No. 82
W0EN8DAG 12 October 1892.
22e Jaargang.
y a n
Mijn vriend Brauner.
u
B01&ISÎÏÏS «5 ZOON, SAPPEMEIE,
ïazending van Advertentiên en Xnge^oaden Stnkkea dse Binsdap- ea Yrpagsavonrtg vôtr ms m bij m ïïitg»ve»,
niFMSTREGELlNG OP DE STAATS-SPOORWEQEN. AAHGEVÀNQEN QÊN 1 OCTOBtR 1882. (TIJD VAN GREENWICH.)
Overzicht van 2 tôt 9 Oct. 1892.
FEUILLETON.
UIT GRUNO.
Voor de Qemeenten HOOQES5ANI)gAFPEMXBR, SLOCHTEREK HOOBBBBOEK, ST7IDBBOKK, IUIDLABBK, HABEN en».
Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 cents,
franco per post 45 cent».
Enkele nommers 5 cent».
T G A V F.
PRIJS der ADVERTENTIËNVan 15 regels 35 cents,
iedere regel meer 10 cents. Groote letters worden naar plaats»
ruimte bsrekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in «ans
voor 3-maaI piaatsing besteld, is de dsrda plaatsing gratis.
BUITENLAND.
De delegatiën der beide parlementen van de
OostenrijkHongaarsche monarchie, maakten bij
de opening van het nieuwe zitlingjaar, als naai
gewoonte, hun opwachting bij keizer Franz Joseph.
Na de gewone officiëele toespraken onderhoudt de
populaire vorst zich dan zeer vertrouwelijk met de
gedelegeerden, en geeft zijn inzichten op het ge-
bied van de binnen- en buitenlandsche staat-
kunde, door langdurige ervaring gerijpt, aan de
vertegenwoordigers van zijn volk ten beste. Ook
ditmaal besprak hij op zeer bezadigden toon, voor-
namelijk de buitenlandsche politiek. De keizer
deelde o.a. mede dat de betrekkingen met de groote
mogendheden geen wijzigingen hadden ondergaan,
en dat de vertrouwenwekkende overeenstemming van
Oostenrijk met de natiën, waarmede het een ver-
bond gesloten heeft, haren heilzamen invloed tôt
handhaving van den vrede heeft behouden. De
behoefte aan rust bij de volkeren en de zorg voor
hun stoflelijk welzyn dragen ongetwijfeld ook veel
bij, zoo meende de keizer, om buitengewone ge-
matigdheid ten opzichte van de buitenlandsche aan-
gelegenheden in acht te nemen. Ook Oostenrijk
was in die richting werkzaam, en kon door het
sluiten van voordeelige handelstraktaten voor een
reeks van jaren zijn handelsbetrekkingen een goeden
grondslag geven. Een en ander maakte op de
delegatiën een zeer gunstigen indruk, die echter vrij
wat werd getemperd toen de keizer mededeelde
dat op nieuw voor het leger een verhoogd crediet
moest worden aangevraagd. Ruim 4 millioen flo-
rijnen meer zijn volgens den keizer noodig om te
voorzien in de allernoodzakelijkstebehoeften van leger
en vloot, om financieele redenen reeds te languit-
gesteld.
Geen wonder dat er in het parlement een stem
opging tegen het drievoudig verbond, dat ook Oos
tenrijk zulke zware lasten oplegt. Een lid der
Czechische partij verklaarde rondweg, dat hij en
zijne landgenooten dat verbond verfoeiden, al waren
zij ook volstrekt niet vijandig gezind aan Duitsch-
land of Italie. Aan de regeering werd de vraag
voorgelegd of dat verbond met Duitschland, mdertijd
openbaar gemaakt, nog niet geheime bepalingen
bevatte, die o.a. aan Oostenrijk Duitschlands hulp
verzekerden voor het geval dat die monarchie zich
genoodzaakt zou zien offensief op te treden, wan-
neer zij hare vermeende lielangen op het Balkan-
Schiereiland bedreigd achtte en waarom werd het
traktaat met Italie geheim gehouden
De minister-président Kalnoky verzekerde den
lastigen vrager dat het verbond der mogendheden
zuiver en oprecht defensief was, dat met Duitschland
was in zijn geheel gepubliceerd, dat dit niet het
geval was met de overeenkomst met Italie vond
zijn reden daarin, dat daartoe de toestemming van
beide contractanten wordt vereischt. Wie tegen
de openbaarmaking is werd door den minister niet
vermeld. Overigens deelde de minister de optimis-
tische beschouwingen van den keizer, ook hij ge-
loofde, dat niettegenstaande aile oorlogstoerustingen
Europa een tijdperk van vrede te gemoet gaat,
groote maatschappelijke hervormingen die onder-
nomen worden schijnen daarop te wijzen.
