m No. 59. ZONDAG 24 Juli 1892. 22e Jaargang. bbiterlard De Mpion. •V 52e-Ja.a^aa8; VAN FEUILLETON. BORGESIÏÏS ZGON, SAPPEMEIE, Inzending van Advertentiën en Ingezonden Stukkon des Dinsdags- en Yrijdapa vends yôôr zes uur by de ïïttgevem Gelijk recht. M h r Voor de Gemeenten HOOGEZANBSAPPEMEEE SLQCHTEREN WOORDBSOEK, SUIDBROEK, 55UIDLARRM, HAREN Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 85 cents, franco per post 45 cents. Enkele nommers 5 cents. ©nz. U I T G A V E PRIJS der ADYERTENTIËN Van 15 regels 85 cents, «dere regel meer 10 cents. Groote letters worden naar plaats- numte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eens vocr 3-maal plaatsing basteld, i3 de derde plaatsing gratis. DIENSTREGELING OP DE STAATS-SPOORWEGEN, AANVANGENDE DEN 1 M El 1882, (TIJD VAN GREENWICH WEEfiEALENDE R. Zondag 24 Juli. Maandag 25. Dinsdag26. Woensdag 27. Donderdag 28. Vrijdag 29. Zaterdag 30. Zonsopgang, Zaterdag 30 Juli te 4.17, onder te 7.54. Jaar-, paarde- en beestemarkten. Woensdag 27 Juli, Martenshoek b. Aile burgers moeten voor de wet gelijk zijn. Dat is eene zeer bekende uitspraak, maar eene, die wel eenige toelichting noodig heeftzal ze niet leiden tôt ongerijmde opvattingen. Intusschen beteekent ze in den mond des volks allen hebben gelijke rechten. Er zijn er, die, in dezen tijd vooralmeenen dat vooral de regeeringspersonen met ongelijke maat meten. Toen tegen den lsten Mei in tal van gemeenten en ook in de steden plannen beraamd werden tôt het houden van een betooging ten gunste, zooals het heette, van het verkrijgen van een achturigen arbeidsdag, moest van de hoofden der politie gevraagd worden of het geoor- loofd was op dien dag een optocht met vaandels enz. te houden. In verscheidene gemeenten werd het toegestaan. Waar de burgemeesters de verant- woordelijkheid voor het bewaren der orde op zich durfden nemen, bestond daartegen ook geen bezwaar. Maar in de steden: in Amsterdam, Leeuwarden, Groningen enz. werd het verzoek gewezen van de hand. Men mocht vrijelijk vergaderen, maar op- tochten met muziek en vaandels, werden verboden. De opeenhooping van een massa volk op één punt kon aanleiding geven tôt ongeregeldheden en daar- om namen de hoofden der politie de verantwoor- delijkheid niet op zich. Toen evenwel onlangs in de hoofdstad van ons vaderland het studentencorps zijn lustrumfeesten z m vieren, en het plan beraamd werd om met vaandels en muziek de reunistende oud-studenten en de afgevaardigden van bevriende corpsen, van het station te halen, moest ook het verzoekschrift gericht worden tôt den burgemeester of dit wel geoorloofd was. Terstond werd de toestemming gegeven. Het is bekend welke gevolgen deze handeling gehad heeft. De studenten zijn allerwege lastig gevallenja men heeft zich zelfs niet ontzien steenen te werpen naar het hoofd van degenen, die dan toch aan het geven van toestemming tôt het houden van een optocht, geheel onschuldig waren. Dit laatste keurt natuurlijk ieder fatsoenlijk mensch afmaar er wordt toch gemompeld daar wordt gemeten met tweerlei maat, daar is geen gelijk recht voor allen. Om dit te voorkomen heeft men in den Raad der gemeente Amsterdam in de vorige week eene poging gewaagd om aan den burge meester het recht te ontnemen tôt weigering van een verzoek tôt het houden van optochten. Een overigens scherpzinnig man durfde bewerendat die weigering