No. 56. WOENSDA0 13 Juli 1892. 22e Jaargang. Kl r i c II t VAN Xnzending van Advertentiën en Xngezonden Stukken des Dinsdags- en Vrijdagaavonda v66r zes uur bij de ïïstgevers, Overzîcltt va» 3 toi 10 Juli 1892. VERGADERING Voor de Gemeenten HOOGEZAND, SAPPEMEEB, SLOGHTEREN NOOBDBROEK, ZTJIDBBOEK, ZITIDLABEN, HABEN enz. Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 95 cents franco per post 45 cents. Enkele nommers 5 cents. PRIJS der ADVERTENTIËN Van 15 regels 95 cents iedere regel meer 1© cents. Groote letters worden naar plaats- ruimte herekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens voor 3-maal plaatsing besteld, is' de derde plaatsing gratis. De Uitgevers dezer Gourant ver- oorloven zich bij den aanvang van het 3de kwartaal de aandacht der lezers, welke nog niet op het Geïllustreerd Zondagsblad mochten zijn geabonneerd, op deze uitgave te vestigen, welke geregeld elke week in 8 pagina's verschijnt en keur van lectuur en gravures bevat. Met verwijzing naar de aankondigmg in het ad- vertentie-gedeelte van het blad, vertrouwen zij, dat lal van lezers als inteekenaar op het Geïllustreerd Zondagsblad zulto i.etr.J.n, BUITENLAND. Nog steeds duurt het gehaspel in de duitsche pers tusschen de organen van von Bismarck en die der regeering voort. De Reichsanzeiger, het officieele regeeringsblad, heeft zich nu ook in den strijd gemengd en maakt een regeeringsaanschrijving openbaar, reeds in Mei 1890 aan de verschillende duitsche en pruisische gezantschappen verzonden, en die betrekking heeft op de houding aan te nemen, tegenover hetgeen von Bismarck in de dagbladpers omtrent zijne meeningen mocht openbaar maken. In die aanschrijving wordt gezegd, dat de keizer van gevoelen is, dat zoolang de uitlatingen van den gewezen kanselier zich beperken tôt persoonlijke verhoudingen en binnenlandsche politiek, de re geering kon zwijgen, maar sedert ook de buiten- landsche politiek daarbij betrokken wordt, heeft de regeering overwogen of dit niet in het buitenland aanleiding geven kon tôt onjuiste opvattingen. De keizer maakt onderscheid tusschen den Bis marck in vroegeren tijd en thans, en wenscht van de zijde der regeering ailes vermeden te zien, wat zou kunnen bijdragen, om voor de duitsche natie het beeld van haren grootsten staatsman te ver- duisteren. De aanschrijving aan de gezanten in het buiten land sluit met de opdracht om aan de verschillende regeeringen mede te deelen, dat de uitlatingen van vorst von Bismarck geen actueele waarde hebben. Dit kloek en waardeerend woord van den keizer tegenover den man, die hij wegens ver- schil van inzichten niet langer als zijn eersten staatsdienaar meende te moeten handhaven, steekt wel wat af bij een tweede schrijven, eveneens in den Reichsanzeiger openbaar gemaakt. Daarin ont- vangt de duitsche gezant te Weenen de instructie, dat hij zich bij het bezoek van vorst Bismarck te Weenen moet bepalen tôt de gewone beleefdheids- vormer en op de uitnoodiging tôt het bijwonen fi huwelijksplechtigheden een beleefd maar van weigerend antwoord moet geven. De keizer, heet het verder, zal van het huwelijk geen notitie nemen, den gezant wordt opgedragen daarvan mede- deeling aan de oostenrijksche regeering te doen. Dat er dus van uit Berlijn pressie is uitgeoefend om de politieke kringen in Weenen voor Bismarck te sluiten, wordt daarin ten voile erkend. Met dat al begint de kanseliersstrijd in Duitsch- land bedenkelijke verhoudingen aan te nemen, wan- neer von Bismarck nu niet zwijgt, brengt hij de rust van het door hem gegrondvestte rijk aan zijn beleedigd gevoel van eigenwaarde ten offer. De gevreesde ziekte, de choiera, is van over de aziatische grens, Europa binnengedrongen. In de zuidoostelijke provinciën van Rusland verspreidde zij onder de bevolking schrik en ontsteltenis, uit sommige plaatsen is wel de helft der bevolking gevlucht. Door de russische regeering worden aile maatregelen genomen om de ziekte in haren voort- gang te stuiten, ofschoon dat