In Duitschland neemt de oppositie tegen de nieuwe
legerontwerpen grooter afmetingen aan, vooral
nu bekend geworden is, dat de keizer als hoofd
van den duitschen staat de ontwerpen zal aanhangig
maken bij den bondsraad, zonder advies van het
pruisische staats ministerie, dat alleen in kennis
gesteld is met het plan des keizers tôt versterking
der strijdkrachten. In de bladen wordt de rijks-
kanselier Caprivi duchtig aangevallen dat hij zonder
de raadslieden der kroon te hooren, zulk een be-
langrijk ontwerp heelt ingediend.
Te Weimar, de hoofdstad van het groother-
togdom Saksen-Weimar-Eisenach, is een schitterend
feest gevierd. De groothertog gehuwd met prinses
Sophie der Nederlanden, een zuster van wijlen Z. M.
koning Willem III, vierde zijn gouden huwelijksfeest.
Tal van vorstelijke personen woonden die feesten
bij, waaronder de keizer van Duitschland, en onze
beide vorstinnen. Verschillende deputaties uit Ne-
derland boden het echtpaar geschenken aan, waar
onder ook een feestgave van 27000 door de
hertogin bestemd voor liefdadige doeleinden, voor-
namelijk voor ziekenverpleging. De belangstelling
die de groothertogin steeds toonde in ailes wat den
nederlandschen handel en de industrie betrof, die
zij met milde hand steunde, maakte dat hare vroe-
gere landgenooten haar steeds een warm hart toe-
droegen. Maar ook in haar nieuw vaderland heeft
zij veler harten gewonnen door haar onbekrompen
hulpbetoon in het stichten van ziekenhuizen, en
in werken van openbare liefdadigheid.
De fransche regeering heeft uit de afrikaansche
kolonie Dahomey gunstige berichten ontvangen.
Ten tweeden maie is het gelukt den negerkoning,
die zich zoo krachtig verzette tegen de vreemde
indringers, een gevoelige nederlaag toe te brengen.
De fransche regeering meldt dat de koning van
Dahomey een strijdmacht om zich vereenigde van
10000 man, ten deele goed gewapend, en naar er
hatelijk bijgevoegd wordt, voor een groot deel van
oorlogsmaterieel van duitsche herkomst voorzien.
Herhaalde malen moesten de Franschen carré vor-
men, zoo werden ze door de negers bestookt.
Na een gevecht van drie uren gaf de koning
het sein tôt de vlucht, een paar honderd dooden
werden op het slagveld gevonden. De Franschen
hadden aan hun kant ook vele gewonden.
De eerste Schouwburgavond is een sleeht begin
geweest. En 't spijt mij, dat ik met zulke mededeeling
mijnen brief alweer moet beginnen. Het gegeven
blijspel bevatte niet veel zaaks en was veel te
gerekt; terwijl de entrée te hoog was gesteld.
Of er gisteren avond, toen er iets beters werd
gegeven, beter bezoek is geweest, weet ik niet, en
of heden (Zondag) avond de verwerking van een
stuk als Max Havelaar (NB veel publiek zal kunnen
trekken, zou ik haast betwijfelen. Speet het mij,
dat ik gisteren verhinderd was te gaan heden
avond denk ik er niet aan. Max Havelaar is als
lectuur iets prachtigs; maar verwerkt voor het
tooneel kan ik er onrnogelijk veel van verwachten.
En nu in antwoord aan den heer J. I. H.die zoo
welwillend zijne opmerkingen heeft ten beste gegeven.
