Uit liet leven.
No. 77.
ZONBAG 25 September 1892,
22o Jaargang.
VAN
FEUILLETON
EOKGESÏÏÏS ZOOM, S&PPEMIER.
Inzending van Advertentiën en In&ezonden Stnkken des Dmsdajs- en Vnjdagsavonds voor zes uur by de Uitgevers.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
Eerlijkheid in den ban.
a
Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 85 centeis
franco per post 45 cents.
Enkele nommers 5 cents.
UITGAVE
PRIJS der ADVERTENTIËN Van 15 regels 35 cents,
iadere regel meer ÎO cents. Groote letters worden naar plaats-
ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentiein eons
voor 3-maal piaatsing basteld, is de derde piaatsmg gratis.
DIENSTREGELING OP DE
STAATS-SPOORWEGEN,
AANVANGENDE DEN 1 MEI 1392
(TIJD VAN GREENWICH.)
WEESEA1ENDEB.
Zondag 25 September. Maandag 26. Dinsdag
27. Woensdag 28. Donderdag 29. Vrijdag
30. Zaterdag 1 October.
Eerste kwartier, Donderdag 29 Sept.
Jaar-, paarde- en laeestemarkten.
Maandag 26 Sept., Scharmer en Harkstede j. p. b.
Woensdag 28 Sept., Appingedam p.
Donderdag 29 Sept., Winschoten j. p. b.
Vrijdag 30 Sept., Kropswolde p. b.
Het geïllustreerd Zondagsblad.
Toen in den aanvang van dit jaar de heuglijke
tijding tôt onze lezers kwam, dat zij tegen een zeer
geringe vergoeding zich in het bezit konden stellen
van het wekelijksch verschijnende Geïllustreerd
Zondagsblad, meenden de uitgevers niet te mogen
hop en op zulke groote belangstelling als tôt dusver
blijken mocht.
De algemeene bij val echter, die deze uitgave
mocht ondervinden en de steun, waarin zij zich
mocht verheugen is voor hem dan ook het beste
bewijs dat een fraai geïllustreerd weeklad, tegen
zeer geringen prijs verkrijgbaar, inderdaad nog ve-
le vrienden verwerven kan.
Niemand zal dan ook kunnen loochenen, dat aan
de samenstelling van het Geïllustreerd Zondagsblad
steeds de grootste zorg wordt hesteed. Het beste
blijkt dit, wanneer men de nummers opslaat, die
thans 9 maanden achtereen verschenen.
De grootste verscheidenheid van fraaie gravuren
boeit het oog. Wij wijzen b.v. op de groote platen
Romeinsche Gladiatoren, Een Bergstorting in het
Rotsgebergte, Christenmartelaren in het Golysseum,
Het familiefeest op Somervreught, Slachtofïers van
den arbeid, Gelyncht, Losgebroken, Veroordeeld,
Maximiliaan I te Gent en zooveel andere die naast
tal van kleine platen in elk wekelijksch nummer
de rijkste afwisseling bieden.
En dat ook aan den tekst de grootste zorg wordt
hesteed, blijkt wel uil het groote aantal geïllustreerde
novellen en verhalen, die goed gekozen en boeien-
de lectuur vormen. Behalve de groote roman Chal-
lacombe, bewerkt naar het Engelsch van den be-
roemden schrijver Walter Besant, werden gedurende
de eerste 3 kwartalen van dit jaar reeds opgenomen
het fraai geïllustreerde en door zijn inhoud zoo
spannende verhaal Onder valsche vlag, voorts tal
van kleine novellen, aile door fraaie platen opge-
luisterd, als: Jenny, de twee Visschers, Drie Ka-
piteins op één schip, De Cornetspeler, De Hand,
De Tweelingbroeder. De Woudmans en hun var-
kentje, verhalen meerendeels bewerkt naar het beste
wat buitenlandsehe schrijvers het beschaafd publiek
aanbieden.
Portretten van beroemde tijdgenooten, zoo van
eigen bodem als uit den vreemde, worden in het Geïl
lustreerd Zondagsblad niet gemist; wij wijzen b.v.
op die van onze landgenooten, wijlen generaal van
Tijen en generaal van Braam Houckgeest, en op
die van den overleden Engelschen kardinaal Man-
ning, den nieuwen Engelschen troonopvolger en zoo-
vele andere.
