No. 88. WOENSDAG 2 November 1892. 22e Jaargang. Mijn vriend Brauner. VAN BORGESITJS ZOOH, SAPFEMEEE. ïnzendmg van Advertentiën. en Ingezonden Stnkken des Dinsdags- en Trydagsavonds vôôr ses nur by d© ïïitgevers. Overzicht van 23 tôt 30 Oct. 1892. UIT GRIJNO, FEUILLETON'. Voor de Gemeenten HOOGEZAND, SAPFEMEEESLOCHTEREN NO0RDBBQEX, STTÏDRRQRX, lUIDLAREIî HAREN en*. Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 85 cent*, franco per post 45 cents. Enkele nommers 5 cents. U I T G A V E PRIJS der ADVERTENTIËNVan 1—5 regels 85 cent*, iedere regel meer 10 cent*. Groote letters wordcn naar plaats» ruimte berekend. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in eeni voor 3-maal plaatsing basteldis da dorde plaatsing gratis. DIENSTREGELING OP DE ST A ATS-SPOOR WEGEN. AANGEVANGEN DEN 1 OCTOBER 1892. (TIJD VAN GREENWICH.) BUITENLAND. De minister-president van Frankrijk heeft zich spoedig, maar niet met het gewenschte succès, van de opdracht als scheidsrechter in het geschil tus- schen de mijndirectie en de mijnwerkers te Car- maux gekweten. Hij ging, en te recht, van het standpunt uit, dat zij die zich tegen de wetten hadden vergrepen en daarom veroordeeld waren, niet voor een herplaatsing in aanmerking konden komen. Ten opzichte van den werkman bur- gemeester Calvignac besliste de scheidsrechter dat door diens ontslag het algemeen stemrecht was ge- schonden hij moest weder in dienst genomen worden, maar kreeg verlof zoolang zijn ambt als maire hem tôt andere bezigheden riep, van het werk weg te blijven. Ofschoon beide partijen de scheidsrechterlijke uitspraak hadden aanvaard, besloten de werkstakers, toen de beslissing niet in allen deele gunstig voor hen uitviel, zich daaraan niet te onderwerpen en de werkstaking voort te zetten. Deze opvatting van een onpartijdige beslissing belooft niet veel goeds voor de toepassing van een door de fransche Kamer aangenomen ontwerp, tôt instelling van com- missies van arbitrage ter beslechting van geschillen tusschen patroons en werklieden. De minister- president had nog de toezegging gedaan, dat zoo het werk werd hervat, de veroordeelde werk lieden kwijtschelding van straf zouden krijgen, en de bij de uitspraak gehandhaafde directeuren, vrij- willig hun ontslag zouden nemen. In de Kamer werd de arbitrale uitspraak natuur- lijk weêr aan een scherpe critiek onderworpen. Een voorstel om amnestie te verleenen aan aile veroordeelden wegens vergrijpen gedurende de werkstakingen werd met 324 tegen 498 stemmen verworpen, een voorstel om de troepen uit Car- maux terug te trekken onderging hetzelfde lot met 399 tegen 91 stemmen. Hiermede waren de interpellaties over aangele- genheden de werklieden betreffende nog niet afge- loopen. De socialistisehe afgevaardigde Lafargue bracht de conflicten tusschen fransche enbelgische arbeiders bij den spoorwegaanleg in het départe ment Pas de Calais ter sprake. Lafargue betoogde dat de daling der arbeidsloonen het gevolg was van de mededinging van vreemde arbeidskrachten, en deed, geheel in strijd met de théorie van internati onale verbroedering, het voorstel om iederen werk- gever een patent van 2 francs te laten betalen per vreemden werkman in zijnen dienst, en bovendien een bedrag gelijkstaande met het verschil tusschen het loon dat aan de vreemde en dat aan de bin- nenlandsche werklieden moet worden betaald. Ofschoon de duitsche regeering het ontwerp tôt een nieuwe uitbreiding van het leger zorgvuldig geheim trachtte te houden, is het