Het Geheim van de Oude Jim"
No. 72.
WOENSDAG 7 September 1892
22e Jaargang.
Aan onze geachte Abonnés!
BUITENGEWONE AAMBIEDING
SH' M|»i»n.
VAN
BOBGESÏUS ZOON, SAPPEMEER.
înzendmg van Advertentiën en Ingezonden Stnkken des Dinsdags- en ¥r\|dagsavonds véôr uur by d® ïïitgevers.
Ovcrzicht van 28 Aug. lot 4 Sept. 1892.
DÎT (tR.ITNO
FEUILLETON.
Dit BLAD versehijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 85 cents,
franco per post 45 cents.
Enkele nommers 5 cents.
U T G A V E
PRIJS der ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels 85 cents,
iadere regel meer 1S> cents. Groote letters worden naar plaatsN
ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentiein eens
voor 3-maal piaatsing besteldis de derde plaatsing gratis.
DIENSTREGELING OP DE STAATS-SPOORWEGEN. AANVANGENDE DEN 1 ME! 1892. (TIJD VAN GREENWIOH.)
Vijftig Centen, franco per post Zestig
Centen,
„Het Geheim van de Oude Juffrouw"
Il
VOLkSBLAD
OOST GOORECHT IN 0HST1EKEN.
VAN
Van NIEITWE SCHANS naar HARLINGEN.
Vertr, N.-SoEan« *5,56
'Winschoten 6,15
Scheemda 6.27
Zuidbroek 6,40
Hoogezand 6,58
Kropswolde 6,59
Aank. Groningen 7,12
Vertr. 7,16
Leeuwarden 8,48
Aank. Harlingen 9,19
§,7,20 *8,16
47,38 8,38
17,50
«8,1
«8.14
S 8,20
3 8,34
8,45
8,56
9.7
9,12
9,25
9,35
11,84
12,10
11,15*2,28
11,30 2,40
11,43 2,52
11,53 8,8
12,2 3,14
12,8 8,20
12,21 3,82
1,25 4,44
2,58 6,7
8,29 6,46
5,10
5,24
5,31
5,41
5,48
6,6
6,12
8.28
8,88
8,46
8,57
9,6
9,11
9,23
9.29
7,57 10,54
8,38 11,30
De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger-
compagniesterweg (wachtp. 87)tôt het opnemen van reizigers.
Bovendien mogen aldaar die treinen verlaten reizigers, voor-
zien van plaatsbewijzen naar Hoogezand-Sappemeer. De trein
van 8.16 neemt des Diaadags geen reizigers op voor Groningen.
Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHAN8.
Vertr. Harlingen 6,42 8,58 12,50 2,51 5,26
Leenwarden 7,28 11,6 1,36 4,46 7,52
Aank. Groningen 8,41 12,24 2,48 6,4 9,10
Vertr. *6.10 8,46 *12,88 2,53 *6,12 10,89
v Kropswolde 6,24 9,12,52 3,7 6,26 10,53
Hoogezand 6,30 9,6 12,58 3,18 6,32 10,69
Zuidbroek 6,41 9.15 1,9 3,22 6,48 11,8
Scheemda 6,56 9,30 1,24 8,37 6,59 11,28
Winschoten 7.4 9,38 1,82 3,45 7,7 11,81
Aank. N.-Sehans 7,20 9,52 1,48 3,59 7,28 11,44
De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger-
compagnieaterweg (wachtp. 87) tôt het uittaten van reizigers.
Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigers,
voorzien van terugreisgedeelten van retourbiljetten naar Hoo
gezand-Sappemeer.
Sneldienst van Groningen 7,30 naar Amsterdam
Van GRONINGEN naar HEPPEL—'s BOSCH.
Vertr. Groningen 6,
Haren 6,9
De Pnnt 6,17
Vries-Znidl. 6,26
7,80
Assen
Meppel
ZwoÛe
Aank. Zntfen
Arnhem
's Bosch
6,40
7,55
8,42
9,30 10,41
10,16 11,27
9,40 12,80
9 49
9*57 12*48
10,6
7.58 10,24
8.59 11,45
9,38 12,42
1,42
2,80
1,4
2.16
3,7
4.17
5,9
8,38
8,47
8,55
4,4
4,22
5,43
6,38
7,30
8,11
6,58 10,1
Vertr.
