$[0t 100. WOENSBÂQ 14 December 1892, 22e Jaargang.
mmmim zoom, safpimeeb.
VAN
Ïnzending van Advertentiën en Ingesonden Stnkkënàes Dinsdags- en Vrjjdaggavenfe v66r ses uw Mj de TTityavere.
Overzicht van 4 Dec. tôt il Dec. 1892.
Voor de Qemeenten HOOGEZANDSAPPEMEEB, 8LOOHTRREN NOOBDBBOEK, IUIDBB01K, IITIDLABKB, HAREM en».
Dit BLAD verschijnt iederen ZONDAG en WOENSDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 35 aenti,
franco per post 45 cents»
Enkele nommera 5 cents»
U I T G A V E
PRIJS der ADVERTENTIËN Van 1—5 regels 35 cents
isdere regel meer ÎO cents. Groote letters worden naar plaats»
rnimte bôreksnd. Abonnement lager. Dezelfde advertentie, in «enj
voor 3-maal piaatsing besteld, is de derde plaatsiag pratii.
DIENSTREGELING OP DE
STAATS-SPOORWEGEN. AANGEVANGEN DEN 1 OCTOBER 1892
(TIJD VAN GREENWICH.)
BUITENLAND.
De vertegenwoordigers der fransche republiek
zagen in de afgeloopen week het achtentwintigste
ministerie, gedurende het 21 jarig bestaan der derde
republiek, voor zich verschijnen. Dat nieuwe kabinet
is feitelijk het oude, twee ministère, waaronder die
van justitie, zijn door weinig bekende kamerleden
vervangen, waarvan de een vôôr en de ander tegen
het ministerie heeft gestemd. Verder heeft men de
rollen eenigszins verwisseld en het kabinet omge-
doopt in een ministerie Ribot in plaats van een
ministerie Loubet. En toch handelt dit nieuwe
kabinet, geheel anders als het voorgaande. Het
schijnt dat de portefeuille verwisseling de perso-
nen heeft omgekeerd, want aan de enquête-com-
missie worden nu hoegenaamd geen bezwaren meer
in den weg gelegd. Hare roi van parlementaire com-
missie is uitgespeeld, zij treedt thans geheel in de
plaats der rechterlijke maeht, een bedenkelijk ver-
schijnsel in een welgeordenden staat. Het lijk van
den beruchten baron de Reinach, die een zoo
schandelijke speculatie dreef in Panama aandee-
len, zal nu worden opgegraven, zelfs gaat het ge-
rucht dat de directeuren dier maatschappij op haar
bevel zullen gevangen genomen worden. Geen
wonder dat de algemeen geachte procureur-gene-
raal van het hol te Parijs onder deze omstândig-
heden zijn ontslag heeft genomen. Daar de tijd
ontbreekt voor de behandeling der begrooting, heeft
het ministerie een krediet aangevraagd voor twee
maanden op den voet der vorige begrooting.
Het britsch ministerie, dat na zijn optreden
zoo weinig van zich deed hooren, heeft bij monde
van John Morley, den minister voor iersche aange-
legenheden, iets medegedeeld omtrent den stand van
het wetsontwerp dat Ierland zelfregeering zal geven.
Hij begon in een redevoering die hij te Newcastle
hield, met te ontkennen, dat sedert de afschaffing
der dwangwetten het aantal misdaden in Ierland
was toegenomen. Het tegendeel was waar. 1 oe-
geven wilde hij, dat orde en wet met dwang iets
konden uitrichten, maar met rechtvaardigheid en
vrijheid nog veel meer. Hij besloot zijn redevoe
ring met de verklaring, dat de regeering in Febru-
ari voor het parlement zou treden met het »Home
Rule" ontwerp, 'twelk Ierland behoort aan te
nemen en Groot-Brittannië niet mag en zal wei-
geren
De bladen der tegenpartij blijven verzekeren
dat zich in den boezem van het kabinet groote
tweedracht openbaart omtrent de hoofdzaken van
het ontwerp. Invloedrijke leden achten den weg
dien Gladstone op wil, zeer bedenkelijk voor de
eenheid van het britsche rijk.