Voorop stel ik, dat ik het Bestuur van den Schouw-
burg geen enkel verwyt heb gemaakt, dat ik mij,
daar mij geene officieele gegevenstendienste stonden,
nergens zoo beslist heb uitgelaten, als het schrijven
van den heer H. dat zou doen vermoeden, en dat
ik in hart en liefde voor Schouwburgzaken met
den heer H. in het gelid wensch te st.aan. Veel,
zeer veel is er in het schrijven van den heer H.,
dat ik gaarne onderschrijl', en beiden zijn we 't
dunkt mij eens, dat het in Schouwburgzaken hier
niet naar wensch gaat. De heer H. schrijft dit
toe aan de geringe offervaardigheid voor de kunst
hier in het noorden, en ik onderschrijf dat geheel,
al denk ik ook aan andere oorzaken. Dat de ach-
teruitgang van den verhuur van zitplaatsen van
2000 op ruim 1400 niet precies honderd
procent bedraagt, erken ik, maar als men in aan-
merking neemt wat bij goeden gang van zaken de
opbrengst moest zijn, dan scheelt het toch zeker
wel meer dan honderd procent. Dat »een goed
deel der zitplaatsen in handen van colporteurs is
gekomen" meen ik niet beslist gezegd te hebben,
doch het verblijdt mij, dat de betrouwbare gegevens
van den heer H. de mij te goeder trouw verstrekte
inlichtingen logenstralïen. Verder beweert de heer
H., dat ééne voorstelling per week genoeg is. En
ik voor mij wenschte er graag elken Zondag eene
volksvoorstelling bij. Dat scheelt dus weer honderd
procent in den eisch. Over de uitvoerbaarheid
heb ik mij als verslaggever natuurlijk niet uit te
laten: dat ligt op den weg der directie. Wel
waag ik het op te merken, en 't is alweer niet om
aanmerkingen te maken op de directie, dat de
locaalhuur voor volks- en liefdadigheidssoirées veel
te hoog is gesteld. Verder heb ik het lijstje der
uitvoeringen »erg sober" durven noemen. Vooreerst
met het oog op het gémis aan voldoende volks-
voorstellingen. Ten tweede, omdat de heer H.
evengoed uit ervaring wist als ik, dat we nog al
korting gewoon zijn op het beloofde. Ten derde,
omdat ik al die voorstellingen niet voor vol tel.
Wij hebben er nu drie gehad doch het mag aan
mij liggen, maar ik tel ze niet voor drie. En zelfs,
waar het Ned. Tooneel optreedt in den winter,
daar wordt er soms meer rekening gehouden met
de kosten van décoratief, meerder personeel en
meerdere onkosten dan met het gehalte en de
waarde der te geven tooneelstukken. 't Ligt soms
voor de hand, nu ja doch een verslaggever dient
er nota van te nemen. Wat betreft den wensch
naar een operagezelschap dien wensch zal de heer
H. met mij deelen. Weer laat ik de uitvoerbaarheid
aan de bestaande commissie over, en dan erken
ik dadelijk, dat de ervaringen er wel naar geweest
zijn, om vele illusiën weg te nemen. Als ook, dat
de tegenwoordige gang van zaken voor een goed deel
het gevolg is van al die teleurstelling. De offer
vaardigheid heeft er veel onder geleden Groningen
is wat sstoer" in 't geven, en waar het geeft, daar
wil het eieren voor zijn geld. De heer H. getuigt
ten slotte, dat er nog zes zevenhonderd gulden
batig saldo is geweest. Schitterend is dat resultaat
zeker niet, en wanneer ik het nu waag, de mindere
ontvangst, voor verhuur van zitplaatsen, die toch
voor dit jaar om de zeshonderd gulden beloopt,
daar af te trekken, dan mocht ik toch stellig den
toestand niet zoo bijzonder gunstig noemen. En
dat het getal leden der Opera-Vereeniging telkens
kleiner is geworden, dat lag toch zeker in den
aard der dingen. Was er in den aanvang, toen er
nog geene teleurstelling was, aile werk van gemaakt
om een uitstekend beheerd waarborgfonds te ver-
krijgen, waaruit de opera-directeur was betaald,
die dan in overleg met de commissie zijne acteurs
3)
Novelle van
A. KLiUSZMANN.
»Haar oom zoowel als haar tante gingen vroeg-
tijdig te bed wij zouden ongestoord zijn. Zonder
twijfel zou ik over den tuinmuur kunnen klimmen,
indien ik de plaats koos waar een groote pereboom
zijn takken ook over de buitenzyde van den muui
uitspreidde. Ik heb er u niets van gezegd, omdat
ik vreesde, dat gij met mijn romantische liefde
zoudt spotten, maar op den bepaalden tijd was ik
aanwezig en had het geluk Huïda te spreken. Het
arme kind deelde mij mede, dat zij vast besloten
was met mijn hulp het huis van haar oom te ont-
vluchten. Zij kon over eene kleine som besehikken,
die zij van haar kleedgeld had bespaard en bezwoer
mij, haar naar een nicht harer moeder te brengen,
bij wie zij zeker wist bescherming te zullen vinden.
