FS^xs=gasv5=Bn5B^-i^ g
7s=ï s sr as a s
2a
1
t
r.
j 9
I
No. 65.
ZONDAG 14 Augustus 1892.
22e Jaar gang*
De «pion.
F lï
un
VAN
lï:5.8 XS S S
FEUILLETON.
I
if
H
7^1
BOEGESIUS &OON, SAPPEMEEB.
Belangrijke wenken.
B IT EN L AND.
ïi
j jx i a
vtor 4. Gemeenten HOOGEZAND8APPEMMB, 8LOCHTEBEN KOOBDBEOEK, ZUIDBBOZK, XGIDLABg», HARES em.
Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOILNSl)AG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 85 cents,
franco per post 45 cents.
Enkele nommers 5 cent»
u I T G A V
PRIJS dei ADVERTENTIËNVan 1—5 regels 85 cent»,
iedere regel meer ÎO cents. Groote letters worden naar plaats.
îraimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, m eens
vo^r 3-maal piaatsing besteld, is de derde plaatsing gratis.
1 8DEN 1 MEI 1892. (TIJD VAN GREENWICH.)
WEEKKALESDEB'
Zondag U Augustus. Maandag 15 Dinsdag
16 Woensdag 17. - Donderdag 18. - Vnjdag
19. - Zaterdag 20.
Laatste kwartier, Maandag 15 Aug.
Jaar-, paarde- en beestemarkten.
Maandag 15 Aug., Groningen p.
Woensdag 17 Aug., Appingedam p.
Vrijdag 19 Aug-, Veendam j. p. b.
Bekend zijn de inrichtingen te Delft, die onder
het bestuur staan van den heer J. C. vanMarken.
Haar lof is reeds dikwijls verkondigd hare samen
stelling voorbeeldig genoemd. En waarlijk, wanneer
wij hooien van de verhouding waarin de directie
staat tôt haar personeel, hooren hoe er voor den
ouden dag der werklieden gezorgd wordt wanneer
wij letten op wat er gedaan wordt voor het stichten
van gezonde woningen, van uitspanningslocalen enz.,
dan mogen ook wij wel verklaren, dat daar m het
Agneta-park te Delft voor de ruim 500 werklieden
uitnemend gezorgd wordt. Een lOtal dagen ge-
leden werd in dat park een nieuw gebouw feestelyk
ingewijd, waaraan de naam: de gemeenschap ge-
geven is. Hoewel kort, herichtte het jongste num-
mer van het sociaal weekblad, iets van het toen
gehouden feest gedurende twee dagen. Het be-
langrijkste evenwel was, wat de directeur, de lieer
van Marken, hij die gelegenheid gesproken heeft
en hoewel het weekblad niet in staat is zijne ret e
in haar geheel mede te deelen, vooral niet het
gedeelte dat handelt over de sociale instellingen
aan de fabrieken verbonden, toch meldt hij zooveel,
dat het, naar onze meening, in ruimer kring bekend
worden moet. Welke is de ware verhouding tus-
schen directeur, beambten en werklieden, zietdaar
waarover de heer v. Marken vooral spreekt en
naar het ons voorkomt op juiste wijze.
Het is niet genoeg, dat eene directie zich om-
ringe met geleerden en ingénieurs, met eene keur-
bende van beambten en meesters, werklieden en
klerken. F" is in de onderneming nog een hooger
element, n steen en ijzer, samengesteld tôt de
meest doelmatige gebouwen en de meest vernuftige
werktuigen, nog een hooger element dan veel om-
vattende kennis tôt leerschool voor een volkomen
fabrikaat, nog een hooger element dan voordeelige
Roman uit den Noord-Amerikaanschen
burgeroorlog,
BALDEIN MttlEHAESEJi.
prijzen en hooge winsten. Duizeiïàmaal belang
wekkender dan dit ailes is de mensch, die met
hoofd en handen de voor het stoffelijk doel der
onderneming noodige middelen schept of gebruikt.