De drie B's, zooals men in Duitschland bij
verkorting nieuwe belastingen op bier, brandewijn
en beurszaken noemtbrengen vrij wat pen-
nen en monden in beweging. Vooral in Zuid-
Duitschland, met zijn groote brouwerijen vindt de
nieuwe wijze van geldslaan voor de uitbreiding van
het leger grooten tegenstand. Cal van adressen
zijn tôt den rijksdag gericht met het verzoek die
nieuwe belastingen niet goed te keuren. I och
heerseht er onder de partijen een welwillende hou-
ding tegenover Gaprivi dan vroeger tegenover von
Bismarck. Op de parlementaire soirée die de rijks-
kanselier dezer dagen gaf, waren ook zijn tegen-
standers goed vertegenwoordigd, en was hij daardoor
in de gelegenheid hunne bezwaren te vernemen
op meer intieme wijze dan van de tribune in den
rijksdag.
BINNENLAND.
Het begrootings débat in de 2e kamer wordt zeer
gerekt, zoodat men om op tijd klaar te komen
reeds zittingen hield tôt in den laten avond. Uit
de antwoorden der regeering bleek dat het mi
nisterie nog verschillende ontwerpenook tôt
verbetering van sociale toestanden, in bewerking
heett, en dat het ten opzichte van den te volgen
weg homogeen denkt, en zich door de kamer daar-
van niet zal laten afbrengen.
De hoofdstukken I, H en III zijn afgedaan.
Bij de behandeling van hoofdstuk IV (justitie)
kwam een punt ter sprake voor onze provincie van
groot belang, namelijk de veiligheid ten platten-
lande.
De heer Tijdens besprak die meer speciaal voor
het oostelijk deel der provincie Groningen, te Fin-
sterwolde, Beerta en Nieuw-Beerta, hij bleefblijk-
baar alleen bij zijn district. Aanrandingen, mis-
handelingen, het inwerpen van ruiten bij burgers
en boeren, het binnendringen van lokalen zonder
betaling van entrée, inbreuken op 't gezag, kwamen
daar herhaaldelijk voor. Zij die het best bij de
bevolking stonden aangeschreven hadd en het meest
te bjden. Kent, zoo vroeg de heer Tijdens, de
minister deze toestanden Zoo niet, zal de minister
ze dan onderzoeken, en zoo ze waar mochten blij-
ken, waarvoor spreker instaat, maatregelen nemen
om aan dien ondragelijken staat van zaken een
einde te maken.
De heer van der Feltz wees in aansluiting met
het gesprokene door den heer Tijdens op Appelscha.
In een der drentsche bladen wordt een belooning
uitgeloofd voor hem, die den dader aanwijst, die
op de politie te Appelscha een schot heeft gelost.
Een verzet, als waarop de heer i ijdens wees, zou
ons land brengen in een waren toestand van terro
risme, ook deze spreker hield zich overtuigd dat de
minister ailes doen zal om zulk verzet te fnuiken
De minister van justitie vetklaarde dat hij den
toestand in Groningen met zorg naging, maar
wie wind zaait moet storm oogsten. Thans komt
de heer Tijdens tôt het besef en dat verheugde
den minister dat orde en gezag moeten gehand-
haafd worden. De minister was erkentelijk voor
de gegeven wenken, hij zou overwegeu wat hem
te doen stond. Djch men moest voorzichtig zijn
bij het ingrijpen in zulke toestanden. Bleek het
echter noodig, het zou niet aan hem liggen als t
niet krachtig geschiedde.
De heer Tijdens was eenigzins geraakt, hij ge-
voelde dat de minister het optreden der radicalen
in Winsehoten met het gebeurde in verband bracht
en noemde dat een insinuatie. Nooit had hij of
iemand onder zijn vrienden tôt woelingen opge-
wekt. De minister had hem teleurgesteld en hij
waarschuwde dat, liet men het zôô voortgaan,
binnen enkele dagen in het district Winsehoten
regeeringloosheid zou ontstaau. De minister wees
de beschuldiging van den heer Tijdens af, hij had
gezegd en herhaalde het, dat men bij dergelijke
toestanden op de oorzaken moest letten. Overi-
gens diende in de eerste plaats de plaatselijke
overheid te handelen, en deze kon zich van den
steun der regeering verzekerd houden waar die
noodig was.
Vergadering van deu Raad der ge-
ineente Zuidbroek op Vrtfdag
den 0 December 1898.
Afwezig de heeren Boer, Geertsema en Terpstra
met kennisgeving.