Let men eindelijk op de belangrijke artikelen van
meer wetenschappelijken aard, populaire beschou-
wingen op het gebied van hygiene en natuurkennis,
dan zal niemand aarzelen het Geïllustreerd Zon
dagsblad even rijk van inhoud als fraai van uit-
voering te noemen.
Behalve dit ailes vinden vrienden van humor in
elk nummer steeds een schat van anecdoten en
schaakliefhebbers elke week een met zorg gekozen
probleem.
Een uitgave als het Geïllustreerd Zondagsblad,
zoo rijk van inhoud bij zoo geringen prijs, vindt in
ons vaderland dan ook haar wedergade niet. Daarom
zal het niemand bevreemden, dat wij ieder, welke
dit tôt dusver verzuimde, opwekken door het ne-
men van een abonnement deze eenige, Nederland-
sche uitgave te steunen.
De bekende generaal W. J. Knoop, die ook aan
zijne rondborstige fîeiheid zijne posilie en zijnen
rang ten offer heeft moeten brengen, schrijtt in
een zijner geschiedkundige werken: »Ten onrechte
beroemen wij ons op de Hollandsche rondheid en
vrijmoedigheid, die niet terugdeinst om openlijk
de waarheid te zeggen, uit vreeze, dat men daar-
door aanstoot zal geven. Die rondheid en vrij
moedigheid mogen de kenschetsende trekken van
het voorgeslacht zijn geweest, maar bij ons moet
men heden ten dage die deugden niet meer zoo
algemeen achten. Wij laten ons te veel geleiden
door menschenvrees en zucht naar eigenbelang, en
offeren te vaak de waarheid daaraan op, die ieder
heilig moest zijn. Dit is zôô waar, dat wie bij ons
rond en openlijk zijne meening durft uitspreken,
zeer spoedig bemerkt, dat hij meer verwondering
en ergernis dan goedkeuring en deelneming onder
vindt." 't Oud-hollandsch spreekwoord zegt »goed
zeeuwsch, goed rond," en daar ontleende men
oudtijds zijnen roem aan. Ik denk aan Jan de
Lapper, den kloeken zeeman. Als zijn kapitein
sneuvelt in een gevecht tegen de Engelschen, dan
neemt hij kloek en kordaat het commando op, en
na de overwinning brengt hij als kapitein het schip
weer binnen. En als hij later voor de staten wordt
geroepen, die hem verzoeken, om in zijnen vroegeren
rang weer op zee te gaan dienen, dan zegt hij
rondborstig en fier »Neen, heeren 'k dank je
wel; als kapitein hen ik weer teruggekomen, niet
anders dan als kapitein ga ik weer naar de vloot
Ik weet niet, hoe het in den tegenwoordigen tijd
met zulken hrutalen gast zou afloopen; maar destijds
won hij 't er mee. De staten hingen hem den
eeredegen om en belastten hem met het kom-
mando van een der grootste oorlogsfregatten. Ik
denk ook aan onzen Marten Harpertsz Tromp, toen
hij daar vôôr de Engelsche haven Duins lag en de
Spaansche vloot daarbinnen hield opgesloten. Van
ons staatsbestuur kreeg hij den heslisten last, om
de handjes thuis te houden en ons niet het onge-
noegen der Britsche nalie op den hais te halen,
daar wij op Engelsch terrein natuurlijk geen slag
mochten leveren. Doch Tromp, die terecht inzag,
dat hier te zeer de eer onzer vlag in was gemoeid
en dat voor den Spanjaard ons aftrekken lafheid
en zwakte zou verraden, Tromp pakte de Spaansche
vloot aan en voor 't oog der Britten gaf hij ze
zoo duchtig klop, dat er weinig of niets van de
heele vijandelijke vloot gespaard bleef. En wat
deden de staten, tegen wier last door Tromp zoo
erg was gezondigd? Ze erkenden hun zwak en
het goed recht van Tromp, en onder den indruk
der grootsche overwinning overstelpten zij hem en
zijne matrozen met lof en met dank. En weer
vraag ik hoe het in onzen tijd met zulk eigen-
machtig optreden zou afloopen. Want, daar hebben
we nu onzen Henry Tindal. Ieder onzer lezers
kent den naam van dien man, aan wiens ronde
en royale openbaringen wij heel wat zijn verplicht.
