m j22eJfâKga?*: No. 53. ZONDAO 3 Juli 1392. 22a Jaargang. H>e Mpion. I I, FEUILLETON Y A. N BORGE8IÏÏS ZOOMSAPPEMEER. Inzending van Âdvertentiën en Ingezonden Stnkken des Dmsdags- en Vrijdagsavonds vôôr zes uur bij de ïïitgevers. Een halve stap. BINNESLA»D. jA A. ?T. i Yoor de Gemeenten HOOGEZANDS AFFEMEERSLOCHTEREN N0ORDBROEK, ZUIDBROEK, ZUXBLAREN, HAREN enz. Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRJJS per drie maanden 35 cent», franco per post 45 cents. Enkele nommers 5 cents. U I T G A V E PRIJS dei ADVERTENTIËNVan 1—5 regels 95 cents, iedere regel meer 1(> cents. Groote letters worden naar plaats» ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentiein eens voor 3-maal plaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis. DIENSTREGELING OP DE ST A ATS-SPOOR WEGEN, A ANVANGENDE DEN 1 M El 1892 (TIJD VAN GREENWICH.) WËEEKALËUDEB. Zondag 3 Juli. Maandag 4. Dinsdag 5. Woensdag 6. Donderdag 7. Vrijdag 8. Zaterdag 9. VERGADERING van den Raad der Gemeente Noordbroek op heden Zaterdag 2 Juli 1892 's nam. ten 5 ure. Aan de orde 1. Aanbieding der Gemeenterekening over 1891. 2. Suppletoire Legger der wegen. 3. Ingek. stukken. Onder bovenstaanden titel besprak de rédacteur van het Sociaal Weekblad in hef nummer van 30 April, het koninklijk besluit, waarbij 00k onvermo- gende jongelieden tôt de Rijks Hoogere Burger- scholen kunnen worden toegelaten. Daar dezer dagen in verschillende bladen oproepingen gedaan zijn tôt deze onvermogende jongelieden, is het niet onbelangrijk te weten, dat we met dit koninklijk besluit niet veel verder komen, dat daarmede bij lange na niet de wenschendikwijls reeds in werklieden vereenigingen uitgesproken, vervuld zijn. Terecht mocht het Sociaal Weekblad zeggen er is eene wijziging gebracht in het règlement voor de rijks hoogere burgerscholen, strekkend om voortT aan onvermogende jongelieden, zonder betaling van schoolgeld tôt het volgen der lessen aan die in- richtingen te kunnen toelaten, terwijl hun tevens boeken en leermiddelen kosteloos van rijkswege zullen kunnen worden verstrekt. Die maatregel moet toegejuicht worden. Reeds jaren was overal in de kringen der werklieden en 00k in de Tweed e kamer, op het nemen van dien maatregel aange- drongen, zonder dat de regeering tôt heden kon besluiten daartoe over te gaan. Of nu allen met de nu gemaakte regeling vrede hebben Tal van libérale bladen hebben het gemeend, het sociaal weekblad neemt terecht vrij wat van die illusie weg. Het bovengenoemd koninklijk besluit wordt ontsierd door hetgeen daarin verder volgt. Immers voorwaarde van kostelooze toelating zal zijn dat de leerling door aanleg uitmunt en door zijn ont- wikkeling en positieve kennis in allen deele in staat is het onderwijs te volgen Zij daarentegen, voor wie wèl schoolgeld wordt betaald behoeven slechts blijk te geven, dat zij »de kundigheden bezitten, vereischt om het onderwijs met vrucht te kunnen bijwonen." Dus het kind van den onvermogende wèl toelaten, maar alleen dan, als hij uitsteekt boven anderen, boven stoffelijk meer bevoorrechten. De vrijstelling van het betalen van schoolgeld zal worden ingetrokken, »zoo het blijkt, dat hij, die kosteloos onderwijs ontvangt zich aan wangedrag schuldig maakt." Waarom voor hem dit voorbe- houd aangezien toch 00k op hem toepasselijk is de, voor aile leerlingen geldende bepaling, van het, règ lement, dat hem, die aan herhaald onordelijk