No. 87. ZONDAG 30 October 1892. 22e Jaargang. VAN FEUILLETON Mijn vriend Brauner. BORGESIUS ZOON, 8APPKMEER. Inzendmg van Advertentiën en Ingesonden Stnkken des Dinsdags- en Yrijdapavonds vôôr zes uur by de ïïitgevers. Bi| deze courant behoort een bijvoegsel. BÏÏITENLAMD. Voor de Gemeenten HOOGEZANB, 8APPRMEEÏL SLOCETEREN HOORDBBOES, SUIDBROEK» 2UIDLAREH, HAREM en*. Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 85 «enta, franco per post 45 «enta. Enkele nommers 5 cents. U 1 T G A V E PRIJS der ADVERTENTIËN Van 15 regels 85 «enta iedere regel meer 1© cents. Groote letters worden naar plaats- ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in een* voor 3-maal plaatsing besteld, is de darde plaatsing gratis. DIENSTREGELINQ OP DE STAATS-SPOORWEGEN. AANGEVANGEN DEN 1 OCTOBER 1892. (TIJD VAN GREENWICH.) WEEEK1LENDGR. Zondag 30 October. Maandag 31. Dinsdag 1 November. Woensdag 2. Donderdag 3. Vrijdag 4. Zaterdag 5. Zonsopgang, Zaterdag 5 Nov. te 7.5, onder te 4.22. Voile maan, Vrijdag 4 Nov. Een dringend volksbelang. Ons ministerie openbaart eene werkzaamheid, die ieders bewondering verdient. Naast de reeds aan- genomen wet, die de vermogens zal treffen, heeft het nu ingediend een ontwerp voor een bedrijfs- of beroeps-belasting en een tôt hervorming van het kiesrecht. Hiermede toont het een open oog te hebben voor de dringende eischen van dezen tijd. Wanneer wij daarom de aandacht vestigen op een dringend volksbelang, dan gebeurt het niet hierom, dat we heel spoedig een voorziening in dat volks belang verwachten, maar hierom, dat meer en meer de oogen daarvoor moeten opengaan. Dezer dagen werd ons ter lezing toegezonden eene brochure van den heer A. L. Schmidt Jz. te 's Gravenhage, getiteld Staatstoezicht op verzeke- ringen. Deze brochure is niet in den handel, maar, waar de schrijver zich tôt taak stelt propaganda te maken voor de wenschelijkheid van dat Staats toezicht, daar meenen wij in zijnen geest te han- delen met enkele bizonderheden uit zijne brochure te vermelden. Zich te verzekeren is plicht. Men verzekert zich tegen brandgevaar, en meer en meer wint de overtuiging veld, dat werkgevers en daaronder ook de rijks- en gemeenlebesturenverplicht zijn het werkvolk te verzekeren tegen ongelukken. Maar al jaren lang hebben duizenden zich verzekerd in zieken- en begrafenisfondsen. Naar aanleiding van een onderzoek op last van de Maatschappij tôt Nut van 't Algemeen ingesteld naar den toestand dezer fondsen hebben we vroeger reeds medegedeeld, dat men daaromtrent niet altijd gerust wezen kan. Immers 93 fondsen weigerden elke mededeeling omtrent statuten enz. Die stilzwijgendheid zal hare reden gehad hebben. 81 werden goed genoemd 89 tamelijk goed en niet minder dan 77 slecht. Novelle van A. KLAT8ZMAM. 8) »Ik moet weg," riep ik den verhaasden Materne toe, »ik zal iemand halen, die u nog beter ophel- dering kan geven." Voort vloog ik zonder het antwoord af te wach- ten, het huis uit, den tuin door en ik weet niet hoe snel ik de dorpsstraat bereikte. Ik wist alleen, dat ik naar huis moest om mijn wanhopigen vriend te zeggen, dat hij onschuldig, geheel onschuldig was. Zonder mij aan de verbazing der voorbijgan- gers te storen, draafde ik zoo snel mijn longen het toelieten, voort naar het dorp. Ik