En deze mensch, die in de onderneming den grond-
slag zoekt van zijn bestaan, die het grootste deel
van zijn leven in de werkplaatsen doorbrengt, die
hier zijn beste krachten aan den arbeid wijdt, de
mensch, van wiens persoonlijken wil of onwil, van
wiens karakter, trouw en eerlijkheid, van wiens
tijdbesparing of tijdverspilling, van wiens samen-
werking of tegenwerkingde eind uitkomsten voor
een grooter of kleiner deel afhankelijk zijn, de
mensch zou minder zorgen, minder belangstelling
verdienen en behoeven dan de middelen, die hij
moet beheerschen? Na deze vraag doet de heei
van Marken duidelijk uitkomen, dat waar de ma
chines zorg noodig hebben, bovenal de voortbren-
gende mensch recht daarop heeft en dat te Delft
in de verscliillende inrichtingen ook daarvan de
bewijzen geleverd worden. Wat is dan de ver
houding tusschen eene onderneming en haar per
soneel? Het loon de eenige band? Neen, zoo
luidt het antwoord het personeel niet beschouwd
als eene verzameling van menschen, door het toe-
val van het oogenblik bijeengeflanst, naar de wil-
lekeur der directie bestuurd, eene los samenhan-
gende troep, waarin ieder slechts wordt geduld,
zoolang hij niet door eene hetere werkkracht kan
worden vervangen, waarin ieder slechts schoor-
voetend blijft meeloopen, zoolang hij elders niet
beter terecht kan.
Neen, de drie factoren der onderneming het
personeel, de directie en het kapitaal een organisch
geheel, door wetten en regelen saamgebonden en
saamgehouden waarin aan het personeel, den
kleinsten als de grootsten, zijne plaats is aangewe
zen, zijne plichten zijn voorgeschreven, zijne rech
ten gewaarborgd. Een personeel, waarin niemand
het gevoel van persoonlijke vrijheid behoeft af te leg-
maar waarin tevens niemand het gemeenschappe-
lijk doel mag voorbij zien; waarin ieder het leven
dig besef in zich omdraagt van hetgeen de onder
neming hem schenkt en schenken kan, maar tevens
hetgeen hij haar geven moet en met altijd
van
geett. Het personeel eene gemeenschap geleid
door een kloek gezag, dat zich krachtig doet gelden,
maar dat vrij. is van heerschzucht. Gezaghebbenden
zonder ijdelheid, die zich niet vermeien in het genot van
bevelen, maar die hunne taak vervullen, krachtig in het
wezen doch bescheiden in den vorm, als een moei-
lijken en dikwijls pijnlijken plicht tegenover de
gemeenschap die het gezag beschouwen als een
kwaad, omdat het de heerlijke vrijheid aan banden
legt, maar tevens als eene noodzakelijklieid, omdat
elke gemeenschap slechts kan bestaan ten koste
van een deel der persoonlijke vrijheid van allen, die
de gemeenschap vormen.
De uitoefening van het gezag is eene groote kunst,
waarin allen, die in hoogeren of lageren rang met
het gezag zijn hekleed, zich voortdurend hebben te
oefenen.
Maar eveneens is het een kunst, het gezag op
de juiste wijze te eerbiedigen. Afkeeng als de
heer v. M. is van een slaafs buigen en kruipen, dat
fierheid van karakter vernietigt, den vrijheidszin ver
dooft, van een strooplikkerij of oogendienst, die
tijdelijk kan bedriegen, maar op den duur slechts
walging wekt, staat hij voor een nauwgezette ver-
vulling van de voorgeschreven plichten, de stipte
uitvoering van het hevel van den meerdere. Hij
verschil van meening overleg aangebodenmaar
niet geeischt, en nimmer de gebruikelijke vormen
der wellevendheid uit het oog verloren, die trou-
wens wederkeerig tôt de plichten van den meerdere
behooren. Tegenover werkelijk of vermeend mis-
bruik van gezag, geen ruwe opstand, die het goed
recht in de schaduw stelt, maar gebruik gemaakt
van de bevoegdheid tôt beroep op hooger gezag,
bevoegdheid die ook aan den geringste is verzekerd.
Nadat de spreker over die bevoegdheid nog heeft
uitgewijd, wijst hij nog op het samenwerken en
het samenieuen der meer dan 500 werklieden.
Doch dit weinige is genoeg om te doen gevoelen,
dat wat de heer van Marken sprak op den 30sten
Juli j.l. merkwaardige wenken bevat, wenken, die
werden ze allerwege opgevolgd zeker eene gunstige
wending zou geven aan onze sociale verhoudingen.
