J No. 45 ZONDAG 5 Juni 1392. 22e Jaargang. Ile il a VAN Een eerste stap. FEUILLETON. {w7% BORGESIÏÏS ZOON, SAPPEMEEB. Inzending van Âdvertentiën en Ingezonden Stukken des Dinsdags- en Vrijdagsavonds vôôr zes nur by de Uitgevers. Bij deze courant behoort een bijvoegsel. BU ITEM LAND. Voor de Gemeenten HOOGEZAND, SAPPEMEER, SLOCHTEREN NOORDBROEK, ZTJIDBROEK, ZI7IDLAREN, HAREN enz. Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 85 cents, franco per post 45 cents. Enkele nommers 5 cents. U 1 T G A V E PRIJS der ADVERTENTIËN: Van 15 regels 35 cents, iedere regel meer 10 cents. Groote letters worden naar plaats- ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens voor 3-maal plaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis. DIENSTREGELING OP DE STAATS-SPOORWEGEN. AANVANGENDE DEN 1 M El 1892 (TIJD VAN GREENWICH.) WEEKEALENDE R. Zondag 5 Juni. Maandag 6. Dinsdag 7. Woensdag 8. Donderdag 9. Vrijdag 10. Zaterdag 41. Zonsopgang, Zaterdag 41 Juni te 3.39, onder te 8.19. Voile maan, Vrijdag 10 Juni. Jaar-, paarde- eu beestemarkten. Woensdag8 Juni, Appingedam p. b. Winschoten p. Donderdag 9 Juni, Scheemda b. De regeering heeft woord gehouden. Bij haar optreden openbaarde zij haar voornemen om ge meenten, die buiten staat zijn in aile of sommige kosten harer huishouding te voorzien, of die door de uitgaven tôt eene behoorlijke inrichting van haar lager onderwijs vereischt, onbillijk bezwaard waren, te hulp te komen. Ze heeft in de Tweede Kamer succès op haar streven gehad: met 67 tegen 16 stemmen besloot zij voor het eerste toe te staan 250.000 en voor het tweede 50.000. Het was ook noodig dat de regeering tusschen- beide kwam. Waar in eene gemeente van een inkomen van 150 4.50 aan gemeentelasten hetaald moet worden; waar een ondeiwijzer met 400 tractement 17 en eene onderwijzeres met een inkomen van 450 aan hoofdelijken omslag 21 betalen moet; waar in gemeenten duizenden guldens besteed zijn voor den aanleg van wegen, waardoor de bezittingen van velen in waarde gestegen zijn, en deze nu elders gaan wonen, den druk der helastingen leggende op de schouders van pachters en neringdoenden, daar is de toestand zoo geworden, dat er redding geboden moet worden. Is die hulp een soort van bedeeling? De afge- vaardigde uit Schoterland wilde daarvan niets weten en meende dat vele Friesche gemeenten recht hadden op uitkeering uit 's lands kas omdat ze op die wijze terugontvangen voor een deel wat zij tôt nu toe te veel hebben betaald aan 's Rijks kas, door de fout van den wetgever. Vooral de platte- lands gemeenten hebben schade geleden door de totstandkoming van enkele wetten. Door de fixatie van het 4/s van het personeel werd de uitkeering aan de gemeenten kleiner hoe grooter hare uitge- strektheid is. Een stad als Leeuwarden met 30,000 zielen ontvangt 90,000, terwijl Opsterland met 15 duizend inwoners slechts 17,000 ontvangt. Maar meer dan ergens openbaart zich deze fout van den wetgever bij de toepassing der wet op het lager onderwijs. Ook daar is geen rekening gehouden met het versehil van behoeften voor de steden en het platteland en is uit het oog verloren, dat de groote uitgestrektheid der plattelands ge meenten en het groot aantal dorpen, een groot aantal openbare scholen en hoofden van scholen noodig maakte, hetgeen de kosten van het onder wijs