Mo. 80. WOENSBAG 5 October 1892. 22e Jaargang. y a m BORGESIÏÏS ZOOM s, 8APPEMKER, Inzending van Âdvertentiën en Ingezonden Btnkken des Dinsdags- en Yrydagsavonds vôôr zes nnr bij de ïïitgevers. Overzicht van 25 Sept, tôt 2 Oct. 1892. Voor de Gemeenten HOOGEZAND, SAPFEMEEESLOCHTEREK MOORDBBOEK, STJIBKE0EK, 1ÏÏÎDLABEM HAREM enz, Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 85 cent*, franco per post 45 cents. Enkele nommers 5 cent». U I T G A V E PRIJS der ADVERTENTIÉN Van 1—5 regels SIS cent», i«dere regel meer 10 cent*. Groote letters worden naar plaats» ruimte berekend. Abonnfemenf lager. Dezelfde advertentiein eetu voor 3-maal plaatsing besteld, is de darde plaatsing gratis. BUITENLAND. In de engelsche bladen wordt thans de inhoud eener notadoor de russische regeering tôt Turkije gericht openbaar gemaakt. In vrij krasse bewoor- dingen geeft Rusland daarin zijn spijt te kennen dat de Sultan den eersten minister van Bulgarije, de heer Stamboulofï ten gehoore heeft ontvangen. Maar meer nog schynt het den Gzaar te grieven, dat dien staatsman zoo kort na de terechtstellingen van politieke misdadigers, die als geheime agenten van Rusland werden voorgesteld, zulk een hartelijke ontvangst is bereid. In de nota wordt aangenomen dat Turkije zich onwillens en onwetens tôt deze manoeuvre heeft geleendmaar den Sultan wordt herinnerd dat hij daardoor het onwettig bewind in het vorstendom heeft aangemoedigden den schijn heeft aangenomen als wilde hij langs niet recht- stieekschen weg de onzekere politiek en een stand van zaken goedkeuren, welke algemeen als een voortdurend gevaar voor de veiligheid en den vrede van Europa wordt beschouwd. Een en ander kan licht gevaar voor de toekomst opleveren. De nota eindigt met de ernstige vermaningdat de levensbelangen van het Ottomanische rijk gelegen zijn in een stipte naleving der verdragen. Natuurlijk is deze vermaning gezonden aan het verkeerde adres, want zoowel Duitschland als En- geland en Oostenrijk erkennen, al is het dan niet officiëel den toestand, zooals die thans in Bulgarije is. De hartelijke ontvangst van prins Ferdinand te Weenen en te Londen heeft blijkbaar de russische regeering genoopt in dezen weer eens wat te mokken, en te wijzen op tractaten die de Gzaar zelf niet wil uitvoeren. De Sultan dient als zondebok en krijgt de vermaningen die aan het adres van Oos tenrijk en vooral van Engeland behooren. Het engelsch kabinet heeft reeds uit zijn midden een commissie benoemd, om het wets- ontwerp tôt zelfregeering voor Ierland voor te be- reiden. Gladstone en de onderkoning van het eiland zullen ongetwijfeld daarin het werkzaamste aandeel nemen. Intusschen worden de eischen door de nationale partijen gesteld steeds hooger. Men wil o.a. dat de wegens wanbetaling van hunne goederen ver- dreven pachters weer in het bezit van het verlaten huis en erf zullen worden gesteld, en het schijnt dat Gladstone er wel ooren naar heeft in dezen tusschen beiden te treden. Het is een glibberig pad waarop de oude staatsman zich heeft gewaagd. BlNNENLAND. De discussies in de 2e kamer over het adres van antwoord op de troonrede liepen in één zitting af. Het belangrijkste débat liep over de paragraaf van het kiesrecht. De heer Tijdensafgevaardigde voor Winschoten, stelde voor in het adres te verklaren, dat de regeling van het kiesrecht de voornaamste plaats bekleedten daarom aanspraak heeft in de eerste plaats