$[0t 100. WOENSBÂQ 14 December 1892, 22e Jaargang. mmmim zoom, safpimeeb. VAN Ïnzending van Advertentiën en Ingesonden Stnkkënàes Dinsdags- en Vrjjdaggavenfe v66r ses uw Mj de TTityavere. Overzicht van 4 Dec. tôt il Dec. 1892. Voor de Qemeenten HOOGEZANDSAPPEMEEB, 8LOOHTRREN NOOBDBBOEK, IUIDBB01K, IITIDLABKB, HAREM en». Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 aenti, franco per post 45 cents» Enkele nommera 5 cents» U I T G A V E PRIJS der ADVERTENTIËN Van 1—5 regels 35 cents isdere regel meer ÎO cents. Groote letters worden naar plaats» rnimte bôreksnd. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in «enj voor 3-maal piaatsing besteld, is de derde plaatsiag pratii. DIENSTREGELING OP DE STAATS-SPOORWEGEN. AANGEVANGEN DEN 1 OCTOBER 1892 (TIJD VAN GREENWICH.) BUITENLAND. De vertegenwoordigers der fransche republiek zagen in de afgeloopen week het achtentwintigste ministerie, gedurende het 21 jarig bestaan der derde republiek, voor zich verschijnen. Dat nieuwe kabinet is feitelijk het oude, twee ministère, waaronder die van justitie, zijn door weinig bekende kamerleden vervangen, waarvan de een vôôr en de ander tegen het ministerie heeft gestemd. Verder heeft men de rollen eenigszins verwisseld en het kabinet omge- doopt in een ministerie Ribot in plaats van een ministerie Loubet. En toch handelt dit nieuwe kabinet, geheel anders als het voorgaande. Het schijnt dat de portefeuille verwisseling de perso- nen heeft omgekeerd, want aan de enquête-com- missie worden nu hoegenaamd geen bezwaren meer in den weg gelegd. Hare roi van parlementaire com- missie is uitgespeeld, zij treedt thans geheel in de plaats der rechterlijke maeht, een bedenkelijk ver- schijnsel in een welgeordenden staat. Het lijk van den beruchten baron de Reinach, die een zoo schandelijke speculatie dreef in Panama aandee- len, zal nu worden opgegraven, zelfs gaat het ge- rucht dat de directeuren dier maatschappij op haar bevel zullen gevangen genomen worden. Geen wonder dat de algemeen geachte procureur-gene- raal van het hol te Parijs onder deze omstândig- heden zijn ontslag heeft genomen. Daar de tijd ontbreekt voor de behandeling der begrooting, heeft het ministerie een krediet aangevraagd voor twee maanden op den voet der vorige begrooting. Het britsch ministerie, dat na zijn optreden zoo weinig van zich deed hooren, heeft bij monde van John Morley, den minister voor iersche aange- legenheden, iets medegedeeld omtrent den stand van het wetsontwerp dat Ierland zelfregeering zal geven. Hij begon in een redevoering die hij te Newcastle hield, met te ontkennen, dat sedert de afschaffing der dwangwetten het aantal misdaden in Ierland was toegenomen. Het tegendeel was waar. 1 oe- geven wilde hij, dat orde en wet met dwang iets konden uitrichten, maar met rechtvaardigheid en vrijheid nog veel meer. Hij besloot zijn redevoe ring met de verklaring, dat de regeering in Febru- ari voor het parlement zou treden met het »Home Rule" ontwerp, 'twelk Ierland behoort aan te nemen en Groot-Brittannië niet mag en zal wei- geren De bladen der tegenpartij blijven verzekeren dat zich in den boezem van het kabinet groote tweedracht openbaart omtrent de hoofdzaken van het ontwerp. Invloedrijke leden achten den weg dien Gladstone op wil, zeer bedenkelijk voor de eenheid van het britsche rijk. De drie B's, zooals men in Duitschland bij verkorting nieuwe belastingen op