f
■f1m
m
v
1J1
Bericht!
De Hplon.
f
1
22e-IaMSS®*
No. 54.
WOENSDAG 6 Jnli 1892.
22e Jaargang,
VAN
FEUILLETON.
UIT GTtUNO.
m i
,V
r
BORGESIÏÏS ZOON, SAPPEMEER.
Inzendmg van Advertentiën en Ingezonden Stukken des Dinsdags- en Vrijdagsavonds vôôr zes unr by de Uitgevers.
Overzicht van 26 Juni tôt 3 Juli 1892.
ET
1 f
I s V.I
u. -M
- M
v
Voor de Gemeenten HOOGEZANDS APFEMEERSLOCHTEREN NOORDBROEK, ZUIDRROEE, ZUIDLAREN, HAREN enz.
Dit BLAD versehijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 85 cents,
franco per post 45 cents.
Enkele nommers 5 cents.
U I T G A V E
DIENSTREGELING OP DE STAATS-SPOORWEGEN. AANVANGENDE DEN 1 MEI 1892. (TIJD VAN GREENWICH.)
De Uitgevers dezer Courant ver-
oorloven zich bij den aanvang van
het 3de kwartaal de aandacht der
lezers, welke nog niet op het Qeïllustreerd
Zondagsblad mochten zijn geabonneerd, op deze
uitgave te vestigen, welke geregeld elke week in
8 pagina's versehijnt en keur van lectuur en gravures
bevat.
Met verwijzing naar de aankondiging in het ad-
vertentie-gedeelte van het blad, vertrouwen zij, dat
tal van lezers als inteekenaar op het Geïllustreerd
Zondagsblad zullen toetreden.
DE UITGEVERS.
BUITENLAND.
Het onderhoud dat von Bismarck te Weenen
met een verslaggever der Neue freie Presse, had
heeft in Duitschland vrij wat pennen in beweging
gebracht. De oude heer heeft zich dan ook bilter
en scherp uitgelaten over den nieuwen koers en
de tegenwoordige regeering in Duitschland. Door
mijn ontslag, zoo betoogde hij, is de laatste band
met Rusland verbroken, ik was de eenige politieke
persoon in Duitschland, in wien de Czaar vertrouwen
stelde. De tegenwoordige bewindslieden zijn voor
hunne taak niet berekend, zooals gebleken is uit de
voor Duitschland zeer nadeelige handelstractaten
met Oostenrijk en Zwitserland.
Als onder zijn kanselierschap iemand uit de po
litieke kringen zich aldus had uitgelaten, zou een
aanklacht wegens hoogverraad zeker niet uitgebleven
zijn. Dit maal bleef het bij eenige ernstige waar-
schuwingen in de Norddeutsche Zeitung. Als men
de regeering, zoo schreef dit officieuse blad, in het
binnen- en builenland aanklaagt als plichtvergeten
en onbekwaam, dan dient men althans feiten tôt
staving bij te brengen. Een openbaarmaking van
stukken van het ministerie van buitenlandsche zaken
ka wegens de daarbij betrokken personen en re-
ge jringen in het buitenland kwalijk plaats hebben.
De regeering wacht het oordeel der geschiedenis
echter rustig af, zij heeft hare critiek niet te vreezen.
Misschien zal zij bij de historié waardeering vinden
voor het zwijgen op vele aanvallen.
Een tweede vermaning was scherper. Het schijnt,
zoo werd blijkbaar van hoogerhand geschreven, dat
Roman uit den Noord-Amerikaanschen
burgeroorlog,
BALDUIDî MOLLHAUSEN.
56)
Weet ge wel, dat ge op weg zijt een flink schrijn-
werker, misschien wel een beroemd meubelfabri-
kant te worden
Houston lachte. Daarna zeide hij echter op ern-
stigen toon »De plicht van een soldaat staat boven
ailes. Ja, nieuwe botsingen zijn te wachten indien
ik echter nu niet aan den strijd deelnam, nu ik
weer een paard kan bestijgen en mijn dienst ver-
richten, dan zou men mij met den vinger nawij-
zen. Moet ik werkelijk vallen, dan treft mij nog
geen ander lot dan elk eerlijk soldaat te wach
ten staat. Is de oorlog echter geeindigd en keer
ik ongedeerd terug, dan hoop ik, dat er nog een
plaats aan uw schaafbank open is."