gelijk stond met het weigeren van het houden eener vergadering, want een optocht was een vergadering in de open lucht, en het recht tôt vereeniging is ieder gewaarborgd. Die poging is niet gelukt en zal ook niet gelukken, zoolang de burgemeester, als hoofd der politie, aansprakelijk is voor de handhaving van de orde in de gemeente. Maar is er werkelijk inbreuk gedaan op het gelijk recht voor allen Is het niet ten voile ver- klaarbaar dat in enkele groote steden geweigerd is een optocht te houden, die dan toch ten doel heeft ook aan de tegenwoordige bestuurders der maat- schappij te toonendat er een partij is in den lande, voor welke zij bevreesd moeten zijn? Wij zijn in dit opzicht voorstanders van de meest mo- gelijke vrijheid. Waar men optochten wil houden met roode vaandels, laat het toe, maar wanneer zij die aan optochten deel nemen de orde verstoren, treedt daar ook op en weet daar te straffenwant wie de orde verstoort plaatst zich buiten de maatschappij kan geen rechten doen gelden meer, hij moet eerst zijne plichten leeren kennen. Maar er zijn groote steden, waar de hoofden der politie weten wie aan die optochten met vaandels deel nemen, bij ervaring ook weten waartoe zulke op eenhooping van menschen leiden kanen wanneer men daar optochten als bovenbedoeld weigert wordt daar onrecht gepleegd Wordt goed besturen met ook hierin gekend, dat men moeielijkheden voorkomt Maar bovendien, we hebben altijd geleerd dat we geen ongelijksoortige dingenmet elkander vergelijken kan. En zou het ook hier niet zoo zijn? Als de burgemeester van Amsterdam aan de sociaal-de- mocraten weigert op 1 Mei een optocht te houden en staat het toe aan het studentenkorps in Juni, is dat dan inbreuk maken op het gelijk recht voor allen? Wij gelooven het niet. De laatste had geen ander doel dan oud-studenten eervol binnen te leiden in de stadwaar zij vroeger het licht hunner wetenschap verkregen hadden. Maar de eersten Men moet niet vergeten tegenover welke partij de bestuurders eener gemeente komen te staanwanneer van wege de sociaal-democraten hun een verzoekschrift aangeboden wordt. Hebben zij vroeger een voortstuwende kracht gevormd het zou onbillijk zijn dit te loochenen hebben ze vroeger de oogen geopend voor vele misstanden in onze maatschappij en zien we reeds de vruchten van hun vroeger streven, het is in den laatsten tijd anders geworden. Sedert zij den weg hebben verlatendie leiden moet tôt hervorming van onze maatschappelijke toestanden, sedert ze niet meer het voetspoor willen volgen van een Singer en Liebknecht in Duitschland, sedert zij zich openlijk doen kennen als predikers der revolutie, is het anders geworden. Sedert daar openlijk verheer- lijkt wordt die sociale-revolutie welke bekend is onder den naam van de parijsche communemoet ook ieder die iets van geschiedenis weet en eenige gevolgtrekking kan maken gevoelen dat men met het verheerlijken van die sociale-revolutie ook verheerlijkt de wreedheid, de laagheid en de dwaasheidwaarmede zij gepaard is gegaan maar sedert hebben ook zijdie geroepen zijn tôt het handhaven der orde, dubbel toe te zien, of wel aan eene partijwaarin zulke onmaatschappelijke beginselen gehuldigd worden, waarin de oorlog verklaard wordt aan de geheele maatschappij rechten kunnen worden toegekend, die zij anders gaarne zouden verleenen. Ja nog meer sedert men ook in ons