Allereerst herinneren wij ons, dat hij in de dagen
van 's Konings ziekte plotseling met zijne onthul-
lingen kwam, die overtuigend aan het licht brachten,
dat helaas onze koning reeds lang niet meer toe-
rekenbaar kon geacht worden en dat werkelijk
reeds maanden lang door de Ministers zelfstandig
was geregeerd, zonder het volk met 's Konings
treurige ziekte bekend te maken. Algemeen was
van hooger hand de afkeuring over het fier en
eigenmachtig optreden van den heer Tindal; maar
het gevolg is toch geweest, dat onmiddellijk een
regentschap is ingesteld en ailes is gëordend en
geregeld. Tindal kon zich beloond achten voor
zijnen kordaten moed, al heeft hij heel wat harde
noten over zijn optreden hooren kraken. Doch
daar kwamen plannen voor legerorganisatie en betere
verdedighaarheid van ons land. En weer was het
Tindal, die kloek het ontleedmes zette in die groot
sche plannen en die overtuigend aantoonde, dat
het land reeds bergen van millioenen had geofferd
voor leger en vloot, en dat we voor al die millioenen
niets goeds en degelijks hadden verkregen; doch
dat ook de nieuwe plannen, die weer vele millioenen
zouden verslinden, ons geen stap verder zouden
brengen naar het gestelde doel. Wat al onrust
en beroering wekle dit stout optreden in den lande
wat al afkeuring moest hij voor zijne driestheid
ondervinden. In plaats van zoo'n man, die blijken
gaf van zooveel kunde en rechtschapenheid, de
hoogste orde van verdienste toe te kennen, werd
hij gevloekt door velen. Kloeke waarheid vindt
maar zelden herberg meer. Toch bleef denawer-
king van zijne waarschuwingen niet uit, en ons
zijn in elk geval eenige millioentjes bespaard ge-
bleven, die anders weer in 't Danaïdenvat waren
verslonken. Minister Seyffardt trad op. En weer
liet Tindal door een open brief van zich hooren
en toonde aan het volk aan, welk goeds men van
dezen bekwamen minister mocht verwachten terwijl
hij den minister kloekweg zijne wenken en wen-
schen openbaarde. Dat hij daarin vooral wees op
het verdertelijke der bureaucratie en op de dwaze
geldverspilling door insfandhouding van het militair
huis des Konings, zal ieder zich herinneren. Weer
stortte men de fiolen des toorns uit over dezen
overmoedigen man; doch vroeger of later zullen
ook deze wenken en wenschen vervuld worden.
Intiem bevriend met den minister van oorlog, juichte
hij zijn optreden en zijne doortastende handelingen
en verbeteringen krachtig toe maar zoo gauw
kwam de minister niet voor den dag met zijne
plannen voor de versterking van Amsterdam, waar-
voor weer vele millioenen noodig zouden zijn, of
Tindal bracht de vriendschap des noods ten offer
aan zijne waarheidsliefde en op krachtige gronden
bestreed hij die in zijn oog heillooze plannen en
toonde voor allen aan, dat de heele verdedighaar
heid der hoofdstad niets gaf en dus wel eerst on-
2)
»Neen, meisjes, laten we ons zelf niets wijsmaken
je gevoelt te goed, dat het twisten bij ons een
dagelijksche gewoonte is. Ik wil ten minste wel
bekennen, dat mijn humeur er onder leed en daar
om heb ik mij vast voorgenomen mij zelf te leeren
bedwingen. Cato, de vrouw van neef Karel, heett
mij in mijn goede voornemens versterkt."
»Hoe zoo klonk het in koor.
»Ik was eens bij haar op de thee en terwijl
we heel vertrouwelijk met ons beiden zaten, liet
ik me ontvallen, dat ik den toon, die bij oom en
tante in huis heerschte, zoo bij zonder prettig vond.
Cato vroeg mij daarop, of ik het haar niet kwalijk
zou nemen, indien zij eens ronduit met mij sprak,
en daarop zeide ze mij, dat ze het zoo jammer
vond, dat wij altijd zoo oneenig en opvliegend wa
ren. Toen zij voor twee jaar hier logeerde, zin-
speelde zij er ook reeds op, weet je nog wel Het
had haar bepaald afgeschrikt terug te komen, zoo
erg vond ze het." Je weet zelf niet meer dat je
het doet, zoo is het je tôt gewoonte geworden,"
zei ze, en daarna wees ze mij op mijn plicht als
oudste zuster; ik in de eerste plaats moest jullie
een goed voorbeeld geven en mij zelf weten te
bedwingen. Voor vader zou het ook zooveel pret-
tiger zijn; »ik wed dat oom dan niet meer den
ganschen dag in de studeerkamer zal zitten,"
voegde ze er nog bij."