»Twee, vriend, twee," verzekerde Martijn vol
geestdrift, »en welkom zal je zijn. Maar ga nu
naar den dokter en laat hij u verlellen, wat wij
dezen nacht hebben ondervonden. Ik ben name-
lijk op weg tôt een beraadslaging, die niet uitge-
steld mag worden, indien mij het huis niet den
eenen of anderen nacht boven mijn hoofd af-
brandt. Ik ben spoedig terug, dan kunnen wij nog
nog wat praten. Dus tôt ziens." Zonder antwoord
af te wachten liep hij de straat op, de deur verwoed
achter zich in het slot trekkend.
Hoofdschuddend zag Houston naar de gesloten
deur. Hij vermoedde, dat Martijn het doel van
zijn tocht voor hem geheim hield om zijn tegen-
bedenkingen niet te hooren. Verlangend meer te
weten, sloeg hij de richting naar de werkplaats in.
Nauwelijks een kwartier later stond Martijn Fin-
von Bismarck steeds door verder gaande onbezon-
nenheid de regeering dwingen wil den strijd tegen
hem te aanvaarden. Niemand kan den omvang
van het kwaad bepalen, dat de prins zijn vaderland
wil toebrengen. Maar de plicht om het hoogste
goed der natie ook te verdedigen tegen den man,
die dat goed eens het meest heeft bevorderd, mag
door de bewindslieden noch miskend, noch afge-
wezen worden.
Waarschijnlijk zijn de bittere uitlatingen aan het
adres der tegenwoordige regeering voortgekomen
uit verkropte woede. Ter wij 1 hij toch te Weenen
en op zijn geheele reis door de bevolking met uit-
bundige geestdrift werd begroet, waren in de oos-
tenrijksche hoofdstad aile officieele kringen voor
hem gesloten. Een audientie den keizer verzocht
werd geweigerd naar men zegt op aandrang uit
Berlijn. Dat dit den ouden man, die eene lange
reeks van jaren een bijna onbegrensde macht uit-
oefende, zeer pijnlijk moest stemmen, ligt voor de
hand, en daarin moet zeker de verklaring gezocht
worden voor de scherpe critiek, die hij in kalmer
oogenblikken zeker niet op die wijze zou geleverd
hebben.
Thans is de vorst te Kissingen, waar hij de baden
gebruikt. In de Mtinchener Nachrichten, een blad
dat hij reeds herhaaldelijk voor mededeelingen ge-
bruikte, komt een artikel blijkbaar weder van zijn
hand voor, veel kalmer en waardiger gesteld, waarin
hij o.a. zegt: Ik wil voor zoo ver mijn ervaring
en mijn gezag reiken protesteeren tegen die han-
delingen der regeering die ik voor de ontwikkeling
van het land schadelijk acht. Ik houd het parle
ment en de pers, de openbare critiek, voor een
noodzakelijk correctief van de regeering. Bij keizer
Wilhelm ben ik in ongenade gevallen, en ik weet op
het oogenblik nog niet waarom. Van een verzoening
kan men eigenlijk niet spreken, want de keizer is
immers niet bij mij in ongenade gevallen. Aïs
zijne majesteit de ongenade opheft komt de oude
verhouding wêer tôt stand. De keizer had zeker
zijn eigen kanselier kunnen zijn, dan zou het ont
slag uit mijn ambt mij niet pijnlijk hebben ge-
troffen. Maar de vorm waarin mij dit ontslag werd
gegeven, heeft mij diep leed gedaan. Ik voel mij
echter nu weder frisch en opgewekt, en hoop dezen
winter naar Berlijn te gaan om aan de zittingen
in den Rijksdag deel te nemen.
degern voor het ijzeren tuinhek, dat toegang ver-
leende naar de woning van den heer Palmer. Een
krachtige ruk aan de schel bracht spoedig een
bediende bij hem en weldra stond hij tegen-
over den heer Palmer in diens kamer. Allengs
echter ging de trek van minachting op zijn gelaat
in wrevel over. De oorzaak was de trotsche zelf-
bewuste houding van den eenvoudigen werkman,
wiens Zondagsgewaad hem toch het kenmerk van
zijn stand nietontnam. Daar Martijn niet terstond met
zijn zaak voor het licht trad, zeide de heer Pal
mer op nederbuigenden toon Wat brengt u tôt
mij Mijn tijd is te kostbaar, om dien voor aile
vreemden beschikbaar te stellen."