belangrijk deed stijgen. Leeuwarden met 30 duizend inwoners en 10 openbare scholen krijgt 25,000 subsidie; Opsterland met 15,000 inwoners en 16 openbare scholen krijgt 12,000; Schoter land met 14 duizend inwoners en 18 openbare scholen krijgt 11,500; Weststellingwerf met 15,000 inwoners en 20 openbare scholen krijgt 12 duizend gulden subsidie. Waren de subsidiën aan het onderwijs toegekend, berekend naar het aantal openbare scholen, die in de gemeenten gevonden werden, wat billijk zou zijn geweest, dan zou het middencijfer van het subsidie, dat voor elke open bare school in het rijk bedraagt 988, ook voor Friesland hebben gegolden en deze provincie niet hebben ontvangen 660 per school, zooals nu het geval was, hetgeen 328 minder is dan het mid dencijfer voor het geheele rijk. Dit laatste cijfer vermenigvuldigd met het getal openbare scholen in Friesland, zijnde 350, doet zien dat Friesland elk jaar 114,800 minder aan subsidie ontving dan het middencijfer was voor het geheele land, dus, sedert de invoering der wet op het lager onderwijs van 1878 21 millioen minder dan het middencijfer, terwijl Zuidholland gedurende dien tijd 6) millioen meer heeft ontvangen dan waarop het, volgens het middencijfer, aanspraak zou hebben gehad. Met hoeveel klem ook het recht der noodlijdende gemeenten bepleit werd, vooral door den heer Pijttersen, van verschillende kanten meende men ook te mogen wijzen op andere oorzaken, waardoor vele meenten in hare nooden niet kunnen voorzien. Vooral kwam daarbij ter sprake de armenzorg. Niet dat armen te veel uit de gemeentekassen trekken, neen, waar een man als de heer Rauwerda van Stiens verhaalt, dat aan een huisgezin, bestaande uit man, vrouw en een kind bij ziekte voor den eerste 50cts. wekelijks bedeeling verstrekt werd en na het overlijden van den man, omdat de vrouw niet werken kon, een gulden, dan kan er geen sprake zijn van eenige weelde in de armenzorg- De armoede is toegenomen, de kerken hebben voor een goed deel de ondersteuning gestaakt, zoo- dat een beroep op de gemeentekassen moest gedaan worden. Steeds grooter werden de eischen en wanneer wij nu ontdekken, dat overigens vrucht- bare gemeenten met 9000 zielen 39 duizend gulden en gemeenten van 15000 zielen in dit jaar 51 duizend gulden op de begrooting voor armenzorg uitgetrokken hebben, daar is het geen wonder, dat vele gemeenten noodlijdend worden. Maar waar moet dat op den duur heen? Men kan zeggen, dat er geen organisatie of geen centralisatie in de armenzorg is, zoodat een der afgevaardigden der Tweede Kamer geneigd was te zeggen: aldatgeld dat voor armenzorg in Friesland uitgegeven wordt, is de oorzaak van toenemende verarming; armen zorg kweekt armoede men kan zeggen, de minisler moet verandering voordragen van de armenwet, die eigenlijk in beginsel de verzorging der armen over- laat aan de kerk en de bizondere liefdadigheid, er moet een toestand geboren worden, waarbij het niet meer noodig zal zijn meerdere stappen le doen als thans door het votum der Kamer is gedaan. De eerste stap is gedaan op een gevaarlijk terrein. Allen die den minister hebben gesteund, gevoelden dit, maar de stap was onvermijdelijk. Zal er niet steeds meer gevraagd worden? Het is mogelijk, denkhaar zelfs, maar daarom moet deze maatregel slechts tijdelijk zijn. Ieder medicus, sprak de heer