De notulen der vorige verg. worden na opemng
der vergadering gelezen en goedgekeurd.
1De voorzitter doet mededeeling van de vol-
gende ingekomen stukken
a. Miss, van Ged. Staten, houdende goedkeu-
ring der gemeente rekening over 1891.
b. Idem, houdende goedkeuring van het raads-
besluit tôt verhooging der jaarwedden der onder-
wijzeressen. Beide voor kennisg. aangenomen.
c. Missive omtrent de rekening v. h. B. Armb.,
waarbij kennisgeving wordt gedaan, dat. het geschil
over de rekening v. h. B. A. zal behandeld worden
den 24 Novb. in openb. vergadering.
De Voorzitter deelt mede, dat hij die vergade
ring heeft bezocht en de noodige inlichtingen heeft
gegeven.
De heer Lantinga vraagt, wat B. en W. bewo-
gen heeft, eene missive te richten aan de Staten
en zoo te handelen als is geschied.
De heer Lantinga wordt hierop door den Voor
zitter opmerkzaam gemaakt, om niet te klappen
uit eene beslotene raadsvergadering, waarin de leden
geheimhouding is opgelegd.
De heer Lantinga Eene beslotene raadsverga
dering was het wel, maar 't is mij niet bekend,
dat de leden geheimhouding is opgelegd. Stukken
die van den raad uitgaan behooren ook m den
Raad gelezen te worden.
De voorzitter herhaalt, dat geheimhouding in die
vergadering is opgelegd, hij zal er niet verder over
spreken en daar geen misbruik van maken.
De heer Lantinga zegt dat er meer is, er is
eene missive gericht aan Ged. Staten, dat is toch
openbaar.
De Voorzitter zegt, als de heer Lantinga zich
zoo weinig herinnert van de vorige vergadering,
kan hij daartegen niet veel zeggen. Nogmaals ver-
zocht ZEA. spreker niet in eene openbare verga
dering over zaken, in eene geheime vergadering
behandeld, te spreken. In beslotene vergadering
zijn B. en W. gemachtigd.
De heer Lantinga ontkent, dat geheimhouding is
opgelegd.
De voorzitter zegt opzettelijk geheimhouding te
hebben opgelegd.
De heer Edzes zegt, dat geheimhouding ook hem
niet bekend is.
De voorzitter zegt ik kan er niet meer van
zeggen, aangezien ik niet spreken mag over dingen
in geheime vergadering voorgevallen. Ik wil echter
evenwel ten gerieve van de heeren Edzes en Lan
tinga de geheimhouding opheffen en verzoek den
secretaris de notulen te lezen der beslotene ver
gadering van den 14 Sept, j 1. De secretaris geeft
daarna lecture van genoemde notulen, welke in
hoofdzaak luiden als volgt: »Afwezig de heer
«Geertsema.
«De voorzitter zegt dat hij opzettelijk eene be-
«sloten vergadering heeft bijeengeroepen, daar er
«reeds te veel ruchtbaarheid is van de handelingen
«van het Armbestuur.
«Door den Voorzitter wordt den leden geheim-
«houding opgelegd. cn
«Aan de orde is eene missive van Ged. btalen
«waarbij gevoegd is een schrijven van liet armbe-
«stuur met verzoek om, aangezien de raad de
«rekening v. h. B. A. niet goedkeurde, de rekening
«door Ged. Staten moge worden goedgekeurd,
«welke stukken in handen van den Raad worden
«gesteld om bericht en raad. B. en W. steUen
«voor Ged. Staten bericht te geven, dat de Raad
«bij zijn genomen besluiten blijtt volharden en B.
«en W. te machtigen om namens den Raad het
«verzochte bericht en raad aan heeren Ged. Staten
suit te brengen.
«Zonder discussie wordt met algemeene stemmen
«behalve die van den heer Edzes, die zich buiten
«stemming houdt, besloten B. en W. bovengenoemde
«machtiging te verleenen."
Verder was niets meer aan de orde
Hierna, zegt de voorzitter, dat hij meent dat de
zaak thans voldoende is besproken, het pleit niet
voor vertrouwen.
B. en W. hebben niets anders gedaan, dan de
Raad besloot.
De heer Lantinga: de thans gelezen notulen zyn
heden avond niet voorgelezen. In besloten verga
dering behoort dat toch wel.