»Het is niet voor een kleinigheid dat ik kom,
daar heb ik mijn tijd ook te lief voor" antwoordde
Martijn welgemoed. »Ik ben namelijk de schrijn-
werker en doodkistenfabrikant Martijn Findegern
iemand, die op eigen voeten staat en van wien ge
misschien wel gehoord hebt." Hij zag Palmer uit-
vorschend aan.
Het ontging hem niet, dat bij het noemen van
zijn naam een sombere schaduw op diens gezicht
kwam. »Ik kom hier voor een zaak, die geen
uitstel kan lijden, indien sommige lieden niet in
grooter ongelegenheid zullen komen. Ik zie, dat
wij hier zonder getuigen zijn, en nu mag ik zeker
wel ronduit zeggen, dat gij een van de hefligste
bestrijders zijt van onze vrijheidspartij.
»Wat moet dat beteekenen vroeg Palmer op
scherpen toon, terwijl een donkere blos zijn vaal
gelaat kleurde, »weet gij niels anders dan derge-
lijke onbeschaamdheden te zeggen, dan is daar de
deur."
»Die weet ik ook wel uit mij zelf te vinden",
antwoordde Martijn bedaard. »Wie er echter het
meest bij verliest, als ons gesprek te vroeg wordt
afgebroken, dat weet ik het best. Maar misschien
luistert ge met meer aandacht naar mij, als gij dit
papier gelezen hebt." Hij overhandigde Palmer
een klein opgevouwen papiertje.
Palmer nam het papier aarzelend aan, den blik
uitvorschend op Martijns gelaat gericht. Werk-
tuigelijk opende hij het zonder het te bezien. Den
scherpzinnigen blik van Martijn ontging het echter
Het is te hopen dat de onverkwikkelijke Bismarck-
historié nu voor goed ten einde is.
BINNENLAND.
De vermogens- of beter vermogenbelasting heeft
in de 2e kamer tal van leden aan het redevoeren
gebracht, van een degelijke bestrijding echter geen
spoor. Van aile zijden, ook van den kant der li-
beralen, trachtte men den minister mededeelingen
te ontlokken omtrent de nog in te dienen herzie-
ningen van het personeel en de omzetting van het
patent in een bedrijfbelasling. Maar de heer Pierson
hield voet bij stuk, hij zorgde dat geen nieuwe
punten in het débat werden betrokken.
De meeste sprekers hadden even goed kunnen
zwijgen. De minister was twee maal aan het woord.
In een keurige rede die ruim anderhalf uur duurde,
verdedigde hij, door de kamer met onverdeelde
belangstelling aangehoord, aan het slot der beraad-
slagingen zijne voorstellen en beantwoordde hij ge-
leidelijk de gemaakte aanmerkingen. De hoofdin-
houd komt hierop neer: De minister begon met
zijn dank te betuigen aan verdedigers en tegen-
standers voor hun steun of hun humane bestrijding.
Na een korte verdediging van de afschaffing van
den zeepaccijns, ook in het belang van de kleine
industrie die daardoor zal ontstaan, en van de
vermindering van den zoutaccijns, al zou deze ook
in 't bijzonder aan de margarineboter-industrie ten
goede komen, wees de minister nader op den druk
der mutatierechten, vooral bij overgang door over-
lijden, in welk geval roerend vermogen vrij bleef.
Dat was juist het privilège dat moest ophouden.
De minister verzocht de kamer zich den toestand
te denken na 't tôt stand komen dezer wetten.
Zou iemand dan, zoo vroeg hij, zout en zeep willen
belasten en de mutatierechten verhoogen, om deze
belasting kwijt te raken? Met een beroep op de
ondervinding in Engeland betoogde hij dat ont-
lasting van den bodem het klein grondbezit in de
hand werkt. De minister toonde vervolgens aan,
dat de grondeigenaar door de vermogenbelasting
veel minder dan de eigenaar van effecten zal worden
gedrukt minstens der eigengeërfde boeren vallen
buiten de nieuwe belasting.
Men bleef op de bedrijfbelasting hameren, maar
werd door deze belasting daarop vooruitgeloopen.