moest mij bedwingen om niet door een luiden jubelkreet aan mijn blijdschap lucht te geven. Ik gevoelde hevige steken in de zij maar dat belette mij niet steeds voort te hollen. Hoe dichter ik bij ons huis kwam, des te meer spande ik mijn krachten in. Eindelijk had ik het tuinhek bereikt; ik wierp het open, vloog het huis binnen, stormde de trap op, rukte de kamerdeur open en wilde juist in luid gejubekuitbarsten, toen de woorden mij van schrik in de keel bleven stôkôD* De kamer was leeg. Ik vloog naar de slaapka- mer van Hans ook hier was niemand. Ik ging naar mijn eigen kamer, in de hoop hem daar nog te vinden ook hier was hij niet. Mijn oogen zwierven zoekend in het rond, tôt zii een brief op de tafel ontdekten. Hij was van Brauner's hand met mijn adres. Ik scheurdehem open een nevel kwam voor mijn oogen. Het hart, dat 'juist nog zoo snel had geklopt van vreugde, dreigde stil te staan. Daar stonden de vreeselijke woorden »Beste vriend. Ik kan je terugkomst niet afwachten; ik ben waanzinnig van angst en berouw. Mij Toch is bij die tamelijk goede nog bijna 36 mil- lioen en bij de slechte voor bijna 22 millioen ge- assureerd, te zamen 58 millioen guldens op onsoliede wijze. Bij die 77 slechte zijn ruim drie honderd duizend personen verzekerd. Bij 25 fondsen vond de commissie geen geld in kas en toch tellen die inrichtingen nog 160,000 leden, die vol vertrouwen hun geld storten. Zoo ergens Staatstoezicht noodig is, dan zeker hier. Het verwondert ons dan ook niet, dat de tegenwoordige minister reeds in het vorige jaar voor de leden der Tweede kamer de bekentenis heeft afgelegd, dat eene regeling dezer fondsen noodzakelijk is. Maar de levensverzekeringen hebben in de laatste jaren een hooge vlucht genomen. Natuurlijk is iemand, die deelneemt in eene levensverzekering in den regel geen vermogend man. Wat hij daarvoor afzondert is geld, waarvoor hij zich menige inspan- ning getroostte, menig genoegen ontzegde. Daarom moet ieder, die daarin deelneemt zeker zijn, dat het doel, hetwelk hij zich voorstelt zeker bereikt zal worden, dat vrouw en kinderen met andere woorden eenmaal de vruchten plukken van wat hij opgeofïerd heeft. Bestaat die zekerheid Neen. Onze nederlandsche maatschappijen hebben een zeer goeden naam, maar de zekerheid, dat zij altijd, onder aile omstandigheden aan hare verplichtingen zullen voldoen, bestaat niet. Maar de statuten van iedere maatschappij moeten toch koninklijk goedge- keurd worden! Ja, de statuten, maar hoe men verder werkt, of de ontvangen gelden behoorlijk worden geboekt en verantwoord, daarom bekom- mert de regeering zich niet. Iedere maatschappij heeft toch hare commissarissen en deze zullen wel toezien. Maar men moet weten, dat geen com- missaris eenige verantwoordelijkheid draagt, waar- door men hem voor verliezen van onregelmatigen aard aansprakelijk zou kunnen stellen. Men kan groote achting koesteren voor de personen dier commissarissenmaar zekerheid geven ze niet. Is het dan het waarborgfonds, dat met groote letters wordt vermeld en dat, vooral bij enkele Amerikaansche maatschappijen zoo groot is, dat het uitspreken alleen ons moeite geeft De heer S. geeft van de wijze, waarop met het noemen van een waarborgsom omgesprongen wordt, dit staaltje. Voor een paar jaar