in die streken met groote moeilijkheden gepaard gaat. In de omstreken van Parijs en in de stad zelve heerscht ook een buikloop-epidemie, die hare slachtoffeis, waarvan velen reeds na enkele uren bezwijken, reeds bij honderden telt. Het Seine- water, dat de bevolking drinkt, schijnt daarin een groote roi te spelen. Moge de waarschuwingen uit de verte ieder aan- sporen om door reinheid en zorg voor goed drink- water mede te werken, om zoo mogelijk de ge vreesde ziekte buiten onze landpalen te houden. BINNENLAND. Donderdag werd in de 2e kamer de eerste der belangrijke belastingwetten, na afloop van het al- gemeen débat, in behandeling genomen. Art. 1. Onder den naam van »vermogensbelas- ting" wordt een directe belasting geheven van ieder die binnen het Rijk woont of die zich in den loop van het jaar binnen het Rijk met ter woon vestigt. Of en waar iemand binnen het rijk woont wordt naar de omstandigheden beoordeeld. Dit artikel lokte nog heel wat discussie uit, ten slotte werd het, en dit is van groote beteekenis, zonder dat iemand stemming vroeg aangeno- men, en daarmede het principe der vermogen- belasting goedgekeurd. De art. 2 en 3 omschrij- vende de taxatie van het vermogen bij het begin van het belastingjaar, en wat de wet onder on- roerende goederen verstaat werden zonder débat insgelijks goedgekeurd. Art. 4. Dat den aanslag regelt van man en vrouw is aangehouden om in verband met andere artikelen later te worden behandeld. Art. 5 bepaalt dat het belastingjaar loopt van Mei30 April. Ofschoon enkele leden het beter vonden dit te doen loopen van 1 Jan.31 Dec., nanr de kamer het onveranderd aan, toen de mi- nister aantoonde dat meh op 1 Mei wel en op 1 Jan. nog niet in staat is, den uitslag van vele be- roepen en bedrijven te beoordeelen. Art. 6 behelst. de vrijstellingen, meubelen, klee- deren, voorwerpen van kunst en smaak enz. worden niet onder het vermogen gerekend. Tal van aanmerkingen werden op dit artikel ge maakt. Zelfs wilde een lid, aile paarden, ook de luxe paarden, niet onder het vermogen opgenomen zien. De minister weerlegde aile bezwaren, en kreeg ten slotte ook dit artikel onveranderd goedgekeurd. De geheele zitting van Vrijdag werd besteed aan de behandeling van art. 7, het langste en meest belangrijke der geheele voordracht. Daarin wordt omschreven tôt in bijzonderheden hoe men tôt de bepaling van het vermogen moet geraken. Het artikel noemt 7 hoofdgroepen van vermogen. Onder A, B en C worden genoemd de gebouwde en ongebouwde eigendommen. Als regel geldt dat deze gerekend zullen worden een waarde te hebben van het twintigvoud der belastbare opbrengst naar de jongste schatting, verminderd met de daarop rustende lasten als grondbelasting, waterschaps- lasten enz. Onder D worden genoemd de effecten hunne geldswaarde moet geschat worden naar de laatst bekende gegevens. Onder E hypothécaire en andere schuldvorderingen berekend op het bedrag van het kapitaal, is de rente echter niet voldoende verze- kerd, dan wordt de waarde begroot. Onder F noemt het artikel schepen, werktuigen, paarden, vee, voorwerpen voor landbouwbedrijf enz., deze worden geschat naar hun geldswaarde voor den belastingplichtige. De te veld staande oogst wordt in het artikel niet genoemd, de minister verklaarde ook nog bij de behandeling uitdrukkelijk dat deze niet belast zal worden. De uitvoerigste discussie had plaats over de schat ting der waarde van onroerende goederen. Door de rechterzijde werd een amendement ingediend om niet het twintigvoud maar het vijftienvoud der belastbare opbrengst te nemen. Minister Pierson verdedigde echter met overtuiging en zaakkennis zijn voordracht, in verband met de verlaging der grondbelasting en het verminderen der drukkende lasten bij overgang van vaste goederen. Niet on- duidelijk gaf de minister te kennen, dat hij het ontwerp zou intrekken als het amendement werd aangenomen. Dit gebeurde niet, het viel met 54 tegen 36 stemmen. Van de rechterzijde stemden slechts drie