Immers neen. Hij verklaarde nogmaals namens de
regeering, dat het haar met de spoedige herziening
niet, dat hij zijn smalle lippen vast opeen klemde,
als om den indruk te verbergen, dien het briefje
op hem maakte. Om tijd te winnen bezag hij
het langer dan noodig was, gaf het daarna met
een onverschillig gebaar aan Marfijn terug, terwijl
hij zei Wat moet ik daarmee Waarom komt
gij mij daarmee lastig "Vallen
Alleen om u te bewijzen, dat ik vast in mijn schoenen
sta." Ge ziet mij aan, alsof gij aan mijn verstand twij-
felt Wel, dan zal ik nog duidelijker spreken.
Een paar weken geleden doorzocht iemand, inop-
dracht van een zekeren Campbell, een buiten dienst
gestelde stoomboot, waarop een aantal mannen van
zeer berucht allooi hun nachtelijke bijeenkomsten
plachten te houden. Na zijn onderzoek stak hij
den brand in de oude boot, hij redde echter voor
het vuur een pak brieven, welke de zamenzweer-
ders daar verborgen hadden. Die papieren zijn
mij op raad van Campbell gegeven, om er bij bui-
tengewone gelegenheden gebruik van te maken.
Zulk een gelegenheid doet zich nu voor. Ik heb natuur-
lijk de geheele verzameling onder vertrouwde vnen-
den verdeeld, zoodat, wanneer mij of een onzer
door onze tegenpartij op de eene of andere wijze
schade berokkend wordt, er al tijd nog een ander
is, die door middel van die verduiveld mooie brie
ven de zoogenaamde Glans-broeders of opstande-
lingen in groot gevaar kan brengen. Hier ziet gij
uit, dat ik mij hier zoo veilig gevoel als op elke
andere plaats ter wereld. Mocht men inderdaad
mij naar het leven slaan, dan zou mijn dood min
stens een half dozijn mannen aan de galg leveren,
die nu in eer en aanzien in onze stad wonen."
Onder deze verklaring had Palmer gelegenheid
zijn zelfbeheersching terug te winnen, en slechts
ongeduld wilde hij uit zijn gelaat doen spreken,
toen hij met groote verontwaardiging sprak Gij
zijt met uw onbegrijpelijke verhalen bij den. ver-
keerde gekomen. Ik verzoek u terstond wiijn huis
te verlaten. Ik ken u niet, noch uw Claths-broeders
of Campbells.
»Mijn Hemel, man!" viel Martijn'nu ook driftiger
in »uw huis zal ik uit eigen beweging wel verla
ten ik raad u echter, my eerst aan te hooren
en te bedenken, of gy teif en al degenen, wier
van grond- en bedrijfbelasting ernst was. De per-
soneele belasting zou het volgende jaar worden
herzien, en daarbij zou rekening gehouden worden met
de talrijkheid van het gezin. De verhooging van de
belasting op het gedistilleerd had de minister noodig
voor latere ontheffingen bij het personeel, en ook
de afschaffing van de rijkstollen, kon 't zijn ook
die der provinciale, maakte een schaarsche kas niet
gewenscht. De minister beloofde de geheele regis-
tratie wetgeving aan een herziening te onderwerpen.
Na deze rede barstte de stroom van welspre-
kendheid in een avondzitting nogmaals los, en toen
de voorzitter des avonds te 40 uur het voorstel deed
om het algemeen débat te sluiten, kwam van antire-
volutionaire zijde een motie daarmede de volgende
week weder aan te vangen. Deze motie werd
gelukkig niet ondersteund, zoodat Donderdag de be-
handeling der artikelen aanvangt. Dinsdag en Woens-
dag wordt geen zitting gehouden wegens de ver-
gaderingen der provinciale staten.
PRIJS der ADVERTENTIËN: Van 15 regels 85 centaf
iedere regel meer 10 eenta. Groote letters worden naar plaats»
ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentiein eenfl
voor 3-maal plaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis.
