De ;e No. 47. ZONDAG 12 Juni 1892. 22e Jaargang. y a n FEUILLETON. BOB0ESÏÏÏS ZOON, SAPPEMEER. Inzending van Advertentiën en Ingezonden Stnkken des Dinsdags- en Yrijdagsa vends vôôr ses imr by de ïïitgevers. DIENSTREGELING OP DE ST A ATS-SPOQR WEGEN AANVANGENDE DEN 1 M El 1892. (TIJD VAN GREENWICH.) BUITENLAND. BINNENL AND. r 11JTff*» Voor de Gemeenten HOGGEZANBSAPPEMEERSLOCHTEREN MOORDBSOEK, 25TTIDBROEK, ZTJIDLAREN HAREN enz. Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRJJS per drie maanden 85 cents, franco per post 45 cents. Enkele nommers 5 cents. U I T G A V E PRIJS der ADVERTENTIËN Van 1—5 regels 95 cents, iadere regel meer 1« cents. Groote letters worden naar plaata» ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens voor 3-maal plaatsing besteid, is de derde plaatsing gratis. WEEESALENDEB. Zondag 12 Juni. Maandag 13. Dinsdag 14. Woensdag 15. Donderdag 16. Vrijdag 17. Zaterdag 18. Zonsopgang, Zaterdag 18 Juni te 3.38, onder te 8.23. Laatste kwartier, Vrijdag 17 Juni. Jaar-, paarde- eu beesteinarkten. Vrijdag 17 Juni, Winsehoten p. VERGADERING van den RAAD der gemeen- te Sappemeer op heden Zaterdag den 11 Juni 1892, des morgens te 10 uur. Aan de orde: Benoeming hoofd der school te Sappemeer West. Idem lid Burgerlijk Armbestuur. Tijdregeling. Wijziging begrooting 1892. Adres Peters. Missive Ged. Staten over heffing van bruggeld. Bestek en teekening onderwijzerswoning te Klei- nemeer. VERGADERING van den Raad der Gemeente Haren, op Maandag 13 Juni 1892, des voormiddags te 10) uren. Aan de orde is: 1. Hoofdelijke Omslag. 2. Bezoek van hare Majest. de Koninginnen. 3. Enz. Te Kensington (Pennsylvanie) is een dynamiet- bom ontploft ten huize van een juwelier. Twee personen, de juwelier en zijn bediende. werden gedood en de vrouw des huizes en hare kinderen bekwamen ernstige wonden. De naburige huizen werden zwaar beschadigd. In Nieuw-Mexico is weer een spoorwegroof ge- pleegd. Een trein uit Witchita is bij Cherrokee Strip aangevallen door een bende roovers, die door seinen met alarmvlaggen den trein deden stil- staan, den machinist en den stoker gevangen na- men en uit den postwaggon 50.000 dollars stalen. De passagiers lieten zij ongemoeid. Het treurig vermoeden, dat de noodlottige brand in de mijnen van Prziban aan boos opzet te wijten was, wordt bevestigd; blijkbaar is er houtwerk met petroleum gedrenkt en daarna in brand ge- stoken. Er is reeds een gerechtelijk onderzoek ingesteld. Tôt Zaterdagmiddag toe had men 237 dooden bovengebracht. Zij werden op het kerkhof gelegd, waar drie- of viermalen per dag al naar er doodkisten gereed zijn een gemeenschappelijke begrafenis wordt gehouden. De twee steden Titusville en Oil-City, niet ver van Pittsburg gelegen, zijn door een dubbele ramp geteisterd, op eene wijze, zou men haast zeggen, gelijk alleen in Amerika, met zijn, door het on- verstandig uitroeien der bosschen geheel van streek gebracht klimaat, mogelijk is. Een waterhoos ont- lastte zich over beide steden en zette ze onder water, maar tegelijkertijd sloeg de bliksem er in, op verscheidene plaatsen hevige branden veroorza- kend. Van Titusville is de helft vernield. Het getal slachtoffers, verbranden en verdronkenen, is ver over de honderd. Sedert in 1889 Johnston door eene overstrooming vernield werd, kwam in Amerika geen ramp voor, die zoo groot was en de schade het verbes van menschenlevens ongerekend wordt op ver scheidene