No. 82 W0EN8DAG 12 October 1892. 22e Jaargang. y a n Mijn vriend Brauner. u B01&ISÎÏÏS «5 ZOON, SAPPEMEIE, ïazending van Advertentiên en Xnge^oaden Stnkkea dse Binsdap- ea Yrpagsavonrtg vôtr ms m bij m ïïitg»ve», niFMSTREGELlNG OP DE STAATS-SPOORWEQEN. AAHGEVÀNQEN QÊN 1 OCTOBtR 1882. (TIJD VAN GREENWICH.) Overzicht van 2 tôt 9 Oct. 1892. FEUILLETON. UIT GRUNO. Voor de Qemeenten HOOQES5ANI)gAFPEMXBR, SLOCHTEREK HOOBBBBOEK, ST7IDBBOKK, IUIDLABBK, HABEN en». Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 cents, franco per post 45 cent». Enkele nommers 5 cent». T G A V F. PRIJS der ADVERTENTIËNVan 15 regels 35 cents, iedere regel meer 10 cents. Groote letters worden naar plaats» ruimte bsrekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in «ans voor 3-maaI piaatsing besteld, is de dsrda plaatsing gratis. BUITENLAND. De delegatiën der beide parlementen van de OostenrijkHongaarsche monarchie, maakten bij de opening van het nieuwe zitlingjaar, als naai gewoonte, hun opwachting bij keizer Franz Joseph. Na de gewone officiëele toespraken onderhoudt de populaire vorst zich dan zeer vertrouwelijk met de gedelegeerden, en geeft zijn inzichten op het ge- bied van de binnen- en buitenlandsche staat- kunde, door langdurige ervaring gerijpt, aan de vertegenwoordigers van zijn volk ten beste. Ook ditmaal besprak hij op zeer bezadigden toon, voor- namelijk de buitenlandsche politiek. De keizer deelde o.a. mede dat de betrekkingen met de groote mogendheden geen wijzigingen hadden ondergaan, en dat de vertrouwenwekkende overeenstemming van Oostenrijk met de natiën, waarmede het een ver- bond gesloten heeft, haren heilzamen invloed tôt handhaving van den vrede heeft behouden. De behoefte aan rust bij de volkeren en de zorg voor hun stoflelijk welzyn dragen ongetwijfeld ook veel bij, zoo meende de keizer, om buitengewone ge- matigdheid ten opzichte van de buitenlandsche aan- gelegenheden in acht te nemen. Ook Oostenrijk was in die richting werkzaam, en kon door het sluiten van voordeelige handelstraktaten voor een reeks van jaren zijn handelsbetrekkingen een goeden grondslag geven. Een en ander maakte op de delegatiën een zeer gunstigen indruk, die echter vrij wat werd getemperd toen de keizer mededeelde dat op nieuw voor het leger een verhoogd crediet moest worden aangevraagd. Ruim 4 millioen flo- rijnen meer zijn volgens den keizer noodig om te voorzien in de allernoodzakelijkstebehoeften van leger en vloot, om financieele redenen reeds te languit- gesteld. Geen wonder dat er in het parlement een stem opging tegen het drievoudig verbond, dat ook Oos tenrijk zulke zware lasten oplegt. Een lid der Czechische partij verklaarde rondweg, dat hij en zijne landgenooten dat verbond verfoeiden, al waren zij ook volstrekt niet vijandig gezind aan Duitsch- land of Italie. Aan de regeering werd de vraag voorgelegd of dat verbond met Duitschland, mdertijd openbaar gemaakt, nog niet geheime bepalingen bevatte, die o.a. aan Oostenrijk Duitschlands hulp verzekerden voor het geval dat die monarchie zich genoodzaakt zou zien offensief op te treden, wan- neer zij hare vermeende lielangen op het Balkan- Schiereiland bedreigd achtte en waarom werd het traktaat met Italie geheim gehouden De minister-président Kalnoky verzekerde den lastigen vrager dat het verbond der mogendheden zuiver en oprecht defensief was, dat met Duitschland was in zijn geheel gepubliceerd, dat dit niet het geval was met de overeenkomst met Italie vond zijn reden daarin, dat daartoe de toestemming van beide