffering, die
ze zich hadden getroost. Doch prêt en zin voor
feestelijk uitgaan laat zich niet dringen, en bij
't akelig Novemberweder dacht men meer aan ge
sloten huizen en gestookte kachels dan aan 't fla-
neeren in de avondlucht. Een windvlaag sloeg
Woensdagavond het heele dak van de tent, waar
de reus werd vertoond, zoodat de voorstellingen
er gestaakt moesten worden. Ook maakte de koude
Noordenwind het bezoek aan enkele tenten haast
ondoenlijk. Over 't geheel zag men den eersten
stand niet meer zoo meedoen als vroeger. Dit
komt ook al mee van de mode. Want de draai-
molen is vervangen door den carousel met stoom-
kracht en electrisch licht, de pofïertjes zijn ver-
drongen door de beignets, de echte kermisspullen
hebben de zware concurrentie te trotseeren van
het Nederlandsch tooneel in den prachtigen schouw-
burg. En voor al die nieuwigheden worden de
oude schiet- en glaasjestenten licht vergeten. Eigen-
aardig mag het dan ook heeten, dat van 't geen
vroeger de drukte en de opgewektheid gaf aan de
kermis, thans bijna ailes is verdwenen. Van de
heele familie Jan Klaassen, den vriend van oud en
jong, was er maar één afgevaardigde. De families
Bakker en Kônig en zoovele anderen schitterden
allen door hunne afwezigheid; zoodat de droeve
zangen van den hopeloozen minnaar of de dartele
liedjes van Annemie totaal werden gemist. Led-
derom was mede afwezig gebleven, en verder hadden
we geen honden en apenthéater, geen circus, enz.
Zelfs is het getal draaimolens al aan het afnemen.
En als men bedenkt, dat bij de vele en goede
winkels in Stad en Lande, de kramen ook niet
meer zooveels bekijks en drukte hebben als vroeger,
dan is de voorspelling niet te gewaagd, dat de
kermis langzaam maar zeker te niet gaat. Wel
is het getal carousels en cafés-chantants en vooral
klopmachines toegenomen doch ik geloof niet, dat
die alleen in staat zijn de kermis te redden. Klop
machines of krachtmeters vooral waren er bij de
vleet; doch ik kan me nog maar nooit begrijpen,
dat men bij het menigvuldig aandringen op een
achturigen arbeidsdag 's avonds nog lust heeft om
voor zijne vaak zuur verdiende centen zulken zwaren
arbeid te verrichten. Want om daar keer op keer
met een forschen houten klopper op den »kop van
Jut te slaan en den ijzeren krachtwijzer in de
hoogte te duwen, lijkt me meer inspanning dan
ontspanning en daar wordt dan ook ondanks de
kou menig zweetertje afgehaald. Een paar som
nambules trachtten de eer der oude waarzegsters
op te houden; doch als het geen kwakzalver of
Séquah geldt, is het bijgeloof bij 't volk al zoetjes
aan wat uitgeroeid en zoo is het bezoek der zwarte
spiegels verminderd en gaan er ook allen niet
juist meer heen om profetieën te hooren. Wat nu
de schouwburgtenten betreft, zoo heefl van Lier,
getrouw aan de oude traditie, eerst weer geheel
misgetast en ons stukken op het répertoire gebracht,
die vijftig- en meermalen te Amsterdam en elders
met het allergrootste succès werden opgevoerd en
dus voor ons Groningers niet deugden. Want de
lafheid en zouteloosheid waaraan een Amsterdam-
mer zich laaft na 't afslenteren der café's is geen
kost voor den stoeren Groninger. Wij willen waar
voor ons geld en liefst een smakelijk en degelijk
gerecht. Stukken als »De jongste luitenant" passen
voor ons publiek niet, allerminst wanneer er zoo
weinig goede artisten meewerken. In weinig avon
den was dan ook het publiek dermate gedund, dat
het de onkosten niet meer goed maakte, en toen
moest natuurlijk naar betere stukken en betere
spelers worden omgezien. Met de aankondiging
van »Onkel Brâsig", het «Pension Schoeller" en
«Mensch, erger je niet" kwam het publiek terug