millioenen geschat. Omtrent de groote vuur- en waterramp in Pennsylvanie wordt nader bericht: Het Oil Creek-dal levert over een uitgestrektheid van 18 mijlen een treurig schouwspel van verwoes- ting en dood op. Titusville is geheel zonder brand- stof. De electrisch licht-, gas- en watergeleidingen zijn overstroomd. Twee ijzeren bruggen werden weggeslagen en twintigtallen goedkoope huizen wer den vernield. Vele menschen kwamen om door de vlammen, maar de meesten verdronken. De brandende olie werd door het water overal verspreid en de ver- woesting werd daardoor tienvoudig verergerd. De geheele rivier, zoo meldt een berichtgever, was éen breede vuurstroom, de vlammen sloegen soms huizen hoog, zij dreven op het water, tastten brug gen aan en sloegen over naar huizen en petroleum- fabrieken aan de oevers, en de eene ontploffîng volgde op de andere. En ondertusschen viel de regen bij stroomen neer. Te Oil-City waren na de wolkbreuk duizenden menschen gevlucht naar het hooger gedeelte der stad, toen plotseling de brand ontstond en de vlam men opsloegen. Allen renden toen naar de heuve- len, in een wilde vlucht, waarbij vele vrouwen en kinderen onder den voet raakten. De stad ziet er treurig uit. In het voornaamste gedeelte is geen huis blijven staan. In het stadhuis liggen een groot aantal misvormde en verbrande lichamen te wachten lot ze herkend zullen zijn door bloedverwanten en vrienden. Opmerkelijk is het, dat er een groot aantal man- nen om het leven gekomen ?ijn, omdat zij hunne vrouw niet wilden verlaten. Zij konden hun eigen leven redden, maar niet dat van hunne vrouw en zij bleven, om met haar te sterven. Men vond vele paren, zij aan zij, hand in hand, sommigen in el- kanders armen. Een treurig schouwspel levert het vee op in de straten de dieren zijn half verbrand, maar voor een deel nog levend, met uitgebrande oogen. Daar was nog geen tijd om ze af te maken. Er liggen ook hoopen dood vee. Van drie jongens, die men in een tunnel schui- lende vond, moet een door den uitgestanen angst grijze haren gekregen hebben. Men heeft reeds 122 dooden gevonden en 200 menschen worden nog vermist. Een wapen ter bescherming van postduiven is door een Florentijnsch sportliefhebber, Carlo An- dreini, uitgevonden. Het is een kleine fluit, die, onder de vleugels- van de duif vastgemaakt, bij het vliegen door den luchtstroom een geluid maakt, dat de vijanden van de gewiekte bode verschrikt en op een afstand houdt. Als de duif maar zelf niet bang wordt en zich dood vliegt, zou men zeggen. Maar verscheidene duiven moeten reeds, met zulk een alarmfluit »ge- wapend", lange reizen gedaan hebben. De fluit is slechts 21 gram zwaar en zij hindert dus niet bij het vliegen. Een nieuwe sport, door Engelschen uitgevonden, is een wedloop van horloges. De deelnemers winden hunne horloges op, zetten ze gelijk, hangen ze voor een bepaalden tijd in een glazenkast, en degeen, wiens uurwerk dan het hardst geloopen heeft, is overwinnaar Aan het Tijdschrift voor geneeskunde wordt uit Shanghaï geschreven, dat ook daar een »Sequah" zijn intocht heeft gedaan. Hij verkoopt eveneens olie tegen rheumatiek en choiera. Elken dag trekt Sequah, tôt groot vermaak van de straatjeugd, in een vergulden wagen, met een electrisch lampje voor zijn voorhoofd, en een orgel als orkest, naar zij ne spreekplaats. Daar worden de patiënten on der de oogen van het publiek door hem behandeld, en worden