met de memorie van toelichting in zijn geheel door de Kôlnische Zeitung openbaar gemaakt. Dat blad verzwijgt natuurlijk de bron die haar het belangrijke docu ment deed toekomen, »de gebraden duif is ons in den mond gevlogen" zegt het, maar geeft de pers gelegenheid met meer kennis van zaken de nieuwe plannen van den keizer en Caprivi te beoordeelen en te bestrijden. Tôt nu toe geschiedde dit alleen op losse geruchten. De Reichsanzeiger, die hevig uitvaart over het schenden van het ambtsgeheim, erkent de echtheid van het gepubliceerde stuk. Uit de memorie van toelichting blijkt, dat de Fran- schen ruim 4 millioen man te velde kunnen bren- gen, de Russen brengen het tôt ruim 4i millioen, en als de keizer zijn zin krijgt zal de nieuwe uit breiding het duitsche leger sterker maken dan het fransche, maar voor het russische zal het, ofschoon de uiterste grens nu zal worden bereikt, nog altijd in getalsterkte moeten onderdoen. In de pers wordt deze dolle wedloop met kracht bestreden, geen enkele partij ontving het ontwerp met instemming. De ruim 80 duizend nieuwe soldaten vorderen een jaarlijksche uitgave van 64 millioen mark, bovendien komen voor de belas- tingschuldigen nog de kosten van nieuwe kazernes voor ruim 6000 paarden enz. enz. De meerdere uitgaven zullen gevonden worden door verhooging der hier- en tabaksbelasting; zeker ten einde raad heett de regeering tôt deze zeer impopulaire heffingen de toevlucht moeten nemen. Een pijp tabak en een potje hier zijn eerste levensbehoeften voor den Duitscher, men kon hem niet meer in zijn zwak aantasten, dan die duurder te maken. Als tegemoetkoming voor de nieuwe lasten op de bur- gerij gelegd, stelt de regeering den tweejarigen diensttijd voor de infanterie in het vooruitzicht. Maar het ontwerp is nog geen wet. Voor de aanneming is in den rijksdag zooals die nu is saam- gesteld al zeer weinig kans, en een nieuw beroep op de kiezers zal in dezen ook wel niet veel baten. Vorst Ferdinand van Bulgarije heeft ondanks de nota's door Rusland tôt Turkije gericht over de onwettigheid van zijn bestuur, de nieuwe zitting der volksvertagenwoordiging geopend, en mocht er op wijzen dat het land in een regelmatigen staat van ontwikkeling verkeert. Met nadruk wees hij op de goede gezindheid van Oostenrijk en Enge- land, en over de welwillendheid van den Sultan. Rusland en Duitschland werden niet genoemd, het schijnt dat de duitsche Keizer zich wijsselijk houdt buiten aile aangelegenheden van het vorstendom, als voor Duitschland van geen helang, een gedrags- lijn ook reeds door Bismarck gevolgd. BINNENLAND. De 2e Kamer hield in de afgeloopen week een paar korte zittingen en nam de aanhangige ont- werpen aan. Reeds zijn de voorloopige verslagen over verschillende hoofdstukken der staatsbegroo- ting verschenen, met het onderzoek der bedrijfsbe- lasting zal spoedig worden aangevangen. De eerste Kamer heeft ook hare goedkeuring gehecht aan de haar aangeboden wetsontwerpen, en is tôt December uiteengegaan. Daar is hooger beroep aangeteekend tegen de vrijspraak van den commissaris en hoofdinspecteur van politie, gelijk men haast mocht vermoeden nu die vrijspraak gebaseerd was voor een deel op den vorm der dagvaarding. Natuurlijk neemt men ook thans weer twee stroomingen onder het publiek waar, ééne, die meent, dat de beschuldigden reeds zwaar genoeg zijn gestraft, door al wat sedert hunne dagvaarding is geschied, en ééne, die denkt, dat de vervolging tôt elken prijs moet worden doorgezet. Doch