ge- drag gedurende de lessen, of aan wederkeerende ongehoorzaamheid van de réglementaire voorschrif- ten schuldig makendoor de vergadering der leeraren, op voorstel van den directeur, het verder bijwonen der lessen kan worden ontzegd Als »in verband met het aantal betalende leer lingen, dat tôt de school toegang heeft erlangd, en met de beschikbare plaalsruimte en de beschik- bare leerkrachten bezwaar mocht bestaan tegen de toelating van aile geschikt bevonden candidaten (voor kostelooze toelating) dan wordt door den mi- nister van binnenlandsche zaken bepaald, tôt welk maximum zij zullen worden toegelaten." Dus wel kinderen of pupillen van onvermogende ouders op- nemen, maar alleen voor zoover aanwezige ruimte en onderwijskrachten zulks zonder bezwaar gedoo- gen anders voor hen de deur toe. Deed met leerlingen, voor wie wordt betaald, het geval zich voor, dat hun aantal te groot werd voor de beschik bare krachten en ruimte, er zou natuurlijk in worden voorzien door uitbreiding doch waar het kosteloozen-toegang-vragenden geldt, moeten zij afwijzing zich laten gevallen, als hunne aanneming tôt uitgaven voor bouw of personeel leiden zou. 't Is uiting van de opvatting, zoowel dat die toe lating tôt karakter moet hehouden van een gunst- betoon, als dat de overheid met het verschaffen van het onderwijs eener hoogere burgerschool geen dienst bewijst aan het kind van onvermogende ouders, wanneer het niet iets buitengewoons is en belooft. Dit laatste nu dunkt ons, evengoed als ten opzichte van andere kinderen, de zaak van de ouders, niet van de overheid. En het eerste een miskenning van hetgeen het recht 00k van onvermogende burgers behoort te zijn. Niet het recht, om voor hun kinderen toelating te vorderen tôt een' school, welks onderwijs zij niet behoorlijk en met vrucht kunnen volgen. Maar wel het recht, om zoo het kind geacht wordt zulks te kunnen naar rege- len, gelijk voor allen het opgenomen te zien zonder andere voorwaarden, dan die voor een iege- lijk worden gesteld. De vermogende vergoedt met zijn schoolgeld toch maar een gedeelte van zijn kosten, die de gemeenschap ten behoeve van zijn kind maakt. Van zijnen onvermogenden buurmandie van schoolgeld, van uilgaven voor boeken en leermid delen wordt vrijgesteld, wordt door het ter schole zenden van zijn kind, dat anders reeds iets zou kunnen inbrengen in het gezin, toch nog een vrij wat drukkender geldelijk offer gevorderd dan van hem. Welk redelijke grond is er dan voor de ge meenschap, om het kind van den vermogende anders te behandelen dan dat van den onvermo gende De nieuwe Rotterdammer meent dat zôô alleen, dat wil zeggen de voor onvermogende verscherpte eischen van toelating, het onderwijs vrucht dragen kan. Waarom szoo alleen" niet eveneens voor de anderen vraagt het sociaal weekblad. 't Is moge- lijk, dat het in het belang der kinderen en der samen- leving wezen zou, indien men minder gemakkelijk was met het aannemen van leerlingen. Maar dan ligt voor de hand de conclusie, dat men meer aan leg, meer ontwikkeling, meer positieve kennis, moet vorderen van allen, onverschillig of de heurs hun- ner ouders al dan niet behoorlijk is gevuld. Inderdaad is het een halve stap, dien de minister van binnenlandsche zaken gedaan heeft. Hij had gerust een heelen kunnen doen. Immers zoo heeft de ervaring geleerd op tal van plaatsen hebben zich vereenigingen gevestigd, die zich tôt taak hebben