dagelijks een duizendtal fleschjes door hem verkocht, hetgeen aan de Sequah-maatschappij een bedrag van circa 2000 gulden per dag oplevert. Haren, 3 Juni. Het aantal manschappen, begre- pen in het aandeel dezer Gemeente in de lichting voor de Nationale Militie van het jaar 1892, bedraagt 9 Van dezen zijn ingelijfd bij het le Regiment in fanterie Hendrik Ipema, Jan Thijs, Markus Brink, Berend van Santen, Folkert Venema en Hendrik Mejeur. Bij de Zeemilitie: Gerhardus Vos en Al bert Boer en bij het 2e Reg. Huzaren Jan Roelf Koenz. Jan Thijs is voor den dienst ongeschikt hevonden, zoodat daarvoor de persoon Geert Geert- sema (lotingsnummer 20) is aangewezen. Te Groningen is voor eenige dagen publiek ver kocht het renpaard »CarI", voor ruim /1750. Thans is dit paard voor de renbaan in Frankrijk aange- kocht, voor de kapitale som van 25,000 francs. Te Leeuwarden is men allerwege druk aan het werk met toebereidselen te maken voor eene luisterijke ontvangst van de beide Koninginnen. Op onderscheidene punten der stad zijn eere- poorten gemaakt en verrijzen pyramides, Eiffeltorens en andere versieringen op het Hof, vôor het Paleis, waar de Koninlijke gasten haren intrek zullen ne- men, is eene fontein aangebracht en een deel van het plein in een bloementuin herschapen. De hardrijdersbaan en het plein voor het Paleis van Justitie worden mede fraai versierd; voor het bij- wonen der harddraverij en van het vuur werk zijn daar smaakvolle houten gebouwen opgericht. Ook voor illuminatie van pleinen, gebouwen, bruggen en straten zijn de toebereidselen in vollen gang, die aan velen werk en goed dagloon versehaffen. Te Amersfoort is op Pinksteravond een infanterist door een tamboer, bij eene vechtpartij, met een mes levensgevaarlijk in borst en rug gestoken. In zorgwekkenden toestand werd de mishandelde naar het militair hospitaal overgebracht. De dader is gearresteerd Zaterdagavond verloor eene dienstbode te Deven- ter, die boodschappen moest doen, een muntbiljet van 50 op straat. Het nommer was haar pa- troon bekend en deze gaf de zaak bij de politie aan. De politie ging bij de neringdoenden met het verzoek om, zoo het muntbiljet bij hen mocht worden ter inwisseling aangeboden, haar er van te verwittigen. Maandagavond kwamen twee mannen in een sigarenwinkel, waarvan juist de winkelier afwezig was, bij zij ne vrouw om gemeld geldbriefje in te wisselen. De dame zeide, dat zij zooveel geld niet in huis had, maar haar dienstbode het briefje zou laten wisselen. Zij ging met het briefje naar de dienstbode en gelastte haar de politie te halen. Dadelijk kwamen twee agenten, die beide mannen medenamen. Sedert eenigen tijd loopt in de sneltreinen van de Exploitatie-maatschappij een doorgaand rijtuig, voorzien van retirades en vele andere gemakken. Deze rijtuigen zijn te Mainz vervaardigd en munten uit door netheid. Er zijn voor drie coupés eerste klasse en drie coupés tweede klasse retirades die van uit aile drie coupés zijn te bereiken en op doelmatige wijze met waterafvoer en luchtverver- sching zijn ingericht. In iedere coupé is een pa- rapluie-stander. De verlichting geschiedt door gas. Roman uit den Noord-Amerikaanschen burgeroorlog, BALDUIIÎ H6LLHAU8Eir. 49) Toen de beide broeders bij Lydia kwamen, had Nestor, door Maurits vooruit gezonden, haar het gebeurde reeds meegedeeld. Nadat zij met Eva, op aanwijzing van Anders, aile toebereidselen tôt een overhaaste