Vandaaruit zou zij de hulp van het gerecht in-
roepen tegen haar oom, die haar met geweld zijn
zoon tôt echtgenoot wilde opdringen. Ik keurde
haar plan goed en wij waren juist aan het over-
leggen, toen wij plotseling de stem van haar tante
in de verte hoorden. Blijkbaar was onze samen-
komst verraden. Ik snelde met vlugge sprongen
den tuin door tôt aan dezelfde plaats bij den pere
boom en wilde juist den sprong over den muur
doen, toen ik opeens den oude Klose, die mij
zeker opgewacht had, naast mij zag staan. In zijn
hand blonk een revolver. Voor geen geld ter we-
wilde ik mij door hem laten tegenhouden; ik ge-
raakte in een toestand van de grootste opgewon-
denheid, vergat ailes om mij heen, gaf hem een
slag op het hoofd, zag hem ineenzinken en vluchtte
weg. Ik hoopte en meende, dat hij slechts be-
dwelmd was, tôt ik van morgen de vreeselijke
tijding van zijn dood hoorde. Maar ik erken, dat
gisterenavond, toen ik tehuis kwam, mij reeds een
vreeseljjke angst overviel ik deed mij zelf de
heftigste verwijten, dat ik den man hulpeloos had
laten liggen, maar ik troostte mij met de hoop, dat
de slag hem geen nadeel zou doen. Ik vermoedde
immers niet, dat mijn noodlot reeds vervuld was,
dat ik een menschenleven op mijn geweten had.'
»Maar waarmee heb je toch dien vreeselijken
slag toegebracht vroeg ik. »Ik weet dat je geen
stok bij je hadt."
»Ik was toch gewapend," luidde het antwoord,
»met een zoogenaarnden Engelschen knots. Jekent
het instrument wel, met een gummi-knop, waarvan
de slag verdoofd. Ik draag dat wapen altijd bij me;
maar ik dacht niet dat dit verdedigingsrniddel
zulk een noodlottige uitwerking kon hebben. Ik
had immers tôt nu toe nog nooit gelegenheid er
een slag mee toe te brengen. En nu moest mij
dit ongeluk treffen!"
Ik was hevig ontsteld over deze bekentenis rmjn
vriend had dus werkelijk den doodelijken slag toe
gebracht, wel niet met voordacht, maar toch met
de vreeselijkste gevolgen. Ook al gelooft men hem
op zijn eerewoord, dan moeten de rechters zoo
met wegens moord, hem toch wegens doodslag tôt
verantwoording roepen en een onteerende straf zou
het onvermijdelijk gevolg zijn. De toekomst vau
mijn vriend was voor altijd vernietigd. Ik had
eenige oogenblikken noodig, eer ik zoover hersteld
was, om den toestand met helderen blik te kunnen
overzien.
De ongelukkige Hans liep nog altijd als een waan-
zinnige de kamer rond ik vreesde het ergste voor
hem en toch had ik niet den moed een dokter te
halen. Eindelijk volgde volkomen uitputting op de
hevige overspanning en hij viel in een diepon slaap.
Ik begaf mij nu naar onze woonkamer, waar ik
mij in een stoel wierp Wat moest ik mijn onge-
lukkigen vriend raden? Hij had gezegd dat hij
zich bij het gerecht wilde aangeven, dat was mis-
scliien nog het beste. Zijn bekentenis zou men
gelooven en verzachtende omstandigheden in aan-
merking nemen.
Toch weigerde een stem in mijn binnenste tians
tôt dezen stap aan te moedigen. Het was te vree-
seliik, dat hij zich zelf van de zwaarste misdaad
die de wet kent moest beschuldigen. Daarbij dacht
ik ook aan het jonge meisje, die onvrijwillige oor-
zaak van de noodlottige daad. Ik had Hulda
slechts enkele keeren gezien, maar ik moet erken-
nen, dat zij op mij een zeer aangenamen indruk
maakte. Ook was ik overtuigd dat zij mijn vriend
inderdaad van harte liefhad hoe vreeselijk moest
voor haar de gedachte zijn, dat hij een moordenaar
was, dat hij de schuld droeg aan den dood van
haar oom en voogd! Welk een zielesmart, welk
een ellende voor het jonge meisje, zoowel als voor
mijn rampzaligen vriend
Het noodlot greep hier met wreede hand in het
leven van twee menschen, wien nog den vorigen
dag een gelukkige toekomst had gewacht.