en toen werd er avond aan avond in de schouw-
burgtent gelachen, dat het zwakke plafond het
haast te kwaad kreeg. Ook zijn er nog pogingen
aangewend, om Willem van Zuylen over te halen
voor eene enkele gastvoorstelling doch dit plan
stuitte af op bezwaren. Wat Pierre de Boer be
treft, die gaf in zijne nette alhoewel koude tent
Arcadia zooveel schoons, dat hij in den loop der
kermis de entrée kon verhoogen. De wijze, waarop
daar h.v. enkele operettes werden uitgevoerd, was
boven aile beschrijving schoon. En het werken
aan een zestal staande koperen stangen, het optre-
den van den vélocipède-acrobaat en van de Indi-
aansche familie was prachtig. Aan die stangen
werd gewerkt door twee artisten, die als apen
sprongen en zich slingerden van d'een op den
ander. De vélocipèdist reed zelf op halve en vier-
kante racleren en stoof boven van eene trap af op
zijn rijwiel om dan onmiddellijk stil te staan. De
Indiaan liet o.a. een palmboom op zijnen neus
balanceeren en bij 't lossen van een schot ont-
plooide de boom zijne bladeren en kwam daar
een klein Indiaansch knaapje te voorschijn. Doch
ik moet mij beperken. Zoo trok bij Alber en
Basch bijzonder aan, de opvoering van Assche-
poester, eene pantomime-klucht, zoo schoon en met
zoo rijke costumes en décoratief, dat de tent avond
op avond gevuld was. In den nieuwen schouwburg
was het geregeld goed bezet. En van al de uit-
voenngen stip ik alleen aan, die van de beide
laatste avonden, die van »De koopman van Venetië"
en van «De kleine Lord" op Zaterdag en Zondao--
avond. Want de stukken, die het eerst werden
gegeven, trokken minder aan door uitheemschen
bouw en uitheemsche manieren. Al wat verfranscht
is, past gelukkig niet voor onze zeden en gebruiken.
In het eerste der straks genoemde stukken heeft
Bouwmeester het meest geschitterd, in het. laatste
was de hoofdrol toevertrouwd aan een jongmaatje
van twaalf jaren, den jongenheer Stoete, een leer-
ling van Bouwmeester. Dat kereltje heeft zoo
verrukkelijk gespeeld en zoo fiks en vrij, dat de
zaal daverde van 't algemeen applaudissement en
men veilig van hem als toekomstig artist het aller-
beste mag hopen. In de Harmoniezaal zijn uitste-
kende zaken gemaakt daar was de zaal avond aan
avond gevuld. En 't moet gezegd worden, dat er
nooit een netter en degelijker gezelschap is opge-
treden als dat van Frits van Ilaarlem. Ik zou te
veel van de ruimte vragen, als ik al het schoons
opsomde, 't welk daar avond aan avond werd ver
toond. En ten slotte moet ik noodwendig nog iets
schrijven van zekere vermoedens en geruchten, die
ook uwen lezers zeker reeds ter oore zijn gekomen.
Ik doe dat met weerzin en ook met zekere aarze-
lmg, daar niemand er nog het rechte af weet.
Zie, daar wordt marktgeld gevraagd van aile hou-
ders van kramen en tenten. Een marktmeester
is belast met de inning dier gelden en met de
loting voor de plaatsing. Die marktmeester is
altoos de hoofdinspecteur van politie. Nu moest
het reeds lang de aandacht hebben getrokken, dat
ondanks het toeval eener loting toch tal van tenten
en kramen altoos dezelfde plaats bekwamen. En
ruzie over de plaatsing van eene der tenten deed
in het vuur van het débat vermoedens rijzen, die
de aanleiding zijn geweest, dat er van wege Bur-
gemeester en \V ethouders een streng onderzoek
is ingesteld, in hoeverre ailes stipt en eerlijk in
zijn werk is gegaan. Wij durven op dat onderzoek
met vooruitloopen en sparen u dus de vele praatjes
die thans onder t publiek in omloop zijn en die
hoe ook de afloop moge zijn aan het prestige
van den commissaris en den hoofdinspecteur van
politie een gevoeligen, ja, ik zou zeggen, onher-
stelbaren knak hebben toegebracht.