leden tegen, van de linkerzijde twee waar- onder de radicale afgevaardigde voor Winscho- ten, de heer Tijdens. Met een kleine wijziging werd het geheele artikel, met 62 tegen 17 stemmen aangenomen. van den BAAD der gein. Hoogeisand, op Zaterdag den 9 Juli 1892, des namiddags te 2i uur. Bij de opening aanwezig 11 leden. Afwezig de heeren: Van der Goot en Kruizinga, die evenwel gedurende het voorlezen der notulen ter vergadering kwamen. Na het voorlezen der notulen, werd bij 't punt op- of aanmerkingen het woord gevraagd door de heeren Marring en Vos. De heer Marring: Met het oog op het water- schapje te Foxhol heb ik te zeggen, dat de eige- naars van de aldaar onder dien polder gelegen landen er niet tegen zijn om de kosten van bediening enz. mede te betalen. Ze zijn er sterk voor, dat het tôt stand komt, en willen de meerdere kosten graag mede dragen. De voorzitter merkt den heer Marring op, dat dit geene aanmerking is op de notulen. De heer Vos vraagt het woord, en zegt, dat naar zijne meening het besluit van den Raad om trent de verharding van den weg te Kiel-Windeweer niet goed in de notulen staat. Gaarne zou ZEd dit nog eens even hooren voorlezen, aan welk verzoek wordt voldaan. De heer Vos zegt, dat uit de notulen zou kunnen volgen, dat de weg eerst klaargemaakt en afgeleverd moest worden, eer men de subsidie kan verkrijgen, en ZEd. meende, dat het besluit geweest was, dat, al was er eens ruim 2000 voor den weg uitge- geven en het bleek, dat hij nog niet klaar was die 1000 van de gemeente toch kon worden gevraagd. De heer Van der Goot antwoordt den heer Vos, dat zijn voorstel geweest was, dat indien de weg werd aangelegd, de gemeente de helft der kosten zou betalen, de 1000 niet te boven gaande. Volgens ZEd's meening waren de notulen vol- komen juist. De heer Vos legt zich er nu bij neer, waarna de notulen onveranderd worden goedgekeurd en vast- gesteld. Aan de orde: 1. Aanbesteding onderwijzerswoning te Krops- wolde. Voorzitter: Zooals de heeren weten heeft de aanbesteding plaats gehad van den verbouw der school voor m. u. 1. onderwijs, het bouwen der openb. lagere school te Kropswolde. Aangezien van de beide eerste perceelen de laagste inschrijvers beneden de begrooting waren, kan dat gegund worden aan die laagste inschrijvers. Perceel drie het verbouwen der onderwijzerswoning te Krops wolde is evenwel boven de begrooting. Nu stellen B. en W. voor perceel 3 te gunnen aan den laagsten inschrijver van het perceel het verbouwen der school, dit is de heer Tijms te Sappemeer, omdat het B. en W. voorkwam, dat het beter was, dat er één aannemer was op dat terrein, dan twee, wegens beperkte ruimte. De heer De Gock: Daar is op zichzelf niet zooveel tegen, maar toch, dat we een' aannemer uit ons dorp, de heer Wolrich, die lager heeft ingeschreven dan Tijms, moeten overspringen. Dat vind ik nu juist niet zoo goed. De heer Meihuizen Er is bijkans geene ruimte voor twee aannemers op het terrein en op sommige plaatsen komen de aannemers bij elkaar bijv. met het metselen der muren. We konden de bestekken niet bij elkaar voegen, omdat we voor één slechts subsidie krijgen, daarom moest het in tweeën worden gescheiden. De heer De Gock: Zij hebben toch allen op zichzelf ingeschreven. De heer Smit zegt, graag aan de ingezetenen wat te willen gunnen, doch dat er twee aannemers op een terrein' bij elkaar komen, acht ZEd. minder wenschelijk. Ook de voorzitter is dit gevoelen toegedaan. De heer Marring zegt, Meester te hebben ge- sproken, welke hem medegedeeld had, dat hij een verzoek tôt den Raad had gericht, om eene kleine wijziging in het bestek te brengen. Dat verzoek, zegt ZEd., zal wel bij den Raad zijn ingekomen. ZEd. had de wijziging ook gezien, welke hem zeer goed was voorgekomen. Èn omdat het slechts eene kleinigheid was en voor altijd, zou ZEd. graag zien, dat die wijziging werd aangebracht. De heer Meihuizen vraagt, hoeveel die verandering ongeveer moet kosten. De heer Marring antwoordt