De voorzitter: de heer Lantinga weet dan toch
wel, dat hier niet opzettelijk zoo gehandeld is.
Hier is met het Armbestuur de gewone weg gevolgd,
evenals het gewoonlijk gaat met de reclames hoofd.
omslag. Burg. en Weth. hebben niets anders
gedaan, dan waartoe ze gemachtigd waren door
den Raad.
De heer Edzes de notulen spreken er wel van,
maar 't is mij niet bekend. t
De voorzitter: dus de notulen zijn met opgemaakt,
zooals het gebeurd is, m. a. w., daar staan on-
waarheden in. Het schijnt dat de heer Edzes wel
houdt van beschuldigen, zonder bewijs er voor te
leveren. De Wethouders weten het echter wel,
dat het zoo gebeurd is, zooals de secretaris het
heeft opgeschreven en dat is mij voldoende. Al
zegt de heer Edzes ook 10 keer, dat het niet zoo
is, ik lioud mij er aan.
De heer Edzes ik ben blij, dat ik met de eemge ben.
De voorzitter zegt, hierop niet te zullen antwoorden
en sluit de debatten over het onderwerp.
d. adres van H. Bultema, houdende, dat hij
van 't vorig armbestuur nog moet hebben betaald
19 brooden, waarvan de afgegeven bons zijn ver-
loren gegaan. Het tegenwoordig armbestuur wil
hem echter niet betalen, waarom hij den Raad
verzoekt om betaling der hem toekomende gelden.
De voorzitter stelt voor het adres in handen te
stellen van Burg. en Weth. om advies.
Conform besloten.
e. adres van den heer W. G. Wildervanck, verzoe-
kende wegens het overlijden van zijne echtgenoote
voor 3 maanden atschrijving van zijnen aanslag in den
hootdelijken omslag over 1892. Op voorstel van
den voorzitter wordt besloten dit adres in besloten
vergadering te behandelen.
2. Wordt voorgelezen een adres van Mej. C.
M. W. Bos, waarbij zij verzoekt, dat hare jaarwedde
ad 500 met 25 moge worden verhoogd en
gelijk gesteld met die van de nieuw te benoemen
onderwijzeres alhier.
De voorzitter stelt namens Burg. en Weth voor
afwijzend op het adres te beschikken, daar haar
tractement in 't begin van dit. jaar met 50 is verhoogd.
De heer Lantinga kan zich hiermede niet ver-
eenigen, want had Mej. Bos zich als sollicitante
aangegeven voor de scliool aan t diep, zou zij in
de "catégorie gevallen zijn van meer te krijgen.
Spreker zou er wel voor zijn haar adres aan te
houden tôt eene volgende vergadering, leneinde bij
de Schoolcommissie inlichtingen over Mej. Bos in
te winnen en wanneer die goed over haar onderwijs
tevreden is, zou hij het wenschelijk achten om
over die 25 heen te stappen.
Daar niemand der leden er iets tegen heeft,
wordt met algemeene stemmen het adres tôt eene
volgende vergadering verdaagd.
3. Wordt voorgelezen een adres van de onder-
wijzers A. U. Smith c.s. daarbij verzoekende, te
willen toestaan, dat zij op de daarbij aangegeven
uren buiten den schooltijd zich in een locaal van
de school aan de Heilige laan bekwamen voor de
vrije- en ordeoefeningen.
De voorzitter deelt mede dat dit adres in handen
is gesteld van het hoofd der school, den heer Dulle-
mond en Ds. Swiers, welke beiden hebben bericht,
dat bij hen daartegen geen bezwaar bestaat. Burg.
en Weth. stellen daarom voor aan adressanten de
verzochte vergunning te verleenen tôt wederopzeg-
gens toe. Conform besloten.
4. Aan de orde is thans de benoeming van eene
onderwijzeres aan de school aan 't diep. Alvorens
hiertoe over te gaan, wordt de openbare
vergadering door den voorzitter een oogenblik
geschorst. Na heropening der vergadering deelt
de voorzitter mede, dat voor de opengevallen
betrekking van onderwijzeres 7 sollicitanten zich
hebben aangemeld, waarvan één zich heeft terug-
getrokken en 5 van de 6 overige onderwijzeressen
een proefles hebben gehouden, waarbij zij allen
min of meer goed voldeden. Burg. en Weth.
hebben daarop na ingewonnen advies van het
hoofd der school de volgende voordracht opgemaakt
alphabetisch gesteld: Mej. Bossinga te Hélium, Mej.