le Denison in Texas zijn dezer dagen 's nachts
vier vrouwen achtereenvolgens vermoord. De jonge
vrouw van eenen dr. Hayenes, buiten de stad wo-
nende en wier man afwezig was, werd dood gevon-
den, gekwetst met verscheidene kogels. Het huis
was geheel geplunderd. Eene jonge dame, Teen
tiawley, werd in hare slaapkamer door een man
verrast, vluchtte naar de kamer harer moeder en
had zich juist op haar bed geworpen, toen een ge-
weerschot door het venster een einde maakte aan
haar leven. De derde moord werd op dezelfde wijze
gepleegd, op eene vrouw in een slecht huis, en de
vierde op een meisje in een ander huis, dat toevallig-
uit het raam zag.
Verscheidene verdachte personen zijn in hechtenis
genomen. In de stad is ailes in rep en roer. Hon-
derden hebben zich gewapend en zijn, ook met be-
hulp van speurhonden, doende om de daders te
vinden.
Te Gent heeft een brand plaats gehad met zeer
noodlottige gevolgen. De eigenaar van den winkel
vvaar de brand onlstond, was reeds beneden, toen
hij zich bedacht, dat zijn vrouw, zijn kind en een
winkeljuffrouw nog boven waren. Om hen te red
den, ging hij weer het huis in, maar de brand sneed
hem den weg af, zoodat allen moesten trachten zich
het leven te redden door uit de vensters te springen
op de matrassen, welke door hulpvaardige buren
waren neergeworpen.
De man en het kind kwamen er goed af; maar
zijn vrouw brakeenige ledematen en wierp al sprin-
gende nog een voorbijganger van een ladder waarop
hy geklommen was, om zoo mogelijk de ongelukkigen
te helpen. Ook deze werd gekwetst. Beide ge-
kwetsten maken het vrij wel, maar de toestand der
winkeljuffrouw laat geen hoop meer.
De brand zelf is met groote moeite bedwongen
geworden.
Een voorbeeld van wraakzucht bij ratten wordt
door de Evening Post van Leeds verhaald. Een
heer zag onlangs, over een muur kijkend, een doode
kip op het veld liggen. Juist kwam er een rat
aan, die het doode dier besnuffelde en met eenige
Roman uit den Noord-Amerikaanschen
burgeroorlog,
BAL.DUIN MëLLHAIJSEIN.
46)
«Dat lieg je," luidde het antwoord; de stem ver-
ried echter ontsteltenis. »Wie is Quinch. Wij
kennen hem niet."
Jahoka mat met zijn blik den afstand tôt de
rivier. Nog scheen het oogenblik niet gekomen
voor zijn doel hij antwoordde dus «hebt ge den
zwarten man bij het vuur gezien? Hij is sterk.
John Kay was een groote vriend van Quinch; de
zwarte man gaf hem zooveel brandewijn, dat hij
stijf neerlag. Toen sneed hy hem den hais af.
Die zwarte man is mijn vriend. Zijn arm is sterk,
zijn mes is lang en scherp!
«Houd op met je leugens," riep de spion ver-
schrikt uit; en hij zoowel als zijn makker zagen
met wantrouwenden blik naar den jongen Indiaan.
Van dit oogenblik maakte Schinges gebruik voor
den met zooveel list berekenden aanval.
Een dof gekraak volgde de eene spion viel
voorover met verpletterend gelaat, en terwyl de an-
dere naar hem omzag, werd hij door Jahoka op
dezelfde wijze neergeveld. Daarna vierden de twee
Indianen aan den wilden bloeddorst bot, dien de
moorddadige oorlog weder in hen had opgewekt
hun dierlijke aard kwam weer boven, welke door
den invloed der beschaving was onderdrukt. Zij
bukten zich over hun slachtoffers eenige oogen-
blikken van inspannende arbeid daarna werden
twee bloedige schedels aan een boomtak opgehangen.