vaderland de anarchisten verheer lijkt, zelfs die menschen, die in België thans terecht staanvan wie bekend is dat ze dynamiet gestolen hebben en schrik, ontsleltenis en onheil hebben aangericht, sedert men zich niet ontziet een Ravachol te verheerlijken als held, nu moet gewaakt worden. Immers die Ravachol is eenvoudig een boef van de laagste soort, een man die steelt en moordtwaarom omdat hij gelijk uit het rechts- geding tegen hem gebleken iseen lekker leventje wil leiden en te lui is om te werken, en zoo'n man een martelaar te noemendat is dan zoo erger- lijkdat iederdie nog eenige sympathie had voor het streven der sociaal-democraten nu wel genezen zal zijn. Niet allen die zich nu onder hun vaandel scharen zullen zoo zijn, neen, velen, als ze beter mgelicht warendoen niet mede met het revolutie kraaienmaar zoolang er geen scheuring komt in de gelederen, zoolang de welgezinden, de hervor- mingsgezinden zich niet afscheiden van de revolutie- predikerszoolang is het voor de regeering plicht toe te zien, en al schijnt er inbreuk gemaakt te worden op het gelijk recht voor allen, wanneer aan den een iets geweigerd, wat aan een ander toegestaan wordt, deze afwijking is plicht voor een regeering die hare roeping verstaat. Het beginsel van vrijheid is een kostelijk beginsel, maar als men daarmede zich zelf een graf delft dan wordt het tijd dit beginsel te breidelen. Ongewone tijden eischen ongewone maatregelen. Geweld moet met geweld gekeerd worden. Een Dorado voor hen, die klagen over hooge belastingen, is het stadje Haltern in Westfalen. Daar ontving den 28en der vorige maand ieder hurger, hoofd van een gezin, 40 Mark uit de stads- kas. Daarenboven krijgt ieder burger jaarlijks een k'Jr hout ten geschenke en mag hij op de stadsweide twee koeien doen weiden. De buitengewoon gunstige toestand der gemeen- tekas spruit voort uit de opbrengst der vele bosschen, welke stadseigendom zijn. Vroeger waren er vele zulke welvarende stedekens. Een vrouw, Agnes Wabnitz genaamd, die te Ber- hjn tôt 10 maanden gevangenisstraf veroordeeld is wegens majesteitsschennis en bespotten van den chiistelijken godsdienst, weigert in de gevangenis eemg voedsel te gebruiken. Zij heeft nu sinds ruim een week niet gegeten. Men heeft wel eens in dergelijke gevallen den gevangenen met geweld voedsel ingepompt. Misschien neemt men ook bij haar zijn toevlucht tôt dwang. Te Florence is een zonderling, Henry Livingstone, overleden, een 85-jarig grijsaard, wiens grootste genoegen het was, een rijtuig met 24 paarden te besturen. Hij deed dit tôt voor eenige jaren; maar m den laatsten tijd reed hij nog maar met een zesspan. De oude heer, in dat eene opzicht zoo overdreven royaal, moet voor het overige zeer gierig zijn geweest; in schouwburgen, waar hij gaarne heenging b.v., zat hij altijd op de minste rangen. Roman uit den Noord-Amerikaanschen hurger oorlog, BALDUIHr Mor,L,HAIJSESr. 