De
;e
No. 47.
ZONDAG 12 Juni 1892.
22e Jaargang.
y a n
FEUILLETON.
BOB0ESÏÏÏS ZOON, SAPPEMEER.
Inzending van Advertentiën en Ingezonden Stnkken des Dinsdags- en Yrijdagsa vends vôôr ses imr by de ïïitgevers.
DIENSTREGELING OP DE ST A ATS-SPOQR WEGEN AANVANGENDE DEN 1 M El 1892. (TIJD VAN GREENWICH.)
BUITENLAND.
BINNENL AND.
r
11JTff*»
Voor de Gemeenten HOGGEZANBSAPPEMEERSLOCHTEREN MOORDBSOEK, 25TTIDBROEK, ZTJIDLAREN HAREN enz.
Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRJJS per drie maanden 85 cents,
franco per post 45 cents.
Enkele nommers 5 cents.
U I T G A V E
PRIJS der ADVERTENTIËN Van 1—5 regels 95 cents,
iadere regel meer 1« cents. Groote letters worden naar plaata»
ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens
voor 3-maal plaatsing besteid, is de derde plaatsing gratis.
WEEESALENDEB.
Zondag 12 Juni. Maandag 13. Dinsdag
14. Woensdag 15. Donderdag 16. Vrijdag
17. Zaterdag 18.
Zonsopgang, Zaterdag 18 Juni te 3.38, onder te
8.23.
Laatste kwartier, Vrijdag 17 Juni.
Jaar-, paarde- eu beesteinarkten.
Vrijdag 17 Juni, Winsehoten p.
VERGADERING van den RAAD der gemeen-
te Sappemeer op heden Zaterdag den 11
Juni 1892, des morgens te 10 uur.
Aan de orde:
Benoeming hoofd der school te Sappemeer West.
Idem lid Burgerlijk Armbestuur.
Tijdregeling.
Wijziging begrooting 1892.
Adres Peters.
Missive Ged. Staten over heffing van bruggeld.
Bestek en teekening onderwijzerswoning te Klei-
nemeer.
VERGADERING van den Raad der Gemeente
Haren, op Maandag 13 Juni 1892, des
voormiddags te 10) uren.
Aan de orde is:
1. Hoofdelijke Omslag.
2. Bezoek van hare Majest. de Koninginnen.
3. Enz.
Te Kensington (Pennsylvanie) is een dynamiet-
bom ontploft ten huize van een juwelier. Twee
personen, de juwelier en zijn bediende. werden
gedood en de vrouw des huizes en hare kinderen
bekwamen ernstige wonden. De naburige huizen
werden zwaar beschadigd.
In Nieuw-Mexico is weer een spoorwegroof ge-
pleegd. Een trein uit Witchita is bij Cherrokee
Strip aangevallen door een bende roovers, die
door seinen met alarmvlaggen den trein deden stil-
staan, den machinist en den stoker gevangen na-
men en uit den postwaggon 50.000 dollars stalen.
De passagiers lieten zij ongemoeid.
Het treurig vermoeden, dat de noodlottige brand
in de mijnen van Prziban aan boos opzet te wijten
was, wordt bevestigd; blijkbaar is er houtwerk
met petroleum gedrenkt en daarna in brand ge-
stoken. Er is reeds een gerechtelijk onderzoek
ingesteld.
Tôt Zaterdagmiddag toe had men 237 dooden
bovengebracht. Zij werden op het kerkhof gelegd,
waar drie- of viermalen per dag al naar er
doodkisten gereed zijn een gemeenschappelijke
begrafenis wordt gehouden.
De twee steden Titusville en Oil-City, niet ver
van Pittsburg gelegen, zijn door een dubbele ramp
geteisterd, op eene wijze, zou men haast zeggen,
gelijk alleen in Amerika, met zijn, door het on-
verstandig uitroeien der bosschen geheel van streek
gebracht klimaat, mogelijk is. Een waterhoos ont-
lastte zich over beide steden en zette ze onder
water, maar tegelijkertijd sloeg de bliksem er in,
op verscheidene plaatsen hevige branden veroorza-
kend. Van Titusville is de helft vernield. Het
getal slachtoffers, verbranden en verdronkenen,
is ver over de honderd.
