FS^xs=gasv5=Bn5B^-i^ g 7s=ï s sr as a s 2a 1 t r. j 9 I No. 65. ZONDAG 14 Augustus 1892. 22e Jaar gang* De «pion. F lï un VAN lï:5.8 XS S S FEUILLETON. I if H 7^1 BOEGESIUS &OON, SAPPEMEEB. Belangrijke wenken. B IT EN L AND. ïi j jx i a vtor 4. Gemeenten HOOGEZAND8APPEMMB, 8LOCHTEBEN KOOBDBEOEK, ZUIDBBOZK, XGIDLABg», HARES em. Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOILNSl)AG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 85 cents, franco per post 45 cents. Enkele nommers 5 cent» u I T G A V PRIJS dei ADVERTENTIËNVan 1—5 regels 85 cent», iedere regel meer ÎO cents. Groote letters worden naar plaats. îraimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, m eens vo^r 3-maal piaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis. 1 8DEN 1 MEI 1892. (TIJD VAN GREENWICH.) WEEKKALESDEB' Zondag U Augustus. Maandag 15 Dinsdag 16 Woensdag 17. - Donderdag 18. - Vnjdag 19. - Zaterdag 20. Laatste kwartier, Maandag 15 Aug. Jaar-, paarde- en beestemarkten. Maandag 15 Aug., Groningen p. Woensdag 17 Aug., Appingedam p. Vrijdag 19 Aug-, Veendam j. p. b. Bekend zijn de inrichtingen te Delft, die onder het bestuur staan van den heer J. C. vanMarken. Haar lof is reeds dikwijls verkondigd hare samen stelling voorbeeldig genoemd. En waarlijk, wanneer wij hooien van de verhouding waarin de directie staat tôt haar personeel, hooren hoe er voor den ouden dag der werklieden gezorgd wordt wanneer wij letten op wat er gedaan wordt voor het stichten van gezonde woningen, van uitspanningslocalen enz., dan mogen ook wij wel verklaren, dat daar m het Agneta-park te Delft voor de ruim 500 werklieden uitnemend gezorgd wordt. Een lOtal dagen ge- leden werd in dat park een nieuw gebouw feestelyk ingewijd, waaraan de naam: de gemeenschap ge- geven is. Hoewel kort, herichtte het jongste num- mer van het sociaal weekblad, iets van het toen gehouden feest gedurende twee dagen. Het be- langrijkste evenwel was, wat de directeur, de lieer van Marken, hij die gelegenheid gesproken heeft en hoewel het weekblad niet in staat is zijne ret e in haar geheel mede te deelen, vooral niet het gedeelte dat handelt over de sociale instellingen aan de fabrieken verbonden, toch meldt hij zooveel, dat het, naar onze meening, in ruimer kring bekend worden moet. Welke is de ware verhouding tus- schen directeur, beambten en werklieden, zietdaar waarover de heer v. Marken vooral spreekt en naar het ons voorkomt op juiste wijze. Het is niet genoeg, dat eene directie zich om- ringe met geleerden en ingénieurs, met eene keur- bende van beambten en meesters, werklieden en klerken. F" is in de onderneming nog een hooger element, n steen en ijzer, samengesteld tôt de meest doelmatige gebouwen en de meest vernuftige werktuigen, nog een hooger element dan veel om- vattende kennis tôt leerschool voor een volkomen fabrikaat, nog een hooger element dan voordeelige Roman uit den Noord-Amerikaanschen burgeroorlog, BALDEIN MttlEHAESEJi. prijzen en hooge winsten. Duizeiïàmaal belang wekkender dan dit ailes is de mensch, die met hoofd en handen de voor het stoffelijk doel der onderneming noodige middelen schept of gebruikt. En deze mensch, die in de onderneming den grond- slag zoekt van zijn bestaan, die het grootste deel van zijn leven in de werkplaatsen doorbrengt, die hier zijn beste krachten aan den arbeid wijdt, de mensch, van wiens persoonlijken