1,10 4,17
Van GRONINGEN naar DELEZIJL.
Groningen 7,25 11,52 1,31 4,53
Loppersnm 8,30 1,2,36 5,58
Appingedam 8,50 1,19 2,56 6,18
Aank. Delfzijl 9,1,29 3,6 6,28
welke des avonds te 10,84 aldaar retonrneert.
6,15
6.41
7.42
8.38
9,47
10,80
8,—
8,9
8,17
8,26
8,44
10,8
10,48
7,52
8,56
9,18
9,29
10,40
11,44
12,E
12,14
Van 's BOSCH naar MEPPEL—GRONINGEN.
Vertr. 's Bosch 7,5 10,8 12,52 3,20
Arnhem 6,— 9,— 11,40 2,50 5,11
Zntfen 7,8 9,40 12,80 3,87 6,—
ZwoUe 5,20 8,88 10,88 1,51 5,8 7,22
Meppel 6,10 9,36 11,18 2,86 5,48 8,18
Assen 7.27 10,50 12,2 8,51 7,7 9,29
Vries-Znidl. 7,45 11,4 4,5 7,21 9,43
Do Pnnt 7,54 11,13 4,14 7,80 9,62
Haren 8,2 11,21 4,22 7,38 10,—
Aank. Groningen 8,10 11,80 12,28 4,30 7,46 10,8
Van DELFZIJL naar GRONINGEN.
Vertr. Delfzijl 5,40 6,52 10,80 1,7 4,12
Appingedam 5,51 7,5 10,48 1,18 4,24
Loppersum 6,15 7,38 11,11 1,42 4,48
Aank. Groningen 7,13 8,38 12,13 2,40 5,48
5,82
7,6
7,46
8,44
9,19
10,9
10,84
8,16
8,27
8.51
9,48
Met den uilgever van ,,MAR-
IiITT'S Gelllnstreerde
W e r k e nopnieuw in het
Nederlandsch vertaald en met oorspronkelijke
platen voorzien is een overeenkomst getroffen,
waardoor wij in staat zijn aan de abonnés yin ons
blad een
te doen.
De in elle huisgezin zoo nuttige
boeken van .1 IItTT op een
hoogst gemakkelijke avffze in eigen-
dont te bekomen ziedaar het plan
dat tvii ons voorstelden uit te voeren
en dat, naar u>H eertroutvendoor
onze lezers met ingenomenheid zal
tvorden begroet.
Bij het begin van elke maand zullen wij n.l.
onzen lezers de gelegenheid bieden om tegen be-
taling van slechts
een geheel compleet werk van E. MARL1TT
met oorspronkelijke platen in eigendom te
verkrijgen.
Beginnende met
zal o.a. een maand later „HET HEIDEPRÏN-
SESJEeveneens tegen betaling van slechts
vijftig cent, franco per post zestig cent,
worden aangeboden; daarna „RIJK»GRAVe
GISEEA" enz. enz.; elke maand een nieuw werk
voor die prijzen, totdat aile Romans en Novel-
len van MARLITT f'O .TIJ» Si K T' zijn en
desverkiezende in twee Pracbtbanden, mede
voor lagen prijs verkrijgbaar, kunnen worden in-
gebonden.
Hoewel wij verwachten dat vele lezers gebruik
zullen maken van de gelegenheid, om op goed-
koope en gemakkelijke wijze ALLE DE
WERK EN van MAREITT in hun bezit te
krijgen, stellen wij de inteekening slechts per
compleet deel open en behoudt ieder de vol-
komen vrijheid op één, méér of aile deelen
in te teekenen.
Voor verdere bijzonderheden omtrent het eerst
verkrijgbaar gestelde compleete werk van
E. MAREITT
leze men s. v. p. nevenstaande advertentie
met inteekenbiljet. DE UITGEVERS.
BUITENLAND.