Fokkens te Engelbert en Mej. G. Smit te Mussel-
kanaal. De Heer schoolopziener heeft volgens ont-
vangen schrijven zich met deze voordracht vereenigd.
Hierop wordt tôt stemming overgegaan en Mej.
Smit tôt onderwijzeres in de school aan 't diep
benoemd met algemeene stemmen.
5. De voorzitter stelt namens Burg. en Weth.
voor, van Hare Majesteit de Koningin-Regentes voor
den tijd van 2 jaar dispensatie te verzoeken voor
de invoering van de vrije en ordeoefeningen op de
scholen, daar thans de schoollocalen en speelplaat-
sen niet geschikt daarvoor zijn en ook aile onder-
wijzers niet de acte daarvoor hebben. Conform
besloten.
6. Op voorstel van den voorzitter wordt met
algemeene stemmen besloten op het eerste gedeelte
van het verzoek van de Heeren H. Buringh en M.
Starke alhier, om voor het kappen der daarin
vermelde 41 boomen ieder de helft te betalen,
gunstig te beschikken en het tweede gedeelte van
het verzoek, «het kappen van eenige boomen aan
den provincialen grindweg, welke voor adressanten
hinderlijk zijn," in handen te stellen van Burg. en
Weth. om advies. Eveneens wordt besloten het
verzoek van den Heer H. Westerhuis alhier om
opruiming van twee boomen, welke voor hem hin
derlijk zijn, in handen te stellen van Burg. en Weth.
om advies.
7. De voorzitter deelt mede, dat Heeren Ged.
Staten indertijd aanmerking hebben gemaakt op
de wjjzigingslegger der wegen. Burgemeester en
Weth. hebben daaraan gevolg gegeven. De legger
heeft daarna den vereischten termijn ter lezing ge-
legen, zonder dat daarop bezwaren zijn gemaakt.
Burg. en Weth. stellen daarom voor den legger
goed te keuren en op te zenden aan Ged. Staten.
Conform besloten.
8. Wordt besloten het Suppletoir kohier van
den hoofdelijken omslag in besloten vergadering te
behandelen
Hierna sluiting der openbare vergadering
Vergadering van den Raad der ge
meente Hoogezand op Zaterdag
den ÎO December 1892, des
namiddags te 21 nnr.
Aanwezig 12 leden.
Afwezig de heer Kruizinga.
Na opening der vergadering worden de notulen
der vorige zitting voorgelezen, welke notulen on-
veranderd worden goedgekeurd en gearresteerd.
De voorzitter deelt mede, dat de heer Kruizinga
kennis gegeven heeft, wegens ongesteldheid ver-
hinderd te zijn, de vergadering bij te wonen.
Aan de orde:
1. Benoeming veearts.
De voorzitter verzoekt den secretaris de voor
dracht te willen voorlezen, waaraan ZEd. voldoet
en waaruit blijkt, dat op No. 1 der voordracht staat,
de heer H. J. de Vries, ltijksveearls en assistent
aan de Rijksveeartsenijschool te Utrecht., en op
No. 2 der voordracht: de heer P. Juursma, rijks-
veearts te Roden.
De heer Meihuizen: Ik zou wel in bedenking
willen geven, de benoeming te doen voor den tijd
van 3 of 5 jaren. Het is, dunkt me, niet goed,
dadelijk voor onbepaald te benoemen, want het kon
soms eens wezen, dat we met een jaar of wat een
ander liever hadden, en door onbepaald aan te
stellen, zaten we aan dezen vast.
De heer Vos: Zou het ook bezwaren opleveren
OLKSBL
00ST-600RECHT EN 01STREKEN
VAN
teic UUliUUtUa *9 WJUMfi
Van NIEUWE 8CHANS naai HARLINGEN.
V.rtr. N.-Sch»n« *5,52 *7,27 11,15 *2,28
Winsehoten 6,9
Sciieemda 6.21
Zuidbroek 6,84
Hoogei&nd 6,48
Kropswolde 6,55
7,9
7J«
7,47 11,80 2,40
7,59 11,48 2,52
8,11 11,58 8,8
8,25 12,2
8,82 12,8
8,46 12,21 8,8
1,25
9,85
11,84
12,10
4,44
2,58 6,7
8,29 6,46
Aank Groningen
Vertr.