contractanten wordt vereischt. Wie tegen de openbaarmaking is werd door den minister niet vermeld. Overigens deelde de minister de optimis- tische beschouwingen van den keizer, ook hij ge- loofde, dat niettegenstaande aile oorlogstoerustingen Europa een tijdperk van vrede te gemoet gaat, groote maatschappelijke hervormingen die onder- nomen worden schijnen daarop te wijzen. In Duitschland neemt de oppositie tegen de nieuwe legerontwerpen grooter afmetingen aan, vooral nu bekend geworden is, dat de keizer als hoofd van den duitschen staat de ontwerpen zal aanhangig maken bij den bondsraad, zonder advies van het pruisische staats ministerie, dat alleen in kennis gesteld is met het plan des keizers tôt versterking der strijdkrachten. In de bladen wordt de rijks- kanselier Caprivi duchtig aangevallen dat hij zonder de raadslieden der kroon te hooren, zulk een be- langrijk ontwerp heelt ingediend. Te Weimar, de hoofdstad van het groother- togdom Saksen-Weimar-Eisenach, is een schitterend feest gevierd. De groothertog gehuwd met prinses Sophie der Nederlanden, een zuster van wijlen Z. M. koning Willem III, vierde zijn gouden huwelijksfeest. Tal van vorstelijke personen woonden die feesten bij, waaronder de keizer van Duitschland, en onze beide vorstinnen. Verschillende deputaties uit Ne- derland boden het echtpaar geschenken aan, waar onder ook een feestgave van 27000 door de hertogin bestemd voor liefdadige doeleinden, voor- namelijk voor ziekenverpleging. De belangstelling die de groothertogin steeds toonde in ailes wat den nederlandschen handel en de industrie betrof, die zij met milde hand steunde, maakte dat hare vroe- gere landgenooten haar steeds een warm hart toe- droegen. Maar ook in haar nieuw vaderland heeft zij veler harten gewonnen door haar onbekrompen hulpbetoon in het stichten van ziekenhuizen, en in werken van openbare liefdadigheid. De fransche regeering heeft uit de afrikaansche kolonie Dahomey gunstige berichten ontvangen. Ten tweeden maie is het gelukt den negerkoning, die zich zoo krachtig verzette tegen de vreemde indringers, een gevoelige nederlaag toe te brengen. De fransche regeering meldt dat de koning van Dahomey een strijdmacht om zich vereenigde van 10000 man, ten deele goed gewapend, en naar er hatelijk bijgevoegd wordt, voor een groot deel van oorlogsmaterieel van duitsche herkomst voorzien. Herhaalde malen moesten de Franschen carré vor- men, zoo werden ze door de negers bestookt. Na een gevecht van drie uren gaf de koning het sein tôt de vlucht, een paar honderd dooden werden op het slagveld gevonden. De Franschen hadden aan hun kant ook vele gewonden. De eerste Schouwburgavond is een sleeht begin geweest. En 't spijt mij, dat ik met zulke mededeeling mijnen brief alweer moet beginnen. Het gegeven blijspel bevatte niet veel zaaks en was veel te gerekt; terwijl de entrée te hoog was gesteld. Of er gisteren avond, toen er iets beters werd gegeven, beter bezoek is geweest, weet ik niet, en of heden (Zondag) avond de verwerking van een stuk als Max Havelaar (NB veel publiek zal kunnen trekken, zou ik haast betwijfelen. Speet het mij, dat ik gisteren verhinderd was te gaan heden avond denk ik er niet aan. Max Havelaar is als lectuur iets prachtigs; maar verwerkt voor het tooneel kan ik er onrnogelijk veel van verwachten. En nu in antwoord aan den heer J. I. H.die zoo welwillend zijne opmerkingen heeft ten beste gegeven. Voorop stel ik, dat ik het Bestuur van den Schouw- burg geen enkel verwyt heb gemaakt, dat ik mij, daar mij geene