Ik dacht ook aan de oude moeder van Brauner;
ik kende de goede vrouw, wier trots haar eenige
zoon was. De tijding, dat men haar Hans als
moordenaar in hechtenis had genomen, zou zijn
moeder het leven kosten.
Neen, neen, hij mocht zich zelf niet aangeven
ik zou het niet dulden. Hij moest vluchten
terstond, men wist immers niet dat hij de moor
denaar was nog niet de minste verdenking
koesterde men tegen hem, daar diefstal werd ver-
moed. Aan geld ontbrak het ons niet ik wist dat
Hans nog goed voorzien was en zelt beschikte ik
over een paar honderd gulden. Daarmee was hij
vooreerst geholpen. Zooveel werd mij echter bij
eenig nadenken duidelijk, dat ik, voor wij tôt
verdere stappen overgingen, eerst zekerheid moest
hebben, of reeds op een bepaalden persoon verden
king was gevallen. Ik gevoelde zelf dringend be
hoefte de waarheid te weten, om daarnaar te
kunnen handelen.
Zijn kermen zeide mij dat Hans ontwaakt was.
Ik ging naar hem toe en vertelde hem ailes waar-
aan ik had gedacht. Oak hij zag in, dat het het
beste was eérst meer bijzofiderheden te vernernen.
Ik vroeg hem op zijn eerewoord af, dat hij rustig in
zijn kamer zou blijven, zich zell geen ongeluk zou
aandoen daarop liet hij mij gaan met de drin-
gende bede spoedig terug te komen.
»Laat mij niet alleen," zeide hij, »ik smeek je,
laat mij niet alleen. Je weet niet wat het zeggen
wil, met deze vreeselijke zellbeschuldiging alleen
te wezen. Kom spoedig terug of ik word waan-
zinnig."
II.
Ik was zelf zeer onder den indruk van dit tooneel
en het kostte mij groote moeite, een ongedwongen
houding aan te nemen, toen ik eenigszins laat in
het hotél kwam, waar wij met meer kennissen
gemeenschappelijk ons middagmaal plachten te ge-
bruiken. Ik vertelde, dat Hans ongesteld was ge
worden, maar het scheen gelukkig geen ziekte van
beteekenis. Ik vond het echter noodzakelijk, met
het oog op een mogelijk bewijs van alibi, er den
leugen bij te voegen, dat ik hem reeds gisteren
avond hij mijn thuiskomst wat koortsig vond. De
heeren spraken hua leedwezen uit, maar spoedig
kwam het gesprek op den moord, die natuurlijk in
het kleine dorp aller gemoederen in opstand bracht.
Verschillende geruchten waren in omloop, het eene
natuurlijk lijnrecht in tegenspraak met het andere.
Dit echter stond vast Klose was gedood door een
sla,T op het hoofd. Ik kwam tôt de slotsom, dat
tegen mijn ongelukkigen vriend nog niet de ge-
ringste verdenking weid gekoesterd.
De keel was mij als dicht geschroefd, ik kon
ternauwernood iets eten, veroutschuldigde de haast,
waarmee ik van tafel opstond, met Brauners onge-
steldheid en keerde zoo snel mogelijk naar onze
woning terug.
Ik vond Hans in een toestand van doffe wanhoop.
Ik vertelde hem ailes wat ik vernomen had, stelde
hem gerust, dat niemand hem nog verdacht en
vroeg zijn goedkeuring, of ik nu eens naar de villa
Klose zou gaan, om te zien hoe daar de zaken
stonden. Hij stemde toe. Voor mijn heengaan ech
ter verzocht ik hem dringend een plan tôt ont-
vluchting ernstig te overwegen, waardoor ook zijn
gedachten wat afgeleid zouden worden. Ik dwong
hem bijna met geweld zich aan te kleeden en iets
te gebruiken. Daarna legde ik spoorboekjes en
een atlas voor hem neer, terwijl ik voor de reiskos-
ten mijn beurs ter beschikking stelde.
("Wordt vervolgd.)
VOLKSBLAD
00ST-600RECHT EN
VAN
v»n GRONINGEN naar TïIEPPEL—'s BOSCH. V*n BOSCH naar MEPPELGRONTNGEI
Van NIEHWE SCH ANS naar HAR1INGEN.