vlucht genomen en zich op het vlot had begeven, had Lydia oogenblikken van onbe- schrijfelijke spanning doorleefd. Bij elk schot, dat tôt haar doordrong, stelde zij zich de mogelijke gevolgen voor van den strijd tegen de overmacht. Wel had zij de boot bemerkt, die naar het tooneel van den strijd werd geroeid maar welke andere beteekenis kon zij daarvoor vinden en wanhoop greep haar aan bij die gedachte dan dat ook daarin verraderlijk nader bij sluipende vijanden zou- den zijn? Des te overweldigender was haar vreugde bij de tijding van den gelukkigen afloop haar stem trilde van bedwongen ontroering, toen zij Maurits en zijn broeder begroette en beiden haar redders noemde. De reeds verlaten legerplaats, waar zij de vorige nachten hadden doorgebracht, werd nu weer op- gezocht Nestor en Eva deden het vuur weer op- vlammen, en nu eerst konden de beide broeders elkaar van aangezicht tôt aangezicht zien. Beiden waren veel veranderd was Maurits het toonbeeld van een krijgsman, in Markolf herkende men den vermetelen jager, zoowel door zijn kleeding, als door zijn verbrand gelaat. Zijn houding daaren- tegen was nog dezelfde gebleven; nog even zelf be- wust, terwijl uit zijn eerlijke oogen geluk en tevre- denheid sprak. Aan slapen dacht niemand meer. Onuitputtelijk was men in het verhalen van wederzijdsche lotge- vallen. Tôt aan den middag van den volgenden dag, toefde men op het eiland daarna volgde het over- zetten naar den rechter oever der Missouri, waarbij de boot goede diensten verrichtte. Toen de a vond viel, verlichtten twee groote vuren, waarop allen zich vriendschappelijk geschaard hadden, het stille landschap. Van de bandieten ontdekte men niets meer in den omtrek; wel echter was het den beiden Otoes gelukt, zich weder van de losloopende paar- den meester te maken. Den volgenden morgen werd de reis op de ge- wone wijze hervat tôt aan de geul der Nebraska gaven de jagers hun geleide. Hier vond men het verlaten legerkamp. Na de geleden verliezen, had de bende het blijkbaar raadzaam gevonden, zoo spoedig mogelijk den omtrek te verlaten. Markolf vervolgde met zijn jagers de reis per boot. Den nacht brachten zij weder op een gemeenschappelijke legerplaats door, van daar was het doel hunner reis binnen enkele uren bereikt. EENENTWINTIGSTE HOOFDSTUK. De Councill-Bluffs, op den rechten oever van de Missouri, bestonden eigenlijk slechts uit afgebrok- kelde bergstukken van den hooger gelegen bergrug. Ze strekten zich uit tôt onmiddellijk bij de rivier. In een bocht van de berghelling lag, als een nest- je, het station van de pelshandelaars, dat nu wel- licht reeds in een stad is veranderd. Een eind verder stroomafwaarts, boven op den rand der vlakte, verhief zich het huis van het Zendingsge- nootschap. Het gehouw was twee verdiepingen hoog, met zijvleugels; enkele blokhuizen en klei- nere gebouwen staken af bij het hooge wit geverf- de gesticht De natuur was hier weinig schilder- achtig een vergoeding daarvoor gaf het ruime uitzicht, dat men hier van aile kanten genoot. Over de rivier heen ontdekte het oog een breed dal, dat in de verte eveneens door een bergrug was ingesloten. De kolonie van de pelshandelaars en jagers scheen, van hieruit gezien, als een doos speel- goed, dat men had opgebouwd. De zon stond nog hoog aan den hemel, toen op het voorplein van het zendingshuis een levendige drukte heerschte. Onder het opzicht van den heer Kinney, een