wil of onwil, van wiens karakter, trouw en eerlijkheid, van wiens tijdbesparing of tijdverspilling, van wiens samen- werking of tegenwerkingde eind uitkomsten voor een grooter of kleiner deel afhankelijk zijn, de mensch zou minder zorgen, minder belangstelling verdienen en behoeven dan de middelen, die hij moet beheerschen? Na deze vraag doet de heei van Marken duidelijk uitkomen, dat waar de ma chines zorg noodig hebben, bovenal de voortbren- gende mensch recht daarop heeft en dat te Delft in de verscliillende inrichtingen ook daarvan de bewijzen geleverd worden. Wat is dan de ver houding tusschen eene onderneming en haar per soneel? Het loon de eenige band? Neen, zoo luidt het antwoord het personeel niet beschouwd als eene verzameling van menschen, door het toe- val van het oogenblik bijeengeflanst, naar de wil- lekeur der directie bestuurd, eene los samenhan- gende troep, waarin ieder slechts wordt geduld, zoolang hij niet door eene hetere werkkracht kan worden vervangen, waarin ieder slechts schoor- voetend blijft meeloopen, zoolang hij elders niet beter terecht kan. Neen, de drie factoren der onderneming het personeel, de directie en het kapitaal een organisch geheel, door wetten en regelen saamgebonden en saamgehouden waarin aan het personeel, den kleinsten als de grootsten, zijne plaats is aangewe zen, zijne plichten zijn voorgeschreven, zijne rech ten gewaarborgd. Een personeel, waarin niemand het gevoel van persoonlijke vrijheid behoeft af te leg- maar waarin tevens niemand het gemeenschappe- lijk doel mag voorbij zien; waarin ieder het leven dig besef in zich omdraagt van hetgeen de onder neming hem schenkt en schenken kan, maar tevens hetgeen hij haar geven moet en met altijd van geett. Het personeel eene gemeenschap geleid door een kloek gezag, dat zich krachtig doet gelden, maar dat vrij. is van heerschzucht. Gezaghebbenden zonder ijdelheid, die zich niet vermeien in het genot van bevelen, maar die hunne taak vervullen, krachtig in het wezen doch bescheiden in den vorm, als een moei- lijken en dikwijls pijnlijken plicht tegenover de gemeenschap die het gezag beschouwen als een kwaad, omdat het de heerlijke vrijheid aan banden legt, maar tevens als eene noodzakelijklieid, omdat elke gemeenschap slechts kan bestaan ten koste van een deel der persoonlijke vrijheid van allen, die de gemeenschap vormen. De uitoefening van het gezag is eene groote kunst, waarin allen, die in hoogeren of lageren rang met het gezag zijn hekleed, zich voortdurend hebben te oefenen. Maar eveneens is het een kunst, het gezag op de juiste wijze te eerbiedigen. Afkeeng als de heer v. M. is van een slaafs buigen en kruipen, dat fierheid van karakter vernietigt, den vrijheidszin ver dooft, van een strooplikkerij of oogendienst, die tijdelijk kan bedriegen, maar op den duur slechts walging wekt, staat hij voor een nauwgezette ver- vulling van de voorgeschreven plichten, de stipte uitvoering van het hevel van den meerdere. Hij verschil van meening overleg aangebodenmaar niet geeischt, en nimmer de gebruikelijke vormen der wellevendheid uit het oog verloren, die trou- wens wederkeerig tôt de plichten van den meerdere behooren. Tegenover werkelijk of vermeend mis- bruik van gezag, geen ruwe opstand, die het goed recht in de schaduw stelt, maar gebruik gemaakt van de bevoegdheid tôt beroep op hooger gezag, bevoegdheid