Verdwijnen zou dan de dwaze waan alsof de werk
lieden en werkgevers als strijdende partijen tegen
over elkander staan. Gevoeld zou worden, dat
wat er ook beweerd worde, er werkgevers zijn, die
hoogelijk belangstellen in het lot hunner werklieden.
Intusschen kan het zijn nut hebben, te mid-
den van de vele klachten die er aangeheven
worden over het werken in fabrieken, eens te wij-
zen op het bestaan van instellingen als te Delft
(waarnaast nog vele andere vermeld kunnen wor
den), waaruit blijkt, dat, al is het hier of daar niet,
gelijk het wezen kan of moet, het toch schromelijk
onrechtvaardig en oneerlijk is te zeggen dat de
toestand over al ellendig moet genoemd worden, en
dat nergens iets gedaan wordt om ieder een waar-
dige plaats in de samenleving te verzekeren.
Op hoe groote schaal in Engeland het redding-
wezen is ingericht, daarvan getuigt de reddingboot
Duke of Northumberland, onlangs door Keizer Wil-
helm bezichtigd. Dat vaartuig, door stoom gedreven,
heeft niet minder dan 60.000 gekost. Het is
tegen aile weêr en wind bestand en het heeft in
de haven van Harwich reeds 2 schepen en 32
menschenlevens gered.
Keizer Wilhelm was zeer ingenomen met het
vaartuig en uitte den wensch, dat weldra aile
reddingbooten in de Oostzee door stoom gedreven
zullen worden.
De Bisschop van Foligno is Zondagavond vermoord
in een spoorwaggon le klasse, tusschen Assisi en
Foligno. Men vond hem liggen met vijf wonden
aan het hoofd, klaarblijkelijk door een hamer toe-
gebracht.
De vermoedelijke moordenaar, een slotenmaker,
is in hechtenis genomen. Hij moet de misdaad ge-
pleegd hebben, om den bisschop te berooven.
Het Hof van La Manche heeft eenjonge hoeren-
meid, die haar kindje van 10 maanden levend had
begraven, nadat zij een kwartier lang te vergeefs
trachtte het kind te worgen, veroordeeld tôt 20
jaar dwangarbeid.
Een trouwe vrouw. Uit Wilkesbarre in Penn
sylvanie bericht de Newyork-Herald een zeldzaam
geval van volharding en wilskracht eener vrouw.
Sedert 10 maanden was daar onder de werklieden
bij den aanleg van een spoorweg een Italiaan, met
name Longanni, als no. 52 werkzaam. Door vlijt,
onvermoeidheid en goed gedrag muntte hij boven
zijne makkers uit en verheugde zich in de algemeene
belangstelling. In het midden van Juni werd eene
mijn gelegd en tôt ontploffing gebracht, waarbij
no. 52 door onvoorzichtigheid het leven verloor.
Toen bleek tôt verwondering van allen, die het
jammerlijk uiteinde van den kameraad pijnlijk be-
treurden, dat no. 52 eene vrouw was. Een jaar
geleden was zij met haren man derwaarts gekomen
en had een tijd lang, zonder arbeid te vinden, den
bittersten nood met hem gedeeld. Toen hij ver-
volgens nog ziek en voor den arbeid onbekwaam
65)
»Gij zelf weet, dat haat- en wraakzucht oorspron-
kelijk niet in mijn aard lagen. Niemand beter dan
gij kent de oorzaak, die my gemaakt heeft wie
ik ben. Evenals gij zoo menige misdaad begingt,
zoo hebt ge ook in mij, een onschuldig kmd nog,
het geloof aan de menschheid en het vrouwelijk
gevoel gedood, om dit plaats te doen maken voor
den eevaarlijksten aller hartstochten, den haat
Een spottende lach van Qumch deed haar op-
houden; met krijschende stem nep hij uit »ik
weet nu genoeg; een vervloekt toeval bracht mij
rde macht vin een duivelin. Maak er spoedig
een einde aan, ge hebt immers vnenden genoeg
om u heen, die voor één blik van u my wat gaarne
zouden doodschieten." r...