hoe straks ook de uitspraak moge zijn, als in hooger instantie weer gevonnist wordt, de kans op handhaving en herstel wordt er voor de beschuldigden steeds geringer op. Doch wij loopen liever niet op de zaak vooruit, die uitteraard reeds pijnlijk genoeg is en zeker nog wel eenigen tijd aanhangig zal blijven. Reeds sedert maanden loopen hier geruchten, dat wellicht het hoofd onzer provincie van ons zal heengaan. Wat daar precies van aan is, kan ik U niet mededeelen. Doch het zou voor onze provincie en voor de stad stellig een gevoelig verbes zijn. Als oud-burgemeester der stad is de tegenwoordige gouverneur natuurlijk juisl de man, die de weer- zijdsche belangen van stad en provincie zoo veel mogelijk tôt elkander kan brengen, en dat daaraan dikwijls behoefte was en is, dat heeft ons b.v. de langdradige ziekenhuiskwestie wel bewezen. 't Is waar, het gouvernementsgebouw moet in Zwolle fraaier en ruimer zijn dan het onze, en ook is het onaangenaam, zelf eene prachtige en ruime villa aan het Heereplein te bezitten en ambtshalve in een bekrompener verblijf te moeten wonen; doch wij hopen, dat de voorgenomen bouw van een nieuw gouvernementshuis die bezwaren spoedig moge wegnemen. En het betaamt ons ook minder, om te raden en te gissen, of er redenen kunnen be- staan, om Overijsel te ruilen met onze provincie; wij hopen evenwel, dat indien ze bestaan, ze ook voor spoedige opruiming vatbaar moge wezen. En er komt hier eene betere strooming in ons flegmatieke noorden. Na eindeloos wachten en hopen heeft men toch eindelijk in de kwestie van den bouw van een nieuw station zooveel beweging gemaakt, dat thans aile plannen gereed liggen, en wij uit de kolossale begrootingssom haast durven afleiden, dat de Regeering het thans goed met ons wil maken en wat extra's wil geven voor 't. lange wachten. Ook voor onze hoogeschool wil men van nu af meer en beter gaan ijveren. Het »behoudt, wat gij voor goeds hebt en tracht voor het mindere het betere te verkrijgen" wordt ook hier meer en meer de leus. Eenige der curatoren en professoren hebben het plan ontworpen, om een fonds te stichten, zooals aile andere hoogescholen er al een bezitten, om daar uit minvermogende jongelieden van goeden aanleg te laten studeeren, om studiereizen en on- derzoekingen aan te moedigen, prijsvragen uit te schrijven, bibliotheken en musea uit te breiden, kortom ailes te doen, wat dienen kan, om den bloei en het aanzien der hoogeschool en daardoor meteen van stad en provincie te verhoogen. Want tôt nog toe stond onze académie in aanzien ten achteren bij hare zusters, en beschouwden zelfs vele profes soren haar als voorportaal om spoedig in Leiden of Utrecht te belanden. Wij hopen daarom, dat dit fonds veel medewerking en deelneming moge vinden, vooral ook in de provincie, waar men hopen wij niet zoo kortzichtig en egoïstisch zal wezen, om het groote helang, dat allen bij den bloei der hoogeschool hebben, voorbij te zien en de handen op den zak te houden. Wat nog al eens regel is bij vele goede zaken, en ons daardoor verre doet ten achteren stgian bij de zuidelijke provinciën, waar men meer hart en medewerking toont voor zaken van meer algemeen belang. Terecht zong indertijd Heije: sVeel stroomen storten zich in de oceaan; Niet één vraagt d'ander ïwaar komt gij vandaan?" Wilt gij wat groots, leerzoo te zamen gaan En men kan één van twee dingen doen, ôf zooals De Génestet zegt »de blinden sluiten" en verklaren »ik zie geen licht, ergo kan 't niet