officieele gegevenstendienste stonden, nergens zoo beslist heb uitgelaten, als het schrijven van den heer H. dat zou doen vermoeden, en dat ik in hart en liefde voor Schouwburgzaken met den heer H. in het gelid wensch te st.aan. Veel, zeer veel is er in het schrijven van den heer H., dat ik gaarne onderschrijl', en beiden zijn we 't dunkt mij eens, dat het in Schouwburgzaken hier niet naar wensch gaat. De heer H. schrijft dit toe aan de geringe offervaardigheid voor de kunst hier in het noorden, en ik onderschrijf dat geheel, al denk ik ook aan andere oorzaken. Dat de ach- teruitgang van den verhuur van zitplaatsen van 2000 op ruim 1400 niet precies honderd procent bedraagt, erken ik, maar als men in aan- merking neemt wat bij goeden gang van zaken de opbrengst moest zijn, dan scheelt het toch zeker wel meer dan honderd procent. Dat »een goed deel der zitplaatsen in handen van colporteurs is gekomen" meen ik niet beslist gezegd te hebben, doch het verblijdt mij, dat de betrouwbare gegevens van den heer H. de mij te goeder trouw verstrekte inlichtingen logenstralïen. Verder beweert de heer H., dat ééne voorstelling per week genoeg is. En ik voor mij wenschte er graag elken Zondag eene volksvoorstelling bij. Dat scheelt dus weer honderd procent in den eisch. Over de uitvoerbaarheid heb ik mij als verslaggever natuurlijk niet uit te laten: dat ligt op den weg der directie. Wel waag ik het op te merken, en 't is alweer niet om aanmerkingen te maken op de directie, dat de locaalhuur voor volks- en liefdadigheidssoirées veel te hoog is gesteld. Verder heb ik het lijstje der uitvoeringen »erg sober" durven noemen. Vooreerst met het oog op het gémis aan voldoende volks- voorstellingen. Ten tweede, omdat de heer H. evengoed uit ervaring wist als ik, dat we nog al korting gewoon zijn op het beloofde. Ten derde, omdat ik al die voorstellingen niet voor vol tel. Wij hebben er nu drie gehad doch het mag aan mij liggen, maar ik tel ze niet voor drie. En zelfs, waar het Ned. Tooneel optreedt in den winter, daar wordt er soms meer rekening gehouden met de kosten van décoratief, meerder personeel en meerdere onkosten dan met het gehalte en de waarde der te geven tooneelstukken. 't Ligt soms voor de hand, nu ja doch een verslaggever dient er nota van te nemen. Wat betreft den wensch naar een operagezelschap dien wensch zal de heer H. met mij deelen. Weer laat ik de uitvoerbaarheid aan de bestaande commissie over, en dan erken ik dadelijk, dat de ervaringen er wel naar geweest zijn, om vele illusiën weg te nemen. Als ook, dat de tegenwoordige gang van zaken voor een goed deel het gevolg is van al die teleurstelling. De offer vaardigheid heeft er veel onder geleden Groningen is wat sstoer" in 't geven, en waar het geeft, daar wil het eieren voor zijn geld. De heer H. getuigt ten slotte, dat er nog zes zevenhonderd gulden batig saldo is geweest. Schitterend is dat resultaat zeker niet, en wanneer ik het nu waag, de mindere ontvangst, voor verhuur van zitplaatsen, die toch voor dit jaar om de zeshonderd gulden beloopt, daar af te trekken, dan mocht ik toch stellig den toestand niet zoo bijzonder gunstig noemen. En dat het getal leden der Opera-Vereeniging telkens kleiner is geworden, dat lag toch zeker in den aard der dingen. Was er in den aanvang, toen er nog geene teleurstelling was, aile werk van gemaakt om een uitstekend beheerd waarborgfonds te ver- krijgen, waaruit de opera-directeur was betaald, die dan in overleg met de commissie zijne acteurs 3) Novelle van