Behalve enkele sporadische gevallen in verschil-
lende plaatsen, is de choiera binnen het duitsche
gebied alleen epidemisch heerschende in Hamburg
en Altona. Vooral in eerstgenoemde slad is het
aantal aangetasten per dag nog steeds klimmende,
Vrijdag steeg het tôt 626 met 116 sterfgevallen.
Dat de epidemie in Hamburg zulke buitengewone
afmetingen aanneemt, is zeer waarschijnlijk te wijten
aan de onverklaarbare zorgeloosheid die dit cen-
trum van verkeer tôt een bron van besmetting
heeft gemaakt. De professoren Koch en Roths, door
de regeering uitgezonden om rapport over de oor-
zaken der besmetting uit te brengen, hebben een
verslag geleverd, beschamend voor de duitsche
natie, die op geneeskundig gebied op de grootste
mannen meent te kunnen bogen. De beide hoog-
leeraren constateerden dat volgens hunne nauw-
keurige onderzoekingen de eerste ziektegevallen
zich reeds tôt 19 Aug. lieten terugbrengen. Waar
schijnlijk is de ziekte overgebracht door landver-
huizers uit Rusland. Deze werden gehuisvest in
barakken waarin de eerste regelen der gezondheids-
leer als met voeten werden getreden. De privaten,
het vuile waschwater van de bij ons wel bekende
russische bannelingen, stroomde geheel onontsmet in
een zijtak der rivier, waaruit de waterleiding van
Hamburg de ingezetenen van zuiver drinkwater heette
te voorzien. Daargelaten nog dat de pruisische re
geering bij het hevig woeden der choiera in Rus
land de stroom van landverhuizers niet keerde,
moet het de grootste verwondering haren, dat op
hen van overheildswege een zoo geheel onvoldoend
toezicht werd gehouden. Waarlijk scherpe kastij-
dingen zijn ook nog in onze dagen noodig om de auto-
riteiten le leeren dat menschenslevens niet mogen
opgeofferd worden aan het winstbejag van groote
spoorwegmaatschappijen.
De keizer van Duitschland die in Noorwegen ter
jacht zou gaan, heeft van dit plan afgezien.
Hij wil in de gegeven omstandigheden zijnrijk niet
verlaten.
In België nam tôt nu toe de epidemie geen
groote afmetingen aan. In Parijs en omstreken
blijft zij, ofschoon de toestand in de laatste dagen iets
ongunstiger was, binnen enge grenzen beperkt.
In New-York hebben de russische emigranten
ook de ziekte overgebracht. Thans heeft het ver-
voer van russische landverhuizers geheel opgehou-
den, nog ruim twee duizend op vier groote stoom-
schepen zijn naar de nieuwe wereld onderweg.
Ten opzichte van deze heeft de regeering der ver-
eenigde staten zeer bijzondere maatregelen genomen.
Zij zullen op een eiland, geheel afgezonderd, ge-
ruimen tijd moeten verblijven alvorens naar hunne
bestemming te vertrekken.
Onder den indruk der zorgwekkende tijden
is het Sédan-feest in Duitschland niet met die op-
gewektheid gevierd, als sedert de laatste twintig
jaren het geval was. Hier en daar flikkerden toch de
feestvuren, de schoolfeesten gingen door, en de
gebruikelijke godsdienstoefeningen hadden als naar
gewoonte op dien feestdag plaats. Bij gebrek aan
politiek nieuws houden de duitsche bladen zich
druk bezig met de nieuwe militaire wetsontwerpen
die door de regeering tyorden voorbereid. Ofschoon
de inhoud en zelfs de tijd der indiening nog niet
bekend is, maakt men zich er al zeer warm over,
voornamelijk omdat het wel bekend is dat elke
nieuwe militaire organisatie steeds hooger stijgende
uitgaven met zich brengt. Vooral de geavanceerd
libérale bladen en de organen van het centrum
verklaren zich sterk tegen de opdrijving der kosten
voor het legerbestuur.
Ondanks den druk door Rusland en het
zoo verlichte Frankrijk op het vooruitstrevende Bul
garie uitgeoefend, gaan daar de zaken daar zeer
naar wensch. De wakkere mannen die dit kleine
land besturen hebben door een tentoonstelling aan
het beschaafde Europa willen toonen wat een
krachtige regeering in betrekkelijkkorten tijd vermag.