Mees, zal herhaaldelijk in de noodzakelijkheid komen, bij acuut lijden, narcotische middelen toe te dienen, maar een goed medicus, die niet wanhoopt aan het leven van een lyder, zal niet verzuimen het toedienen van die middelen zoo spoedig mogelijk gepaard te doen gaan met hygiènische maatregelen. Hij weet dat, zonder dit, de dosis steeds grooter moet worden. De subsidiën, die gevraagd werden, zullen grooter worden. Zullen er nu vaste regelen gesteld worden, waaraan deze en volgende regee- ringen gebonden zullen zijn, zoodra er aanvrage om subsidie van eenige gemeenten inkomt? Niet alleen is het vinden van die regelen zeer moeilijk, maar zou in de practijk niet blijken, dat het on- mogelijk is zich daaraan te binden Men wil de gemeentewet herzien en wel dat gedeelte der wet, hetwelk handelt over plaatselijke helastingen, ja er waren er zelfs, die, uit vrees dat deze subsidiën aan noodlijdende gemeenten vele jaren zouden voortduren, meenden dat het aanbeveling verdiende dat de minister spoedig een wetje concipieerde, waarbij een betere regeling der gemeentelijke belas- ting bepaald kon worden. Intusschen zekerheid bestaat er niet of spoedig een middel gevonden zal worden om de noodlijdende gemeenten te helpen op andere wijzen als nu geschieden zal. Onze minister van B. Z. is een man van zijn woord. Hij hoopt gelijk hij eenmaal gezegd heef t, dat, wanneer de begroo ting voor 1894 in beraadslaging komt, ten aanzien voor het kiesrecht reeds een beslissing genomen zal zijn. Heeft de uitbreiding van het kiesrecht plaats gehad, zijn er nieuwe Kamers gekozen, dan kan de nieuwe Kamer de organieke wetten, zooals gemeente- en provincialewet herzien, derhalve is deze minister niet geneigd, voor het kiesrecht vraagstuk niet is opgelost, andere ingrijpende voor- stellen te doen. De omstandigheden hebben dezen stap, die de laatste moge zijn, noodig gemaakt. Waar in som mige gemeenten 50, 60, ja 80 procent van de opbrengst van den hoofdelijken omslag voor arm- besturen moet weggelegd worden, waar vermogen- den de arme gemeente verlaten en de gemeenten geen recht hebben om de rijke uitgewekenen, die hun rijkdom hebben zien toenemen door den aanleg van wegen en kanalen, in eenige belasting te treffen, daar moet geholpen worden. Wij vertrouwen dat de minister streng zal toe- zien, laat ons hopen, dat het getal aanvragen om subsidiën zoo min mogelijk zal worden vermenig vuldigd. Adelina Patti is dezer dagen van hare Ameri- kaansche reis teruggekeerd, om een halfjaar in Engeland te blijven. Zij verklaart, dat haar nog nooit een grootscher ontvangst is bereid dan in Amerika. Président Harrison hield een receptie ter harer eer. Bij haar laatste concert te New-York werd haar een eigenaardige hulde gebracht door ongeveer drieduizend dames, die er op stonden, Roman uit den Noord-Amerikaanschen burgeroorlog, 48) »Maar de oorlog zal spoedig ten einde zijn; de tijd komt, dat men, hetgeen wij nu beleven, slechts nog terloops bespreekt wellicht twijfelt men later, of de overlevering ook overdrijft. Dat is gelukkig het is een bewijs, dat de zwaarste wonden gene- zen kunnen. Wanneer echter voor een geheel volk een nieuwe lente aanbreekt, mag ook het in dividu vol vertrouwen een gelukkige toekomst te gemoet zien. Die gedachte moet ons troosten, wanneer zorg en tegenspoed ons den moed