die ook aan den geringste is verzekerd. Nadat de spreker over die bevoegdheid nog heeft uitgewijd, wijst hij nog op het samenwerken en het samenieuen der meer dan 500 werklieden. Doch dit weinige is genoeg om te doen gevoelen, dat wat de heer van Marken sprak op den 30sten Juli j.l. merkwaardige wenken bevat, wenken, die werden ze allerwege opgevolgd zeker eene gunstige wending zou geven aan onze sociale verhoudingen. Verdwijnen zou dan de dwaze waan alsof de werk lieden en werkgevers als strijdende partijen tegen over elkander staan. Gevoeld zou worden, dat wat er ook beweerd worde, er werkgevers zijn, die hoogelijk belangstellen in het lot hunner werklieden. Intusschen kan het zijn nut hebben, te mid- den van de vele klachten die er aangeheven worden over het werken in fabrieken, eens te wij- zen op het bestaan van instellingen als te Delft (waarnaast nog vele andere vermeld kunnen wor den), waaruit blijkt, dat, al is het hier of daar niet, gelijk het wezen kan of moet, het toch schromelijk onrechtvaardig en oneerlijk is te zeggen dat de toestand over al ellendig moet genoemd worden, en dat nergens iets gedaan wordt om ieder een waar- dige plaats in de samenleving te verzekeren. Op hoe groote schaal in Engeland het redding- wezen is ingericht, daarvan getuigt de reddingboot Duke of Northumberland, onlangs door Keizer Wil- helm bezichtigd. Dat vaartuig, door stoom gedreven, heeft niet minder dan 60.000 gekost. Het is tegen aile weêr en wind bestand en het heeft in de haven van Harwich reeds 2 schepen en 32 menschenlevens gered. Keizer Wilhelm was zeer ingenomen met het vaartuig en uitte den wensch, dat weldra aile reddingbooten in de Oostzee door stoom gedreven zullen worden. De Bisschop van Foligno is Zondagavond vermoord in een spoorwaggon le klasse, tusschen Assisi en Foligno. Men vond hem liggen met vijf wonden aan het hoofd, klaarblijkelijk door een hamer toe- gebracht. De vermoedelijke moordenaar, een slotenmaker, is in hechtenis genomen. Hij moet de misdaad ge- pleegd hebben, om den bisschop te berooven. Het Hof van La Manche heeft eenjonge hoeren- meid, die haar kindje van 10 maanden levend had begraven, nadat zij een kwartier lang te vergeefs trachtte het kind te worgen, veroordeeld tôt 20 jaar dwangarbeid. Een trouwe vrouw. Uit Wilkesbarre in Penn sylvanie bericht de Newyork-Herald een zeldzaam geval van volharding en wilskracht eener vrouw. Sedert 10 maanden was daar onder de werklieden bij den aanleg van een spoorweg een Italiaan, met name Longanni, als no. 52 werkzaam. Door vlijt, onvermoeidheid en goed gedrag muntte hij boven zijne makkers uit en verheugde zich in de algemeene belangstelling. In het midden van Juni werd eene mijn gelegd en tôt ontploffing gebracht, waarbij no. 52 door onvoorzichtigheid het leven verloor. Toen bleek tôt verwondering van allen, die het jammerlijk uiteinde van den kameraad pijnlijk be- treurden, dat no. 52 eene vrouw was. Een jaar geleden was zij met haren man derwaarts gekomen en had een tijd lang, zonder arbeid te vinden, den bittersten nood met hem gedeeld. Toen hij ver- volgens nog ziek en voor den arbeid onbekwaam 65) »Gij zelf weet, dat haat- en wraakzucht oorspron- kelijk niet in mijn aard lagen. Niemand beter dan gij kent de oorzaak, die my gemaakt heeft wie ik ben. Evenals gij zoo menige misdaad begingt, zoo hebt ge ook in mij, een onschuldig