Te Philippopel, de hoofdstad van een in naam nog
turksche provincie, zijn de produkten van den land-
bouw van het jonge Bulgarije ten toon gesteld, de
eerste tentoonstelling op het Balkanschiereiland.
Door het aanleggen van wegen, havens en spoor-
wegverbindingen heeft het kleine land in de laatste
jaren zijn uitvoer met 50% vermeerderd, ten spijt
van aile intrigues van den Gzaar. Vorst Ferdinand
die met zijn eersten minister Stambouloff de ten
toonstelling bezocht, mocht het genoegen smaken
door een afgevaardigde van den Sultan te worden
ontvangen, een bewijs dat vanwege Turkye de toe-
slanden in Bulgarije zooals die thans zijn, offîcieel
worden erkend. Zeker is de tijd niet verre, dat
de groote mogendheden van Europa, ondanks het
mokken van Rusland, ook tôt een eikenning van
den vorst door de Bulgaren gekozen, zullen over-
gaan. Het zou de erkenning zijn, dat kleine sta
ten ook het recht hebben hunne eigene zaken
naar goedvinden te regelen, onafhankelijk van
den wil van een machtigen maar bekrompen
alleenheerscher.
Z6D OGOO
Daar werd in zeker werkmansgezin een huiselijk
feest gevierd en zooals gewoonlijk gaat, de borrel
was er weer nummer één. En 't ging er langza-
merhand erg luidruchtig toe, en hoe later het werd,
hoe hooger de feestgloed steeg. Straks zou de man
zich even absenteeren en het duurde lang eer hij
terug kwam. De feestgenooten, hierover ongeduldig
gewordengingen hem zoeken en vonden hem
eindelijk ineengehurkt liggen aan den voet der trap.
Men vermoedde, dat hij daar een rustig slaaphoekje
had gezocht, doch spoedig bleek de treurige waar-
heid. De man had de trede gemist, was boven
van de trap gevallen en had in dien val den nek
gebroken; zoodat midden in de feest vreugde de
vrouw weduwe, de kinderen vaderloos waren ge
worden. Nooit duidelijker dan hier bleek de waar-
heid van wat eens De Decker zong
»Gaat wat voorzichtig aan, die u te zeer verheugt
De rouw zit veeltijds op de slippen van de vreugd."
En het feest moest plotseling gestaakt worden: de
vreugdelamp ging uit en de luiken werden gesloten
als teeken van rouw. Men kan het haast niet
schriller denken en niet treuriger tevens. En dat
voorbeeld predikt weer eene treurige en gevoelige
les aan alien, zoo ze er maar ooren voor hadden.
Doch daar zullen nog geslachten op geslachten
moeten versterven, eer de schiedammer naar ver-
dienste in een hoekje wordt gedrukt en voor betere
en nettere zeden gaat wijken. Weer een ander
ernstig ongeluk viel voor aan den Noorderbinnen-
singel bij den molen, den eenigen, die nog op de
oude wallen is overgebleven. De zoon van den
mulder, een jongelîng van ongeveer zestien jaren,
liep over de zwichtstelling, toen er plotseling een
plank brak en de jongman er door zakte. Onge-
lukkig bleef zijn voet haken; zoodat hij op het
hoofd en met verpletterden schedel op den molen-
berg terecht kwam. De knecht, die hem zag vallen,
viel llauw van den angst. Hoe treurig evenwel dit
ongeluk is afgeloopen, het had erger kunnen zijn.
Want een paar minuten te voren, het was juist
negen uur, hadden daar nog tal van schoolkinderen
Roman uit den Noord-Amerikaanschen
burgeroorlog
DOOR
BAEDUIST MALLHiCSElï.
70)
»In deze warme pels, waarmee die goede dokter
Krehle mij verraste? Heb daarvoor geen zorg,
oom."