A. KLiUSZMANN. »Haar oom zoowel als haar tante gingen vroeg- tijdig te bed wij zouden ongestoord zijn. Zonder twijfel zou ik over den tuinmuur kunnen klimmen, indien ik de plaats koos waar een groote pereboom zijn takken ook over de buitenzyde van den muui uitspreidde. Ik heb er u niets van gezegd, omdat ik vreesde, dat gij met mijn romantische liefde zoudt spotten, maar op den bepaalden tijd was ik aanwezig en had het geluk Huïda te spreken. Het arme kind deelde mij mede, dat zij vast besloten was met mijn hulp het huis van haar oom te ont- vluchten. Zij kon over eene kleine som besehikken, die zij van haar kleedgeld had bespaard en bezwoer mij, haar naar een nicht harer moeder te brengen, bij wie zij zeker wist bescherming te zullen vinden. Vandaaruit zou zij de hulp van het gerecht in- roepen tegen haar oom, die haar met geweld zijn zoon tôt echtgenoot wilde opdringen. Ik keurde haar plan goed en wij waren juist aan het over- leggen, toen wij plotseling de stem van haar tante in de verte hoorden. Blijkbaar was onze samen- komst verraden. Ik snelde met vlugge sprongen den tuin door tôt aan dezelfde plaats bij den pere boom en wilde juist den sprong over den muur doen, toen ik opeens den oude Klose, die mij zeker opgewacht had, naast mij zag staan. In zijn hand blonk een revolver. Voor geen geld ter we- wilde ik mij door hem laten tegenhouden; ik ge- raakte in een toestand van de grootste opgewon- denheid, vergat ailes om mij heen, gaf hem een slag op het hoofd, zag hem ineenzinken en vluchtte weg. Ik hoopte en meende, dat hij slechts be- dwelmd was, tôt ik van morgen de vreeselijke tijding van zijn dood hoorde. Maar ik erken, dat gisterenavond, toen ik tehuis kwam, mij reeds een vreeseljjke angst overviel ik deed mij zelf de heftigste verwijten, dat ik den man hulpeloos had laten liggen, maar ik troostte mij met de hoop, dat de slag hem geen nadeel zou doen. Ik vermoedde immers niet, dat mijn noodlot reeds vervuld was, dat ik een menschenleven op mijn geweten had.' »Maar waarmee heb je toch dien vreeselijken slag toegebracht vroeg ik. »Ik weet dat je geen stok bij je hadt." »Ik was toch gewapend," luidde het antwoord, »met een zoogenaarnden Engelschen knots. Jekent het instrument wel, met een gummi-knop, waarvan de slag verdoofd. Ik draag dat wapen altijd bij me; maar ik dacht niet dat dit verdedigingsrniddel zulk een noodlottige uitwerking kon hebben. Ik had immers tôt nu toe nog nooit gelegenheid er een slag mee toe te brengen. En nu moest mij dit ongeluk treffen!" Ik was hevig ontsteld over deze bekentenis rmjn vriend had dus werkelijk den doodelijken slag toe gebracht, wel niet met voordacht, maar toch met de vreeselijkste gevolgen. Ook al gelooft men hem op zijn eerewoord, dan moeten de rechters zoo met wegens moord, hem toch wegens doodslag tôt verantwoording roepen en een onteerende straf zou het onvermijdelijk gevolg zijn. De toekomst vau mijn vriend was voor altijd vernietigd. Ik had eenige oogenblikken noodig, eer ik zoover hersteld was, om den toestand met helderen blik te kunnen overzien. De ongelukkige Hans liep nog altijd als een waan- zinnige de kamer rond ik vreesde het ergste voor hem en toch had ik niet den moed een dokter te halen. Eindelijk volgde volkomen uitputting op de hevige overspanning en hij viel in een diepon slaap. Ik begaf mij nu naar onze woonkamer, waar ik mij in een stoel wierp Wat moest ik mijn onge- lukkigen vriend raden? Hij had gezegd dat hij zich bij het gerecht wilde aangeven, dat was mis- scliien nog het beste. Zijn