Een blos kleurde Oliva s bleek gelaat. Zij be
streed echter haar verontwaardigingterwyl zij
voortging »Ja, vrienden genoeg, trouwe vnenden,
die bereid zijn mij elken dienst te bewijzen, al is
het dan ook niet voor den prijs, dien uw lastertong
noemde. Als ge echter meent door uw spot en
schimpwoorden mij tôt spoed te bewegen, vergist
gii u. Ik herhaal nog eens gy zult niet zonder
verhoor veroordeeld worden: dat eisch ik ook toi
miin eigen rechtvaardiging. Gij behoort my toe,
mii alleen; op die voorwaarde bood dt aan, uw
bende, die jaren lang van plundenng leefde, in
handen van onze troepen te leveren. Men moge
den steen tegen mij opnemen, mijn handehngen
onvrouwelijk noemen, men moge veroordeelen, dat
ik aan mijn wraakzucht toegaf: wat ik nu aan u
allen zal mêedeelen, is voldoende, om my van aile
verwyt vry te pleiten. Ook al mocht ten slotte
slechts een enkele mij vergeven haar ernstige
blik rustte op Nicodemo »dan zal ik tevreden zyn.
Wêer lachte Quinch met duivelschen lach.
»Spreek, spreek dan in naam van de hel, spreek
riep hij haar toe, »het genot mij te zien sidderen
of ook slechts één enkele daad uit myn leven te
doen betreuren, zal ik u niet gunnen." Hy^wierp
het hoofd achterover en sloot de oogen, als om te
kennen te geven, dat Oliva's onthulhngem hem
onverschillig waren.
Terstond daarop voegde zich Maunts by hen.
Quinch wierp hem van onder de hait gesloten
oogleden een blik vol haat toe.
»Hoe gaat het met het arme kind fluisterde Oliva.
»De pois wordt flauwer, het kan elk oogenblik
afloopen. Geen mensehelijke hulp kan haar meer
redden," antwoordde Maurits, geheel onder den
indruk van het droevig tooneel, dat hy juist had
VeOUva boog het hoofd. Niemand verbrak de
plotseling ingetreden stilte, terwijl aller blik met
schuwen eerbied op de tengere vrouw rustte, in
wier borst mannelijke kracht woonde.
»Arm, arm kind," zeide Oliva, eindelyk als tôt
zich zelf komende, »zoo jong en zoo sçhoon en dan
op zulk een wijze te moeten sterven! Met een
heftige beweging richtte zij zich op. Haar groo e,
donkere oogen vol haat op Quinch richtend,
voeo-de zij er bij: »Deze nieuwe zonde zal hem
tôt in de eeuwigheid vervolgen, zal hem de genat e
van zijn Goddelijken rechter ontnemen.
Maurits boog zich over haar en zel(i® 0I[1ff'.
tôt kalmte te brengen: Zeg ook, arme Mark
is een harde slag voor hem, een slag, dien hy nooit
te boven zal komen; met het lieftallige kind gaat
al zijn hoop op aardsch geluk ten grave.
Oliva streek met de hand over het voorhoold,
als wilde zij daardoor elke zachtere opwe hng ver-
driiven en hard klonk haar stem, toen zij sprak.
»Ik had gaarne nog meer getuigen hier gezien.
»Er komen nog twee kameraden, zij zullen 1er
stond hier zijn," antwoordde Maurits. »Voor onze
veiligheid is voldoende gezorgd: we hebben mets
meer te vreezen." Met een veelzeggend gebaar
reikte hij Kitt Anders de hand die door dezen
hartelijk gedrukt werd. Hij begreep de bedoehng
van den kapitein en beantwoordde ze met de
woorden: »ik heb niets meer dan mijn plicht ge
daan, er is geen reden tôt dank." Daarop volgde
weder een stilte.
Oliva had zich naar het vuur gewend en staarde
somber in de opgaande vlammen. De wind was
nog altijd koel en scherp, maar met zoo hevig
meer- hij joeg dichte stofwolken op van de ver-
brand'e vlakte. Met een witte aschlaag werden de
levenden zoowel als de dooden bedekt, die nog op
dezelfde plek lagen, waar de kogels hen hadden
getroffen. Het was een onherbergzaam oord en
een sombere morgen, een morgen juist geschikt
om een schuldige met angst voor de toekomst te
vervullen. Dienzelfden morgen ontvlood een jonge
ziel aan een bekoorlijk lichaam.