bier, brandewijn en beurszaken noemtbrengen vrij wat pen- nen en monden in beweging. Vooral in Zuid- Duitschland, met zijn groote brouwerijen vindt de nieuwe wijze van geldslaan voor de uitbreiding van het leger grooten tegenstand. Cal van adressen zijn tôt den rijksdag gericht met het verzoek die nieuwe belastingen niet goed te keuren. I och heerseht er onder de partijen een welwillende hou- ding tegenover Gaprivi dan vroeger tegenover von Bismarck. Op de parlementaire soirée die de rijks- kanselier dezer dagen gaf, waren ook zijn tegen- standers goed vertegenwoordigd, en was hij daardoor in de gelegenheid hunne bezwaren te vernemen op meer intieme wijze dan van de tribune in den rijksdag. BINNENLAND. Het begrootings débat in de 2e kamer wordt zeer gerekt, zoodat men om op tijd klaar te komen reeds zittingen hield tôt in den laten avond. Uit de antwoorden der regeering bleek dat het mi nisterie nog verschillende ontwerpenook tôt verbetering van sociale toestanden, in bewerking heett, en dat het ten opzichte van den te volgen weg homogeen denkt, en zich door de kamer daar- van niet zal laten afbrengen. De hoofdstukken I, H en III zijn afgedaan. Bij de behandeling van hoofdstuk IV (justitie) kwam een punt ter sprake voor onze provincie van groot belang, namelijk de veiligheid ten platten- lande. De heer Tijdens besprak die meer speciaal voor het oostelijk deel der provincie Groningen, te Fin- sterwolde, Beerta en Nieuw-Beerta, hij bleefblijk- baar alleen bij zijn district. Aanrandingen, mis- handelingen, het inwerpen van ruiten bij burgers en boeren, het binnendringen van lokalen zonder betaling van entrée, inbreuken op 't gezag, kwamen daar herhaaldelijk voor. Zij die het best bij de bevolking stonden aangeschreven hadd en het meest te bjden. Kent, zoo vroeg de heer Tijdens, de minister deze toestanden Zoo niet, zal de minister ze dan onderzoeken, en zoo ze waar mochten blij- ken, waarvoor spreker instaat, maatregelen nemen om aan dien ondragelijken staat van zaken een einde te maken. De heer van der Feltz wees in aansluiting met het gesprokene door den heer Tijdens op Appelscha. In een der drentsche bladen wordt een belooning uitgeloofd voor hem, die den dader aanwijst, die op de politie te Appelscha een schot heeft gelost. Een verzet, als waarop de heer i ijdens wees, zou ons land brengen in een waren toestand van terro risme, ook deze spreker hield zich overtuigd dat de minister ailes doen zal om zulk verzet te fnuiken De minister van justitie vetklaarde dat hij den toestand in Groningen met zorg naging, maar wie wind zaait moet storm oogsten. Thans komt de heer Tijdens tôt het besef en dat verheugde den minister dat orde en gezag moeten gehand- haafd worden. De minister was erkentelijk voor de gegeven wenken, hij zou overwegeu wat hem te doen stond. Djch men moest voorzichtig zijn bij het ingrijpen in zulke toestanden. Bleek het echter noodig, het zou niet aan hem liggen als t niet krachtig geschiedde. De heer Tijdens was eenigzins geraakt, hij ge- voelde dat de minister het optreden der radicalen in Winsehoten met het gebeurde in verband bracht en noemde dat een insinuatie. Nooit had hij of iemand onder zijn vrienden tôt woelingen opge- wekt. De minister had hem teleurgesteld en hij waarschuwde dat, liet men het zôô voortgaan, binnen enkele dagen in het district Winsehoten regeeringloosheid zou ontstaau. De minister wees de beschuldiging