»Zou dat waar zijn?" vroeg Marie, nadenkend
geworden.
»Ik dacht niet dat het anderen zoo opviel, maar
ik stem je toe, dat het haast een behoelte voor
ons is," bekende de openhartige Carolien.
»Ja, juist een behoefte. Om de kleinste nietig-
heden, dingen, die het noemen niet waard zijn,
stuiven we op en maken ons zelf en elkaar uit het
humeur, en pas zijn we weer bedaard, ofopnieuw
vat een vonk vuur. Is het niet de waarheid?"
Een toestemmende hoofdknik was het antwoord.
Zij behoefden niet ver terug te gaan in het verleden,
om bewijzen te zoeken tôt staving der beschuldiging.
Jullie verbittert elkaar op die wijze het dage-
lijkscli leven," zei Cato, »en je kondt het juist zoo
prettig samen hebben, omdat je zooveel voorrechten
geniet. Ik waarschuw je, het wordt op den duur
hoe langer hoe erger, en later, als je een eigen
huishouding krijgt, neem je dien geest van t.egen-
spraak en kleingeestige vitzucht onwillekeurig mee.
»Nu, bij een eigen huishouding is nog geen
haast," zeide Carolien lachend, »ofjij moest plannen
hebben, Annie? Ja, die broer van neef Karel—"
»Neen, Lien," zei Marie, »laten we er nu geen
gekheid van maken, daar is de zaak veel te ernstig
voor. Het is zoo waar wat Anna zegt ik heb het
nooit zoo ingezien, maar nu gaan mij de oogen
open. Mij komt nu ook dat zonderling gezegde
van mevrouw K. weer te binnen »Ik vraag jullie
nooit tegelijk, hoor, ik heb je veel liever elk af-
zonderlijk." Zij wilde mij niet zeggen wat zij er
mee bedoelde, maar nu begrijp ik het."
»Cato beweert ook, dat ze ieder onzer graag
mag lijden, mits wij maar niet bij elkaar zijn.
Zij verontschuldigde ons echter eenigszins daardoor,
dat wij onze moeder vroeg hebben verloren en dat
vader zoo geheel opgaat in zijn studie en zich zoo
weinig met ons bezig houdt. Tante had zoo dik-
wijls getracht vader te overreden ons aan vrouwe-
lijke leiding toe te vertrouwen, maar hij wilde er
niet van hooren."
sMaar bij anderen is het vaak niets beter en
»Dat is voor ons geen verontschuldiging. Ik heb
er den laatsten tijd zooveel over nagedacht en ik
zou het zoo graag anders willen hebben, jullie ook
Vroeg Annie.
»Zeker, zeker," klonk het in koor.
»Cato wees er ook nog op, dat onze karakters
toch wel overeenstemmen en we houden genoeg
van elkaar, dat weet ik zeker. Denk maar eens
aan dezen winter, toen Lize ziek was, ik geloot
niet, dat we al dien tijd één keer getwist hebben.
Lize, die meer en meer onder den indruk van
het gesprokene geraakte, antwoordde niet, maar
haar oogen kwamen vol tranen bij de hermnermg
aan al de zorg en liefde haar betoond.
»Ja," erkende Carolien, »ik weet wel dat ik in
die dagen dikwijls berouw heb gehad over menig
onvriendelijk woord tegen onzejongste. Toen reeds
nam ik me voor minder opvliegend te zijn, maar
al die goede voornemens vervlogen later in rook."
»Als we nu de handen ineenslaan, zal het mis-
schien wel beter gaan," zeide Marie. »Samenwerking
is in zulk een geval ailes waard."
»Ja, maar er moet een prikkel zijn, die ons er
dagelijks aan herinneit, anders weet ik wel wie tel-
kens weer in de oude foui vervalt," bekende Carolien
Juist, een prikkel. Wat dunkt je van een boete?"
vroeg Annie.
»Mij goed, als we het dan maar niet weer on-
eens worden of de boete verdiend is.