kmd nog, het geloof aan de menschheid en het vrouwelijk gevoel gedood, om dit plaats te doen maken voor den eevaarlijksten aller hartstochten, den haat Een spottende lach van Qumch deed haar op- houden; met krijschende stem nep hij uit »ik weet nu genoeg; een vervloekt toeval bracht mij rde macht vin een duivelin. Maak er spoedig een einde aan, ge hebt immers vnenden genoeg om u heen, die voor één blik van u my wat gaarne zouden doodschieten." r... Een blos kleurde Oliva s bleek gelaat. Zij be streed echter haar verontwaardigingterwyl zij voortging »Ja, vrienden genoeg, trouwe vnenden, die bereid zijn mij elken dienst te bewijzen, al is het dan ook niet voor den prijs, dien uw lastertong noemde. Als ge echter meent door uw spot en schimpwoorden mij tôt spoed te bewegen, vergist gii u. Ik herhaal nog eens gy zult niet zonder verhoor veroordeeld worden: dat eisch ik ook toi miin eigen rechtvaardiging. Gij behoort my toe, mii alleen; op die voorwaarde bood dt aan, uw bende, die jaren lang van plundenng leefde, in handen van onze troepen te leveren. Men moge den steen tegen mij opnemen, mijn handehngen onvrouwelijk noemen, men moge veroordeelen, dat ik aan mijn wraakzucht toegaf: wat ik nu aan u allen zal mêedeelen, is voldoende, om my van aile verwyt vry te pleiten. Ook al mocht ten slotte slechts een enkele mij vergeven haar ernstige blik rustte op Nicodemo »dan zal ik tevreden zyn. Wêer lachte Quinch met duivelschen lach. »Spreek, spreek dan in naam van de hel, spreek riep hij haar toe, »het genot mij te zien sidderen of ook slechts één enkele daad uit myn leven te doen betreuren, zal ik u niet gunnen." Hy^wierp het hoofd achterover en sloot de oogen, als om te kennen te geven, dat Oliva's onthulhngem hem onverschillig waren. Terstond daarop voegde zich Maunts by hen. Quinch wierp hem van onder de hait gesloten oogleden een blik vol haat toe. »Hoe gaat het met het arme kind fluisterde Oliva. »De pois wordt flauwer, het kan elk oogenblik afloopen. Geen mensehelijke hulp kan haar meer redden," antwoordde Maurits, geheel onder den indruk van het droevig tooneel, dat hy juist had VeOUva boog het hoofd. Niemand verbrak de plotseling ingetreden stilte, terwijl aller blik met schuwen eerbied op de tengere vrouw rustte, in wier borst mannelijke kracht woonde. »Arm, arm kind," zeide Oliva, eindelyk als tôt zich zelf komende, »zoo jong en zoo sçhoon en dan op zulk een wijze te moeten sterven! Met een heftige beweging richtte zij zich op. Haar groo e, donkere oogen vol haat op Quinch richtend, voeo-de zij er bij: »Deze nieuwe zonde zal hem tôt in de eeuwigheid vervolgen, zal hem de genat e van zijn Goddelijken rechter ontnemen. Maurits boog zich over haar en zel(i® 0I[1ff'. tôt kalmte te brengen: Zeg ook, arme Mark is een harde slag voor hem, een slag, dien hy nooit te boven zal komen; met het lieftallige kind gaat al zijn hoop op aardsch geluk ten grave. Oliva streek met de hand over het voorhoold, als wilde zij daardoor elke zachtere opwe hng ver- driiven en hard klonk haar stem, toen zij sprak. »Ik had gaarne nog meer getuigen hier gezien. »Er komen nog twee kameraden, zij zullen 1er stond hier zijn," antwoordde Maurits. »Voor onze veiligheid is voldoende gezorgd: we hebben mets meer te vreezen." Met een veelzeggend gebaar reikte hij Kitt Anders de hand die door dezen hartelijk gedrukt werd. Hij begreep