Sedert in 1889 Johnston door eene overstrooming
vernield werd, kwam in Amerika geen ramp voor,
die zoo groot was en de schade het verbes
van menschenlevens ongerekend wordt op ver
scheidene millioenen geschat.
Omtrent de groote vuur- en waterramp in
Pennsylvanie wordt nader bericht:
Het Oil Creek-dal levert over een uitgestrektheid
van 18 mijlen een treurig schouwspel van verwoes-
ting en dood op. Titusville is geheel zonder brand-
stof. De electrisch licht-, gas- en watergeleidingen
zijn overstroomd. Twee ijzeren bruggen werden
weggeslagen en twintigtallen goedkoope huizen wer
den vernield.
Vele menschen kwamen om door de vlammen,
maar de meesten verdronken. De brandende olie
werd door het water overal verspreid en de ver-
woesting werd daardoor tienvoudig verergerd.
De geheele rivier, zoo meldt een berichtgever, was
éen breede vuurstroom, de vlammen sloegen soms
huizen hoog, zij dreven op het water, tastten brug
gen aan en sloegen over naar huizen en petroleum-
fabrieken aan de oevers, en de eene ontploffîng
volgde op de andere. En ondertusschen viel de
regen bij stroomen neer.
Te Oil-City waren na de wolkbreuk duizenden
menschen gevlucht naar het hooger gedeelte der
stad, toen plotseling de brand ontstond en de vlam
men opsloegen. Allen renden toen naar de heuve-
len, in een wilde vlucht, waarbij vele vrouwen en
kinderen onder den voet raakten.
De stad ziet er treurig uit. In het voornaamste
gedeelte is geen huis blijven staan. In het stadhuis
liggen een groot aantal misvormde en verbrande
lichamen te wachten lot ze herkend zullen zijn door
bloedverwanten en vrienden.
Opmerkelijk is het, dat er een groot aantal man-
nen om het leven gekomen ?ijn, omdat zij hunne
vrouw niet wilden verlaten. Zij konden hun eigen
leven redden, maar niet dat van hunne vrouw en
zij bleven, om met haar te sterven. Men vond vele
paren, zij aan zij, hand in hand, sommigen in el-
kanders armen.
Een treurig schouwspel levert het vee op in de
straten de dieren zijn half verbrand, maar voor
een deel nog levend, met uitgebrande oogen. Daar
was nog geen tijd om ze af te maken. Er liggen
ook hoopen dood vee.
Van drie jongens, die men in een tunnel schui-
lende vond, moet een door den uitgestanen angst
grijze haren gekregen hebben.
Men heeft reeds 122 dooden gevonden en 200
menschen worden nog vermist.
Een wapen ter bescherming van postduiven is
door een Florentijnsch sportliefhebber, Carlo An-
dreini, uitgevonden. Het is een kleine fluit, die,
onder de vleugels- van de duif vastgemaakt, bij het
vliegen door den luchtstroom een geluid maakt,
dat de vijanden van de gewiekte bode verschrikt
en op een afstand houdt.
Als de duif maar zelf niet bang wordt en zich
dood vliegt, zou men zeggen. Maar verscheidene
duiven moeten reeds, met zulk een alarmfluit »ge-
wapend", lange reizen gedaan hebben. De fluit
is slechts 21 gram zwaar en zij hindert dus niet
bij het vliegen.
Een nieuwe sport, door Engelschen uitgevonden,
is een wedloop van horloges. De deelnemers
winden hunne horloges op, zetten ze gelijk, hangen
ze voor een bepaalden tijd in een glazenkast, en
degeen, wiens uurwerk dan het hardst geloopen
heeft, is overwinnaar
Aan het Tijdschrift voor geneeskunde wordt uit
Shanghaï geschreven, dat ook daar een »Sequah"
zijn intocht heeft gedaan. Hij verkoopt eveneens
olie tegen rheumatiek en choiera. Elken dag trekt
Sequah, tôt groot vermaak van de straatjeugd, in
een vergulden wagen, met een electrisch lampje
voor zijn voorhoofd, en een orgel als orkest, naar
zij ne spreekplaats. Daar worden de patiënten on
der de oogen van het publiek door hem behandeld,
en worden dagelijks een duizendtal fleschjes door
hem verkocht, hetgeen aan de Sequah-maatschappij
een bedrag van circa 2000 gulden per dag oplevert.