»Ja, die dokter, die gooit maar met het geld
om, alsof 't geen waarde heeft," zeide de oude
schrijnwerker. »Mijn beurs laat zooiets niet toe;
maar hij is altijd lichtzinnig geweest in ailes, be
halve in de edele kunst, die hij beoefent. Mij
dunkt, hij zal in onze afwezigheid wel weer druk
aan 't schilderen zijn."
»Is er geen gevaar meer te vreezen van de re-
bellen vroeg Margaretha.
»Wees daar maar gerust op; ze zullen het den
dokter niet lastig meer maken. Men zegt ook, dat
Palmer de stad gaat verlaten."
Zij naderden meer en meer het doel hunner
reis. Had Margaretha in 't eerst haar ongeduld
nauwlijks kunnen bedwingen, nu scheen de tijd
haar nog te snel te gaan. Misschien kunnen ze
ons op de hoeve niet herbergen, het was toch
maar beter geweest, aïs we in de stad waren ge-
bleven." Zeide zij.
Martijn trok zijn wenkbrauwen nog eens zoo
hoog op als anders en zag zijn nicht vragend aan.
»Zeg eens, kind, hoe zit dat toch? Hoe dichter
we bij den kapitein komen, des te meer schijnt
het je te berouwen, de reis ondernomen te hebben
Is er bij zijn vertrek wat tusschen jullie voorge-
vallen?"
Margaretha schudde 't hoofd. »Neen, neen, mis
schien had hij mij toen meer voorkomend verwacht
ik weet het niet
Martijn drong niet verder aan. Binnen enkele
minuten was de hoeve bereikt, waar zij door den
ouden boer werden opgewacht. Hij iiep van verre
den koetsier reeds toe, niet dichter bij te rijden,
uit vrees dat het ratelen van den wagen den zieke
zou hinderen.
«Staat het zoo slecht met den kapitein?" vroeg
Martijn, terwijl Margaretha in groote spanning op
het antwoord van den boer wachtte.
Deze haalde de schouders op, zeggende »ge kunt zelf
straks zien ik wil u niet ongerust maken maar durf
ook niet te veel hoop geven. Ge zijt zeker de familie
van hem, die reeds verwacht werd Ik heb ailes
voor u ingericht, zoo goed als 't kan."
Onder het spreken bracht hij de gasten naar de
woonkamer. De boerin begroette hen en ging
Oliva waarschuwen.
TWEE-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK.
»De gasten zijn gekomen." Die woorden, fïuis-
terend gesproken, wekten Oliva uit haar gepeins.
»Wie zijn het?"
»Een oude man, 't lijkt wel een Duitscher, en
een meisje
»Jong en mooi?" vroeg Oliva in spanning.
»Zeo mooi als een zonnige lentedag," bevestigde
de boerin.
sGelukkig! zij is het," riep Oliva uit. Met een
blik op den slapenden zieke stond zij op en volgde
de boerin.
Een hartelijke begroeting volgde tusschen Oliva
en haar jonge vriendin, welke laatste in tranen
uitbarstte. terwijl zij Oliva angstig vragend aanzag.
»God zegene u voor uw komst, lief kind zei
Oliva met bevende stem; sik geloof dat die voor
onzen armen zieke 't beste geneesmiddel zal zijn."
Het was nu immers aan Oliva duidelijk gewor
den, dat, wat er ook tusschen den kapitein en Mar
garetha was voorgevallen, haar liefde tôt hem on-
veranderd was.
»Ik ik wilde oom niet alleen laten reizen in
dit jaargetijde." Een diepe blos kleurde Marga-
retha's wangen bij deze uitvlucht. »Hij wilde den
kapitein gaarne medenemen naar ons huis, om hem
daar verder te verplegen."
Met een beteekenisvollen glimlach luisterde
Oliva; daarop zeide ze aarzelend: »Het zal, vrees
ik nog weken duren, voordat de kapitein weer
sterk genoeg is om te kunnen reizen."
»Dan wachten we geduldig." Met deze woorden
mengde Martijn zich nu in 't gesprek, terwijl hij
bij gebrek aan 't schootsvel zijn rechterhand in zijn
vest stak. Deze beweging toonde, dat hij zich
weer meester van het terrein gevoelde. »A!s we
ken niet genoeg zijn, dan tellen we bij maanden.