werd in den Haag eene levens verzekering opgericht. ontbreekt zelfs den moed de gevolgen van mijn noodlottige daad op mij te nemen. Ik ga nu den dood zoeken hij alleen kan mij rust geven. Vergeef mij, en vraag ook aan Hulda of zij mij vergiffenis wil schenken voor al het leed, dat ik haar, zonder het te willen, heb aangedaan. Groet ook moeder van mij en roep haar vergiffenis voor mij in. O, als ge bedenkt hoeveel zedelijk lijden mij nog wacht, indien ik mij zelf aangeef, zult ge moeten toestemmen dat de dood voor mij een uitkomst is. Duizendmaal dank voor ailes, wat ge hebt gedaan voor uw ongelukkigen vriend Hans Brauner. IV. Daar ginds door het eenzame bosch snelt de rampzalige man voort. Een geheimzinnige stem in zijn binnenste jaagt hem verder en verder weg van de plek, waar hij zijn noodlottige daad meent ver- richt te hebben. Voort moet hij in de dichte eenzaamheid der bosschen, waar hij den dood wil zoeken. Hij weet zelf niet hoe hij sterven wil hij weet alleen dat het leven hem tôt een ondraag- lijken last is geworden, dien hij niet verder kan dragen. Langs dwarswegen doolde hij rond, door het dichtste struikgewas heen. Wie hem zoo had ge- zien, zou voor hem teruggeschrikt zijn de kleeren bestoven, hier en daar zelfs gescheurd, het gelaat doodsbleek, verwrongen, de oogen glinsterend met een geheimzinnigen gloed. Eindelijk weigerde het lichaam, uitgeput door den doorgestanen zielsangst der laatste dagen, den dienst. Brauner zonk uit geput op den met mos begroeiden grond neer het hoofd gesteund tegen een boomstam sliep hij in. Eerst eenige uren later ontwaakte hij door het branden der zon, die vlak op zijn gelaat scheen. Het felle licht verhlindde hem, wankelend stond hij op en zocht de schaduw tusschen het struik gewas. Hier hurkte hij neer om zich opnieuw in zijn martelende gedachten, die de^slaap voor korten tijd had verjaagd, te verdiepen. Hoe zonderling echter, zijn gedachten wilden niet stilstaan by het - Als commissarissen traden op een generaal, een majoor en een jonkheer. De kon. goedkeuring op de statuten werd gevraagd en verkregen, de prospectussen gedrukt en wijd en zijd door agen- ten verspreid. Met groote letters stond er op ge drukt. Volteekend waarborgkapitaal 500,000. Een bescheiden som. Op een eerstvolgende ver- gadering stellen commissarissen, die een prospectus hadden ingezien, den directeur de vraag »Waar zijn die 500.000 Wij hebben ze niet, heb jij die Wel neen, was het antwoord, dat doet men altijd zoo. Zoo wordt elke L. V. M. opgericht. Die mannen waren het echter met eene dergelijke opvatting niet eens. Zij legden op staanden voet hunne betrekking neer. Zullen derhalve allen die voorzorgen nemen voor •en ouden dag en voor de achterblijvenden, zeker heid hebben, dan is staatstoezicht noodzakelijk. Dat erkennen zelfs velen, dat erkennen zelfs directeu- ren van belangrijke maatschappijen in ons land, zooals de h.h. Goeman Borgesius, Dijkmans en Blankenberg. Maar van regeeringwege wordt in die richting niets gedaan. Toch moet er telkens op aange- drongen worden, vooral omdat buitenlandsche maatschappijen zoovele verzekeringen sluiten, ter- wijl men van die maatschappijen alleen weet met welke enorme cijfers ze nu en dan de wereld ver- bazen. De heer S. deelt mede, dat