van den heer Tijdens af, hij had gezegd en herhaalde het, dat men bij dergelijke toestanden op de oorzaken moest letten. Overi- gens diende in de eerste plaats de plaatselijke overheid te handelen, en deze kon zich van den steun der regeering verzekerd houden waar die noodig was. Vergadering van deu Raad der ge- ineente Zuidbroek op Vrtfdag den 0 December 1898. Afwezig de heeren Boer, Geertsema en Terpstra met kennisgeving. De notulen der vorige verg. worden na opemng der vergadering gelezen en goedgekeurd. 1De voorzitter doet mededeeling van de vol- gende ingekomen stukken a. Miss, van Ged. Staten, houdende goedkeu- ring der gemeente rekening over 1891. b. Idem, houdende goedkeuring van het raads- besluit tôt verhooging der jaarwedden der onder- wijzeressen. Beide voor kennisg. aangenomen. c. Missive omtrent de rekening v. h. B. Armb., waarbij kennisgeving wordt gedaan, dat. het geschil over de rekening v. h. B. A. zal behandeld worden den 24 Novb. in openb. vergadering. De Voorzitter deelt mede, dat hij die vergade ring heeft bezocht en de noodige inlichtingen heeft gegeven. De heer Lantinga vraagt, wat B. en W. bewo- gen heeft, eene missive te richten aan de Staten en zoo te handelen als is geschied. De heer Lantinga wordt hierop door den Voor zitter opmerkzaam gemaakt, om niet te klappen uit eene beslotene raadsvergadering, waarin de leden geheimhouding is opgelegd. De heer Lantinga Eene beslotene raadsverga dering was het wel, maar 't is mij niet bekend, dat de leden geheimhouding is opgelegd. Stukken die van den raad uitgaan behooren ook m den Raad gelezen te worden. De voorzitter herhaalt, dat geheimhouding in die vergadering is opgelegd, hij zal er niet verder over spreken en daar geen misbruik van maken. De heer Lantinga zegt dat er meer is, er is eene missive gericht aan Ged. Staten, dat is toch openbaar. De Voorzitter zegt, als de heer Lantinga zich zoo weinig herinnert van de vorige vergadering, kan hij daartegen niet veel zeggen. Nogmaals ver- zocht ZEA. spreker niet in eene openbare verga dering over zaken, in eene geheime vergadering behandeld, te spreken. In beslotene vergadering zijn B. en W. gemachtigd. De heer Lantinga ontkent, dat geheimhouding is opgelegd. De voorzitter zegt opzettelijk geheimhouding te hebben opgelegd. De heer Edzes zegt, dat geheimhouding ook hem niet bekend is. De voorzitter zegt ik kan er niet meer van zeggen, aangezien ik niet spreken mag over dingen in geheime vergadering voorgevallen. Ik wil echter evenwel ten gerieve van de heeren Edzes en Lan tinga de geheimhouding opheffen en verzoek den secretaris de notulen te lezen der beslotene ver gadering van den 14 Sept, j 1. De secretaris geeft daarna lecture van genoemde notulen, welke in hoofdzaak luiden als volgt: »Afwezig de heer «Geertsema. «De voorzitter zegt dat hij opzettelijk eene be- «sloten vergadering heeft bijeengeroepen, daar er «reeds te veel ruchtbaarheid is van de handelingen «van het Armbestuur. «Door den Voorzitter wordt den leden geheim- «houding opgelegd. cn «Aan de orde is eene missive van Ged. btalen «waarbij gevoegd is een schrijven van liet armbe- «stuur met verzoek om, aangezien de raad de «rekening v. h. B. A. niet goedkeurde, de rekening «door Ged. Staten moge worden goedgekeurd, «welke stukken in handen van den Raad worden «gesteld om bericht en raad. B. en W. steUen «voor Ged. Staten bericht te geven, dat de Raad «bij