NEGEN-EN-TW1NTIGSTE HOOFDSTUK.
Zoodra de beide officieren er waren, zetten allen
zich in een kring om den gevangene nêer, alleen
Oliva bleef staan. Fierder dan ooit was haar
homling, koele vastberadenheid sprak uit het schoone
als uit marmer gehouwen gelaat, toen zij op kalmen
toon begon »Al heb ik ter wille van de taak die
ik op mij heb genomen dikwijls moeten handelen
in strijd met mijn gevoel als vrouw, nu ik myn
doel heb bereikt, aarzel ik niet hier myn stem te
doen hooren, waar eigenlijk alleen aan mannen
het woord toekwam. Dat de man, die daar voor
ons geboeid ligt, den dood verdient, zult gij allen
reeds hebben ingezien. Voor u is hy de brand-
stichter en moordenaar, naar wien het gerecht zyn
arm uitsteekt voor mij daarentegen is hy een
duivel in menschengedaante, die als een vloek op
aarde rondwaart."
Quinch richtte het hoold op, en met een blik,
waarin macht elooze woede met lafhartigen angst
om den voorrang streed, zag hij den kring rond,
tôt zijn oog op Maurits bleef rusten, tôt wien hy
zeide »Gij zijt officier en blijkbaar de aanvoerder
van deze troepen; ik kom in verzet tegen de wyze,
waarop de aanvoerder eener militaire strydmacht,
die door verraad in uw macht is gevallen, hiei
(Wordt vervolgd.)
wordt bejegend."
>,Een bende, die onder den dekmantel van den
oorlog haar lust tôt roof, moord en brandstichting
bot viert, erken ik niet als een militaire macht,"
antwoordde Maurits op strengen toon. »Gij weet,
dat, waar men zich van u meester had gemaakt,
gij 'volgens de krijgswet den dood verdient."
Quinch gaf geen antwoord en Oliva ging voort,
alsof zij van het gesprek niets had verstaan: Mijn
vroegste herinneringen dagteekenen uit den tijd, dat
ik als vijfjarig dochtertje van den grenswachter in
Texas een paard leerde berijden en mij oefende
in het werpen met de lasso. Wat op mijn vroegste
jeugd betrekking, had bleef voor mij verborgen tôt
latere jaren. Toen eerst vernam ik, dat mijn
eigenlijk vaderland het dal van de Rio Grande del
Norte is, die door de natuur bevoorrechte plek,
het vruchtbaarste deel van Nieuw Mexico. Daar
woonde mijn eigen vader, de afstammeling van
het trotsche Spaansche geslacht der Armigo's, op
zijn uitgestrekte bezittingen. Zijn vrouw was een
Amerikaanschewier schoonheid en lieftalligheid
ver in den omtrek beroemd was. Onder de
velen die haar hulde betoonden, bevond zich
ook een jonge Amerikaan, Sullivan genaamd, die
een militaire opvoeding had genoten, maar om een
geheimzinnige reden spoedig uit het leger was ont-
slagen. Eervol kan die reden geweest zijn, want
die" Sullivan is niemand anders dan de man, die
daar geboeid voor ons ligt. Het toeval bracht hem
kort na mijn geboorte in het huis mijner Ouders;
het verraad, waarvan een gelukkige familie het
slachtofïer zou worden, volgde hem op den voet.
Hoe het Sullivan of liever Quinch, zooals hij zich
later noemde, gelukt is mijn moeder te betooveren,
kan ik niet beoordeelen. Ik weet alleen uit goede
bron, dat mijn vader plotseling stierf op een on-
verklaarbare wijze. Dat mijn moeder iri haar
verlatenheid het aanbod van Sullivan, de uitgestrekte
goederen te beheeren, aannam, kan men haar niet
ten kwade dulden nog voordat een jaar voorbij
was, gaf zij aan zijn aandrang gehoor en trad met
hem in 't huwelijk.
If]
F
BiV
4 l
J
I
-4
tiSi
a**.,
ttim
vt
1OLKSBIAD
OOST-fiOORECHT EN OMSTREKEN
VAN
Van NIEUWE SCHANS naar HARLINGEN.