»Je kendt ons goed," klonk het lachend uit Marie's
mond. »Maar als we dat door meerderheid van
stemmen lieten beslissen
»Àangenomen!" zeide Annie, »maar vôôr ailes
moeten we ons vast voornemen zelf met onze beste
krachten te willen mééwerken en schuld bekennen,
waar we schuld hebben. Doen we dat, dan is er
geen stemming noodig."
Een geldboete vroeg Carolien. »Dan moet
vader ons kleedgeld op zijn minst verdubbelen
»Ja, voor een goed doel. Dat^geld konden we
's winters aan de armen geven," was Annie van
meening.
»Daar ben ik bepaald tegen," zeide Marie wier
helder oordeel gewoonlijk den doorslag gaf. Willen
we wat weggeven, dan kunnen we dat wel op iets
anders bezuinigen. Maar we moeten in geen enkel
opzicht aangemoedigd worden tôt ons getwist en
allicht zouden we bij het betalen der boete ons
troosten met de gedachte nu, 't, is voor de armen.
Neen, de boete moet inderdaad een boete zijn, een
last, dien we ons zelf opleggen en waarvan de
uitvoering ons moeite kost."
»Daar heb je gelijk aan," zeide Lize, »maar hoe
kunnen we zoo iets vinden? We doen precies wat
we 't liefst willen, is dat niet waar?"
»Maar we kunnen ons zelf wel een boete op
leggen door niet te gaan, als er een mooi concert
is of
»Ik weet wat beters," zeide Marie, die maar
met een half oor had geluisterd. »Hoe zouden
jullie het vinden, als ieder, die een bepaald aantal
keeren aanleiding heeft gegeven tôt oneenigheid,
beboet wordt met extra de week van die bezigheid,
waarvan zij het minst houdt. Ik neem mij zelf
tôt voorbeeld je weet, hoe weinig de zorg voor
ontbijt- en koffietafel mijn lievelingswerk is; krijg
ik boete, dan moet ik behalve de gewone week,
ook de daaropvolgende er voor zorgen."
»0, dan voor mij de wasch," zeide Lize met
zulk een diepen zucht, dat allen in den lach schoten.
»En voor mij het wrijven en zilverpoetsen,"
zeide Carolien. »Die gladde meubels nog gladder
te wrijven is de grootste geduldsbeproeving en
die handen, die je van het zilverpoetsen krijgt
»Ja, maar dan is die boete te gemakkelijk de
wasch is veel erger
»Volstrekt niet, Lize, ik ben vrij wat liever in
de strijkkamer bezig dan
»St., laat nu ieder voor zich zelf beslissen," zeide
Annie, »anders zou je onder onze beraadslagingen
zoo waar al weer aan het kibbelen gaan. Het
moet je ernst wezen, van den eersten dag af.
Maar wat zal ik nemen, ik houd van al die be-
zigheden
»0 Annie, daar weet ik raad voor," zeide Lize
met een gewichtig gezicht. Jij moet een week
lang niets mogen uitvoeren dat is voor jou de
grootste straf!"
»Puik, hoor. Lize, je bent
»Niet zoo dom, als ik lijk, Lien?" klonk het
schertsend terug.
«Ziezoo, dat zijn we dus eens," begon Marie,
die gaarne voet bij stuk hield; »wat dunkt je van
vijf aanteekeningen en dan de boete?"
»Ik stem voor tien," riep Lize uit.
»Dat wil ik wel gelooven Nu, misschien is het
beter in het begin niet te hard van stapel te loopen,
we kunnen altijd inkorten. Dus dat is afgesproken
»Ja, en we moeten plechtig beloven elkaar
zooveel te helpen als we kunnen en de eigenaar-
digheden van elk onzer te zien," zeide Annie.
(Wordt vervolgd.)
VOLkSBLAD
OOST-fiOORECHT EN ONSTREEEN
VOOx UO UCliiCoJLItCU JUlUvvJOmHaI jw
VAN
Van NIEUWE SCHANS naar HARLINGEN.
5,10
5,24
5,81
5,41
5,48
Vertr. N.-Sobana *5,56 -*7,20 *8,16 11,15*2,28
Winschoten 6,15 ^7,88 8,88 11,80 2,40
Soheemda 6.27 J7,50 8,45 11,48 2,52
Znidbroek 6,40 S 8,1 8,56 11,58 8,8
Hoogezand 6,58 n 8,14 9,7 12,2 8,14
Kropswolde 6,59 j» 8,20 9,12 12,8 8,20
Aank. Groningen 7,12 8,84 9,25 12,21 8,82
Vertr. - 7,16 9,35 1,25 4,44
Leeuwarden 8,48 11,34 2,58 6,7 7,57 10,54
Aank. Harlingen 9,19 12,10 8,29 6,46 8,38 11,80
De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borger-
eompagnieaterweg (wachtp. 87)tôt het opnemen van reizigera.