Haren, 3 Juni. Het aantal manschappen, begre-
pen in het aandeel dezer Gemeente in de lichting
voor de Nationale Militie van het jaar 1892, bedraagt
9 Van dezen zijn ingelijfd bij het le Regiment in
fanterie Hendrik Ipema, Jan Thijs, Markus Brink,
Berend van Santen, Folkert Venema en Hendrik
Mejeur. Bij de Zeemilitie: Gerhardus Vos en Al
bert Boer en bij het 2e Reg. Huzaren Jan Roelf
Koenz. Jan Thijs is voor den dienst ongeschikt
hevonden, zoodat daarvoor de persoon Geert Geert-
sema (lotingsnummer 20) is aangewezen.
Te Groningen is voor eenige dagen publiek ver
kocht het renpaard »CarI", voor ruim /1750. Thans
is dit paard voor de renbaan in Frankrijk aange-
kocht, voor de kapitale som van 25,000 francs.
Te Leeuwarden is men allerwege druk aan het
werk met toebereidselen te maken voor eene
luisterijke ontvangst van de beide Koninginnen.
Op onderscheidene punten der stad zijn eere-
poorten gemaakt en verrijzen pyramides, Eiffeltorens
en andere versieringen op het Hof, vôor het Paleis,
waar de Koninlijke gasten haren intrek zullen ne-
men, is eene fontein aangebracht en een deel van
het plein in een bloementuin herschapen. De
hardrijdersbaan en het plein voor het Paleis van
Justitie worden mede fraai versierd; voor het bij-
wonen der harddraverij en van het vuur werk zijn
daar smaakvolle houten gebouwen opgericht. Ook
voor illuminatie van pleinen, gebouwen, bruggen
en straten zijn de toebereidselen in vollen gang,
die aan velen werk en goed dagloon versehaffen.
Te Amersfoort is op Pinksteravond een infanterist
door een tamboer, bij eene vechtpartij, met een
mes levensgevaarlijk in borst en rug gestoken. In
zorgwekkenden toestand werd de mishandelde naar
het militair hospitaal overgebracht. De dader is
gearresteerd
Zaterdagavond verloor eene dienstbode te Deven-
ter, die boodschappen moest doen, een muntbiljet
van 50 op straat. Het nommer was haar pa-
troon bekend en deze gaf de zaak bij de politie
aan. De politie ging bij de neringdoenden met het
verzoek om, zoo het muntbiljet bij hen mocht
worden ter inwisseling aangeboden, haar er van te
verwittigen. Maandagavond kwamen twee mannen
in een sigarenwinkel, waarvan juist de winkelier
afwezig was, bij zij ne vrouw om gemeld geldbriefje
in te wisselen. De dame zeide, dat zij zooveel
geld niet in huis had, maar haar dienstbode het
briefje zou laten wisselen. Zij ging met het briefje
naar de dienstbode en gelastte haar de politie te
halen. Dadelijk kwamen twee agenten, die beide
mannen medenamen.
Sedert eenigen tijd loopt in de sneltreinen van
de Exploitatie-maatschappij een doorgaand rijtuig,
voorzien van retirades en vele andere gemakken.
Deze rijtuigen zijn te Mainz vervaardigd en munten
uit door netheid. Er zijn voor drie coupés eerste
klasse en drie coupés tweede klasse retirades die
van uit aile drie coupés zijn te bereiken en op
doelmatige wijze met waterafvoer en luchtverver-
sching zijn ingericht. In iedere coupé is een pa-
rapluie-stander. De verlichting geschiedt door gas.
Roman uit den Noord-Amerikaanschen
burgeroorlog,
BALDUIIÎ H6LLHAU8Eir.
49)
Toen de beide broeders bij Lydia kwamen, had
Nestor, door Maurits vooruit gezonden, haar het
gebeurde reeds meegedeeld. Nadat zij met Eva,
op aanwijzing van Anders, aile toebereidselen tôt
een overhaaste vlucht genomen en zich op het vlot
had begeven, had Lydia oogenblikken van onbe-
schrijfelijke spanning doorleefd. Bij elk schot, dat
tôt haar doordrong, stelde zij zich de mogelijke
gevolgen voor van den strijd tegen de overmacht.