jong geestelijkewiens verstandig gelaat van zijn geestkracht en vriendelijkheid ge- tuigde en onder dat van zijn echtgenoote mochten de leerlingen van het gesticht met hun eigen kinderen, ontspanning zoeken en vroolijk spelen. Het waren jongens en meisjes van zes tôt zestien jaar een zeldzame tegenstelling van het dertigtai leerlingen met hun donkere gelaatskleur, zwarte oogen en kort gesneden haar, vormden de vier blauwoogige en blondlokkige kinderen van den gees telijke. Op eenige banken dicht bij het huis he vonden zich een aantal bontbeschilderde Indianen, van een naburigen stam, die zich kwamen over- tuigen van den welstand hunner kinderen en, zooals gewoonlijk, door den geestelijke gastvrij werden ontvangen. Het lange zwarte haar, met de veeren op het hoofd en de kleeding van buffelhuiden, ken- merkte hen terstond als Indianen. Met groote voldoening over de toenemende be- schaving hunner pleegkinderen lieten de geestelijke en zijn beminnelijke vrouw hun blikken gaanover de spelende jeugd. Eindelijk zeide de laatste met een zucht Waar onze Mary toch zijn mag Ik heb haar dringend gevraagd hij mij te blijven, maar toch is zij dadelijk na den eten weggegaan. Het lieve kind hoezemt mij zorg in." »Waar zij is antwoordde de heer Kinney op welwillenden toon, »dat is niet moeilijk te raden. Sedert Durlach op zijn gevaarlijken tocht uitging, is Mary in voortdurenden angst voor zijn leven. Zij is zeker naar hem gaan uitzien. Er is iets roerends in haar liefde, die zij zonder het te willen zoo duidelijk verraad." »Van hier uit zou ze evengoed de rivier kunnen overzien," bracht zijn vrouw in, »en dan zou haar de gelegenheid tôt droevig gepeins niet zijn gegeven. Ik moet haar ernstig berispen, dat zij zich geheel en al door haar liefde laat meeslepen." »De geestelijke glimlachte en antwoordde ver- goelijkend »Wanneer ik in zoo gevaarlijken toe stand verkeerde, zoudt gij dan niet even bezorgd zijn jJa, maar ik zou het op een andere wijze toonen." «Dat geef ik graag toe, maar wij moeten niet vergeten, dat mijn verstandige vrouw in haar vroeg- ste jeugd in beschaafde kringen werd opgevoed, terwijl Mary eerst voile vrijheid heeft genoten. Hoe vertrouwelijk ze zich ook bij ons heeft aange- sloten, hoe snel zij de beschaving in zich opnam, toch mag niet vergeten worden, dat zij haar jeugd onder de Indianen heeft doorgebracht. Die twaalf jaren laten zich niet uitwisschen als een krijtstreep. Eerst wanneer ze als de echtgenoote van een -be- schaafden blanke het middelpunt is geworden van een gelukkig gezin, zal de verandering volkomen zijn." »Gij spreekt zoo hepaald, alsof ge zeker zijt van Durlachs bedoelingen." »Dat hen ik ook," antwoordde de geestelijke. »De band, die tusschen hen is gelegd, kan, naar mijn overtuiging, slechts door den dood worden losgemaakt. Neen, het ligt niet in het eerlijk ka- rakter van Mark Durlach, met de liefde van een onschuldig kind te spelen. Hij heeft mij zijn on- herroepelijk besluit meegedeeld, met Mary voor het altaar te treden, en op mijn aandrang reeds ern stig aan hun toekomst gedacht. Hij hoopt op een spoedig einde van den oorlog en wil zich dan te St. Louis vestigen. Openhartig verklaarde hij, dat het vrije jagersleven een groote aantrekkingskracht voor hem had, maar dat hij toch ter wille van Mary er afstand van zou doen. Hij sprak zelfs over een zonderlingen oom, een ongehuwden ouden schrijnwerker, in wiens huis zijn