«Zoo is het werk van den roodhuid," zeide
Schinges, de woorden van Anders herhalend. «De
blanke man is listig: wat hij raadt, is goed."
Jahoka knikte toestemmend. «Ze hebben veel
tijd noodig om ons aan hun makkers te verraden,"
zeide hij met een blik van voldoening op hun
slachtoffers.
Bij hun vrienden teruggekeerd, wisselden de
beide Otoes een veelbeteekenenden blik met Kitt
Anders. Maurits vermoedde met welk doel de
beide Indianen de spionnen gevolgd waren, maar
hij schrikte er voor terug er naar te vragen. Zijn
vermoeden werd zekerheid, toen Anders verklaarde,
dat voor het aanbreken van den morgen geen over-
rompeling te vreezen was.
Met allen spoed werden nu maatregelen tôt de
vlucht genomen. De zon was reeds ondergegaan
maar weldra kwam de maan op en lichtte met
haar zilveren schijnsel de vluchtelingen bij hun
arbeid.
Zij begaven zich naar den oever, waar, bij den
lagen waterstand, de massa's drijf hout lagen opge-
stapeld. Daarop was ook het plan der vlucht
berekend. De onmisbare bagage werd bijeen ge-
honden en naar den oever gedragen; de paarden
bevrijd en het bosch ingedreven, daar het onmo-
gelijk was ze mee te nemen.
Nu ging men hard aan den arbeid. Doormiddel
der leidsels gelukte het met vereende krachten
verschillende boomstammen aan elkaar te hinden,
in den vorm van een vlot. Om het evenwicht te
houden werden zware blokken aan den kant ge-
legd, terwijl voor roeispanen gladde takken werden
uitgezocht. De draagkracht van het vlot werd be-
proefd ailes was aan hoord en men verdeelde
zich op verschillende afstanden. De uitkomst was
bevredigend. Nu legde men het vlot nog weder
vast om op Jahoka te wachten, die op verkenning
uit was om te zien, of het in den omtrek veilig
was. Eerder dan men dacht kwam hij terug en
wel zoo geheimzinnig, dat hij zich aan boord bevond,
voordat men hem hemerkte. Op hetzelfde oogen
blik liep fluisterend de waarschuwing van mond
tôt mond, niet te spreken noch zich te ver-
roeren.
Haastig deelde de jonge Otoe mede, dat hij nog
maar een eindweegs was gegaan, toen hij stemmen
had gehoord. Blijkbaar zocht men naar de twee
niet teruggekeerde spionnen en stond het gevaar
te wachten, dat de nieuwe bespieders, het nog niet
geheel uitgedoofde vuur ontdekkend, het spoor
zouden vinden naar den oever. Men besloot vei-
ligheidshalve hier eerst nog den afloop af te wachten.
De hellende walkant gaf althans eenige beschutting
terwijl, indien zij nu het vlot drijvend maakten,'
ontdekking bijna zeker was en de bespieders van
uit de veilige hinderlaag, hen een voor een op
het vlot zouden kunnen neerschieten. Duidelijker
drong de klank van vele stemmen tôt hen door;
het scheen, dat men zich in twee groepen had
verdeeld. Uit het luidde roepen bleek, dat men
elkaar wederzijds bij het onderzoek leidde. Zelfs
Kitt Anders was stil geworden bij dit onmiddellijk
dreigend gevaar. Lydia en Eva had men de meest
beschutte plaatsen aangewezen; de mannen lagen
geknield, met het geladen geweer in de hand.
Hun laatste hoop was dat, daar hun aanwezigheid
door de spionnen niet verraden had kunnen worden
en men hen dus niet in de nabijheid vermoedde,
ook het onderzoek niet rechtstreeks op hun spoor
gericht zou zijn. In de grootste spanning luister-
den zij. Duidelijker nog werden de stemmen
men kon de woorden verstaan.
«De ezels kunnen wel langs een zijweg zijn terug-
gegaan, klonk het uit de verte, «ze liggen mis-
schien reeds lang bij het vuur te snorken, terwijl
wij naar hen zoeken. Het was dwaasheid nog
midden in den nacht er op uit te gaan. Ze zouden
van zelf wel komen of de duivel heeft hen gehaald,
en dan is toch aile moeite vergeefsch."