zijn genomen besluiten blijtt volharden en B. «en W. te machtigen om namens den Raad het «verzochte bericht en raad aan heeren Ged. Staten suit te brengen. «Zonder discussie wordt met algemeene stemmen «behalve die van den heer Edzes, die zich buiten «stemming houdt, besloten B. en W. bovengenoemde «machtiging te verleenen." Verder was niets meer aan de orde Hierna, zegt de voorzitter, dat hij meent dat de zaak thans voldoende is besproken, het pleit niet voor vertrouwen. B. en W. hebben niets anders gedaan, dan de Raad besloot. De heer Lantinga: de thans gelezen notulen zyn heden avond niet voorgelezen. In besloten verga dering behoort dat toch wel. De voorzitter: de heer Lantinga weet dan toch wel, dat hier niet opzettelijk zoo gehandeld is. Hier is met het Armbestuur de gewone weg gevolgd, evenals het gewoonlijk gaat met de reclames hoofd. omslag. Burg. en Weth. hebben niets anders gedaan, dan waartoe ze gemachtigd waren door den Raad. De heer Edzes de notulen spreken er wel van, maar 't is mij niet bekend. t De voorzitter: dus de notulen zijn met opgemaakt, zooals het gebeurd is, m. a. w., daar staan on- waarheden in. Het schijnt dat de heer Edzes wel houdt van beschuldigen, zonder bewijs er voor te leveren. De Wethouders weten het echter wel, dat het zoo gebeurd is, zooals de secretaris het heeft opgeschreven en dat is mij voldoende. Al zegt de heer Edzes ook 10 keer, dat het niet zoo is, ik lioud mij er aan. De heer Edzes ik ben blij, dat ik met de eemge ben. De voorzitter zegt, hierop niet te zullen antwoorden en sluit de debatten over het onderwerp. d. adres van H. Bultema, houdende, dat hij van 't vorig armbestuur nog moet hebben betaald 19 brooden, waarvan de afgegeven bons zijn ver- loren gegaan. Het tegenwoordig armbestuur wil hem echter niet betalen, waarom hij den Raad verzoekt om betaling der hem toekomende gelden. De voorzitter stelt voor het adres in handen te stellen van Burg. en Weth. om advies. Conform besloten. e. adres van den heer W. G. Wildervanck, verzoe- kende wegens het overlijden van zijne echtgenoote voor 3 maanden atschrijving van zijnen aanslag in den hootdelijken omslag over 1892. Op voorstel van den voorzitter wordt besloten dit adres in besloten vergadering te behandelen. 2. Wordt voorgelezen een adres van Mej. C. M. W. Bos, waarbij zij verzoekt, dat hare jaarwedde ad 500 met 25 moge worden verhoogd en gelijk gesteld met die van de nieuw te benoemen onderwijzeres alhier. De voorzitter stelt namens Burg. en Weth voor afwijzend op het adres te beschikken, daar haar tractement in 't begin van dit. jaar met 50 is verhoogd. De heer Lantinga kan zich hiermede niet ver- eenigen, want had Mej. Bos zich als sollicitante aangegeven voor de scliool aan t diep, zou zij in de "catégorie gevallen zijn van meer te krijgen. Spreker zou er wel voor zijn haar adres aan te houden tôt eene volgende vergadering, leneinde bij de Schoolcommissie inlichtingen over Mej. Bos in te winnen en wanneer die goed over haar onderwijs tevreden is, zou hij het wenschelijk achten om over die 25 heen te stappen. Daar niemand der leden er iets tegen heeft, wordt met algemeene stemmen het adres tôt eene volgende vergadering verdaagd. 