gesteld jongelieden van onvermogende ouders bij het middelbaar onderwijs te helpen. Ook die vereeni gingen geven vrijdom van schoolgelden en koste looze verschaffing van boeken. Ja, onder die ver eenigingen zijn er geweest, die ook buitengewone bekwaamheid en aanleg vereischten van allen, die van hare fondsen wenschten te profiteeren, maar bij velen leerde al spoedig de ervaring, dat de genieën zeldzaam zijn. Ze hebben daarom minder op buitengewonen aanleg gelet. Ze hebben ge meend een goed werk te doen vele jongelieden gelegenheid te geven om van het middelbaar on derwijs gebruik te maken. En wat leert de ge- schiedenis van de meeste vereenigingen? Er zijn maar weinige gekomen om hulp te vragen. En dit zal nu ook blijken, nu de minister scherpe bepa- lingen voor de toelating van onvermogenden heeft vastgesteld. Ja, als hij een volgend jaar of later dit besluit herziet en geene uitzonderingen meer maakt, dan zal hem ook blijken dat de loka- len niet vergroot, het onderwijzend personeel niet vermeerderd behoeft te worden, tenzij meerderen leerden inzien hoe goed het is dat hun kinderen middelbaar onder wijs ontvangen. En dat zou een offer waard zijn. Hit Slochteren schrijft men: Pas zijn de koning- innefeesten achter den rug, of de periodiek terug- keerende zomerconcerten te Slochteren vragen be- let. Deze concerten, ze worden met de jaren beter en 't is een feit, dat ze voor goed gevestigd zijn. Zooals ook in dit hlad geannonceerd is, zal wederom den 3den Juli, dus heden Zondag, zoo'n concert plaats hebben, waar het Asser muziekcorps der d.d. schutterij de aanwezigen zal amuseeren. Ver- gissen wij ons niet, dan is het niet de eerste keer, dat dit corps bij dergelijke feestelijkheid hier is geëngageerd en dan is aile aanbeveling overbodig. 't Belooft dus een waar genot daar te toeven, als dit corps zijn liefelijke tonen onder het groene dak laat weerklinken, een genot 't welk men niet ieder oogenblik de gelegeheid heeft, te kunnen smaken. Bovendien biedt de natuur hier ailes schoons aan om hier zonder twijfel eenige uren genoegelijk te kunnen doorbrengen. Daar het weder gelukkig weer schijnt op te klaren, bestaat er aile kans dat het bal champêtre weder uitmuntend zal slagen, terwijl de tuinverlichting ook het hare zal bijbren- gen om het geheel naar wensch te doen slagen. Dat worde zoo Harkstede, 27 Juni. Zaterdag j.l. hebben een 35 tal leden der landbouwvereeniging »Harkstede Scharmer" met hunne dames een rijtoer gemaakt naar Assen. Nadat aldaar een maaltijd was gebruikt, en de bezienswaardigheden van dit landschap in oogenschouw waren genomen, ging het over Rolde, Vries, de Punt en Groningen weder huiswaarts. Het was een prachtig gezicht, dien bonten stoet, bestaande uit 17 rijtuigen, te zien rijden. Voor vele leden was het een waar genot. De Raad der gemeente Ten Boer benoemde tôt wethouder en ambtenaar van den burgelijken stand den heer P. Bakker te Wittewierum. Roman uit den Noord-Amerikaanschen burgeroorlog, BALDUIN MOLIiHAUSEN. 