Zoetjes aan zijn wij allen weer tôt ons gewone
doen teruggekeerd. Eerebogen, guirlandes, gas-
pitten en vlaggen, ailes is ingehaald en geborgen
en de wereld gaat weer haar gewonen gang. De
orkaan, die hier den voorlaatsten feestdag uit het
noordwesten woei, had al een ruw begin ge-
maakt met het afbreken, en van menige vlag waren
slechts wat lappen en rafels overgebleven. Zelfs
de vlaggestokken knapten af als riet eenige stevige
boomen bij de A-kerk werden geheel ontworteld en
de eereboog in de Brugstraat werd geheel aan den
grond gesmakt. De versiering maakte dien morgen
dan ook een treurigen indruk maar toen 't zon-
netje weer door de wolken brak en rappe hande n
de sporen van verwoesting hadden weggenomen,
kon het feest naar behooren worden voortgezet.
Jammer, dat door onhandigheid de wedrennen
waren afgezegd, die anders uitstekend hadden kunnen
doorgaan. Want ook al ware het terrein ongeschikt
geweest, dan nog ging het niet aan, om een num-
mer van 't programma, waarvoor de Koninginnen
waren uitgenoodigd en waarin Zij zelfs hun werk-
zaam aandeel hadden genomen door het uitloven
van prijzen, zoo maar eigenmachtig af te zeggen.
Voorafgaand overleg met de Koninginnen was om
meer dan éene reden schuldige plicht geweest. En
wat verder het minder geschikte van het terrein
betreft, zoo ware eenige locale kennis niet misplaatst
geweest. Want de grond, waarop het terrein is
namen ik in mijn bezit heb, ook reden konden
hebben uw weigering te betreuren.
»Ge waagt het mij te bedreigen?" viel Palmer
hem in de rede en trad dichter op Martijn toe
»mij te bedreigen op grond van ellendige brieven,
die voor mij even onbegrijpelijk zijn als uw
woorden
»Ja bedreigen", bevestigde Martijn, zijn hand
zelfbewust tusschen zijn vest stekend, s en wel om
uw eigen bestwil. Ik ben niet de man om een
volksvonnis uit te lokken, zoolang de noodzakelijk-
heid er niet toe dringt. Maar ik wil mijn veilig-
heid behouden en die kan ik alleen verkrijgen,
indien de geheime zamenzweerders hier in de stad
weten, dat ik in mijn hand het leven van een
aantal schurken heb, wier streven het is met strop,
mes of revolver de aanhangers der unie in het
geheim naar het leven te staan."
»Waanzinnige sprookjes Zijt gij nog niet klaar
vroeg Palmer; maar hoewel het hem slechts een
wenk gekost zou hebben, den onwelkomen gast
door zijn bediende te doen verwijderen, waagde hij
het niet hem tôt het uiterste te drijven.
»Nog niet geheel en al," antwoordde Martijn,
zich oprichtend in het gevoel van zijn meerderheid,
»neen mijnheer, nog nietwant nog heb ik het
voornaamste niet gezegd. Als gij ailes weet, dan
zult gij tôt uw eigen geluk ik ben geen bloed-
hond, wien het lijden van anderen genot geeft
mij dankbaar zijn, dat ik bij u ben gekomen."
Hij liet een korte pauze volgen. Met innerlijke
voldoening beschouwde hij den trotschen slaven-
handelaar die over millioea/W, kon beschikkeu.
Hij zag, hoe de man. zMi op de lippen beet, om
de uitdrukkkvg van zijn gelaat in bedwang te
houden, dat toch zijns ondanks vrees verried voor
Martijns verdere onthulling. Langzaam hep hij
heen en weer. Toen hij eindelijk bleef staan en
den ouden doodkistenfabrikant met een blik vol
haat aanzag, sprak deze »De menschen kunnen
over de politiek denken zooals zij willen, maar zij
moeten elkaar wederkeerig met rust laten."
Wordt vervolgd.
j -i
-1%'
1 r- 1 -
i A
I
-
VOLES
LAD
OOST-fiOOREC
EN OMSTREEEN.
VAN
6,6
6,12
8,46
8,57
9,6
9,11
9,23
9,:
Van NIEUWE 8CHANS naar HARLINGEN.