te worden behandeld. De heer Tijdens meende dat waar kiesrechtregeling voorop gesteld is, het onmogelijk is dat denkende menschen nog andere zaken willen behandeld zien. Zijn amen dement was volstrekt niet vijandig aan de regeering ook zij zelve wilde deze zaak zoo spoedig mogelijk algedaan zien. Mijn doel is alleen onomwonden de prioriteit van het kiesrecht uit te sprekende kamer is moreel onbevoegd andere zaken te behandelen, zij vertegenwoordigt 300 honderd duizend kiezers, en de nieuwe 500 honderd duizend willen misschien geen van ons allen wêer hebben. Alzoo de heer Tijdens. Deze théorie werd door verschillende sprekers krachtig bestreden. Ging zij op dat zou de kamer zelfs over hare onbevoegdheid niet mogen beslissen zij is onuitvoerbaar want elke regeering die de kamers tôt werkeloosheid zou willen brengen, kon dan de een of andere wijziging in het kiesrecht aan de orde stellen. Waar zou het met de staatsbe- grooting heen als die tôt na de behandeling van het kiesrecht werd uitgesteld. Daartoe aangezocht wijzigde de heer Tijdens zijn amendement in dier voegedat het eindigde met woorden »in de voor naamste plaats." Met 72 tegen 14 stemmen werd dit amendement verworpen. Het adres, een ge- trouwe wêerklank der troonrede, is der regentes aangeboden. Na behandeling van een paar interpellaties stelde de heer Heldt voor met het sectie-onderzoek der kieswetten te beginnen, maar trok zijn amende ment in toen de voorzitter de stellige belofte deed, het daarheen te zullen leiden dat daarmede in het begin van November wordt aangevangen. Aan de orde kwam nu de wijziging der artsen wet. Wat al te gemakkelijk en zonder voldoende voorbereiding kon men tôt heden met de studie voor arts aan de académie aanvangen. Jongelui die de vier eerste klassen van het gymnasium hadden doorloopen, of een examen hadden afgelegd dat geen voldoenden waarborg gaf voor degelijke ont- wikkeling vingen niet genoeg voorbereid hunne medische studiën aan. Dit wets-ontwerp had ten doel met dit verkeerde stelsel te breken, en een diploma van een hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus of van een gymnasium verplichtend te stellen voor het toelaten tôt de medische faculteit. Voor buitenlandsche artsen worden om hier te lande de practijk uit te oefenen de theoretische examens afgeschaft, de practische blijven behouden en zullen worden afgenomen in de nederlandsche taal. De minister beloofde maatregelen te zullen ne men dat ook jongelui die hun opleiding aan de hoogere burgerscholen genoten hebben den doctors- titel kunnen verwerven. Het wets-ontwerp is aan genomen met 43 tegen 27 stemmen en treedt 1 Januari 1894 in werking. Een wets-ontwerp tôt onteigening van verschillende perceelen, tôt het stichten van een nieuw beurs- gebouw te Amsterdam, werd verworpen. Men meende dat de hoofdstad in een financiëelen toestand verkeertdie dringt lot nauwlettender toezicht dan vroeger op niet volstrekt noodzakelijke uitgaven, bovendien was er nog wel terrein beschikbaar om een der hoofdstad waardigen tempel voor haren handel te bouwen. De beurskwestie in Amsterdam is door dit votum wêer evenver als jaren geleden. De tweede kamer zal Dinsdag in de sectiën een aanvraag maken met het onderzoek der staatsbe- grooting. Vergadering van den Raad der ge- meente Slocliteren, op Vrijdag den 30 Sept. 1893de» na- middag» te 3 unr. Aanwezig 13 leden. Afwezig T. Iv. Geertsema en R. E. Mulder (over- leden). De voorzitter opende de vergadering met ongeveer de volgende toespraak »Mijneheeren, voor wij dezen middag met de werkzaamheden beginnen, acht ik mij gedrongen op de leedige plaats te wijzen, ontstaan door het overlijden van ons medelid R. E. Mulder. Gedurende meer dan 30 jaar heeft hij èn als lid èn als wethouder door zijn gezond oordeel de belangen der gemeente behartigd. De gemeente heeft in den atgestorvene een waardig en zeer geacht lid verloren. Daarom wensch ik hulde te brengen ter zijner gedachtenis. Zijne asch ruste in vrede!" Hierna werd aan den secretaris verzocht de no- tulen der vorige zitting te willen voorlezen, waaraan gevolg gegeven werd. De voorzitter vraagt of iemand der leden ook op- of aanmerkingen betreffende de notulen heeft; waarop het lid Alting het woord vraagt. Alting Het hoort mij toch wat raar toe. Onze secretaris is altijd zoo secuur in zijne zaken en nu heett hij van de geheele stemming niets geschreven, niets er van hoe het is toegegaan. Er was staking van stemmen, zegt hij, maar wie zegt dat! Hoe komt de secretaris er bij. De secretaris: Je woudt zeker namen en toe- namen er bij hebben? Alting: Het was geene gewone stemming, niet als een andere, maar bij deze stemming is invloed uitgeoefend. Voorzitter: Wat wil Alting hiermede te kennen geven, ik begrijp het niet recht, ik meen toch, dat er voor en tegen gestemd is. Alting: Zou er toen geen invloed op de stem ming uitgeoefend zijn? De voorzitter mag wel voorlichten, maar niet misleiden. Voorzitter: Dat heb ik niet gedaan, daar ben ik zeker van. Alting: Ik ben er zeker van, dat er de vorige vergadering met ongeoorloofde wapens is gestreden. De vorige vergadering heb ik den voorzitter reeds gewaarschuwd, om er zich met geen Janlje van Leiden weer af te maken en ons met geen kluitje in 't riet te sturen. De vorige keer waren er 14 leden aanwezig. Bij de stemming over het al of niet aannemen van den Borgweg wilde Hooites zich buiten stemming houden, maar toen kwam er een stem, alsof het in Keulen donderde, die zeide: je moet stemmen. Hooites zeide hierop »dan er maar tegen." Maar als iemand van de leden eenmaal een stem over zijne lippen heeft laten gaan, dan mag hij niet meer anders, en derhalve mocht Hooites toen ook niet meer anders stemmen. Ik stel voor, dat het voorstel in de vergadering toen aangenomen is met 7 tegen 6 stemmen, en kan de Raad zich daarmede niet vereenigen, dan zal ik een tweede voorstel doen. Voorzitter: Laten we ons eerst tôt de notulen bepalen. Alting De voorzitter moet de vergadering leiden, maar mag niet misleiden kan de vergadering niet met mijn voorstel medegaan, dan wensch ik een ander voorstel te doen, ni. om van Hoogerhand bericht in te winnen, of de stemming van de vorige ver gadering geldig is geweest of niet. Al staan we met onze denkbeelden ook lijnrecht tegenover elkaar, dat is niets, maar er moet steeds met eerlijke wa pens gestreden worden. En dat is hier niet ge- schied, daarom teeken ik protest aan. Te Noorddijk waren laatst twee leden van den Raad buiten stem ming en daarbij was ook nog wel een wethouder. Daar is toen niet gezegd, dat men zich niet buiten stemming mocht houden. En zou dat hier niet mogen. Voorzitter: Als ik er op antwoorden mag, dan heeft Alting onwaarheid gezegd, ik heb het niet gezegd, dat Hooites zich niet buiten stemming mocht houden, ik ontken het pertinent. Men mag zich gerust