zuster zich be- vindt. Hij heweert, dat het hem slechts een enkel woord behoeft te kosten, am bij den ouden man als leerling aangenomen te worden en later gemeen- schappelijk een meubelfabriek op te richten." Hier brak de geestelijke het gesprek af, daar de kinderen hun aandacht eischten. Op dit oogenblik bevond Mary, over wie de geestelijke en zijn vrouw spraken zich - weegs stroomatwaarts op den tor>, jJ1J iiaMMINGA, Scharmer. I r I h SIII11) OOST-ËOOREGHT EN OMSTREEEN VAN Van NIEUWE SCHANS naar HARLÏNGEN. Vertr. N.-Schan« *5,66 5,7.20 *8,16 11,15*2,28 5,10 8,28 Winsehoten 6,15 47,88 8,33 11,80 2,40 5,24 8,38 Scheemda 6.27 S 7,50 8,45 11,43 2,62 5,31 8,46 Zuidbroek 6,40 S 8,1 8,56 11,58 3,3 5,41 8,57 Hoogezand 6,53 pj 8,14 9,7 12,2 3,14 5,48 9,6 Kropswolde 6,59 S 8,20 9,12 12,8 3,20 9,11 Aauk. Groningen 7,12 q 8,34 9,25 12,21 3,32 6,6 9,23 Vertr 7,16 9,35 1,25 4,44 6,12 9,29 Leenwarden 8,43 11,34 2,53 6,7 7,57 10,54 Aank. Harlingen 9,19 12,10 8,29 6,46 8,33 11,30 De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger- compagniesterweg (wachtp. 87)tôt het opnemen van reizigers. Bovendien mogen aldaar die treinen verlaten reizigers, voor- zien van plaatsbewijzen naar Hoogezand-Sappemeer. De trein van 8.16 neemt des Dinsdags geen reizigers op voor Groningen. Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS. Vertr. Harlingen 6,42 8,58 12,60 2,51 5,26 Leenwarden 7,23 11,6 1,36 4,46 7,52 Aank. Groningen 8,41 12,24 2,48 6,4 9,10 Vertr. *6.10 8,46 *12,38 2,58 *6,12 10,39 Kropswolde 6,24 9,— 12,52 3,7 6,26 10,53 Hoogezand 6,30 9,6 12,58 3,13 6,32 10.59 Zuidbroek 6,41 9.15 1,9 3,22 6,43 11,8 Scheemda 6,56 9,30 1,24 3,37 6,59 11,2:1 Winsehoten 7.4 9,38 1,32 3,45 7,7 11,Si Aank. N.-Schans 7,20 9,52 1,48 3,59 7,23 11,44 De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger- compagniesterweg (wachtp 87) tôt het uitlaten van reizigere. Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigers, voorzien van terugreisgedeelten van retourbiljetten naar Hoo gezand-Sappemeer. Sneldienst van Groningen 7,30 naar Amsterdam, Van GRONINGEN naar MEPPEL—'a BOSCH. Vertr. Groningen 8,7,30 9,40 12,80 3,38 6,15 8, HareH 6,9 9,49 8,47 8,9 De Punt 6,17 9,57 12,43 8,55 8,17 Vries-Znidl. 6,26 10,6 4,4 8,26 Assen 6,40 7,58 10,24 1,4 4,22 6,41 8,44 Meppel 7,55 8,59 11,45 2,15 5,43 7,42 10,8 Zwolle 8,42 9,38 12,42 3,7 8,38 8.38 10,48 Aank. Zutfen 9,80 10,41 1,42 4,17 7,30 9,47 Arnhern 10,16 11,27 2,30 5,9 8,11 10,30 's Bosch 1,10 4,17 6,58 10,1 Van GRONINGEN naar DELFZIJL. Vertr. Groningen 7,25 11,52 1,31 4,53 7,52 10,40 Loppersum 8,30 1,2,36 5,58 8,56 11,44 Appingedam 8,50 1,19 2,56 6,18 9,18 12,5 Aank. Delfzijl 9,— 1,29 3,6 6,28 9,29 12,14 welke des avonds te 10,34 aldaar retoumeert. Van 's BOSCH naar MEPPEL—GRONINGEN. Vertr. 's Bosch Arahem Zntfen Zwolle Meppel Assen 5,20 6,10 7.27 7,8 8,38 9,36 10,50 7,5 10,6 9,— 11,40 9,40 12,30 10,88 1,51 11,18 12,2 Vries-Zuidi. 7,45 11,4 De Punt 7,54 11,13 Haren 8,2 11,21 Aank. Groningen 8,10 11,80 12,28 Van DELFZIJL Vertr. Delfzijl 5,40 Appingedam 5,51 Loppersum 6,16 Aank. Groningen 7,18 2,86 3,51 4,5 4,14 4,22 4,30 12,52 2,50 3,87 5,3 5,43 7,7 7,21 7,80 7,38 7,46 naar GRONINGEN. 6,52 10,30 1,7 7,5 10,43 1,18 7,33 11,11 1,42 8,88 12,13 2,40 3,20 5.11 7,22 8,18 9,29 9,43 9,52 10,- 10,8 4.12 4,24 4,48 5,48 5,88 7,# 7,48 8,44 9,19 10,9 10,84 8,16 8,27 8.51 9,48 i DOOR

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1