3. Wordt voorgelezen een adres van de onder- wijzers A. U. Smith c.s. daarbij verzoekende, te willen toestaan, dat zij op de daarbij aangegeven uren buiten den schooltijd zich in een locaal van de school aan de Heilige laan bekwamen voor de vrije- en ordeoefeningen. De voorzitter deelt mede dat dit adres in handen is gesteld van het hoofd der school, den heer Dulle- mond en Ds. Swiers, welke beiden hebben bericht, dat bij hen daartegen geen bezwaar bestaat. Burg. en Weth. stellen daarom voor aan adressanten de verzochte vergunning te verleenen tôt wederopzeg- gens toe. Conform besloten. 4. Aan de orde is thans de benoeming van eene onderwijzeres aan de school aan 't diep. Alvorens hiertoe over te gaan, wordt de openbare vergadering door den voorzitter een oogenblik geschorst. Na heropening der vergadering deelt de voorzitter mede, dat voor de opengevallen betrekking van onderwijzeres 7 sollicitanten zich hebben aangemeld, waarvan één zich heeft terug- getrokken en 5 van de 6 overige onderwijzeressen een proefles hebben gehouden, waarbij zij allen min of meer goed voldeden. Burg. en Weth. hebben daarop na ingewonnen advies van het hoofd der school de volgende voordracht opgemaakt alphabetisch gesteld: Mej. Bossinga te Hélium, Mej. Fokkens te Engelbert en Mej. G. Smit te Mussel- kanaal. De Heer schoolopziener heeft volgens ont- vangen schrijven zich met deze voordracht vereenigd. Hierop wordt tôt stemming overgegaan en Mej. Smit tôt onderwijzeres in de school aan 't diep benoemd met algemeene stemmen. 5. De voorzitter stelt namens Burg. en Weth. voor, van Hare Majesteit de Koningin-Regentes voor den tijd van 2 jaar dispensatie te verzoeken voor de invoering van de vrije en ordeoefeningen op de scholen, daar thans de schoollocalen en speelplaat- sen niet geschikt daarvoor zijn en ook aile onder- wijzers niet de acte daarvoor hebben. Conform besloten. 6. Op voorstel van den voorzitter wordt met algemeene stemmen besloten op het eerste gedeelte van het verzoek van de Heeren H. Buringh en M. Starke alhier, om voor het kappen der daarin vermelde 41 boomen ieder de helft te betalen, gunstig te beschikken en het tweede gedeelte van het verzoek, «het kappen van eenige boomen aan den provincialen grindweg, welke voor adressanten hinderlijk zijn," in handen te stellen van Burg. en Weth. om advies. Eveneens wordt besloten het verzoek van den Heer H. Westerhuis alhier om opruiming van twee boomen, welke voor hem hin derlijk zijn, in handen te stellen van Burg. en Weth. om advies. 7. De voorzitter deelt mede, dat Heeren Ged. Staten indertijd aanmerking hebben gemaakt op de wjjzigingslegger der wegen. Burgemeester en Weth. hebben daaraan gevolg gegeven. De legger heeft daarna den vereischten termijn ter lezing ge- legen, zonder dat daarop bezwaren zijn gemaakt. Burg. en Weth. stellen daarom voor den legger goed te keuren en op te zenden aan Ged. Staten. Conform besloten. 8. Wordt besloten het Suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag in besloten vergadering te behandelen Hierna sluiting der openbare vergadering Vergadering van den Raad der ge meente Hoogezand op Zaterdag den ÎO December 1892, des namiddags te 21 nnr. Aanwezig 12 leden. Afwezig de heer Kruizinga. Na opening der vergadering worden de notulen der vorige zitting voorgelezen, welke notulen on- veranderd worden goedgekeurd en gearresteerd. De voorzitter deelt mede, dat de heer Kruizinga kennis gegeven heeft, wegens ongesteldheid ver- hinderd te zijn, de vergadering bij te wonen. Aan de orde: 1. Benoeming veearts. De voorzitter verzoekt den secretaris de voor dracht te willen voorlezen, waaraan