buiten stemming houden. Alting en Blaauw (driftig): de voorzitter heeft het gezegd. Hooites (toestemmend knikkend.) Ja, de voorzitter en secretaris hebben het gezegd. Andere stemmen Ja, ja. Nu wordt het zeer rumoerig in de zaal heftig slaat de voorzitter met de hamer op de tatel, en zegt heeren die 't woord verlangt, moet het vragen. Blaauw: Nu scheelt het toch nog meer, want de secretaris mag in de vergadering in 't geheel niet spreken en nu zal hij ruggespraak houden, (driftiger wordend) In de besloten vergadering heeft hij altijd het hoogste woord, dat mag niet. Voorzitter (met de hamer kloppend): Mag ik den heer Blaauw verzoeken geene beleediging uit te spreken, anders ontneem ik hem het woord. Westers: Ik heb wel verstaan, dat Hooites ge zegd heeft, dat hij zich van stemmen wilde ont- houden, en van den Burgemeester, dat die gezegd heeft, dat men over zulke zaken stemmen moest. Voorzitter Ik heb het niet gezegd, 't is niet waar. Alting Heeft de Burgemeester het niet gezegd nu wordt het nog anders. En zeggen de leden daar niets van? Voorzitter Als ik mij verdedigen kan, doe ik het. Alting: Dat mag overal. Maar gezegd heeft de Burgemeester het, Kooi heeft het ook wel gehoord. Kooi: Ja, de Burgemeester heeft het gezegd. Klootsema: Ik wil er wel een eed op doen, dat de Burgemeester het gezegd heeft, ja, wel zeven. Alting: Mag dat dan; Hooites is zelf de persoon, laat hem spreken. Hooites; Het kan wel wezen, dat de voorzitter er zich niets meer van herinnert, maar gezegd heeft hij het. Alting Waarom is Hooites er dan op terugge- komen Voorzitter: De secretaris heeft het wel gezegd, ik niet. De Secretaris: Ja, ik heb het gezegd. Klootsema: Van den secretaris kan ik het niet zeggen, maar zeker is het, dat de Burgemeester het zelf gezegd heeft. Westers Burgemeester heeft het ook gezegd. Alting: Eerlijk moet men blijven. Er volgt een oogenblik stilte. Voorzitter: Wenscht nog iemand het woord? Eelssema Of de Burgemeester het gezegd heeft, dat weet ik niet, maar wel, dat, toen Hooites moest stemmen, hij een oogenblik stil was. Toen zeide hij van tegen." Klootsema 't Was net of ik 'n slag voor den kop kreeg. Vele leden spreken door elkaar. De voorzitter slaat met de hamer op de tafel om de orde te herstellen. Broekema Is hier invloed op de stemming uit geoefend? Dan zeg ik van »neen." Evengoed had Hooites voor kunnen stemmen. Alting: Dat valt me nu niet toe van joe. Klootsema: Het was wel bekend, dat Hooites er vroeger tegen was. Broekema Waarom hield Hooites zich dan buiten stemming B. G. Mulder Ik meen toch, dat Hooites eerst gezegd had, dat hij buiten stemming wilde blijven, hij weifelde eerst. Nu weet ik niet of de Burge meester of de secretaris het gezegd heeft, maar één heeft het gezegd, dat dat niet mocht. Toen stemde Hooites tegen. Hij is toen daarom van gedachten veranderd, en er is dus invloed uitgeoefend. Alting: Nu zeg je ja zelf, dat er invloed op uitgeoefend is, en mag dat dan volgens de ge- meentewet? neen immers. Broekema Hier is geen bewijs, dat er invloed op de stemming uitgeoefend is. Hooites had evengoed voor kunnen stemmen. Alting: Ik geloof het wel. Westers Anders was de grintweger door geweest. Voorzitter: Iedereen mag zeggen wat hij wil, maar ik ontken het pertinent, dat ik het gezegd heb. De Secretaris: Ik zal nog eens zeggen, zooals het net toegegaan is. Toen de stemming aan Hooites toe was, weifelde deze, waarop hij