59) «Toegestaan", verklaarde Quinch ongeduldig met een minachtenden trek op zijn verweerd gelaat, als ge nu maar zulke wegen kiest, waarop we geen vijand te vreezen hebben, dan zijt ge volkomen veilig." «Daar zal ik wel voor zorgen, generaal de man moet nog geboren worden, die mij in het spoor zoeken de baas is. Mijn tweede voorwaarde is, dat gij mij voor elken dag honderd gulden geeft; dat lijkt nu wel een groote som, maar gij zit in nood en ik zou een dwaas zijn, als ik daar geen gebruik van maakte". «Ook dat stem ik toe", antwoordde Quinch wre- velig, «wat nog meer?" «Nu heb ik nog een heele kleine voorwaarde erbij, generaal," antwoordde Anders met het on- noozelste gezicht der wereld, «ik houd van zeker- heid in zaken en daarom zou ik graag zien, dat gij mij iederen morgen de 100 gulden uitbetaaldet. Het zou anders wel eens kunnen gebeuren, dat de vijand op eens voor onze oogen stond en gij met uw vrienden in zijn handen vielt dan zou ik naar mijn geld kunnen fluiten". «Nu goed dan", antwoordde Quinch, innerlijk verwoed, dat hij zich door den hebzuchtigen on- noozelen vreemdeling de wet moest laten stellen. «Maar nu heb ik ook mijn voorwaarden: gij moet voortaan altijd naast mij blijven, opdat ik u de hersens kan inslaan, als gij eenige aanleiding tôt wantrouwen geeft". Kitt Anders lachtte dat hij schudde, terwijl hij uitriep «Generaal je bent een looze vos, maar gelijk hebt ge. Ja, ik zal bij je blijven, als je het wilt., zelfs- onder één deken met je slapen". Zoo werd Kitt Anders de gids van Quinch, die reeds den eersten dag zijn behendigheid en voor- zorg leerde waardeeren. Er was niet één onder de verwilderde bende, die niet met welgevallen naar de vroolijke verhalen van den jager luisterde, terwijl het vertrouwen op Quinch herleefde, nu zulk een bekwame gids hun terzijde stond. Weinige dagen nadat Kitt Anders zich bij Quinch had gevoegd, bevond Kapitein Durlach zich met een afdeeling van 80 man infanterie in een verborgen dal, niet ver van het Ozark gebergte. Een tweede afdeeling lag ongeveer een halve mijl verder oos- telijk, ingesloten door een hoogvlakte. Markolflag met zijn jagers een eindweegs noordelijk, dieper in het smalle dal der Neochorivier, eveneens ver borgen onder de steilafhangende helling der hoog vlakte. Oliva, Nicodemo en Mary vinden wij hier terug. De beide Otoes echter ontbreken; deze zijn met eenige jagers vertrokken, om de prairie der omringende hoogvlakten in brand te steken. De opstijgende rookwolken moesten het sein en de wegwijzer tevens voor Kitt Anders wezen, die, zooals de lezer ongetwijfeld vermoed heeft, zich tôt gids van den bandiet Quinch had opgeworpen, om hem in den val te lokken. De vurige ijver van Oliva, om den bandiet onschadelijk te maken, had zich niet alleen aan haar vrienden meegedeeld ook de manschappen kenden geen grooter verlan- gen dan de overrompeling van den beruchten brandstichter en moordenaar. Stipt volgden zij aile bevelen, terwijl de spanning van uur tôt uur toe- nam. Het was een koude Novemberdag. De gure wind joeg de wolken uiteen; maar aan den west- lijken horizon vertoonden zich telkens nieuwe. De nacht beloofde donker te worden. Naar aile rich- tingen waren op de hellingen wachtposten uitgezet, om de hoogvlakte te kunnen overzien. Maurits bevond zich bij zijn broeder, die voor het legervuur in den kring zijner vrienden zat. Mary zien we naast Markolf; zij was nu weder het toonbeeld van bloeiende gezondheid. Aile po- gingen van Margaretha om haar naar St. Louis of de GouncilBluffs onder veilig geleide te zenden waren afgestuit op haar vast besluit, hem niet weer te verlaten. Toen hij eindelijk verderen aandrang opgaf, ge- voelde zij zich onuitsprekelijk gelukkig. Het was immers het eenige, wat zij wenschte en hoopte bij haar geliefde te zijn, aile ontbe- ringen van het