Bovendien mogen aldaar die treinen verlaten reizigera, voor-
zien van plaatabewijzen naar Hoogezand-Sappemeer. De trein
van 8.16 neemt dea Dinadaga geen reizigera op voor Groningen.
6,6
6,12
8.28
8,88
8,46
8,57
9,6
9,11
9,23
9.29
Van HARLINGEN naar NIEDWE SCHANS.
Vertr. Harlingen
a Leeuwarden
Aank. Groningen
Vertr.
Kropawolde
Hoogezand
Zuidbroek
Scheemda
Winaeboten
Aank. N.-Sehana
*6.10
6,24
6,30
6,41
6,56
7.4
7,20
6,42 8,58
7,28 11,6
8,41 12,24
8,46 *12,88
9,— 12,52
9,6 12,58
9.15 1,9
9,30
9,38
9,52
1,24
1,32
1.48
12,50
1,86
2,48
2.58
3,7
3,13
3,22
3,37
3,45
3.59
2,61
4,46
6,4
*6,12
6,26
6,82
6,43
6,59
7,7
7,28
De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borger-
compagniesterweg (wacbtp. 87) tôt het uitlaten van reizigera.
Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigera,
voorzien van terugreiagedeelten van retourbiljetten naar Hoo
gezand-Sappemeer.
Sneldienat van Groningen 7,30 naar Amaterdam,
Van GRONINGEN naar MEPPEIr-'a BOSCH.
5,26 Vertr. Groningen 6,7,80 9,40 12,80 8,88 6,15
7,52 Haren 6,9 9,49 8,47
9,10 De Punt 6,17 9,57 12,43 8,55
10,39 Vriea-Zuidl. 6,26 10,6 4,4
10,63 Aaaen 6,40 7,58 10,24 1,4 4,22 6,41
10,59 Meppel 7,55 8,59 11,45 2,15 5,43 7,42
11 8 Zwolle 8,42 9,88 12,42 8,7 6,38 8.38
1L28 Aank. Zutfen 9,80 10,41 1,42 4,17 7,80 9,47
11 31 Arnbem 10,16 11,27 2,80 5,9 8,11 10,80
11*44, 'a Boach 1,10 4,17 6,58 10,1
Van GRONINGEN naar DELFZIJL.
Vertr. Groningen 7,25 11,52 1,31 4,58 7,52
Lopperaum 8,30 1,2,36 5,58 8,56
Appingedam 8,50 1,19 2,56 6,18 9,18
Aank. Delfzijl 9,1,29 8,6 6,28 9,29
welke dea avonda te 10,84 aldaar retonrneert.
8,-
8,9
8,17
8,26
8,44
10,8
10,48
10,40
11,44
12,5
12,14
Van 'a BOSCH naar MEPPEL—GRONINGEN
Vertr. 'a Boach
Arnbem
Zntfcn
Zwolle
Meppel
Aaaen
6,-
7,8
5,20 8,88
6,10 9,86
7.27 10,50
7,5 10,6
9,— 11,40
9,40 12,30
10,88 1,51
Vriea-Zuidl. 7,45 11,4
De Punt 7,54 11,18
Haren 8,2 11,21
Aank. Groningen 8,10 11,80
Van DELFZIJL
Vertr. Delfzijl 5,40
Appingedam 5,51
Lopperaum 6,15
Aank. Groningen 7,18
2,36
3,51
4,5
4,14
4,22
4,30
naar GRONINGEN.
6,52 10,80 1,7
7,5 10,48 1,18
7,38 11,11 1,42
8,88 12,13 2,40
11,18
12,2
12,28
12,52
2,50
3,87
5,8
5,48
7,7
7,21
7,80
7,38
7,46
5,82
7,6
7,46
8,44
9,19
8,20
5.11
8,_
7,22
8,18
9,29 10,9
9,48
9,52
10,-
10,8 10,84
4.12 8,16
4,24 8,21
4,48 8.57
5,48 9,48
O00® O