de bedoehng van den kapitein en beantwoordde ze met de woorden: »ik heb niets meer dan mijn plicht ge daan, er is geen reden tôt dank." Daarop volgde weder een stilte. Oliva had zich naar het vuur gewend en staarde somber in de opgaande vlammen. De wind was nog altijd koel en scherp, maar met zoo hevig meer- hij joeg dichte stofwolken op van de ver- brand'e vlakte. Met een witte aschlaag werden de levenden zoowel als de dooden bedekt, die nog op dezelfde plek lagen, waar de kogels hen hadden getroffen. Het was een onherbergzaam oord en een sombere morgen, een morgen juist geschikt om een schuldige met angst voor de toekomst te vervullen. Dienzelfden morgen ontvlood een jonge ziel aan een bekoorlijk lichaam. NEGEN-EN-TW1NTIGSTE HOOFDSTUK. Zoodra de beide officieren er waren, zetten allen zich in een kring om den gevangene nêer, alleen Oliva bleef staan. Fierder dan ooit was haar homling, koele vastberadenheid sprak uit het schoone als uit marmer gehouwen gelaat, toen zij op kalmen toon begon »Al heb ik ter wille van de taak die ik op mij heb genomen dikwijls moeten handelen in strijd met mijn gevoel als vrouw, nu ik myn doel heb bereikt, aarzel ik niet hier myn stem te doen hooren, waar eigenlijk alleen aan mannen het woord toekwam. Dat de man, die daar voor ons geboeid ligt, den dood verdient, zult gij allen reeds hebben ingezien. Voor u is hy de brand- stichter en moordenaar, naar wien het gerecht zyn arm uitsteekt voor mij daarentegen is hy een duivel in menschengedaante, die als een vloek op aarde rondwaart." Quinch richtte het hoold op, en met een blik, waarin macht elooze woede met lafhartigen angst om den voorrang streed, zag hij den kring rond, tôt zijn oog op Maurits bleef rusten, tôt wien hy zeide »Gij zijt officier en blijkbaar de aanvoerder van deze troepen; ik kom in verzet tegen de wyze, waarop de aanvoerder eener militaire strydmacht, die door verraad in uw macht is gevallen, hiei (Wordt vervolgd.) wordt bejegend." >,Een bende, die onder den dekmantel van den oorlog haar lust tôt roof, moord en brandstichting bot viert, erken ik niet als een militaire macht," antwoordde Maurits op strengen toon. »Gij weet, dat, waar men zich van u meester had gemaakt, gij 'volgens de krijgswet den dood verdient." Quinch gaf geen antwoord en Oliva ging voort, alsof zij van het gesprek niets had verstaan: Mijn vroegste herinneringen dagteekenen uit den tijd, dat ik als vijfjarig dochtertje van den grenswachter in Texas een paard leerde berijden en mij oefende in het werpen met de lasso. Wat op mijn vroegste jeugd betrekking, had bleef voor mij verborgen tôt latere jaren. Toen eerst vernam ik, dat mijn eigenlijk vaderland het dal van de Rio Grande del Norte is, die door de natuur bevoorrechte plek, het vruchtbaarste deel van Nieuw Mexico. Daar woonde mijn eigen vader, de afstammeling van het trotsche Spaansche geslacht der Armigo's, op zijn uitgestrekte bezittingen. Zijn vrouw was een Amerikaanschewier schoonheid en lieftalligheid ver in den omtrek beroemd was. Onder de velen die haar hulde betoonden, bevond zich ook een jonge Amerikaan, Sullivan genaamd, die een militaire opvoeding had genoten, maar om een geheimzinnige reden spoedig uit het leger was ont- slagen. Eervol kan die reden geweest zijn, want die" Sullivan is niemand anders dan de man, die daar geboeid voor ons ligt. Het toeval bracht hem