bekentenis zou men gelooven en verzachtende omstandigheden in aan- merking nemen. Toch weigerde een stem in mijn binnenste tians tôt dezen stap aan te moedigen. Het was te vree- seliik, dat hij zich zelf van de zwaarste misdaad die de wet kent moest beschuldigen. Daarbij dacht ik ook aan het jonge meisje, die onvrijwillige oor- zaak van de noodlottige daad. Ik had Hulda slechts enkele keeren gezien, maar ik moet erken- nen, dat zij op mij een zeer aangenamen indruk maakte. Ook was ik overtuigd dat zij mijn vriend inderdaad van harte liefhad hoe vreeselijk moest voor haar de gedachte zijn, dat hij een moordenaar was, dat hij de schuld droeg aan den dood van haar oom en voogd! Welk een zielesmart, welk een ellende voor het jonge meisje, zoowel als voor mijn rampzaligen vriend Het noodlot greep hier met wreede hand in het leven van twee menschen, wien nog den vorigen dag een gelukkige toekomst had gewacht. Ik dacht ook aan de oude moeder van Brauner; ik kende de goede vrouw, wier trots haar eenige zoon was. De tijding, dat men haar Hans als moordenaar in hechtenis had genomen, zou zijn moeder het leven kosten. Neen, neen, hij mocht zich zelf niet aangeven ik zou het niet dulden. Hij moest vluchten terstond, men wist immers niet dat hij de moor denaar was nog niet de minste verdenking koesterde men tegen hem, daar diefstal werd ver- moed. Aan geld ontbrak het ons niet ik wist dat Hans nog goed voorzien was en zelt beschikte ik over een paar honderd gulden. Daarmee was hij vooreerst geholpen. Zooveel werd mij echter bij eenig nadenken duidelijk, dat ik, voor wij tôt verdere stappen overgingen, eerst zekerheid moest hebben, of reeds op een bepaalden persoon verden king was gevallen. Ik gevoelde zelf dringend be hoefte de waarheid te weten, om daarnaar te kunnen handelen. Zijn kermen zeide mij dat Hans ontwaakt was. Ik ging naar hem toe en vertelde hem ailes waar- aan ik had gedacht. Oak hij zag in, dat het het beste was eérst meer bijzofiderheden te vernernen. Ik vroeg hem op zijn eerewoord af, dat hij rustig in zijn kamer zou blijven, zich zell geen ongeluk zou aandoen daarop liet hij mij gaan met de drin- gende bede spoedig terug te komen. »Laat mij niet alleen," zeide hij, »ik smeek je, laat mij niet alleen. Je weet niet wat het zeggen wil, met deze vreeselijke zellbeschuldiging alleen te wezen. Kom spoedig terug of ik word waan- zinnig." II. Ik was zelf zeer onder den indruk van dit tooneel en het kostte mij groote moeite, een ongedwongen houding aan te nemen, toen ik eenigszins laat in het hotél kwam, waar wij met meer kennissen gemeenschappelijk ons middagmaal plachten te ge- bruiken. Ik vertelde, dat Hans ongesteld was ge worden, maar het scheen gelukkig geen ziekte van beteekenis. Ik vond het echter noodzakelijk, met het oog op een mogelijk bewijs van alibi, er den leugen bij te voegen, dat ik hem reeds gisteren avond hij mijn thuiskomst wat koortsig vond. De heeren spraken hua leedwezen uit, maar spoedig kwam het gesprek op den moord, die natuurlijk in het kleine dorp aller gemoederen in opstand bracht. Verschillende geruchten waren in omloop, het eene natuurlijk lijnrecht in tegenspraak met het andere. Dit echter stond vast Klose was gedood door een sla,T op het hoofd. Ik kwam tôt de slotsom, dat tegen mijn ongelukkigen vriend nog niet de ge- ringste verdenking weid gekoesterd. De keel was mij als dicht geschroefd, ik kon ternauwernood iets eten, veroutschuldigde de haast, waarmee ik van tafel opstond, met Brauners onge- steldheid en keerde zoo snel mogelijk