zeide, dat hij zich buiten stemming wilde houden. Ik antwoordde daarop dat kan ja vast niet. Hierop stemde Hooites: tegen. Alting: 't Wordt alweer draaierij. Voorzitter: Heeft iemand der leden eene wijzi ging in de notulen voor te stellen? Alting: Ik teeken protest aan tegen de gehou- den stemming. Voorzitter: Ik stel voor om de notulen vast te stellen. Na eenige oogenblikken stilte zegt de voorzitter Naar aanleiding van eene ingekomen missive, welke niet voor openbaarheid vathaar is stel ik voor de openbare vergadering een oogenblik te schorsen. De hamer valt, waarop de verslaggevers vertrekken. Heropening der vergadering. Aan de orde is le zegt de voorzitter benoeming van een hoofd der school te Hélium. De voordracht is als volgt: No. 1. G. Duiven te Zwolle. 2. K. Dokter te Leeuwarden. 3. A. Boer te Middelstum. 4. K. de Boer, Nieuwe Pekela. 5. B. E. Lentz, Groningen. Van verschillende sollicitanten zijn door de school- opziener de beste inlichtingen ontvangen. Tevens is er door ons aan de verschillende gemeentebe- sturen, waar de onderwijzers werkzaam zijn om inlichtingen gevraagd en wel hij de volgende missive: Wij nemen de vrijheid UEd.Achtb. te verzoeken ons inlichtingen te geven omtrent den onderwijzer, t.w. 1. Hoe is het onderwijs in de school? 2. Hoe staat hij hij de ingezetenen aangeschreven 3. Beweegt hij zich vrij 4. Helt hij ook over tôt socialistische en radicale denkbeelden? en 5. Zijn er ook overwegende bezwaren hij uw gemeente- I bestuur om hem aan 't hoofd eener school t plaatsen Van de verschillende gemeentebesturen zijn hierop missieves terug ontvangen, zegt de voorzitter en leest ze daarna aile voor. Al deze missieves luiden zeer gunstig. Voorzitter: Zijn er ook nog leden, die nadere inlichtingen wenschen? Er zijn nog twee brieven ingekomen van hoofden van scholen, betreffende no. 1 der voordracht, den heer G. Duiven. Ook deze worden voorgelezen en daaruit blijkt, dat de heer G. Duiven een uitstekend hoofd der school moet worden. Hierna werd tôt eene benoeming overgegaan, nadat tôt stemopnemers waren aangewezen J. Blaauw en J. RumpfF. De uitslag der stemming was, dat er op no. 1 der voordracht 10 stemmen werden uitgebracht. K. Dokter en K. de Boer verkregen 1 en 2 stemmen. Voorzitter: Alzoo is G. Duiven benoemd. Ik stel voor de benoeming te doen ingaan, zoo spoedig Duiven zijn ontslag van 't gemeentebestuur kan krijgen en op spoed aan te dringen. Alzoo besloten. 2. Wijziging der begrooting 1892. De voorzitter deelt mede, dat betreffende het examen voor een hoofd der school te Hélium van de heeren: Bol, Renssen en Ykema de volgende declaratien zijn ingekomen als: van den heer Bol eene declaratie groot 37.85, van Renssen, groot 23.15 en van Ykema groot 14.71. De begrooting voorziet niet in deze uitgaven, zoodat eene wijziging noodzakelijk is. Kunnen de heeren er zich mede vereenigen, dat de wijzigingen aangebracht worden? Aldus aangenomen. 