dreigen te benemen." Onder het spreken vergat Maurits zijn taak niet telkens overzag hij den in het maanlicht blinkenden stroom en hield den blik ge- richt op den oever aan de overzijde. Niets ver- dachts was echter te zien en juist wilde Lydia het gesprek voortzetten, toen Kitt Anders plotseling achter hen stond. Verschrikt luisterden zij, toen hij zeide: nlk heb eenigen tijd op den stroom gelet en ik mag hangen, wanneer de schurken zich niet gereed maken tôt den aanval." »Wat meen je?" vroeg Maurits verschrikt. »Ik heb niets verdachts kunnen ontdekken." Anders lachte met vriendelijken spot en zeide daarop: »Is het je niet opgevallen, dat er meer hout voorbijdrijft dan in den loop van den dag Maurits liet zijn blik zweven over de breede watervlakte. Wat hem tôt nu toe ontgaan was, bemerkte hij nu. Niet alleen enkele stammen strandden bij het opgestapeld bolwerk van drijfhout of dreven er voorbij, ook kleine vlotten door wor- tels en takken ineengewi ongen, werden door den stroom meegesleurd. »Ik zie het nu ook, maar welke beteekenis hecht gij er aan?" vroeg Maurits. Anders zette zich naast den kapitein en terwijl hij den blik niet van de rivier afwendde, vertelde hij op schijnbaar ongedwongen toon: »Het hout komt niet van ver, anders zou het veel donkerder moeten zijn en dan nog iets, kapitein, de Missouri heett op het oogenblik te weinig water om zooveel hout los te rukken. Om zulke stammen als daar ginds voorbij drijven, uit den grond te scheuren, moest het water zoo hoog zijn, dat het ons hier tôt aan den schouder kwam. Mijn slotsom is: menschenhanden hebben daar, waar wij het vlot bouwden, meer hout vlot gemaakt en aan den stroom meegegeven." Met een spottenden lach ging Anders voort: »De schurken denken, dat ze domme kinderen voor zich hebben. Ze willen ons oog wennen aan het voorbij drijven van groote massa's hout, in de hoop, dat wij het niet zullen bemerken als er straks grootere vlotten hier stran- den, met een aantal deugnieten bemand." »Wij zullen ze met onze kogels het landen be- letten," antwoordde Maurits driftig. »Gemakkelijk gezegd," sprak Anders, »en het zou ook wel gaan als we ijzeren Mark met een hait dozijn van zijn vrienden bij ons hadden, maar zij kunnen hier bijna niet wezen voor dat de mor- gen aanbreekt. Wij moeten zoo goed het gaat, ons zelf helpen en wel zonder ons te lang met schieten op te houden. Het is niet licht genoeg om juist te mikken." »Wat raadt gij dan te doen?" »De laatste uitweg is aan boord van ons vlot te gaan en ons verder lot aan den stroom over te laten. Er is echter geen haast bij. Als onze lieve miss Lydia nu naar onze legerplaats gaat »Ik zou lie ver hier willen blijven," viel Lydia hem vastberaden in de rede. Haar moed werd grooter in het vooruitzicht van gevaar. Hier kan ik om mij heen zien, daar ben ik ingesloten »Dat is waar, miss Lydia," viel Anders haar nu op zijn beurt in de rede, eveneens op beslisten toon sprekend, »aan uw moed heb ik niet getwij- feld, maar ge kunt hem nu toonen door niet met praten tijd te verliezen, zoolang er noodzakelijker dingen te doen zijn." Lydia stond op. »Ik ben tôt ailes bereid; zeg mij wat ik doen moet." »Een echt soldatenkind," zeide Anders vriendelijk, sluister den weg naar onze legerplaats kunt gij niet missen. Spoed u er heen en zeg aan Nestor en Jahoka terstond