5,10
8,56 11,58 8,8
9,7 12,2 8,14
9,12 12,8 8,20
9,25 12,21 8,82
9,85 1,25 4,44
11,84 2,58 6,7
12,10 8,29 6,46
5,24
5,81
5,41
5,48
6,6
6,12
8,23
8,88
8,46
8,57
9,6
9,11
9,23
9,29
V.rtr. N.-Sehans *5 56 |7 20 *8,16 11,15 *2,38
Winachoten 6,15 47,88 8,88 11,80 2,4U
Scheemda 6.27 J 7,50 8,45 11,48 2,52
Zuidbroek 6,40 S 8,1
Hooeezand 6,53 a 8,14
Kropawolde 6,59 J> 8,20
Aank. Groningen 7,12 8,34
Vertr. 7,16
m Leeuwarden 8,48
Aank. Harlingen 9,19
De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borger-
(wachtp 87), tôt het opnemen van reuigera.
eompa^ieaterweg (wacwp reuigera, voor-
^el%ŒiÏena naa^ Hoogezand-Sappemeer De. trein
8.16 neemt dea Din.daga geen reingera op voor Groningen.
7,57 10,54
8,83 11,80
Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS.
Aank. Groningen M24 2,48 M
Zuidbroek 6,41 9.15 1,9 3,22 6,43 11,8
Scheemda 6,56 9,30 1,24 3, 7
Winachoten 7.4 9,88 1,32 3,45 7,7 11,
Aank. N.-Sehana 7,20 9,52 1,48 3,59 7,28 11,
De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borger-
compagnieaterweg (wachtp 87) tôt het uitlaten van reizigera.
Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigera,
voorzien van terugreiagedeelten van retourbiljetten naar Hoo-
gezand-Sappemeer.
Sneldienat van Groningen 7,30 naar Amaterdam
Van GRONINGEN naar MEPPEL—'a BOSCH.
Vertr. Groningen 6,7,80 9,40 12,80 8,88 6,16
Haren 6,9 9,49 8,47
De Pnnt 6,17 9,57 12,48 8,55
Vriea-Znidl. 6,26 10,6 4,4
Aaaen 6,40 7,58 10,24 1,4 4,22 6,41
I Meppel 7 55 8,59 11,45 2,15 5,43 7,42
ZwoUe 8,42 9,88 12,42 3,7 8,88 8.38
Aank. Zntfen 9,30 10,41 1,42 4,17 7,80 9,47
Arnbem 10,16 11,27 2,80 5,9 8,11 10,80
'a Bosch 1,10 4,17 6,58 10,1
Van GRONINGEN naar DELFZIJL.
Vertr. Groningen 7,25 11,52 1,81 4,53 7,52
Lopperaum 8,30 1,2,36 5,58 8,56
Appingedam 8,50 1,19 2,56 6,18 9,1
Aank. Delfzijl 9,— 1,29 3,6 6,28 9,29
welke dea avonda te 10,84 aldaar retourneert.
8,—
8,9
8,17
8,26
8,44
10,8
10,48
10,40
11,44
12,5
12,14
Van 'a BOSCH naar MEPPEL—GRONINGEN.
Vertr. 'aBoach
Arnhem
Zntfen
Zwolle
Meppel
Assen
5,20
6,10
7.27
7,8
8,88
9,86
10,50
7,5 10,6
9,— 11,40
9,40 12,80
10,88 1,51
Vriea-Znidl. 7,45 11,4
De Pnnt 7,54 11,18
Haren 8,2 11,21
Aank. Groningen 8,10 11,80
Van DELFZIJL
Vertr. Delfzijl 5,40
Appingedam 5,51
Loppersnm 6,15
Aank. Groningen 7,13
11,18
12,2
2,86
8,51
4,5
4,14
4,22
4,80
12,52
2,50
8,87
5,8
5,48
7,7
7,21
7,80
7,38
7,46
5,82
7,6
7,4#
8,44
9,19
12,28
naar GRONINGEN.
6,52 10,30 1,7
7,5 10,43 1,18
7,38 11,11 1,42
8,88 12,18 2,40
3,20
5.11
6,-
7,22
8,18
9,29 10,9
9,43
9,52
10,-
10,8 10,84
4.12 8,16
4,24 8,27
4,48 8.51
5,48 9,48
DOOR
VI "h|
i
m
i
t i
il
- JVSP