sommige fond sen bestaan van de royementen, dat wil zeggen wanneer een verzekerde, al heeft hij jaren lang gecontribueerd, op een zekeren dag niet betalen kan, dan wordt hij doorgehaald, terwijl elke soliede maatschappij bij staking der premiebetaling een deel der gestorte premiën restitueert of wel een polis verstrekt overeenkomende met de gestorte gelden. Ziehier een staaltje van dat royeeren, geen ver- zinsel maar werkelijke geschiedenis. Een luitenant is geassureerd voor 5000, uit te keeren bij zijn overlijden. De man betaalde trouw zijne premie, die op 1 Oct. verviel. Nu wordt hij op 28 Sept, plotseling zwaar ziek en bewusteloos en sterft 3 Oct. De premie was niet voldaan en de maatschappij roy- eerde. En dat sommige Amerikaansche maatschap pijen daardoor nog al voordeelen behalen, heeft Dr. Gustaf Grosz in het Oostenrijksche parlement bewezen door de mededeeling van feiten. Van eene bekende maatschappij verhaalt hij, dat bij haar in het jaar 1889, voôr den tijd 41,623 polis- sen met een verzekerd bedrag van millioenen gul dens voor niefig zijn verklaard. Deze maatschappij zoo riep hij uit, heeft de treurige verdienste, dat zij in één jaar 12000 familiën van haar spaarpen- ningen heeft beroofd. Dit is eenvoudig oplichterij in het groot. Toezicht is noodig. Geene degelijke maatschappij hier te lande zal zich daartegen ver- zetten, integendeel, een goed, degelijk toezicht toejuichen. Elke soliede maatschappij zal haar balansen, haar vijfjaarlijksch overzicht van baten en lasten enz. gaarne ter inzage geven aan dege lijke, deskundige mannen en haar waarborgsom zal geen fîctie zijn. Maar de buitenlandsche maat schappijen, die zooveel belooven, veel meer dan eene nederlandsche belooven kan, leveren gevaar op. Als men weet dat de voorzitter van eene welbekende Amerikaansche maatschappij 160,000, de vice-voorzitter 125,000 als jaarwedde genieten, dat aan de hoogste beambten samen, agenten niet medegerekend, ruim 600,000 aan vaste tracte- menten uitbetaald wordt, dan is men haast geneigd uit te roepen arme verzekerden. Staatstoezicht is noodig, ja dat toezicht is in het belang van den staat. Wie toch zorgt voor de toekomst van zich zelf, van vrouw en kind, weert het paupérisme en paupérisme is de grootste vijand van den staat. De skanonnenkoning" Krupp, te Essen, en ver- scheidene andere fabrikanten in die streek zenden dagelijks, wegens slapte, arbeiders weg. De nade- rende winter laat zich daar treurig aanzien. Een daad van echte barbaarschheid wordt uit de Transvaal bericht. Dezer dagen verlieten eenige jongens (Kaffers) den zoogenaamden Rand, om naar Middelburg te vertrekken, waar zij zich verhuurd hadden aan een paar Transvaalsche boeren. Een deze farmers, die zeer ontevreden was, omdat de door hem gehuurde Kafler niet vroeger was ge- komen, nam dezen mee naar het veld, bond hem daar aan een wagen en ranselde hem vijf-en-twintig minuten lang met de zweep. Toen men den jon- gen losmaakte, was hij dood. vreeselijk besluit, dat hij had genomen. De eerste afwending was voor bij. Het scheen hem nu zoo onuitsprekelijk moeilijk dien zelfmoord en toch was er een andere uitkomst voor hem? Was het niet bijna zijn plicht? Daar hoorde hij eenig gedruisch in zijn nabijheid. Hij sprong op aan al zijn leden