ZEd. voldoet en waaruit blijkt, dat op No. 1 der voordracht staat, de heer H. J. de Vries, ltijksveearls en assistent aan de Rijksveeartsenijschool te Utrecht., en op No. 2 der voordracht: de heer P. Juursma, rijks- veearts te Roden. De heer Meihuizen: Ik zou wel in bedenking willen geven, de benoeming te doen voor den tijd van 3 of 5 jaren. Het is, dunkt me, niet goed, dadelijk voor onbepaald te benoemen, want het kon soms eens wezen, dat we met een jaar of wat een ander liever hadden, en door onbepaald aan te stellen, zaten we aan dezen vast. De heer Vos: Zou het ook bezwaren opleveren OLKSBL 00ST-600RECHT EN 01STREKEN VAN teic UUliUUtUa *9 WJUMfi Van NIEUWE 8CHANS naai HARLINGEN. V.rtr. N.-Sch»n« *5,52 *7,27 11,15 *2,28 Winsehoten 6,9 Sciieemda 6.21 Zuidbroek 6,84 Hoogei&nd 6,48 Kropswolde 6,55 7,9 7J« 7,47 11,80 2,40 7,59 11,48 2,52 8,11 11,58 8,8 8,25 12,2 8,82 12,8 8,46 12,21 8,8 1,25 9,85 11,84 12,10 4,44 2,58 6,7 8,29 6,46 Aank Groningen Vertr. Leenwarden 8,48 Aank. Harlingen 9,19 De met een geme compagnii Bovendien a»—». - zien van plaatabewijzen naar Hoogezand-Sappemeer. 5,10 8,28 5,24 8,38 5,81 8,46 5,41 8,57 5,48 9,6 9,11 6,6 9,23 6,12 9,29 7,57 10,54 8,88 11,80 den Borger- (wacntp. oi|i o Bovendien mogen aldaar diejreinen verlaten reizigera, voor- atabew Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS. Vertr. Harlingen Leenwarden Aank. Groningen Vertr. Kropawolde Hoogezand Znidbroek Soheemda Winsehoten Aank. N.-Sehant *6.00 6,14 6.20 6,81 6,46 6.58 7,9 6,22 7,58 7,8 11,6 8,21 12,24 8,46 *12,88 9,— 12,52 9,6 12,58 9.16 1,9 12,50 1.86 2,48 2.58 8,7 3,13 3,22 8.87 3,45 8.59 2,51 4,46 6,4 *6,12 6,26 6,82 6,43 6,59 7,7 7,28 5,26 7,52 9,10 10,41 10,55 11,1 11,10 11,25 11,88 11,46 De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borger- compagnieaterweg (wachtp. 87) tôt bet uitlaten van, reizigera. Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigera, voorzien van terngreiagedeelten van retourbiljetten naar Hoo gezand-Sappemeer. Sneldienat van Groningen 7,80 naar AmBterdam, Van GRONINGEN naar MEPPEL—'a BOSCH. Vertr. Groningen 6,7,80 9,8 12,80 8,88 6,15 8, Haren 6,9 9,12 8,47 8,9 De Punt 6,17 9,20 12,48 8,65 8,17 Vriea-Zuidl. 6,26 9,29 4,4 8,26 Aaaen 6,40 7,58 9,53 1,4 4,22 6,41 8,44 Meppel 7,55 8,52 11,38 2,15 5,43 7,87 10,8 ZwoUe 8,42 9,88 12,42 3,7 6,35 8.38 10,48 Aank. Zntfen 9,80 10,41 1,42 4,17 7,85 9,47 Arnhem 10,16 11,27 2,80 5,9 8,19 10,80 'a Boseb 1,10 4,17 6,58 10,4 Van GRONINGEN naar DELFZIJL. Vertr. Groningen 7,85 11,52 1,81 4,63 7,52 10,40 Loppersum 8,40 1,2,36 5,58 8,56 11,44 Appingedam 9,1,19 2,56 6,18 9,18 12,5 Aank. Defizijl 9,10 1,29 8,6 6,28 9,29 12,14 welke dea avonda te 10,86 aldaar retonrneert. Van 'a BOSCH naar MEPPEL—GRONINGEN. Vertr. Aank. Vertr. V Aank. 'a Boach Arnhem 6, Zntfen 7,8 ZwoUe 5,20 8,42 Meppel 6,10 9,80 Aaaen 7.27 10,45 Vriea-Zuidl. 7,45 10,69 De Pnnt 7,54 11,8 Haren 8,2 11,16 Groningen 8,10 11,25 Van DELFZIJL Delfzijl 5,40 Appingedam 5,51 Lopperaum 6,15 Groningen 7,18 7,5 10,6 9,— 11,40 9,40 12,80 10,85 1,51 2,86 8,51 4,5 4,14 4,22 4,80 naar GRONINGEN. 6,45 10,80 1,7 6,58 10,43 1,18 7,26 11,11 1,42 8,81 12,18 2,40 11,11 18,— 12,26 12,52 2,50 8.87 5,8 5,48 7,7 7,21 7,80 7.88 7,46 8,20 5.11 7,22 8,18 9,29 9,48 9,52 10,- 10,8 4.12 4,24 4,48 5,48 5,82 7,6 7,46 8,45 9,21 10,11 10,86 8,16 8,27 8.51 9,48

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1892 | | pagina 1