55) Zij hingen allen aan een boomstam. Vruchteloos verzetten Margaretha en Houston zich tegen deze wreedaardige schilderij, die bovendien den spotlust der buren opwekte. De beide oude heeren waren onverbeterlijk. Met zeldzame eensgezindheid be- riepen zij zich er op, dat zij in een vrij land leef- den, waar men zich niet over de afkeurende oor- deelvellingen van anderen behoefde te bekommeren, zoolang men over zich zelf tevreden was. Daar bleef het bij. Zij gevoelden zich zoo veilig in hun slakenhuis, vast overtuigd, aile zamenzweerders der wereld te kunnen trolseeren. Toch zou aan Martijn Findegern een ernstige ■waarschuwing van zijn geheime vijanden niet be- spaard blijven. Het was diep in den nacht. Vagevuur sliep rus- tig in de werkplaats, te midden der half of heel afgewerkte doodkisten, op een leger van spaanders. Dit was de lievelingsrustplaats van den jongen knaap. De nachten waren reeds koel, 't geen hem drong zijn leger met den hond te deelen, die zich hier- voor gaarne liet vinden en wien de warme dekens niet onwelkom waren. Vagevuur zou niet hebben kunnen zeggen, hoe- lang hij reeds geslapen had, toen een zacht gebrom van Schaaf hem wekte. Toen de hond steeds on- rustiger werd, greep den jongen knaap de angst aan voor onzichtbare vijanden, en om door zijn blaffen niet verraden te worden, trok hij Schaaf de wollen deken over den kop. Eenige minuten verliepen; toen onderscheidde hij het gedruis van sluipende voetstappen rondom de werkplaats. Tril- lend hoorde hij, dat een hand de klink oplichtte en voorzichtig trachtte de deur te openen. Deze echter was van binnen gegrendeld. Nu werden beide vensters eveneens onderzocht. Het was dui- delijk, dat men in de werkplaats trachtte te drin- gen, maar toch uit vrees voor alarm geen geweld durfde plegen. Ondertusschen hoorde hij nog steeds buiten geheimzinnig heen en weer loopen; daarna, dat men spaanders en blokjes hout wegnam van den bij de werkplaats liggenden stapel. Den anders zoo dapperen negerknaap stond het angstzweet op het voorhoofd. Zich echter voorloopig achter de gegrendelde deur veilig achtend, vermande hij zich inzoover, dat hij, na den hond in een deken vast- gebonden te hebben, om het blafFen te voorkomen, boven op Martijns schaafbank kroop. Hier hevond zich het eene venster, waardoor hij met ingehou- den adem naar buiten kon zien, veilig voor ont- dekking wegens den donkeren achtergrond. Zijn eerste blik viel op twee mannen, die achter elkaar aanloopend groote stapels blokjes en plank- jes droegen, waarmee zij naar het huis slopen. Nauwelijks waren zij uit het gezicht, toen van den anderen kant verscheiden mannen naderden. Deze waren met leege handen zij hadden blijkbaar hun voorraad hout al weggebracht en waren nu op weg zich opnieuw te voorzien. Fluisterend spraken zij met elkaar toen echter twee hunner zich onder het venster bevonden, kon hij de woorden verstaan »De hond is zeker in huis." Hierop antwoordde een andere stem »Geef goed acht op de deuren wie ook naar buitenkomt, hond ol mensch, je schiet ze neer." Een rilling liep Vagevuur door de leden. Hij kon niet gelooven, dat het hier slechts een diefstal van hout gold, waarvan de waarde toch te gering was om menschenlevens te kosten. Ook kwam het hem vreetnd voor, dat het gestolen hout in plaats van naar het hek in de richting van het huis werd gedragen. Een voorgevoel van naderend on- heil maakte zich van hem meester hij klom van de schaafbank af en begal zich eerst naar den hond. Na zich overtuigd te hebben, dat het arme dier, alsof het zijn wensch raadde, geduldig in zijn be- nauwde schuilplaats bleef liggen, beklom hij de trap naar den zolder. Hier boven lag een groote voorraad planken te drogen daarover nam hij zijn weg, tôt hij hij een openstaand luik kwam, waaruit hij op het huis kon zien. De eerste blik zeide