bevend; zou men hem nu reeds vervolgen? Voorzichtig schoof hij de takken van de struiken uiteen daar' zag hij een man staan, bezig een kleedingstuk in een kleine beek af te wasschen. Neen, die man zou geen vervolger zijn; toch dreef onwillekeurig zijn nieuwsgierigheid hem te onderzoeken, wat die man daar zoo geheimzinnig deed. Onhoorbaar kroop hij voort tôt dicht in zijn nabijheid. Het was een man van buitengewone lengte en van middelbaren leeftijd. Hij droeg een kleeding van zonderlinge kleur, een gestreepten broek en hemd, terwijl hij een bruin buis wiesch. Zijn gezicht kon Hans nog niet onderscheiden. Toen hij het buis gewasschen en uitgewrongen had, trok hij het tôt Brauners verbazing, terstond weder aan, Nu herkende deze de kleeding van den vreemdeling het was een gevangenispak. In zijn geboortestad, waar zich een tuchthuis bevond, had Hans dikwijls genoeg die kleeding gezien. Zyn nieuwsgierigheid werd meer en meer opge- wekt; voor het oogenblik vergat hij bijna zijn eigen leed. Hij richtte zich een weinig op, om den man beter te kunnen gadeslaan, daarbij maakte hij eenig leven. De man schrikte op en keerde zich naar den kant, waar Brauner zich tusschen het struikgewas bevond. Hij zag nu dat het gelaat van den boef door angst verwrongen was; hij zag hem bukken, een ijzeren stang van den grond op- nemen en daarna voortgaan in de richting van zijn schuilplaats, steeds angstig om zich heen ziende. Er bleef Hans niets anders over dan op te springen, toen de man tegen hern aanstiet bij het dringen door de struiken. De boef uitte een kreet van schrik bij de plotselinge verschijning en wierp zich op Hans. Zonderling zoo straks nog was hij vervuld van het verlangen naar den dood, nu was de zucht tôt zelfbehoud sterker dan elk ander gevoel. Hans ontweek den slag, dien de boef hem met de ijzeren stang wilde toebrengen en trachtte hem op den grond te werpen. Dit gelukte, maar het volgende oogenblik lagen de beide mannen in een hevige worsteling op leven en dood op den grond. Brauner uitte een gillenden kreet, toen hij ge voelde dat de hand van zijn aanvaller naar zijn keel greep hij riep nog eens, toen hij die ijskoude vingers als een duimschroef aan zijn hais gevoelde daarna verloor hij zijn bewustzijn. De toestand van wanhoop, waarin ik verkeerde bij de ontdekking van Brauner's vlucht, maakte mij de eerste oogenblikken geheel machteloos. Ik kon niet denken, noch handelen. Gelukkig duurde het niet lang ik spande al mijn krachten in om de macht over mij zelf terug te winnen. Ik moest handelen. Het eerste wat mij te doen stond, was natuurlijk mijn vriend te volgen. Maar waarheen had zich de rampzalige man begeven Ik ging naar beneden en "vroeg den portier en diens vrouw of zij den heer Brauner ook hadden zien uitgaan. Zij waren zeer verbaasd over mijn vraag, daar zij meenden, dat hij ziek te bed lag. Neen, zij hadden niemand zien uitgaan. Toch had een reddende en- gel over Brauner gewaakt in de gedaante van een klein kind, het vijtjarig dochtertje van den portier. Zij vertelde, dat zij mijnheer Brauner het huis had zien uitgaan en den weg inslaan naar het bosch. Zij wees mij welke richting hij had genomen. Zoo was dan de eerste leiddraad gevonden om hem op te sporen, hoewel de kleine bij haar nog onontwikkeld