3. Adres over schoolbouw te Vroombosch. De voorzitter deelt mede, dat er betreffende den schoolbouw te Vroombosch een adres ingekomen is en leest het daarna voor. Adressanten verzoeken aan den Raad om te Vroombosch eene school te stichten, daar er tusschen de Hooiteswijk en den heer Schaap, naar de Siep en naar de Ruiten een honderdtal schoolgaande kinderen zijn. Adressanten verzoeken eene school te stichten, omdat men nu toch de school te Slochteren en Kolham vergrooten moet. Het adres is geteekend door K. Drent, B. Wolthuis en anderen, allen wo- nende om en bij het tolhek te Vroombosch. Voorzitter Over dit adres stel ik de discussien open. Blaauw Ik acht het een heel nuttige zaak, dat er te Vroombosch eene school gesticht werd, om dat er het sehoolgaan zeer door bevorderd zou worden. De meeste kinderen daar zijn van min- gegoede ouders. Zij, die meer bezitten kunnen hunne kinderen gemakkelijk wat laten Jeeren, maar deze kunnen hun niets meer geven, dan aan goed onderwijs te laten deelnemen. Nu worden er in 't Slochterveld zeer vele huizen bijgebouwd. 't Zijn meest, fabrieksarbeiders, en een nijvere en zuinige bevolking, die van verbrand land vruchtbaar land hebben gemaakt. Het is eene hoogst nuttige zaak, dat er eene school bij Vroombosch worde gebouwd. Broekema De kinderen zijn toch niet van on derwijs verstoken. De afstand is wel wat groot, dat is zoo, maar op andere plaatsen is dat even- eens het geval. Niet ieder kan hij de school wonen. Hooites De kinderen wonen soms bijna op een uur afstands van de school. Zij, die van de Siep naar de Kolhamsterschool moeten loopen is een heel eind. Daardoor komen velen niet in de school. Het is waar, de kinderen kunnen naar Kolham en Slochteren gaan, eene scheiding is er gemaakt, maar ik vond het toch beter, dat er te Vroom bosch eene school gebouwd werd, omdat er te Slochteren en Kolham toch een lokaal bijgebouwd moet worden. Broekema Ik zou er ook niet tegen zijn om te bouwen, als de kosten maar niet zoo hoog wer den. Het bij bouwen van lokalen kost toch zooveel niet als het bouwen van eene nieuwe school. Hooites: Van de Hooiteswijk tôt aan Schaap zijn een honderd kinderen. Blaauw Broekema zegt van meerdere kosten, maar wanneer straks de kieswet eens wordt aange nomen, waaruit misschien leerplicht zal volgen, zouden we dan kunnen noodzaken zoo'n eind te laten loopen. Bijgebouwd worden moet er, dat is zeker. Broekema We moeten met de fmantieele zaken van de gemeente te rade gaan, we kunnen er maar niet zoo op ingaan. De afstanden zijn daar wel groot maar dat is op andere plaatsen wel meer zoo. Om maar voor ieder afgelegen hoek eene school te bouwen, dat gaat niet. Dan zou het wel eens zoo kunnen gaan, als in enkele gemeenten in Friesland waar een onderwijzer met 600 tractement 18 a 20 in den hoofdelijken omslag moet betalen. Zuinigheid moet men betrachten, maar niet in woorden, maar ook in daden. Eelssema Zooals Blaauw zegt, dat het eene nijvere en zuinige bevolking is, het kan wel zoo zijn, maar hoeveel zijn er dan niet, die ook een eind van de school af wonen, zooals bij ons ook, en dan lanen moeten passeeren, waar ze haast niet langs kunnen. Waar zou het heen, als men daar overal scholen voor ging bouwen. Dan zouden er nog genoeg zijn, die er geen gebruik van zouden maken. Blaauw Zouden ze er geen gebruik van maken Te Siddebuursterveen zou er ook wel een moeten wezen, maar ze moesten er vroeger nooit vijf lokalen gebouwd hebben te Siddeburen. Hooites Nu er te Slochteren en te Kolham toch een lokaal bij getimmerd moet worden, zou ik er sterk voor zijn te Vroombosch eene nieuwe school te bouwen, het zal wel wat meer kosten, dat is zoo, maar R. G. Mulder Ik ben met den toestand niet zoo goed op de hoogte, zoodat ik er voor zou zijn eerst eens te onderzoeken. Ik denk er zullen wet meer V0L&SBL4 00ST-G00RECHT EN OHSTR VAN

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1