met hun geweren hier te ko men. Gij en Eva moet inmiddels onze bagage zooveel mogelijk naar ons vlot brengen, dat goed verscholen ligt. Natuurlijk gaat ge met Eva aan boord en wanneer ge schoten hoort knallen; ver- heug u dan bij de gedachte, dat met elk schot een laaghartige schurk zijn loon krijgt." »Tot weerziens," sprak Lydia moedig, reikte Maurits de hand en ging heen. Zoodra ze buiten gehoor was, zeide Anders op verontschuldigenden toon »Ik moest het arme kind wel hard aanspreken om haar weg te krijgen. Wij kunnen haar hier niet gebruiken. Vervloekt, er zit onheil in de lucht, ik heet geen Anders, als niet binnen kort ons de kogels om de ooren fluiten." »Aeht gij het gevaar zoo nabij vroeg Maurits, »zou het dan niet beter zijn, terwille van miss Lydia ons terstond te water te begeven?" »Uw broer, de ijzeren Mark, zou dat niet vra- gen," gaf Anders ongeduldig ten antwoord, een bewijs, dat hij den toestand bedenkelijk achtte, »neen, kapitein, wij moeten niets doen, waarvan wij de gevolgen niet kunnen berekenen, indien de nood niet dringt. Het is echter raadzaam, dat wij elk onzen post op een boomstam innemen, vanwaar wij kunnen vuren, zonder ons zelf bloot te geven. Verder mogen we niet vergeten, dat elke goed gemikte kogel het getal vijanden met een vermindert. Bij den duivel, als Mark hier was, zou je plezier aan je broer hebben, zooals hij het geweer hanteert-" De komst van Jahoka en Nestor braken het ge sprek af. Enkele woorden waren voldoende om hen op de hoogte te brengen; daarna zocht elk een plaats vanwaar zij voorbijdrijvende vlotten met hun kogels konden bestrijken. De stilte, die nu volgde, werd gedurende een half uur door niets verstoord. Alleen was het opvallend, dat plotseling het drijfhout verminderde. Maurits hoopte reeds dat althans dezen nacht geen aanval zou volgen, toen Kitt Anders hem op een nieuw vlot, dat naderde, opmerkzaam maakte. Het was groot genoeg om tien man te dragen. Het scheen echter, dat het niet gestuurd werd; dicht bij het eiland, waar de stroom zich verdeel- de, bleef het liggen. Daarna door de kracht van het water meegevoerd, vervolgde het zijn weg langs den westkant van het eiland. ïiDat is een proef, om den stroom aantegeven en tevens om ons om den tuin te leiden," ver- klaarde Anders. »Verduiveld listig bedacht, maar toch niet slim genoeg om een ouden rot in den val te lokken. Het is verbazend, met hoeveel ijver de schurken hun maatregelen nemen; er is hun toch veel gelegen aan de dochter van den kolonel Wat verlicht de maan het vlot als er een kat aan boord was, zouden we ze kunnen zien." Eenige oogenblikken verliepen en weer verschenen in de verte twee grootere vlotten. »Daar zijn ze," fluisterde Anders zijn makkers toe, »nu moeten we toonen wat we kunnen. Geen schot mag afgevuurd worden, zonder zeker te zijn dat het doel treft. Daarna heerschte weder doo- delijke stilte. Alleen het borrelen van het water tegen den kant hoorde men. In de grootste span- ning was aller blik op het voorste vlot gericht, terwijl de hand het geweer vaster omklemde. Ter wijl aller aandacht bij den naderenden vijand was, sloeg niemand acht op den oostelijken oever van het eiland, waar een boot naderde, die reeds dicht bij was en spoedig door het eiland zelf verborgen werd voor de blikken van den aanvaller, zoowel als van den verdediger Nog altijd twijfelde Maurits, of zich inderdaad vijanden aan boord bevonden van het drijvend hout. Eerst toen het voorste vlot binnen schot was, ont- dekte hij tusschen de uitstekende takken, donkere schaduwen; nog een eindweegs verder en hij zag een gestalte, die zich voorzichtig oprichtte. (Wordt vervolgd.) I 1 •i VOLKSBLAD OOST-fiOOBEGHT IN 0ISTBIE1N VAN Van N1KUWE SCHANS naar HARLINGEN. Vertr. N.