hem, dat verscheiden mannen bezig waren op den stapel spaanders blokjes hout te leggen, terwijl anderen op verschillende plaatsen tegen het huis weer spaanders aandroegen. Toen na eenigen tijd een der mannen een lucifer aanstak, begreep Vagevuur opeens het vreeselijk dreigend gevaarin al zijn omvang. Nog altijd vreezend, door het roepen van brand, Martijn of den dokter naar bui ten le lokken, waar een zekere dood hen wachtte, nam hij een ijzeren staaf, die binnen zijn bereik lag en wierp deze uit aile kracht naar Margaretha's venster, zoodat verscheiden ruiten in scherven sprongen. Op helzelfde oogenblik rezen uit de spaanders de eerste vlammen omhoog. Door het rinkelen van de gebroken glasruiten uit een diepen slaap gewekt, werd Margaretha terstond geheel wakker door het schijnsel van de vlammen. Zij snelde naar het venster en zag nu niet alleen den pas ontstanen brand, maar ook een aantal mannen, die zich haastig uit de voeten maakten. Op het- zelfde oogenblik klonk het luide blaffen van Schaat, die zich bij het toenemend alarm met geweld uit de deken had bevrijd en nu met ware doodsver- achting onder woedend blaffen tegen de deur op- sprong. Margaretha's alarmkreet drong door het huis. Geen minuut later traden de beide oude heeren naar buiten. Noch op hen noch op den hond werd echter een schot afgevuurd. Findegern en Krehle gunden den brandstichters zelfs geen blik, daar zij al hun krachten moesten inspannen, om den snel toenemenden brand te blusschen. Met behulp van Vagevuur en Margaretha, die water aandroegen, gelukte hun dit, voordat het vuur ern stige schade had aangericht. Het gevaar was binnen korten tijd afgewend. Nu eerst kon men zien, met hoeveel list de misda- digers hun maatregelen hadden genomen, om den brand aan aile kanten tegelijk te doen uitbarsten. Op drie verschillende plaatsen waren de brand- stoffen aangebracht, die, ware er tijd tôt ontvlam- ming geweest, binnen kort het geheele huis in de asch zou hebben gelegd, en zeker ten koste van menschenlevens. Aan slaap viel dien nacht niet meer te denken. Men kon immers niet weten, of in den eenen of anderen hoek nog geen brandstof smeulde. In plaats echter van door den verraderlijken aanval verschrikt te zijn, behielden de beide oude heeren hun opgewektheid. Toen de dag aanbrak, zou men het geen hunner hebben aangezien, dat zij aan een groot levensgevaar waren ontsnapt. Tôt aller verbazing verscheen kapitein Houston dien dag niet op het gewone uur. De morgen ver- liep, zonder dat hij zich liet zien, evenzoo de halve middag. Den beiden oudjes verdroot het lange wachten zij hielden in de werkplaats een korte beraadslaging; daarop ging Martijn zijn huis binnen, om na eenige oogenblikken in Zondagsgewaad naar buiten te komen. Krijgshaftig zat de glimmende hoed op zijn hoofd wie zijn gelaat echter opmerk- zamer beschouwde, werd getroffen door den trek van vastberadenheid, die om zijn mond lag. Bij gebrek van het schootsvel hield hij beide duimen in de armsgaten van zijn vest zoo liep hij voor het huis langs naar het tuinhek. Juist toen hij dit wilde openen, werd het van buiten geopend en stond de kapitein voor hem. Hij sprak hem toe met de woorden „Ik heb den geheelen dag ver- geefs op u gewacht; het is nu toch zeker te laat om nog aan het werk te gaan." Houston drukte krachtig de hand van zijnen zon- deriingen leermeester en antwoordde op een toon van blijdschap, echter verpaengd met weemoed „Dienstzaken zijn de schuld van mijn verzuim. Ik moet namelijk mijn leertijd afbreken morgen ver- trek ik naar mijn regiment en kom nu van u allen afscheid nemen." Martijn week verschrikt terug. »Wat »wilt ge weggaan en dat juist nu, nu men aile maat regelen neemt tôt een gevecht op leven en dood? Wilt ge uw pas genezen been weer laten weg- schieten (Wordt vervolgd.) a n ,e \j n bl jn iij V VOLKSBLAI 00ST-600RECHT IN OISTBIKIN VAN Van NIEUWE SCHANS naar HARLINGEN. V.rtr. N.