Vertr. N.-Schan. *5,52 *7,27 11,15 *2,28 5,10 8,28
Wmschoten 6,9 7,47 11,80 2,40 5,24 8,88
Soheemda 6.21 7,59 11,48 2,52 5,81 8,46
Zuidbroek 6,84 8,11 11,58 8,8 5,41 8,57
Hoocezand 6,48 8,25 12,2 3,14 5,48 9,6
Kropswolde 6,55 8,82 12,8 8,20 9,11
Aank Groningen 7,9 8,48 12,21 8,82 6,6 9,23
Vertr 7.16 9,35 1,25 4,44 6,12 9,29
Leenw&rden 8,43 11,34 2,58 6,7 7,57 10,54
Aank. Harlingen 9,19 12,10 8,29 6,46 8,88 11,80
De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger-
compagniesterweg (wachtp. 87), tôt het ofnemenyan reizigers.
Bovendien mogen aldaar die treinen verlaten reizigers, voor-
zien van plaatabewijzen naar Hoogezand-Sappemeer.
Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS
Vertr. Harlingen
Leenwarden
Aank. Groningen
Vertr.
Kropswolde
Hoogezand
Zuidbroek
Sobeemda
Winseïoten
Aank. N.-Sciant
*6.00
6,14
6.20
6,31
6,46
0.58
7,9
6,22
7,3
8,21
8,46
9,—
9,6
9.15
9,30
9,88
9,52
7,58
11,6
12,24
*12,88
12,52
12,58
1.»
1,24
1,82
1,48
12,50
1,86
2,48
2,53
3,7
3,18
3,22
8,37
8,45
3,59
2,51
4,46
6,4
*6,12
6,26
6,32
6,48
6,59
7,7
7,28
5,26
7,52
9,10
10,41
10,56
11,1
11,10
11,25
11,88
11,46
De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger-
compagniesterweg (wachtp. 87) tôt het uitlaten van reizigers.
Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigers,
voorzien van terugreisgedeelten van retourbiljetten naar Hoo
gezand-Sappemeer.
Sneldienst van Groningen 7,30 naar Amsterdam
Vertr. Groningen 6,
Haren 6,9
De Pnnt 6,17
Vries-Znidl. 6,26
7,80
9,8 12,80
9,12
9,20 12,48
9,29
8,38
8,47
8,55
4,4
4,22
5,43
6.35
7,85
8,19
Assen 6,40 7,58 9,53 1,4
Meppel 7,55 8,52 11,38 2,15
Zwolle 8,42 9,88 12,42 3,7
Aank. Zntfeu 9,80 10,41 1,42 4,17
Àrnhem 10,16 11,27 2,80 5,9
's Bosch 1,10 4,17 6,58 10,4
Van GRONINGEN naar DELFZIJL
Vertr. Groningen 7,85 11,52 1,81 4,53
Loppersum 8,40 1,2,36 5,58
Appingedam 9,1,19 2,58 6,18
Aank. Delfzijl 9,10 1,29 8,6 6,28
welke des avonds te 10,86 aldaar retourneert.
6,15
6,41
7.37
8.38
9,47
10,80
8.
8,9
8,17
8,26
8,44
10,8
10,48
7,52
8,56
9,18
9,29
10,40
11,44
12,5
12,14
Van 's BOSCH naar MEPPEL—GRONINGEN.
Vertr
's Bosch
Arnhem
Zntfec
Zwolle
Meppel
Assen
5,20
6,10
7,8
8,42
9,30
7,5 10,6 12,52
7.27 10,45
Vries-Zuidl. 7,45 10,69
De Punt 7,54 11,8
Haren 8,2 11,16
Aank. Groningen 8,10 11,26
Van DELPZIJL
Vertr. Delfzijl 5,40
Appingedam 5,51
Loppersum 6,15
Aank. Groningen 7,18
9,— 11,40
9,40 12,80
10,85 1,51
11,11 2.80
12,-
12,26
2,50
8.87
5,8
5,48
7,7
7,21
7,80
7.88
7,46
3,51
4,5
4,14
4,22
4,80
naar GRONINGEN.
6,45 10,30 1,7
6,58 10,43 1,18
7,26 11,11 1,42
8,81 12,18 2,40
8,20
5,11
7,22
8,18
5,88
7,6
7,46
8,45
9,21
9,29 10,11
9,48
9,52
10,-
10,8 10,86
4,12 8,16
4,24 8,27
4,48 8.51
5,48 9,48