kort na mijn geboorte in het huis mijner Ouders; het verraad, waarvan een gelukkige familie het slachtofïer zou worden, volgde hem op den voet. Hoe het Sullivan of liever Quinch, zooals hij zich later noemde, gelukt is mijn moeder te betooveren, kan ik niet beoordeelen. Ik weet alleen uit goede bron, dat mijn vader plotseling stierf op een on- verklaarbare wijze. Dat mijn moeder iri haar verlatenheid het aanbod van Sullivan, de uitgestrekte goederen te beheeren, aannam, kan men haar niet ten kwade dulden nog voordat een jaar voorbij was, gaf zij aan zijn aandrang gehoor en trad met hem in 't huwelijk. If] F BiV 4 l J I -4 tiSi a**., ttim vt 1OLKSBIAD OOST-fiOORECHT EN OMSTREKEN VAN Van NIEUWE SCHANS naar HARLINGEN. 5,10 8,56 11,58 8,8 9,7 12,2 8,14 9,12 12,8 8,20 9,25 12,21 8,82 9,85 1,25 4,44 11,84 2,58 6,7 12,10 8,29 6,46 5,24 5,81 5,41 5,48 6,6 6,12 8,23 8,88 8,46 8,57 9,6 9,11 9,23 9,29 V.rtr. N.-Sehans *5 56 |7 20 *8,16 11,15 *2,38 Winachoten 6,15 47,88 8,88 11,80 2,4U Scheemda 6.27 J 7,50 8,45 11,48 2,52 Zuidbroek 6,40 S 8,1 Hooeezand 6,53 a 8,14 Kropawolde 6,59 J> 8,20 Aank. Groningen 7,12 8,34 Vertr. 7,16 m Leeuwarden 8,48 Aank. Harlingen 9,19 De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borger- (wachtp 87), tôt het opnemen van reuigera. eompa^ieaterweg (wacwp reuigera, voor- ^el%ŒiÏena naa^ Hoogezand-Sappemeer De. trein 8.16 neemt dea Din.daga geen reingera op voor Groningen. 7,57 10,54 8,83 11,80 Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS. Aank. Groningen M24 2,48 M Zuidbroek 6,41 9.15 1,9 3,22 6,43 11,8 Scheemda 6,56 9,30 1,24 3, 7 Winachoten 7.4 9,88 1,32 3,45 7,7 11, Aank. N.-Sehana 7,20 9,52 1,48 3,59 7,28 11, De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borger- compagnieaterweg (wachtp 87) tôt het uitlaten van reizigera. Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigera, voorzien van terugreiagedeelten van retourbiljetten naar Hoo- gezand-Sappemeer. Sneldienat van Groningen 7,30 naar Amaterdam Van GRONINGEN naar MEPPEL—'a BOSCH. Vertr. Groningen 6,7,80 9,40 12,80 8,88 6,16 Haren 6,9 9,49 8,47 De Pnnt 6,17 9,57 12,48 8,55 Vriea-Znidl. 6,26 10,6 4,4 Aaaen 6,40 7,58 10,24 1,4 4,22 6,41 I Meppel 7 55 8,59 11,45 2,15 5,43 7,42 ZwoUe 8,42 9,88 12,42 3,7 8,88 8.38 Aank. Zntfen 9,30 10,41 1,42 4,17 7,80 9,47 Arnbem 10,16 11,27 2,80 5,9 8,11 10,80 'a Bosch 1,10 4,17 6,58 10,1 Van GRONINGEN naar DELFZIJL. Vertr. Groningen 7,25 11,52 1,81 4,53 7,52 Lopperaum 8,30 1,2,36 5,58 8,56 Appingedam 8,50 1,19 2,56 6,18 9,1 Aank. Delfzijl 9,— 1,29 3,6 6,28 9,29 welke dea avonda te 10,84 aldaar retourneert. 8,— 8,9 8,17 8,26 8,44 10,8 10,48 10,40 11,44 12,5 12,14 Van 'a BOSCH naar MEPPEL—GRONINGEN. Vertr. 'aBoach Arnhem Zntfen Zwolle Meppel Assen 5,20 6,10 7.27 7,8 8,88 9,86 10,50 7,5 10,6 9,— 11,40 9,40 12,80 10,88 1,51 Vriea-Znidl. 7,45 11,4 De Pnnt 7,54 11,18 Haren 8,2 11,21 Aank. Groningen 8,10 11,80 Van DELFZIJL Vertr. Delfzijl 5,40 Appingedam 5,51 Loppersnm 6,15 Aank. Groningen 7,13 11,18 12,2 2,86 8,51 4,5 4,14 4,22 4,80 12,52 2,50 8,87 5,8 5,48 7,7 7,21 7,80 7,38 7,46 5,82 7,6 7,4# 8,44 9,19 12,28 naar GRONINGEN. 6,52 10,30 1,7 7,5 10,43 1,18 7,38 11,11 1,42 8,88 12,18 2,40 3,20 5.11 6,- 7,22 8,18 9,29 10,9 9,43 9,52 10,- 10,8 10,84 4.12 8,16 4,24 8,27 4,48 8.51 5,48 9,48 DOOR VI "h| i m i t i il - JVSP

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1