soldatenleven met hem te deelen, te allen tijde over hem te waken en hem met roerende onderdanigheid te verzorgen. Meer vor- derde zij niet. In Oliva had Mary een vriendin gevonden, die al het mogelijke deed om haar lot te veraangenamen. Oliva, wier schoon gelaat de sporen van haar moeilijk, zwervend leven droeg, was nog ernsliger en stiller geworden. Wel gleed een zonnestraal over haar trekken, wanneer haar oog op Mary rustte terstond echter verzonk zij weer in haar somber gepeins. Alleen, wanneer over Quinch werd gesproken, kwam er leven in haar gelaat een blos kleurde haie wangen en haar oogen schoten von- ken. Uit de enkele woorden, die ze zeide, sprak zulk een verbittering, zulk een ondragelijke span ning, dat haar vrienden onwillekeurig angstig voor haar werden. Nicodemo, die ook dezen avond naast haar zat, had steeds het oog op haar gevestigd. Ontmoette zijn blik echter den haren, dan trof hem een zwijgend verwijt. Zij duldde zijn bezorgd- heid niet; naarmate zij haar doel naderbij kwam, was het alsot in hare borst meer en meer de zach- tere vrouwelijke aandoeningen weken, om alleen voor den haat, den gevaarlijksten aller hartstoch- ten, plaals te laten. Zij zat juist met Maurits in gesprek, toen een der wachtposten op hen toetrad en eenige woor den tôt Kapitein Durlach zeide. Nauwelijks had Oliva ze verstaan, of ze sprong op. «Eindelijk", riep ze uit en wilde triomf sprak uit haar ge laat, «ik wist, dat Kampbell geen mispas zou begaan. Na de vele diensten, die hij ons leger heeft bewezen, twijfelde ik ook geen oogenblik aan hem en de anderen evenmin. Zijn aanwijzing was zelfs den generaal voldoende, om twee eom- pagniën hierheen te zenden". «Stipte gehoorzaamheid aan zijn bevelen is noo- dig, zal het plan slagen. Wij moeten ons daaraan houden". Deze woorden van Oliva klonken bevelend; in haar voile lengte richtte zij zich op, terwijl kalme vastberadenheid uit haar trekken sprak. Welk een zonderlinge tegenstelling vormden haar tengere ge- stalte en haar fijn besneden bleek gelaat met de verweerde gebaarde mannen om haar heen. Nie- mand antwoordde met angstigen eerbied zag men haar aan. Het was alsof zij plotseling eentoover- macht uitoefende op hare omgeving. Mary stond naast Markolf. Toen Oliva haar voorbijging, streelde zij zaeht het donkere haar. «Arm, lief kind", zeide zij vriendelijk, «vergeet niet, dat uw leven niet alleen aan u zelf behoort, maar dat gij verplicht zijt voor uw veiligheid te waken ter wille van uwen dierbaren vriend". Met angstigen blik zag Mary Oliva na, toen zij, door haar vrienden gevolgd, de helling begon te bestijgen. Boven gekomen, richtte aller blik zich naar het westen en noordwesten. De gure wind trof hen hier met voile kracht scherp teekenden zich tegen de donkere lucht witte rookwolken af. Op verschillen- de plaatsen brandde het gras. Eenigen tijd sloegen allen het schouwspel gade eerst toen de brandende plaatsen talrijker werden, sprak Oliva op een toon van voldoening «Het gras is lang en dor en met behulp van den wind zal de brand zich spoediger uitbreiden dan onze vrienden, de Otoes, op hunne paarden kunnen volgen". «Binnen een half uur is het nacht", zeide Mau rits «zoolang heeft het vuur noodig om op deze hoogte te komen". «Als Quinch niet in den val was geloopen, zou de heide niet aangestoken zijn. We kunnen er gerust op wezen, dat ons plan gelukt is. Kitt An ders schijnt met het horloge in de hand tôt gids gediend te Ifebben, zoo stipt is hij op den afge- sproken tijd". Gedurende dit gesprek werden de rookzuilen donkerder en breeder; het was alsof ze van ver- schillende kanten naar één middelpunt zochten. (Wordt vervolgd.) Mf l .Mi H) I h Ml 1 1 II OOST-fiOORECHT IN 0MSTREK1K VAN te umuo pidrtLaiiig gratis. Van NIEUWE SCHANS naar HARLINGEN. Vartr. N.