De patrouille, blijkbaar vier man sterk, was nu
zoover doorgedrongen, dat de verlaten legerplaats
werd ontdekt. «Hallo klonk het op eens, «hier
zijn menschen geweest, het vuur brandt nog en
ik hoor een paard snuiven. Kom hier als u wat
aan een goede vangst is gelegen!"
«Vervloekt klonk een schelle stem van de
hooge berghelling af, «ik zal het een geluk noemen,
als de dochter van den kolonel met haar minnaar
juist bijtijds hier zijn gekomen!" Bijna boven het
vlot hoorde men het dreunen van voetstappen, die
over takken en struiken den weg zochten.
»Ga nog een halven stap verder en ik mag
sterven, als je niet bij den rand van den oever
neerglijdt," waarschuwde een andere stem, even-
eens van de hoogte. «Ik ken dat hier, voordat men
eraan denkt, valt men naar beneden."
«Geen nood, het gaat niet dadelijk naar de hel,"
klonk het antwoord.
Het was een vreeselijke spanning, elke seconde
vreesden de vluchtelingen den jubelkreet te hooren,
waarmee men het door de maan beschenen vlot'
zou begroeten. De waarschuwing scheen echter
op den bespieder niet zonder invloed gebleven,
want hij trad terug, voordat hij zijn oog over de
helling naar beneden had laten gaan.
Weer klonk de stem bij het vuur op dringenden
toon: «Waar blijft ge toch in naam van dén dui
vel Komt toch hier en houdt de oogen open Ze
moeten iu den omtrek verborgen zijn!"
«Voorwaarts," beval de schorre stem van boven.
Daarna hoorde men het dreunen van voetstappen,
die den weg naar beneden zochten.
Hoewel verlicht ademhalend, dat het ergste ge
vaar als door een wonder was afgewend, schenen
toch ook de volgende minuten den vluchtelingen
eindeloos lang. Het gaf eenige geruststelling, dat
de stemmen nog uit de verte bleven klinken en
men zich dus nog niet bij den man bevond, die
hun legervuur had ontdekt. Gebeurde dit, dan
kon men ook zeker zijn, dat aile hoop was verloren
en een gevecht op leven en dood zou volgen.
Terwijl Kitt Anders nog over een uit weg nadacht,
drong plotseling van de verwijderende patrouille
hevig aïarm tôt hen door. Vloeken, verwenschin-
gen, uitroepen van schrik klonken verward door-
een, allen schenen tegelijk te spreken; ten laatste
konden zij deze woorden verstaan: «Beiden is de
schedel ingeslagen en daarna zijn ze gescalpeerd,
jongens past op, ot on« leven is geen cent meer
waard!" Luider nog, tôt den makker in de verte
die de wacht bleef houden bij het ontdekte !ëger-
vuur: «Hier, kom hier, zoo snel als je beenen je
dragen kunnen! Het zijn roodhuiden, ze hebben
onze makkers vermoord! Kom hier, als je leven
je liet is!"
(Wordt vervolgd.)
V 01 K S1 IL h SI
00ST-600RECHT IN OMSTRIEIN.
VAN
EUWE 8CHANS naar HART.TNGEN II V„n HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS 1 UHCLINWIOM.J
Van NIEUWE 8CHANS naar HARLINGEN.
Vartr. N.-Schani *5,56 £7,20 *8,16 11,15*2,28 5,10 8,28
Winachoten 6,15 .§7,88 8,38 11,80 2,40 5,24 8,88
Scheemda 6.27 3 7,50 8,45 11,43 2,62 5,81 8,46
Zuidbroek 6,40 S 8,1 8,56 11,58 3,8 5,41 8,57
Hoogezand 6,58 a 8,14 9,7 12,2 8,14 5,48 9,6
Kropawolde 6,59 S 8,20 9,12 12,8 3,20 9,11
Aank. Groningen 7,12 8,84 9,25 12,21 3,32 6,6 9,23
Vertr. 7,16 9,35 1,25 4,44 6,12 9,29
Leeuwarden 8,43 11,84 2,53 6,7 7,57 10,54
Aank. Harlingen 9,19 12,10 8,29 6,46 8,83 11,80
De met een gemerkte treinen «toppen aan den Borger-
compagniesterweg (wachtp. 87)tôt het opnemen van reizigeri.