Leenwarden 8,48
Aank. Harlingen 9,19
De met een geme
compagnii
Bovendien a»—». -
zien van plaatabewijzen naar Hoogezand-Sappemeer.
5,10
8,28
5,24
8,38
5,81
8,46
5,41
8,57
5,48
9,6
9,11
6,6
9,23
6,12
9,29
7,57
10,54
8,88
11,80
den Borger-
(wacntp. oi|i o
Bovendien mogen aldaar diejreinen verlaten reizigera, voor-
atabew
Van HARLINGEN naar NIEUWE SCHANS.
Vertr. Harlingen
Leenwarden
Aank. Groningen
Vertr.
Kropawolde
Hoogezand
Znidbroek
Soheemda
Winsehoten
Aank. N.-Sehant
*6.00
6,14
6.20
6,81
6,46
6.58
7,9
6,22 7,58
7,8 11,6
8,21 12,24
8,46 *12,88
9,— 12,52
9,6 12,58
9.16 1,9
12,50
1.86
2,48
2.58
8,7
3,13
3,22
8.87
3,45
8.59
2,51
4,46
6,4
*6,12
6,26
6,82
6,43
6,59
7,7
7,28
5,26
7,52
9,10
10,41
10,55
11,1
11,10
11,25
11,88
11,46
De met een gemerkte treinen atoppen aan den Borger-
compagnieaterweg (wachtp. 87) tôt bet uitlaten van, reizigera.
Bovendien hebben aldaar tôt die treinen toegang reizigera,
voorzien van terngreiagedeelten van retourbiljetten naar Hoo
gezand-Sappemeer.
Sneldienat van Groningen 7,80 naar AmBterdam,
Van GRONINGEN naar MEPPEL—'a BOSCH.
Vertr. Groningen 6,7,80 9,8 12,80 8,88 6,15 8,
Haren 6,9 9,12 8,47 8,9
De Punt 6,17 9,20 12,48 8,65 8,17
Vriea-Zuidl. 6,26 9,29 4,4 8,26
Aaaen 6,40 7,58 9,53 1,4 4,22 6,41 8,44
Meppel 7,55 8,52 11,38 2,15 5,43 7,87 10,8
ZwoUe 8,42 9,88 12,42 3,7 6,35 8.38 10,48
Aank. Zntfen 9,80 10,41 1,42 4,17 7,85 9,47
Arnhem 10,16 11,27 2,80 5,9 8,19 10,80
'a Boseb 1,10 4,17 6,58 10,4
Van GRONINGEN naar DELFZIJL.
Vertr. Groningen 7,85 11,52 1,81 4,63 7,52 10,40
Loppersum 8,40 1,2,36 5,58 8,56 11,44
Appingedam 9,1,19 2,56 6,18 9,18 12,5
Aank. Defizijl 9,10 1,29 8,6 6,28 9,29 12,14
welke dea avonda te 10,86 aldaar retonrneert.
Van 'a BOSCH naar MEPPEL—GRONINGEN.
Vertr.
Aank.
Vertr.
V
Aank.
'a Boach
Arnhem 6,
Zntfen 7,8
ZwoUe 5,20 8,42
Meppel 6,10 9,80
Aaaen 7.27 10,45
Vriea-Zuidl. 7,45 10,69
De Pnnt 7,54 11,8
Haren 8,2 11,16
Groningen 8,10 11,25
Van DELFZIJL
Delfzijl 5,40
Appingedam 5,51
Lopperaum 6,15
Groningen 7,18
7,5 10,6
9,— 11,40
9,40 12,80
10,85 1,51
2,86
8,51
4,5
4,14
4,22
4,80
naar GRONINGEN.
6,45 10,80 1,7
6,58 10,43 1,18
7,26 11,11 1,42
8,81 12,18 2,40
11,11
18,—
12,26
12,52
2,50
8.87
5,8
5,48
7,7
7,21
7,80
7.88
7,46
8,20
5.11
7,22
8,18
9,29
9,48
9,52
10,-
10,8
4.12
4,24
4,48
5,48
5,82
7,6
7,46
8,45
9,21
10,11
10,86
8,16
8,27
8.51
9,48