tijdsbegrip, mij niet kon zeggen hoe- lang het geleden was, sedert mijn vriend was ge- vlucht. Ik vroeg den portier, een krachtige man, dringend mij te volgen, waartoe hij gaarne bereid was nadat ik hem in enkele woorden de zaak had verteld. Natuurlijk zeide ik hem alleen dat Brau ner ziek was geworden en nu zeker in het ijlen der koorts was weggeloopen om zich zelf het leven te benemen. (Wordt vervolgd.) VOLKSBLiD 00ST-G00KECHT IN OMSTHEKIN. VAN S«V Iffl-L Van NIEITWE SCHANS naar HARLINGEN. Virtr. N.-Sehans *5,52 *7,27 11,15 *2,28 5,10 8,28 Winschoten 6,9 7,47 11,80 2,40 5,24 8,88 Scheemda 6.21 7,59 11,48 2,52 5,81 8,46 Znidbroek 6,84 8,11 11,58 8,8 5,41 8,57 B Hoogezand 6,48 8,25 12,2 3,14 5,48 9,6 Kropawolde 6,55 8,82 12,8 8,20 9,11 Aank Groningen 7,9 8,46 12,21 8,82 6,6 9,28 Vertr. 7,36 9,35 1,25 4,44 6,12 9,29 Leenwarden 8,48 11,84 2,58 6,7 7,57 10,54 Aank. Harlingen 9,19 12,10 8,29 6,46 8,88 11,80 De met een gemerkte treinen «toppen aan den Borger- compagniesterweg (wachtp. 87), tôt het opnemen van reiiigers. Boyendien mogen aldaar die treinen verlaten reizigerayoor- zien van plaatabewijzen naar Hoogezand-Sappemeer. Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS. Vertr. Harlingen 6,22 7,58 12,50 2,51 5,26 Leenwarden 7,3 11,6 1,86 4,46 7,52 Aank. Groningen 8,21 12,24 2,48 6,4 9,10 Vertr. *6.00 8,46 *12,88 2,58 *6,12 10,41 Kropawolde 6,14 9,12,52 3,7 6,26 10,55 Hoogezand 6.20 9,6 12,58 3,13 6,32 11,1 Znidbroek 6,31 9.15 1,9 3,22 6,43 11,10 Soheemda 6,46 9,80 1,24 3,37 6,59 11,25 Winaehoten 6.53 9,38 1,32 3,45 7,7 11,33 Aank. N.-Sehani 7,9 9,52 1,48 3,59 7.28 11,46 De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borger- compagniesterweg (wacktp. 87) tôt het uitlaten van reizigera. Boyendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigera, voorzien van terugreiagedeelten van retonrbiljetten naar Hoo gezand-Sappemeer. Sneldienat yan Groningen 7,80 naar Amaterdam, Van GRONINGEN naar MEPPEL—'s BOSCH. Vertr. Groningen 6, Haren 6,9 De Pont 6,17 Vriea-Znidl. 6,26 7,80 Aaaen Meppel Zwolle Aank. Zntfen Arnhem 'a Boach 7,58 9,53 8,52 11,88 9,38 12,42 9,80 10,41 1,42 10,16 11,27 2,80 1,10 4,17 6,40 7,55 8,42 9,8 12,80 MO 12*48 9,29 1.4 2,15 8,7 4,17 5,9 8,88 8,47 3,55 4,4 4,22 5,43 6,35 7,85 8,19 6,58 10,4 6,15 6,41 7,37 8.88 9,47 10,80 8,- 8,9 8,17 8,26 8,44 10,8 10,48 Van GRONINGEN naar DELFZIJL. Vertr. Groningen 7,85 11,52 1,31 4,58 7,52 10,40 Lopperanm 8,40 1,2,36 5,58 8,56 11,44 Appingedam 9,1,19 2,56 6,18 9,18 12,5 Aank. Delfzyl 9,10 1,29 8,6 6,28 9,29 12,14 welke dea ayonda te 10,86 aldaar retoomeert. Van 'a BOSCH naar MEPPEL—GRONINGEN. Vertr. 'a Boaeh Arnhem 6, Zntfen 7,8 Zwolle 5,20 8,42 Meppel 6,10 9,80 Asaen 7.27 10,45 Vriea-Znidl. 7,45 10,59 De Pnnt 7,54 11,8 Haren 8,2 11,16 Aank. Groningen 8,10 11,25 Van DELFZIJL Vertr. Delfzijl 5,40 Appingedam 5,51 Loppersum 6,15 Aank. Groningen 7,18 7,5 10,6 9,— 11,40 9,40 12,80 10,85 1,51 11,11 12,- 12,26 2,86 3,51 4,5 4,14 4,22 4,80 naar GRONINGEN. 6,45 10,80 1,7 6,58 10,43 1,18 7,26 11,11 1,42 8,81 12,18 2,40 12,52 2,50 8.87 5,8 5,48 7,7 7,21 7,80 7.88 7,46 8,20 5,11 7,22 8,18 5,82 7,6 7,46 8,45 9,21 9,29 10,11 9,48 9,52 10,- 10,8 10,36 4,12 8,16 4,24 8,27 4,48 8.51 5,48 9,48

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1