Wel had zij de boot bemerkt, die naar het tooneel
van den strijd werd geroeid maar welke andere
beteekenis kon zij daarvoor vinden en wanhoop
greep haar aan bij die gedachte dan dat ook
daarin verraderlijk nader bij sluipende vijanden zou-
den zijn? Des te overweldigender was haar
vreugde bij de tijding van den gelukkigen afloop
haar stem trilde van bedwongen ontroering, toen
zij Maurits en zijn broeder begroette en beiden
haar redders noemde.
De reeds verlaten legerplaats, waar zij de vorige
nachten hadden doorgebracht, werd nu weer op-
gezocht Nestor en Eva deden het vuur weer op-
vlammen, en nu eerst konden de beide broeders
elkaar van aangezicht tôt aangezicht zien. Beiden
waren veel veranderd was Maurits het toonbeeld
van een krijgsman, in Markolf herkende men den
vermetelen jager, zoowel door zijn kleeding, als
door zijn verbrand gelaat. Zijn houding daaren-
tegen was nog dezelfde gebleven; nog even zelf be-
wust, terwijl uit zijn eerlijke oogen geluk en tevre-
denheid sprak.
Aan slapen dacht niemand meer. Onuitputtelijk
was men in het verhalen van wederzijdsche lotge-
vallen.
Tôt aan den middag van den volgenden dag,
toefde men op het eiland daarna volgde het over-
zetten naar den rechter oever der Missouri, waarbij
de boot goede diensten verrichtte. Toen de a vond
viel, verlichtten twee groote vuren, waarop allen
zich vriendschappelijk geschaard hadden, het stille
landschap. Van de bandieten ontdekte men niets
meer in den omtrek; wel echter was het den beiden
Otoes gelukt, zich weder van de losloopende paar-
den meester te maken.
Den volgenden morgen werd de reis op de ge-
wone wijze hervat tôt aan de geul der Nebraska
gaven de jagers hun geleide. Hier vond men het
verlaten legerkamp. Na de geleden verliezen, had
de bende het blijkbaar raadzaam gevonden, zoo
spoedig mogelijk den omtrek te verlaten. Markolf
vervolgde met zijn jagers de reis per boot. Den
nacht brachten zij weder op een gemeenschappelijke
legerplaats door, van daar was het doel hunner
reis binnen enkele uren bereikt.
EENENTWINTIGSTE HOOFDSTUK.
De Councill-Bluffs, op den rechten oever van de
Missouri, bestonden eigenlijk slechts uit afgebrok-
kelde bergstukken van den hooger gelegen bergrug.
Ze strekten zich uit tôt onmiddellijk bij de rivier.
In een bocht van de berghelling lag, als een nest-
je, het station van de pelshandelaars, dat nu wel-
licht reeds in een stad is veranderd. Een eind
verder stroomafwaarts, boven op den rand der
vlakte, verhief zich het huis van het Zendingsge-
nootschap. Het gehouw was twee verdiepingen
hoog, met zijvleugels; enkele blokhuizen en klei-
nere gebouwen staken af bij het hooge wit geverf-
de gesticht De natuur was hier weinig schilder-
achtig een vergoeding daarvoor gaf het ruime
uitzicht, dat men hier van aile kanten genoot.
Over de rivier heen ontdekte het oog een breed
dal, dat in de verte eveneens door een bergrug was
ingesloten. De kolonie van de pelshandelaars en
jagers scheen, van hieruit gezien, als een doos speel-
goed, dat men had opgebouwd.
De zon stond nog hoog aan den hemel, toen op
het voorplein van het zendingshuis een levendige
drukte heerschte. Onder het opzicht van den heer
Kinney, een jong geestelijkewiens verstandig
gelaat van zijn geestkracht en vriendelijkheid ge-
tuigde en onder dat van zijn echtgenoote mochten de
leerlingen van het gesticht met hun eigen kinderen,
ontspanning zoeken en vroolijk spelen.
Het waren jongens en meisjes van zes tôt zestien
jaar een zeldzame tegenstelling van het dertigtai
leerlingen met hun donkere gelaatskleur, zwarte
oogen en kort gesneden haar, vormden de vier
blauwoogige en blondlokkige kinderen van den gees
telijke. Op eenige banken dicht bij het huis he
vonden zich een aantal bontbeschilderde Indianen,
van een naburigen stam, die zich kwamen over-
tuigen van den welstand hunner kinderen en, zooals
gewoonlijk, door den geestelijke gastvrij werden
ontvangen. Het lange zwarte haar, met de veeren
op het hoofd en de kleeding van buffelhuiden, ken-
merkte hen terstond als Indianen.