schijnen," (adres aan zoo menig gemeenteraadsverslag), ôf men kan oog hebben voor en hart toonen ten bate van algemeene belangenook wanneer ze mis- schien aanvankelijk buiten onzen gezichtskring lagen. Wij hebben hier nevens twee voorstellingen van Gebr. Van Lier in den Nieuwen Schouwburg een groot kinderconcert gehad deze week. Een twee driehonderdtal kinderen voerde het bekende »Een Lentedag" en »De Sint-nicolaasavond" uit in de groote zaal der Harmonie. Beide stukken hadden groot succès, al spakte" de uitvoering niet geheel zooals bij vroegere gelegenheden in de oude con- certzaal en in de heurs. Dat zal stellig aan de grootte der zaal liggen, die ook niet geheel gevuld was en daardoor licht ietwat galmt. Want aan zorgvolle studie en voorbereiding had het allerminst Novelle van A. KLAIJSZMAM. Zoo haastig mogelijk snelden wij het bosch in de eene links, de andere rechts van den grooten weg, waarop we van tijd tôt tijd bijeenkwamen telkens echter meer ontmoedigd elkaar meedeelend, dat wij niets hadden gehoord of gezien. Mijn hoop den ongelukkige te redden, werd steeds kleiner. Ik kreeg meer en meer de overtuiging, dat ik hem slechts als lijk zou terugvinden en nadat wij meer dan drie lange uren door het bosch hadden gedoold, wilde ik juist tôt terugkeeren besluiten, toen ik op eens een luiden kreet van den portier hoorde. Ik snelde voort in de richting vanwaar zijn stem weerklonk en zag hem weldra in de verte even- eens in vliegenden haast voortrennen, terwijl hij mij een wenk gaf hem te volgen. Daar hoorde ik een doffen angstkreet, als van een stervende. Ik zag den portier links het struikgewas ingaan, ik volgde zijn spoor rauwe kreten weerklonken vlak in mijn nabijheid met woeste vaart drong ik door de dichte struiken tôt ik de plek bereikte, waar ik een drietal mannen op leven en dood zag worstelen. Met een enkelen blik overzag ik den toestand, greep met krachtige hand den als gevangene ge- kleeden man aan, van wien de portier vruchteloos trachtte zich meester te maken. Hij sloeg als een waanzinnige om zich heen, beet naar ons, maar toen het ons eindelijk gelukt was hem op den grond te werpen, riep hij plotseling uit »Doe met mij, wat je wilt, ik heb hem vermoord, maar niet met voordacht. Ik wilde alleen wat brood stelen, maar hij hield mij den revolver voor en toen moest ik mij verdedigen. Ja, doe maar met mij, wat je wilt. Lever mij maar uit. Wat geeft mij het leven? Het is nog beter, dat je mij dadelijk de hersens inslaat, dan dat ik nu nog weer al die jaren in een tuchthuis moet zitten." De man zweeg na die woorden, welke ik geheel van toepassing achtte op mijn armen vriend, die daar neerlag met blauwbleek gelaat, alsof hij geworgd was. Toen de portier te hulp was ge- schoten, had Brauner nog kracht tôt verzet gehad bij mijn komst scheen aile leven uit hem geweken. Nadat wij met behulp van onze vast aaneenge- knoopte zakdoeken den vreemdeling hadden geboeid, zoodat de portier hem nu alleen kon vasthouden, wijdde ik al mijn zorgen aan Hans. Ik maakte zijn kleeren los, voelde zijn hart nog flauw kloppen en ontdekte daarop tôt mijn blijdschap een kleine beek in mijn nabijheid, waaruit ik wat water kon scheppen om Brauner's gelaat en handen mee in te wrijven. Toch duurde het geruimen tijd voor- dat hij zijn bewustzijn herkreeg; eindelijk echter zag ik tôt mijn onuitsprekelijke verlichling, dat hij de oogen weer opsloeg en mij herkende. Zoo voorzichtig en toch zoo haastig mogelijk deelde ik hem de gelukkige