-Schann *5,56 -5,7,20 *8,16 11,15*2,28 Winschoten 6,15 47,88 8,83 11,80 2,40 Scheemda 6.27 3 7,50 8,45 11,43 2,52 Zuidbroek 6,40 S 8,1 8,56 11,68 3,3 w Hoogezand 6,53 a 8,14 9,7 12,2 3,14 Kropswolde 6,59 8,20 9,12 12,8 3,20 Aank. Groningen 7,12 8,34 9,25 12,21 3,32 Vertr. 7,16 9,35 1,25 4,44 Leenwarden 8,43 11,34 2,53 6,7 Aank, Harlingen 9,19 12,10 8,29 6,46 De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borger- compagniesterweg (wachtp. 87)tôt het opnemcn van reizigers. Bovendien mogen aldaar die treinen verlaten reizigers, voor- zien van plaatsbewijzen naar Hoogezand-Sappemeer. De trein van 8.16 neemt des Dissdags geen reizigers op voor Groningen. 5,10 5,24 5,81 5,41 5,48 S) 6,6 6,12 8,28 8,88 8,46 8,67 9,6 9,11 9,23 Q 9Q 7,57 10^54 8,33 11,30 Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS. Vertr. Harlingen Leenwarden Aank. Groningen Vertr. u Kropswolde Hoogezand Zuidbroek Scbeemda Winschoten Aank. N.-Scbans *6.10 6,24 6,30 6,41 6,56 7.4 7,20 6,42 8,58 7,23 11,6 8,41 12,24 8,46 *12,38 9,— 12,52 9,6 9.15 9,30 9,38 9,52 12,58 1,9 1,24 1,32 1,48 12,50 1,86 2,48 2.58 3,7 3,13 3,22 3,37 3,45 3.59 2,51 4,46 6,4 *6,12 6,26 6,32 6,43 6,59 7,7 7,23 5,26 7,52 9,10 10,39 10,53 10,59 11,8 11,23 11,81 11,44 De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger- compagniesterweg (wacbtp 87) tôt het uitlaten van reizigers. Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigers, voorzien van terugreisgedeelten van retourbiljetten naar Hoo gezand-Sappemeer. Sneldienst van Groningen 7,30 naar Amsterdam Van GRONINGEN naar MEPPEL—'s BOSCH. Vertr. Groningen 6, Haren 6,9 De Punt 6,17 Vries-Zuidl. 6,26 7,30 Assen Meppel Zwolle Aank. Zntfen Arnhem 's Bosch 6,40 7,55 8,42 9,30 10,41 10,16 11,27 9,40 12,80 Q 4.0 9*.57 12",43 10,6 7.58 10,24 8.59 11,45 9,38 12,42 1,42 2,30 1,4 2,15 3,7 4,17 5,9 3,33 3,47 3,65 4,4 4,22 5,43 6,38 7,3 1,10 4,17 6,58 10,1 8,11 10,30 6,15 8,- 8,9 8,17 8,26 6.41 8,44 7.42 10,8 8.38 10,48 9,47 Van GRONINGEN naar DELFZIJL. Vertr. Groningen Loppersum 7,25 11,52 1,31 4,53 7,52 10,40 8,30 1,— 2,36 5,58 8,56 11,44 8,50 1,19 2,56 6,18 9,18 12,5 Aank. Dèîfzijl 9,— 1,29 8,6 6,28 9,29 12,14 welke des avonds te 10,34 aldaar retonrneert. Vertr. Van 'b BOSCH naar MEPPELGRONINGEN 's Bosch Arnhem Zntfen Zwolle Meppel Assen 7 8 5,20 8,38 6,10 9,36 7.27 10,50 7,5 10,6 12,52 9,— 11,40 9,40 12,80 10,38 1,51 11,18 12,2 Vries-Zuidl. 7,46 11,4 De Pnnt 7,54 11,13 Haren 8,2 11,21 Aank. Groningen 8,10 11,80 12,28 Van DELFZIJL Vertr. Delfzijl 5,40 Appingedam 5,51 Loppersnm 6,15 Aank. Groningen 7,18 2,86 3,51 4,5 4,14 4,22 4,30 naar GRONINGEN 6,52 10,30 1,7 7,5 10,48 1,18 7,38 11,11 1,42 8,38 12,13 2,40 2,50 8,87 5,8 5,48 7,7 7,21 7,80 7,38 7,46 3,20 3.11 6, 7,22 8,18 9,29 9,48 9,52 10,- 10,8 4.12 4,24 4,48 5,48 5,82 7,6 7,46 8,44 9,19 10,9 10,84 8,16 8,27 8.51 9,48 DOOR f N e 1- L - ir Ilw V I

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1