Als ik hem maar eerst in mijn huis heb, zal hij
wel spoedig aansterken."
»Ge zult hem wel veranderd vinden, maar ge
moet het vooral niet toonen," zeide Oliva.
»Mag ik ook bij hem komen vroeg Margaretha,
die niet langer onverschilligheid veinzen kon.
»Wel zekffl', maar eerst moet ik hem op uw
beider komst voorbereiden."
De kapitein was inmiddels ontwaakt, 't geen de
bediende Oliva kwam melden. Deze begaf zich
weer naar den zieke, nam haar plaats naast het
bed weder en zeide op levendigen toon »Nukom
ik u tôt mijn groote blijdschap goede tijding bren
gen. Zooals gij weet heb ik aan den goeden ouden
Findegern over u geschreven en nu wil hij zijn
antwoord zelf komen brengen. Ja, ik geloof zelfs
dat hij van plan is u met zich te nemen naar
zijn huis."
Niet zonder zorg sloeg Oliva onder het spreken
het uitgeteerde gelaat van den kapitein gade, dat
bij haar woorden niet een lichten blos werd ge-
kleurd.
»Wat wil hij hier?" vroeg Houston eenigszins
heftig, »mij naar zijn huis vervoeren? Half dood
als ik ben zou ik een ander nog tôt last zijn?
Neen, dat nooit Schrijf hem ik vraag u ook dezen
dienst dat ik met dankbaarheid aan hem denk,
maar verdere bewijzen zijner vriendschap, die ik
nooit kan vergelden, moet weigeren."
»Het is te laat daarvoor," zeide Oliva, angstig
voor de uitwerking van haar mededeeling; »hij kan
elk oogenblik komen."
»Dus ook dien beker moet ik nog leeg drinkeft,"
zeide Houston met een diepen zucht. »Nu, goed!
machteloos als ik ben, moet ik ailes wel goedvinden."
»Zoo moogt ge niet spreken, kapitein. Ge weet,
dat onze zonderlinge oude heer oprechte vriend
schap voor u koestert en hier komt met de beste
bedoelingen. Bovendien moogt ge niet vergeten,
dat hij u de groeten zal brengen van zijn lieve
nicht. Ik was zelf vaak getuige, hoe goed gij het
te zamen
»Spreek daar niet over!" riep Houston ontroerd,
»al mijn illusies op dat punt zijn voorbij. Bij 't
afscheid gaf ze mij een stroohloem tôt aandenken
dat zegt genoeg."
Zoo ver ik u beiden ken, moet het een mis ver-
stand zijn, dat u van elkander verwijdert."
Houston antwoordde hierop niet, maar vroeg
»Is de oude Findegern soms reeds hier?"
»Juist geraden, kapitein, en hij verlangt zeer u
te zien," zeide Oliva. sWanneer mag hij bij u
komen
Als 't toch moet, hoe eer hoe beter."
Weinig oogenblikken later trad Martijn binnen.
Hij liep zoo zacht mogelijk en stak toen den zieke
beide handen toe.
»Ge vindt mij niet in een besten toestand, mijn-
heer Findegern."
Martijn trok de wenkbrauwen hoog op, kneep
het eene oog dicht en bedaard naast het bed plaats-
nemend, zag hij den zieke een oogenblik naden-
kend aan.
»Zoo, kapitein, hebben ze dus werkelijk op je
geschoten? Zie, dat zou ik je ook voorspeld heb
ben, als je niet gelijk een dief in den nacht waart
weggegaan, zonder afscheid te nemen. Doch daar
is nu niet meer aan te doen; ieder mensch heeft
zijn gebreken, dat zegt Greta ook, als ze haar
beide broeders, die twee gelukzoekers, tegenover
mij verdedigt."
Bij 't noernen van Margaretha's naam sioeg hij
den kapitein uitvorschend gade. Deze antwoordde
slechts: »Mijn verwonding is zoodanig, dat ik
in 't gunstigste geval een onbruikbaar wezen blijl."
(Wordt vervolgd.)