Met groote voldoening over de toenemende be-
schaving hunner pleegkinderen lieten de geestelijke
en zijn beminnelijke vrouw hun blikken gaanover
de spelende jeugd. Eindelijk zeide de laatste met
een zucht Waar onze Mary toch zijn mag Ik
heb haar dringend gevraagd hij mij te blijven,
maar toch is zij dadelijk na den eten weggegaan.
Het lieve kind hoezemt mij zorg in."
»Waar zij is antwoordde de heer Kinney op
welwillenden toon, »dat is niet moeilijk te raden.
Sedert Durlach op zijn gevaarlijken tocht uitging,
is Mary in voortdurenden angst voor zijn leven.
Zij is zeker naar hem gaan uitzien. Er is iets
roerends in haar liefde, die zij zonder het te willen
zoo duidelijk verraad."
»Van hier uit zou ze evengoed de rivier kunnen
overzien," bracht zijn vrouw in, »en dan zou haar
de gelegenheid tôt droevig gepeins niet zijn gegeven.
Ik moet haar ernstig berispen, dat zij zich geheel
en al door haar liefde laat meeslepen."
»De geestelijke glimlachte en antwoordde ver-
goelijkend »Wanneer ik in zoo gevaarlijken toe
stand verkeerde, zoudt gij dan niet even bezorgd
zijn
jJa, maar ik zou het op een andere wijze toonen."
«Dat geef ik graag toe, maar wij moeten niet
vergeten, dat mijn verstandige vrouw in haar vroeg-
ste jeugd in beschaafde kringen werd opgevoed,
terwijl Mary eerst voile vrijheid heeft genoten.
Hoe vertrouwelijk ze zich ook bij ons heeft aange-
sloten, hoe snel zij de beschaving in zich opnam,
toch mag niet vergeten worden, dat zij haar jeugd
onder de Indianen heeft doorgebracht. Die twaalf
jaren laten zich niet uitwisschen als een krijtstreep.
Eerst wanneer ze als de echtgenoote van een -be-
schaafden blanke het middelpunt is geworden van
een gelukkig gezin, zal de verandering volkomen
zijn."
»Gij spreekt zoo hepaald, alsof ge zeker zijt van
Durlachs bedoelingen."
»Dat hen ik ook," antwoordde de geestelijke.
»De band, die tusschen hen is gelegd, kan, naar
mijn overtuiging, slechts door den dood worden
losgemaakt. Neen, het ligt niet in het eerlijk ka-
rakter van Mark Durlach, met de liefde van een
onschuldig kind te spelen. Hij heeft mij zijn on-
herroepelijk besluit meegedeeld, met Mary voor het
altaar te treden, en op mijn aandrang reeds ern
stig aan hun toekomst gedacht. Hij hoopt op een
spoedig einde van den oorlog en wil zich dan te
St. Louis vestigen. Openhartig verklaarde hij, dat
het vrije jagersleven een groote aantrekkingskracht
voor hem had, maar dat hij toch ter wille van
Mary er afstand van zou doen. Hij sprak zelfs
over een zonderlingen oom, een ongehuwden ouden
schrijnwerker, in wiens huis zijn zuster zich be-
vindt. Hij heweert, dat het hem slechts een enkel
woord behoeft te kosten, am bij den ouden man als
leerling aangenomen te worden en later gemeen-
schappelijk een meubelfabriek op te richten." Hier
brak de geestelijke het gesprek af, daar de kinderen
hun aandacht eischten.
Op dit oogenblik bevond Mary, over wie de
geestelijke en zijn vrouw spraken zich -
weegs stroomatwaarts op den tor>, jJ1J
iiaMMINGA, Scharmer.
I r
I h SIII11)
OOST-ËOOREGHT EN OMSTREEEN
VAN
Van NIEUWE SCHANS naar HARLÏNGEN.