tijding mede, dat hij onschuldig was. Zijn vreugde te beschrijven, gaat boven de macht mijner pen hij gevoelde zich als een dren- keling, die op het oogenblik van wegzinken nog gered wordt. Nadat de eerste roes van blijdschap voorbij was, wendden wij onzen aandacht aan onzen gevangene, van wien wij tôt onze grootste verbazing een be- kentenis vernamen, die voorgoed den geheimzinni- gen sluier ophief, welke, ook ondanks de onschuldig verklaring van mijn vriend, nog over den moord bleef rusten. Het toeval, dat Hans op zoo noodlottige wijze op den rand van het graf had gebracht, dat van hem in eigen oogen een moordenaar had gemaakt, datzelfde toeval had het gewild, dat hij in het een- zame bosch den waren moordenaar van den heer Klose zou trelfen. Ook de gevangene was, zooals hij zeide, slechts door tegenweer tôt den moord gedrongen. Wegens diefstal tôt vijftien jaren tuchthuisstraf veroordeeld, vertoefde hij sedert een jaar in het tuchthuis te B, het nabij gelegen provinciestadje. Een week ge- leden was het hem gelukt te ontsnappen. Als eenig maar vreeselijk wapen had hij een ijzeren tralie van het venster zijner cel meegenomen. Hij was voortdurend in de eenzaamheid der bosschen gebleven; de honger echter had hem ten laatste zoo vreeselijk gepijnigd, dat hij den voorlaatsten nacht besloot in een of ander huis binnen te dringen om voedsel te stelen. Het toeval wilde, dat hij villa Klose voor den inbraak uitkoos. Hij was bijna reeds over den muur geklommen, toen opeens de heer Klose ver- scheen, die hem een luid hait toeriep en hem beval naar heneden te komen. De boef die, pas uit de gevangenis ontsnapt, zijn vrijheid weer be- dreigd zag, gaf wel gehoor aan het bevel van den heer Klose, maar toen deze hem wilde vastgrijpen, bracht hij hem met de ijzeren stang zulk een he- vigen slag op het hoofd toe, dat de getroffene leven- loos neerzonk. Hij was daarop naar het bosch teruggesneld niet alleen een dief, maar ook een moordenaar! Rusteloos had hij door het bosch gedoold, gemar- teld door den honger en door wroeging over zijn misdaad, waar van hij de bloedige sporen met zich droeg. Het was bij het reinigen van zijn met bloed bevlekt buis, dat Hans hem had overrompeld. De onlknooping volgde nu spoedig. Wij brachten den gevangene terstond naar villa Klose, waar hij voor den rechter een volledige bekentenis aflegde. Materne was volstrekt niet verbaasd over onze ontdekking van den moordenaar. Het geheimzinnig telegram, dat hij den vorigen avond in mijn bijzijn ontving en waarvan hij mij den inhoud niet kon meedeelen, had hem de ontsnapping van een ge vangene uit het tuchthuis reeds gemeld op wien nu terstond de verdenking was gevallen. Nadat ook Brauner zijn getuigenis had afgelegd en eenige gelukkige oogenbiikken met Hulda had doorgebracht, nam ik hem mee naar onze woning, daar bij hem plotseling een groote afmatting zich voordeed, die mij het ergste deed vreezen. Inderdaad, nog dienzelfden nacht moest ik een geneesheer halen, want de schokken, die hij had ondervonden, de martelende angst voor het schul- digzijn aan moord, had zijn gestel te zeer aange- tast. Hevige koortsen brachten hem op den rand van het graf. Eindelijk echter herstelde hij. Zoodra hij het bed kon verlaten, verhuisde hij op Hulda's dringend verzoek, naar villa Klose, waar hij niet alleen in zijn geliefde maar ook in haar hem vroeger zoo vijandig gezinde tante een vriendelijke verpleegster vond. De moordenaar, voor wien door den samenloop van