naar onze woning terug. Ik vond Hans in een toestand van doffe wanhoop. Ik vertelde hem ailes wat ik vernomen had, stelde hem gerust, dat niemand hem nog verdacht en vroeg zijn goedkeuring, of ik nu eens naar de villa Klose zou gaan, om te zien hoe daar de zaken stonden. Hij stemde toe. Voor mijn heengaan ech ter verzocht ik hem dringend een plan tôt ont- vluchting ernstig te overwegen, waardoor ook zijn gedachten wat afgeleid zouden worden. Ik dwong hem bijna met geweld zich aan te kleeden en iets te gebruiken. Daarna legde ik spoorboekjes en een atlas voor hem neer, terwijl ik voor de reiskos- ten mijn beurs ter beschikking stelde. ("Wordt vervolgd.) VOLKSBLAD 00ST-600RECHT EN VAN v»n GRONINGEN naar TïIEPPEL—'s BOSCH. V*n BOSCH naar MEPPELGRONTNGEI Van NIEHWE SCH ANS naar HAR1INGEN. Vertr. N.-Schan. *5,52 *7,27 11,15 *2,28 5,10 8,28 Wmschoten 6,9 7,47 11,80 2,40 5,24 8,88 Soheemda 6.21 7,59 11,48 2,52 5,81 8,46 Zuidbroek 6,84 8,11 11,58 8,8 5,41 8,57 Hoocezand 6,48 8,25 12,2 3,14 5,48 9,6 Kropswolde 6,55 8,82 12,8 8,20 9,11 Aank Groningen 7,9 8,48 12,21 8,82 6,6 9,23 Vertr 7.16 9,35 1,25 4,44 6,12 9,29 Leenw&rden 8,43 11,34 2,58 6,7 7,57 10,54 Aank. Harlingen 9,19 12,10 8,29 6,46 8,88 11,80 De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger- compagniesterweg (wachtp. 87), tôt het ofnemenyan reizigers. Bovendien mogen aldaar die treinen verlaten reizigers, voor- zien van plaatabewijzen naar Hoogezand-Sappemeer. Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS Vertr. Harlingen Leenwarden Aank. Groningen Vertr. Kropswolde Hoogezand Zuidbroek Sobeemda Winseïoten Aank. N.-Sciant *6.00 6,14 6.20 6,31 6,46 0.58 7,9 6,22 7,3 8,21 8,46 9,— 9,6 9.15 9,30 9,88 9,52 7,58 11,6 12,24 *12,88 12,52 12,58 1.» 1,24 1,82 1,48 12,50 1,86 2,48 2,53 3,7 3,18 3,22 8,37 8,45 3,59 2,51 4,46 6,4 *6,12 6,26 6,32 6,48 6,59 7,7 7,28 5,26 7,52 9,10 10,41 10,56 11,1 11,10 11,25 11,88 11,46 De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger- compagniesterweg (wachtp. 87) tôt het uitlaten van reizigers. Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigers, voorzien van terugreisgedeelten van retourbiljetten naar Hoo gezand-Sappemeer. Sneldienst van Groningen 7,30 naar Amsterdam Vertr. Groningen 6, Haren 6,9 De Pnnt 6,17 Vries-Znidl. 6,26 7,80 9,8 12,80 9,12 9,20 12,48 9,29 8,38 8,47 8,55 4,4 4,22 5,43 6.35 7,85 8,19 Assen 6,40 7,58 9,53 1,4 Meppel 7,55 8,52 11,38 2,15 Zwolle 8,42 9,88 12,42 3,7 Aank. Zntfeu 9,80 10,41 1,42 4,17 Àrnhem 10,16 11,27 2,80 5,9 's Bosch 1,10 4,17 6,58 10,4 Van GRONINGEN naar DELFZIJL Vertr. Groningen 7,85 11,52 1,81 4,53 Loppersum 8,40 1,2,36 5,58 Appingedam 9,1,19 2,58 6,18 Aank. Delfzijl 9,10 1,29 8,6 6,28 welke des avonds te 10,86 aldaar retourneert. 6,15 6,41 7.37 8.38 9,47 10,80 8. 8,9 8,17 8,26 8,44 10,8 10,48 7,52 8,56 9,18 9,29 10,40 11,44 12,5 12,14 Van 's BOSCH naar MEPPEL—GRONINGEN. Vertr 's Bosch Arnhem Zntfec Zwolle Meppel Assen 5,20 6,10 7,8 8,42 9,30 7,5 10,6 12,52 7.27 10,45 Vries-Zuidl. 7,45 10,69 De Punt 7,54 11,8 Haren 8,2 11,16 Aank. Groningen 8,10 11,26 Van DELPZIJL Vertr. Delfzijl 5,40 Appingedam 5,51 Loppersum 6,15 Aank. Groningen 7,18 9,— 11,40 9,40 12,80 10,85 1,51 11,11 2.80 12,- 12,26 2,50 8.87 5,8 5,48 7,7 7,21 7,80 7.88 7,46 3,51 4,5 4,14 4,22 4,80 naar GRONINGEN. 6,45 10,30 1,7 6,58 10,43 1,18 7,26 11,11 1,42 8,81 12,18 2,40 8,20 5,11 7,22 8,18 5,88 7,6 7,46 8,45 9,21 9,29 10,11 9,48 9,52 10,- 10,8 10,86 4,12 8,16 4,24 8,27 4,48 8.51 5,48 9,48

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1