Vertr. N.-Sehans *5,56 47,20 *8,16 11,15*2,23 5,10 8,28
Winschoten 6,15 -Î7.88 8,33 11,30 2,40 5,24 8,88
Scheemda 6.27 J 7,50 8,45 11,43 2,52 6,31
Znidbroek 6,40 fi 8,1 8,56 11,58 3,3 5,41
Hoogezand 6,53 H 8,14 9,7 12,2 3,14 5,48
Kropawolde 6,59 S 8,20 9,12 12,8 3,20
Aank. Groningen 7,12 8,34 9,26 12,21 3,32
Vertr. 7,16 9,35 1,25 4,44
Leeuwarden 8,48 11,34 2,53 6,7 7,67 10,54
Aank. Harlingen 9,19 12,10 8,29 6,46 8,33 11,30
De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borger-
eompagnieaterweg (waehtp. 87)tôt het opnemen van reizigers.
Bovendien mogen aldaar die treinen verlaten reizigers, voor-
zien van plaatabewijzen naar Hoogezand-Sappemeer. De trein
van 8.16 neemt des Disadaga geen reizigera op voor Groningen.
DOOR
Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHAN8.
5,26
7,52
9,10
10,89
10,53
10,59
11,8
11,23
11,31
11,44
Van GRONINGEN naar MEPPEL—BOSCH.
Van 's BOSCH naar MEPPEL—GRONINGEN.
Vertr. Harlingen 6,42 8,58 12,50 2,51
Leeuwarden 7,28 11,6 1,36 4,46
Aank. Groningen 8,41 12,24 2,48 6,4
Vertr. *6.10 8,46 *12,88 2,53 *6,12
Kropawolde 6,24 9,— 12,52 3,7 6,26
Hoogezand 6,30 9,6 12,58 3,13 6,32
Znidbroek 6,41 9.15 1,9 3,22 6,43
Scheemda 6,56 9,30 1,24 3,37 6,59
Winachoten 7.4 9,38 1,32 3,45 7,7
Aank. N.-Schana 7,20 9,62 1,48 3,59 7,23
De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borger-
compagnieBterweg (waehtp 87) tôt het -uitlaten van reizigera.
Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigers,
voorzien van terugreiBgedeelten van retourbiljetten naar Hoo
gezand-Sappemeer.
Sneldienat van Groningen 7,30 naar Amaterdam,
Vertr. Groningen 6,
Haren 6,9
De Pnnt 6,17
Vries-Zuidl. 6,26
7,80
9,40 12,80
9,49
9,57 12,48
10,6
3,88
3,47
8,55
4,4
4,22
5,43
6,38
7,30
8,11
Aasen 6,40 7,58 10,24 1,4
Meppel 7,55 8,59 11,45 2,15
Zwolle 8,42 9,88 12,42 3,7
Aank. Zutfen 9,80 10,41 1,42 4,17
Arnhem 10,16 11,27 2,30 5,9
"s Bosch 1,10 4,17 6,58 10,1
Van GRONINGEN naar DELFZIJL.
Vertr. Groningen 7,25 11,52 1,31 4,53
Loppersum 8,30 1,2,36 5,58
Appingedam 8,50 1,19 2,56 6,18
Aank. Delfzijl 9,— 1,29 8,6 6,28
welke des avonds te 10,84 aldaar retonrneert.
6,15
6.41
7.42
8.38
9,47
10,80
8,—
8,9
8,17
8,26
8,44
10,8
10,48
7,52
8,56
9,18
9,29
10,40
11,44
12,5
12,14
Vertr. 's Bosch
Arnhem
Zntfen
Zwolle
Meppel
Assen
Vries-Zuidl.
De Pnnt
Haren
Aank. Groningen
6,—
7,8
5,20 8,88
6,10 9,36
7.27 10,50
7,45 11,4
7,54 11,18
8,2 11,21
8,10 11,80
7,5 10,6 12,52
9,— 11,40
9,40 12,80
10,88 1,51
11,18
12,2
12,28
Van DELFZIJL
Vertr. Delfzijl 5,40
Appingedam 5,51
Loppersum 6,15
Aank. Groningen 7,18
2,86
8,51
4,5
4,14
4,22
4,80
naar GRONINGEN.
6,52 10,80 1,7
7,5 10,43 1,18
7,88 11,11 1,42
8,88 12,18 2,40
2,50
8.87
5,8
5,48
7,7
7,21
7,80
7.88
7,46
8,20 5,88
5.11 7,6
7,46
7,22 8,44
8,18 9,19
9,29 10,9
9,48
9,52
10,-
10,8 10,84
4.12 8,16
4,24 8,27
4,48 8.51
5,48 9,48
t
11
1 i