hierop, van zoowat 300 350. Ook de heer Wolthuis laat zich uit, dat hij er voor was, dat de wijziging werd aangebracht. De heer Van der Goot: Ik ga volkomen mee, met hetgeen de heer De Gock gezegd heeft. Het is wel moeilijk, dat er twee aannemers op één terrein moeten wezen, maar om toch aan Tijms 119 meer te geven, daar ben ik tegen. Tijms heeft ingeschreven voor 2869 en H. Doornkarnp van Nieuwolda voor 2750, dat maakt dus een verschil van 119, terwijl we dan Wolrich, die ingeschreven heeft voor 2816 moeten voorbijgaan. Daarom ben ik tegen het voorstel van B. en W. De heer Vos zegt nog, dat het het beste is, aan de laagste inschrijvers het werk te gunnen. Hierna brengt de voorzitter het voorstel van B. en W. in stemming, hetwelk met 7 tegen 6 stemmen werd aangenomen. Voor het voorstel stemden de heeren Meihuizen, Smit, Wolthuis, Homveld, Kruizinga, Oldenziel en Van Galcar tegen, de heeren Marring, Boerma, Van der Goot, Groenewold, De Gock en Vos. De voorzitter deelt nu mede, dat er van den heer Scharft, hoofd der school, een adres is ingekomen, betreffende die verandering. Daar dit adres niet op zegel geschreven is, stelt de voorzitter voor het voor kennisgeving aan te nemen, waartoe besloten wordt. 2. Voordracht zetters. Voorzitter Tengevolge van de periodieke aftre- ding van de heeren Homveld en Van der Goot, moeten er nieuwe leden gekozen worden. ZEd.Achtb. stelt voor om eerst te stemmen voor de vacature Homveld, en dan één naam op het brielje te schrijven. De heer Smit verlaat de vergadering. Bij de gehouden stemming werd door den Raad benoemd de heer Homveld met 10 stemmen. De heer Kruizinga verkreeg 1 stem en één brielje was in blanco. De voorzitter stelt voor nu over te gaan tôt de benoeming van een tweeden candidaat voor de vacature Homveld, omdat er steeds een dubbeltal moet worden aangeboden, waaruit eene keuze moet worden gedaan. Als tweede candidaat wordt genoemd de heer K. Reinders. Na gehouden stemming verkreeg de heer K. Reinders 6 stemmen, de heer Wolthuis 3, de heer Kruizinga 2 en de heer J. S. v. d. Goot 1 stem, zoodat er eene nieuwe vrije stemming volgde, met den uitslag, dat tôt tweeden candidaat werd be noemd de heer K. Reinders met 8 stemmen. De heer Wolthuis verkreeg 3 en de heer v. d. Goot 1 stem. Volgt stemming over de vacature J. S. van der Goot. Benoemd werd de heer van der Goot met 11 van de 12 stemmen. Één briefje was in blanco. Volgt stemming over een tweeden candidaat voor de vacature van der Goot. Voorzitter: De heer Wolthuis zou wel een ge- schikte candidaat kunnen wezen. Na gehouden stemming werd benoemd de heer H. Wolters met 11 van de 12 stemmen. De heer de Cock verkreeg 1 stem. 3. Aanbieding der gemeenterekening over 1891 en benoeming eener commissie tôt naziening. De voorzitter deelt mede, dat B. en W. de eer hebben aan den Raad de gemeenterekening over 1891 aan te bieden. ZEd.Achtb. verzoekt de heeren Boerma en de Gock of deze er zich mede willen belasten de rekeningen na te zien en den heer van Calcar als plaatsvervangend lid, indien één der andere heeren mocht worden verhinderd. De voorzitter vraagt of de heeren het aannemen. De heer Boerma maakt nog eenige bedenkingen, aangezien het tegenwoordig druk is, vooral met het hooien, doch toen de voorzitter hem geruststeld, had dat er nog niet zoo'n haast bij is, neemt ZEd. de opdracht aan, hetgeen ook de beide andere leden doen. 4. Besluit begraafplaats. De voorzitter deelt mede, dat de overeenkomst met Roelfsema heeft plaats gehad, en dat daarvan een contract is opgemaakt, in den zin, zooals in de vorige raadsvergadering is besloten. ZEd. Achtb. verzoekt den secretaris het concept te willen voor lezen, waaraan Z.Ed. voldoet. Na het voorlezen vraagt de voorzitter of de leden er zich mede kun nen vereenigen. Daar niemand het woord vraagt, stelt de voorzitter voor het zoo goed te keuren, hetgeen aangenomen wordt. 