-Sehana *6,56 S,7,20 *8,16 11,15*2,28 5,10 8,23 Winachoten 6,15 ,37,88 8,38 11,30 2,40 5,24 8,88 Scheemda 6.27 3 7,50 8,45 11,48 2,52 5,31 8,46 Zuidbroek 6,40 R 8,1 8,56 11,58 8,3 5,41 8,57 Hoogei&nd 6,53 a 8,14 9,7 12,2 3,14 5,48 9,6 Kropswolde 6,59 8,20 9,12 12,8 3,20 9,11 Aank. Groningen 7,12 8,34 9,25 12,21 8,32 6,6 9,23 Vertr. 7,16 9,35 1,25 4,44 6,12 9,29 Leeuwardon 8,43 11,84 2,68 6,7 7,57 10,54 Aank. Harlingen 9,19 12,10 8,29 6,46 8,38 11,30 De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger- eompagniesterweg (wachtp. 87)tôt het opnemen van reiziger». Bovendien mogen aldaar die treinen verlaten reizigers, voor- zien van plaatBbewijzen naar Hoogezand-Sappemeer. De trein van 8.16 neemt des Dinadag» geen reizigera op voor Groningen. V«« TT A "DT TKTr TD"\TVTTiTra™ ncrr i arn Van HARLINGEN naar NIEXJWE SCHANS. Vertr. Harlingen Leeuwarden Aank. Groningen Vertr. Kropawolde Hoogezand Zuidbroek Scheemda Winachoten Aank. N.-Schana *6.10 6,24 6,30 6,41 6,56 7.4 7,20 6,42 8,58 7,23 11,6 8,41 12,24 8,46 *12,88 9,— 9,6 9.15 9,30 9,38 9,52 12,52 12,58 1,9 1,24 1,32 1,48 12,60 1,36 2,48 2,53 3,7 3,13 3,22 3,87 3,45 3,59 2,51 5,26 4,46 7,52 6,4 9,10 *6,12 10,39 6,26 10,53 6,32 10,59 6,43 11,8 6,59 11,28 7,7 11,31 7,23 11,44 De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger- compagnieaterweg (wachtp 87) tôt het uitlaten van reizigers. Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigers voorzien van terugreiagedeelten van retourbiljetten naar Hoo gezand-Sappemeer Sneldienat van Groningen 7,30 naar Amaterdam, Van GRONINGEN naar MEPPEL—'a BOSCH. Vertr. Groningen 6, a Haren 6,9 De Punt 6,17 Vriea-Zuidl. 6,26 7,30 Assen a Meppel Zwolle Aank. Zntfen Arnhem 'a Boech 6,40 7,55 8,42 9,80 10,41 10,16 11,27 9,40 12,80 9,49 9,57 12,48 10>6 6,15 7.58 10,24 8.59 11,45 9,88 12,42 1,42 2,30 1,4 2.16 3,7 4.17 5,9 6,58 3,38 3,47 8,55 4,4 4,22 5,43 6,38 7,30 8,11 10,30 10,1 6.41 7.42 8.38 9,47 8,- 8,9 8,17 8,26 8,44 10,8 10,48 1,10 4,17 Van GRONINGEN naar DELFZIJL. Vertr. Groningen 7,25 11,52 1,31 4,53 7,52 a Loppersum 8,30 1,— 2,36 5,58 8,56 Appingedam 8,50 1,19 2,56 6,18 9,18 Aank. Delfzijl 9,— 1,29 3,6 6,28 9,29 welke des avonds te 10,34 aldaar retourneert. 10,40 11,44 12,5 12,14 Van 's BOSCH naar MEPPEL—GRONINGEN. Vertr. '.Bosch 7>5 l0,6 12,52 8,20 !rîrem 6,— 9>~ 11'40 2.50 5,11 Zntfen 7,3 9,40 12,80 3,87 6,— Zwolle 5,20 8,88 10,88 1,51 5,8 7 22 Meppel 6,10 9,36 11,18 2,36 5,48 8 18 a Aaaen 7.27 10,50 12,2 3,51 7 7 9 29 a Vriea-Zuidl. 7,45 11,4 4,5 7^21 9,43 De Punt 7,54 11,13 4,14 7,80 9,52 Haren 8,2 11,21 4,22 7,38 10,— Aank. Groningen 8,10 11,80 12,28 4,80 7,46 10,8 Van DELFZIJL naar GRONINGEN. Vertr. Delfzijl 5,40 6,52 10,80 1 7 4 12 a Appingedam 5,51 7,5 10,43 1,18 4*24 a Lopperanm 6,15 7,33 11,11 1,42 4,48 Aank. Groningen 7,18 8,38 12,13 2,40 5,48 5,82 7,6 7,46 8,44 9,19 10,9 10,84 8,16 8,27 8.51 9,48 cooOcoo DOOR M i-'i

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1