-Schans *5,56 -S 7,20 *8,16 11,18*2,28 Winschoten 6,15 ^7,88 8,88 11,80 2,40 Scheemda 6.27 J 7,50 8,45 11,48 2,52 n Znidbroek 6,40 O 8,1 8,56 11,58 3,3 Hoogezand 6,53 8,14 9,7 12,2 3,14 Kropswolde 6,59 S 8,20 9,12 12,8 3,20 Aank. Groningen 7,12 8,34 9,28 12,21 3,32 Vertr. 7,16 9,38 1,28 4,44 Leeuwarden 8,43 11,34 2,83 6,7 Aank. Harlingen 9,19 12,10 8,29 6,46 De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger- compagnieaterweg (wachtp. 87)tôt het opnemen van reizigers. Bovendien mogen aldaar die treinen verlaten reizigers, voor- zien van plaatsbewijzen naar Hoogezand-Sappemeer. De trein van 8.16 neemt des Dinsdags geen reizigers op voor Groningen. 5,10 8,24 8,31 8,41 5,48 6,6 6,12 8,28 8,38 8,46 8,87 9,6 9,11 9,23 Q 9Q 7,87 10,' 84 8,33 11,30 Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS. Vertr. Harlingen 6,42 8,58 12,50 2,51 5,26 Leenwarden 7,23 11,6 1,36 4,46 7,62 Aank. Groningen 8,41 12,24 2,48 6,4 9,10 Vertr. *6.10 8,46 *12,88 2,53 *6,12 10,39 Kropswolde 6,24 9,— 12,82 3,7 6,26 10,53 Hoogezand 6,30 9,6 12,88 3,13 6,32 10,59 Zuidbroek 6,41 9.15 1,9 3,22 6,43 11,8 Scheemda 6,56 9,30 1,24 3,87 6,59 11,23 Winschoten 7.4 9,38 1,32 3,45 7,7 11,31 Aank. N.-Schans 7,20 9,52 1,48 3,89 7,23 11,44 De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger- compagniesterweg (wachtp 87) tôt het uitlaten van reizigers. Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigers, voorzien van terngreisgedeelten van retourbiljetten naar Hoo gezand-Sappemeer. Sneldienst van Groningen 7,30 naar Amsterdam, Van GRONINGEN naar MEPPEL—'a BOSCH. Vertr. Groningen 6, llaren 6,9 De Pnnt 6,17 Vries-Zuidl. 6,26 7,80 Assen Meppel Zwolle Aank. Zutfen Arnhem 's Bosch 6,40 7,55 8,42 9,30 10,41 10,16 11,27 9,40 12,30 9,49 9,57 12,43 10,6 7.58 10,24 8.59 11,45 9,38 12,42 1,42 2,30 1,4 2,15 3,7 4,17 5,9 3,38 6,15 8,47 8,55 4,4 4,22 5,43 6,38 7,: 6.41 7.42 8.38 9,47 8,- 8,9 8,17 8,26 8,44 10,8 10,48 1,10 4,17 6,58 10,1 8,11 10,3 Van GRONINGEN naar DELFZIJL. Vertr. Groningen 7,25 11,52 1,31 4,53 Loppersum 8,30 1,2,36 5,58 Appingedam 8,50 1,19 2,56 6,18 Aank. Delfzijl 9,1,29 3,6 6,28 welke des avonds te 10,84 aldaar retonrneert. 7,52 8,56 9,18 9,29 10,40 11,44 12,5 12,14 Van 's BOSCH naar MEPPELGRONINGEN Vertr. 's Bosch 7,5 10,6 Arnhem 6,— 9,— 11,40 Zntfen 7,8 9,40 12,30 Zwolle 5,20 8,88 10,88 1,51 Meppel 6,10 9,36 11,18 2,86 Assen 7.27 10,50 12,2 3,51 Vries-Zuidl. 7,45 11,4 4,5 De Pnnt 7,54 11,13 4,14 Haren 8,2 11,21 4,22 Aank. Groningen 8,10 11,80 12,28 4,80 Van DELFZIJL naar GRONINGEN. Vertr. Delfzijl 5,40 6,52 10,30 1,7 4,12 Appingedam 5,51 7,5 10,43 1,18 4,24 Loppersum 6,15 7,38 11,11 1,42 4,48 Aank. Groningen 7,13 8,38 12,18 2,40 5,48 12,52 2,50 8,87 5,8 5,48 7,7 7,21 7,80 8,20 5,11 7,22 8,18 9,29 9,48 9,52 7,38 10,— 7,46 10,8 5,82 7,6 7,46 8,44 9,19 10,9 10,84 8,16 8,27 8.51 9,48 DOOR BALDEIN M6LLHA11SESI.

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1