gebeurtenissen, waaronder hij zijn daad had gepleegd, verzachtende omstandigheden werden ge- pleit, werd tôt levenslange tuchthuisstraf veroor deeld. Hulda en Hans werden een gelukkig paar. De zuster van den vermoorde verkocht de villa, waaraan zulke afgrijzelijke herinneringen verbonden waren. Hans Brauner heeft nooit opgehouden mij zijn dankbaarheid te toonen, dat ik hem in de moei- lijkste oogenbiikken van zijn leven naar mijn beste krachten heb bijgestaan. De dagen, die wij tezamen hebben doorgebracht, toen wij beiden aan die vreeselijke dwaling geloofden, zullen gedurende ons geheele leven voor ons onvergetelijk blijven. EINDE. V 0 L K S B L1D 00ST-600RECHT IN OMSTRIKIN 3 VAN Van NIEUWE SCHANS naar HARLINGEN. Vartr. N.-Schan. *5,52 *7.27 11,15 *2,28 5,10 8,28 Winschoten 6,9 7,47 11,80 2,40 5,24 8,88 Soheemda 6.21 7,59 11,48 2,52 5,31 8,46 Zuidbroek 6,84 8,11 11,58 8,8 5,41 8,67 Hoogezand 6,48 8,25 12,2 8,14 5,48 9,6 Rropawolde 6,55 8,82 12,8 8,20 2,11 Aank. Groningen 7,9 8,46 12,21 8,82 6,6 9,28 Vertr. 7,16 9,85 1,25 4,44 6,12 9,29 Leenwarden 8,48 11,84 2,58 6,7 7,57 10,54 Aank. Harlingen 9,19 12,10 8,29 6,46 8,88 11,80 De met een gemerkte treinen jtoppen aan den Borger- eompagniesterweg (wachtp. 87), tôt het opnemen van reizigers. Bovendien mogen aldaar die treinen verlaten reizigers, voor- zien van plaatsbewijzen naar Hoogezand-Sappemeer. Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS. Vertr. Harlingen Leenwarden Aank. Groningen Vertr. Kropswolde Hoogezand Znidbroek Scheemda Winsehoten Aank. N.-Seham *6.00 6,14 6.20 6,31 6,16 6.53 7,9 6,22 7,58 7,8 11,6 8,21 12,24 8,46 *12,88 9,— 12,52 9,6 12,58 9.15 1,9 9,30 9,38 9,52 1,24 1,82 1,48 12,50 1.86 2,48 2.58 3,7 3,13 3,22 3.87 3,45 3.59 2,51 4,46 6,4 *6,12 6,26 6,82 6,48 6,59 7,7 7,28 5,26 7,52 9,10 10,41 10,55 11,1 11,10 11,25 11,88 11,46 De met een gemerkte treinen stoppen aan den Borger- compagniesterweg (wachtp. 87) tôt het uitlaten van reizigers. Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigers, voorzien van terngreisgedeelten van retonrbiljetten naar Hoo gezand-Sappemeer. Sneldienst van Groningen 7,30 naar Amsterdam, Van GRONINGEN naar MEPPEL—'s BOSCH. Vertr. Groningen 6, Haren 6,9 De Pnnt 6,17 Vries-Zuidl. 6,26 7,80 9,8 12,80 9,12 9,20 12,48 9,29 8,88 8.47 8,55 4,4 4,22 5.48 6,35 7,85 8,19 Assen 6,40 7,58 9,58 1,4 Meppel 7,55 8,52 11,88 2,15 Zwolle 8,42 9,88 12,42 3,7 Aank. Zntfen 9,80 10,41 1,42 4,17 Arnhem 10,16 11,27 2,80 5,9 's Bosch 1,10 4,17 6,58 10,4 Van GRONINGEN naar DELFZIJL. Vertr. Groningen 7,85 11,52 1,31 4,58 Loppersum 8,40 1,2,36 5,58 Appingedam 9,1,19 2,56 6,18 Aank. Delfzijl 9,10 1,29 8,6 6,28 welke des avonds te 10,36 aldaar retonrneert. 6,15 6,41 7.87 8.88 9,47 10,80 8,- 8,9 8,17 8,26 8,44 10,8 10,48 7,52 8,56 9,18 9,29 10,40 11,44 12,5 12,14 Van 's BOSCH naar MEPPEL—GRONINGEN. Vertr, 's Bosch Arnhem Zntfen Zwolle Meppel Assen 5,20 6,10 7,8 8,42 9,80 7,5 10,6 9,— 11,40 9,40 12,80 10,85 1,51 7.27 10,45 Vries-Znidl. 7,45 10,59 De Pnnt 7,54 11,8 Haren 8,2 11,16 Aank. Groningen 8,10 11,25 Van DELFZIJL Vertr. Delfzijl 5,40 Appingedam 5,51 Loppersum 6,15 Aank. Groningen 7,13 11,11 12,— 12,26 2,86 8,51 4,5 4,14 4,22 4,80 12,52 2,50 8.87 5,8 5,48 7.7 7,21 7,80 7.88 7,46 naar GRONINGEN. 6,45 10,80 1,7 6,58 10,43 1,18 7,26 11,11 1,42 8,81 12,18 2,40 8,20 5.11 «,- 7,22 8,18 9,29 9,48 9,52 10,- 10,8 4.12 4,24 4,48 5.48 5,82 7,8 7,46 8,45 9,21 10,11 10,86 8,16 8,27 8.51 9,48 OOO 9)

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1