Bovendien mogen aldaar die treinen verlaten reizigers, voor-
zien van plaatsbewijzen naar Hoogezand-Seppemeer De trein
vau 8.16 neemt dea Dinadags geen reizigera op voor Groningen.
Vertr. Harlingen
Leeuwarden
Aank. Groningen
Vertr.
u Kropawolde
Hoogezand
Zuidbroek
Scheemda
Winachoten
Aank. N.-Schana
De met
*6.10
6,24
6,30
6,41
6,56
7.4
7,20
6,42
7,23
8,41 12,24
8,46 *12,88
12,52
9,6
9.15
9,30
9,38
9,52
8,58 12,50
11,6 1,36
2,48
2,53
3,7
3,13
3,22
3,87
3,45
3,59
12,68
1,9
1,24
1,82
1,48
2,51
4,46
6,4
*6,12
6,26
6,32
6,43
6,59
7,7
7,23
5,26
7,52
9,10
10,39
10,53
10,59
11,8
11,23
11,81
11,44
gemerkte treinen atoppen aan den Borger-
compagniesterweg (wachtp 87) tôt het uitlaten van reizigers
Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigers
voorzieu van terugreisgedeelten van retourbiljetten uaar Hoo-
gezand-Sappemeer.
Sneldienat van Groningen 7,30 naar Amaterdam,
Van GRONINGEN naar MEPPEL—'a BOSCH.
Vertr. Groningen 6,
Haren 6,9
De Punt 6,17
Vriea-Zuidl. 6,26
Aaaen 6,40
Meppel 7,55
Zwolle 8,42
Aank. Zntfen
Arnkem
'a Bosch
7,30
7.68 10,24
8.69 11,45
9,88 12,42
9,30 10,41 1,42
10,16 11,27 2,30
1,10 4,17
9,40 12,80
9,49
9,57 12,43
10,6
1,4
2.16
3,7
4.17
5,9
3,38
8,47
3,55
4,4
4,22
5,43
6,38
7,8
6,58 10,1
8,11 10,30
6,15 8,—
8,9
8,17
8,26
6.41 8,44
7.42 10,8
8.38 10,48
9,47
Van GRONINGEN naar DELFZIJL.
Vertr. Groningen 7,25 11,62 1,31 4,53
Loppersum 8,30 1,2,36 5,58
Appingedam 8,50 1,19 2,56 6,18
Aank. Delfzijl 9,— 1,29 3,6 6,28
welke dea avonda te 10,84 aldaar retourneert.
7,52
8,56
9,18
9,29
10,40
1J ,44
12,5
12,14
Van 'a BOSCH naar MEPPELGRONINGEN.
Vertr. 'aBoach 7>5 10>6 l2,52 8,20
6>- 9,— 11,40 2,50 5,11
Zntfen 7,8 9,40 12,80 3,87 6
Zwolle 5,20 8,88 10,38 1,51 6,8 7 22
Meppel 6,10 9,36 11,18 2,36 5,48 8*18
Aasen 7.27 10,60 12,2 3,51 7 7 9 29
Vriea-Zuidl. 7,45 11,4 4,6 7,21 948
De Pnnt 7,54 11,13 4,14 7,80 9 52
Haren 8,2 11,21 4,22 7,38 10
Aank. Groningen 8,10 11,80 12,28 4,30 7,46 10,8
Van DELFZIJL naar GRONINGEN
Vertr. Delfzijl 5,40 6,52 10,30 1,7 4 12
Appingedam 5,51 7,5 10,43 1,18 4'24
Lopperaum 6,15 7,33 11,11 1,42 448
Aank. Groningen 7,13 8,88 12,13 2,40 5 48
5,82
7,6
7,46
8,44
9,19
10,9
10,84
8,16
8,27
8.51
9,48
DOOR