5. Procesverbaal kasopname. De voorzitter deelt mede, dat B. en W. den 29 Juni naar den gemeenteontvanger zijn geweest om de boeken en de kas na te zien. Zij hebben ailes in de beste orde bevonden en stellen daarom voor dit voor kennisgeving aan te nemen. Aldus besloten. Ingekomen stukken a. Van den heer Hendrik Sehrage van Wilder- vank, dato 12 Juni, vragende afschrijving in den hoofdelijken omslag voor 8 maanden. b. Van den heer B. Heerenga van Kolham, vragende afschryving voor den tijd van 9 maand, wegens vertrek van Kropswolde naar Kolham. c. Van den heer Jan Mandema, wegens vertrek naar Wildervank afschrijving vragende voor 9 maand. De voorzitter stelt voor deze afschrijvingen te verleenen. Aldus besloten. d. Ingekomen een bericht van Mej. Itje Zonne- veld van Groningen, dato 19 Juni, houdende dank- betuiging voor hare benoeming als onderwijzeres aan de openbare lagere school te Westerbroek, met de mededeeling, dat zij de betrekking den 1 Juli zal aanvaarden. Voor kennisgeving aangenomen. e. Ingekomen een schrijven van Mej. W. L. van Dijk, houdende dankbetuiging voor de verhoo- ging van jaarwedde. Mededeeling van B. en W. dat de laagste in schrijvers voor het verbouwen der school voor m. u. lager onderwijs en voor de o. 1. school te Kropswolde geweest is M. Tijms van Sappemeer voor perceel 1 4187 en perceel 2 7973. Dadehjk is hiervan kennis gegeven aan den districts- schoolopziener, die zijne goedkeuring er aan ge- hecht heeft. Voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen van het Collège van Kerkvoogden van Kropswolde, een bericht, waarin te kennen wordt gegeven, dat gedurende het verbouwen der school er onderwijs in de kerk kan worden gege ven, tegen eene vergoeding van 100. De voorzitter stelt voor die 100 toe te staan. Een stem Dat is toch wat krabberij. De heer Marring Ik heb zelf een voorstel mede gedaan, dat lang zoo hoog niet was, doch de an dere leden wouden zooveel hebben. Er zijn evenwel altijd kosten aan verbonden. Vroeger hebben ze te Kiel en te Kalkwijk ook vergoeding gekregen. Dat daar nu zoo tegen uit- gevallen wordt. Eenige leden vinden het toch wel wat veel om 100 toe te kennen. Voorzitter Laten we het uitstellen tôt eene volgende vergadering, dan kunnen we beter be- slissen. De heer Meihuizen Het verbouwen der school is ten dienste van de kinderen van Kropswolde, en om nu nog 100 vergoeding te vragen, gaat wel wat ver. Wij zijn evenwel gebonden, de uitbe- steding moet doorgaan. De heer Marring 1k kan er niets aan doen, ik heb een ander voorstel gedaan, maar dat is niet aangenomen. Mij moet men er niet lastig om vallen. Ik wasch mijne handen in onschuld. Vroeger hebben ze in Kiel ook 100 gekregen en te Kalk wijk hebben ze ook schadevergoeding ontvangen. De heer Oldenziel Te Kalkwijk hebben ze 40 gekregen. De heer Meihuizen: Wat betreft het beschadi- gen van goed, zeker, dit kan gebeuren, maar het is ook zeer wel mogelijk van niet. Doch wij kun nen nu niet anders meer, omdat de verbouwing aangenomen is en de vertimmering nu moet door gaan. Voorzitter Ik zal het in stemming brengen of we 100 zullen toestaan neen of ja. De heer Vos Indien het voorstel werd verwor- pen, wat moeten we dan De heer Meihuizen: Eene andere gelegenheid zoeken. De heer Vos: Het verwondert mij zeer, dat een kerkelijk collège nog 100 vergoeding durft vra gen voor eene zaak als deze, wat toch voor de kin deren van zeer veel belang is. De heer de Gock zou nog wel willen voorstellen het aan B. en W. te willen opdragen, misschien zijn er andere gedachten gekomen. Een algemeen débat ontspint zich nog, waarin de houding van hen, die 100 vergoeding hebben gevraagd, ten zeerste wordt afgekeurd. De heeren Marring en Wolthuis verklaren er niet aan toe te hebben mede gewerkt. Ja, zegt de heer Wolthuis, hij, die zich het meest voor 't onder wijs verklaarde, was er het sterkst voor om 100 te vragen. Z.Ed. zal evenwel geene namen noemen van hen, die dat geweest zijn. Eene stemming VOLKSBLiD 00ST S00RECHT IN OMSTRBKBN itiie uumuicio 4» zoo

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1