Vertr. N.-Schan« *5,66 5,7.20 *8,16 11,15*2,28 5,10 8,28
Winsehoten 6,15 47,88 8,33 11,80 2,40 5,24 8,38
Scheemda 6.27 S 7,50 8,45 11,43 2,62 5,31 8,46
Zuidbroek 6,40 S 8,1 8,56 11,58 3,3 5,41 8,57
Hoogezand 6,53 pj 8,14 9,7 12,2 3,14 5,48 9,6
Kropswolde 6,59 S 8,20 9,12 12,8 3,20 9,11
Aauk. Groningen 7,12 q 8,34 9,25 12,21 3,32 6,6 9,23
Vertr 7,16 9,35 1,25 4,44 6,12 9,29
Leenwarden 8,43 11,34 2,53 6,7 7,57 10,54
Aank. Harlingen 9,19 12,10 8,29 6,46 8,33 11,30
De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger-
compagniesterweg (wachtp. 87)tôt het opnemen van reizigers.
Bovendien mogen aldaar die treinen verlaten reizigers, voor-
zien van plaatsbewijzen naar Hoogezand-Sappemeer. De trein
van 8.16 neemt des Dinsdags geen reizigers op voor Groningen.
Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS.
Vertr. Harlingen 6,42 8,58 12,60 2,51 5,26
Leenwarden 7,23 11,6 1,36 4,46 7,52
Aank. Groningen 8,41 12,24 2,48 6,4 9,10
Vertr. *6.10 8,46 *12,38 2,58 *6,12 10,39
Kropswolde 6,24 9,— 12,52 3,7 6,26 10,53
Hoogezand 6,30 9,6 12,58 3,13 6,32 10.59
Zuidbroek 6,41 9.15 1,9 3,22 6,43 11,8
Scheemda 6,56 9,30 1,24 3,37 6,59 11,2:1
Winsehoten 7.4 9,38 1,32 3,45 7,7 11,Si
Aank. N.-Schans 7,20 9,52 1,48 3,59 7,23 11,44
De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger-
compagniesterweg (wachtp 87) tôt het uitlaten van reizigere.
Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigers,
voorzien van terugreisgedeelten van retourbiljetten naar Hoo
gezand-Sappemeer.
Sneldienst van Groningen 7,30 naar Amsterdam,
Van GRONINGEN naar MEPPEL—'a BOSCH.
Vertr. Groningen 8,7,30 9,40 12,80 3,38 6,15 8,
HareH 6,9 9,49 8,47 8,9
De Punt 6,17 9,57 12,43 8,55 8,17
Vries-Znidl. 6,26 10,6 4,4 8,26
Assen 6,40 7,58 10,24 1,4 4,22 6,41 8,44
Meppel 7,55 8,59 11,45 2,15 5,43 7,42 10,8
Zwolle 8,42 9,38 12,42 3,7 8,38 8.38 10,48
Aank. Zutfen 9,80 10,41 1,42 4,17 7,30 9,47
Arnhern 10,16 11,27 2,30 5,9 8,11 10,30
's Bosch 1,10 4,17 6,58 10,1
Van GRONINGEN naar DELFZIJL.
Vertr. Groningen 7,25 11,52 1,31 4,53 7,52 10,40
Loppersum 8,30 1,2,36 5,58 8,56 11,44
Appingedam 8,50 1,19 2,56 6,18 9,18 12,5
Aank. Delfzijl 9,— 1,29 3,6 6,28 9,29 12,14
welke des avonds te 10,34 aldaar retoumeert.
Van 's BOSCH naar MEPPEL—GRONINGEN.
Vertr. 's Bosch
Arahem
Zntfen
Zwolle
Meppel
Assen
5,20
6,10
7.27
7,8
8,38
9,36
10,50
7,5 10,6
9,— 11,40
9,40 12,30
10,88 1,51
11,18
12,2
Vries-Zuidi. 7,45 11,4
De Punt 7,54 11,13
Haren 8,2 11,21
Aank. Groningen 8,10 11,80 12,28
Van DELFZIJL
Vertr. Delfzijl 5,40
Appingedam 5,51
Loppersum 6,16
Aank. Groningen 7,18
2,86
3,51
4,5
4,14
4,22
4,30
12,52
2,50
3,87
5,3
5,43
7,7
7,21
7,80
7,38
7,46
naar GRONINGEN.
6,52 10,30 1,7
7,5 10,43 1,18
7,33 11,11 1,42
8,88 12,13 2,40
3,20
5.11
7,22
8,18
9,29
9,43
9,52
10,-
10,8
4.12
4,24
4,48
5,48
5,88
7,#
7,48
8,44
9,19
10,9
10,84
8,16
8,27
8.51
9,48
i
DOOR