Oost-Goorecht.
ADVERTEERT in -
ABONNEERT U op
Billijke conditiën.
Nadat de muziek nogmaals had gespeold nam
de heer Buurma 't woord, die ongeveer 't vol-
gende zei
,,Aan mi) is dan de aangename en tevens
eervolle taak opgedragen hier 't eerste officieele
woord te mogen spreken. Hoewel ik toeatem
dat 't beter ware geweest met 't oog op 't ver-
leden, dat een van de ouderen hier had gestaan,
ben ik toch dankbaar dit te mogen doen. Wat
ik zal zeggen moet zich oplossen in het kleine
woordje „dank". Want dank is Hoogezand U
verschuldigd, burgemeester, voor ailes wat u voor
haar hebt gedaan. Zeker ook bij U zijn zwakke
punten aan te wijzen maar ging ik hier beweren
dat u een volmaakt mensch was, u zou een van
de eersten zijn die daartegen protesteerde. Vol
maakt is niemand van ons, 't kan alleen wijding
aan ons leven geven, wanneer we er naar streven.
Wanneer ecnter vanavond de balans wordt op-
gemaakt over de 25 jaren, die u hier doorbracht,
dan komt op uwe rekening een crédit, en
Hoogezand sluit met een debetsaldo tegenover
u. Hoogezand is tijdens uw hierzijn veel ver-
anderd. Toen een gewone landbouwersstreek,
en nu een der welvarendste dorpen, toen enkele
scheepstimmerwerven en nu vele en groote
zaken op dit gebied, zoodat ons Hoogezandster
volkslied dan ook niet tevergeefs zegt „zijn
kloek gebouwde schepen bevaren elke zee".
Toen hier en daar een fabriek en nu, als mach-
tige bazuinen schallen de fabrieksfluiten de
grootheid, ook op dit gebied, van Hoogezaad uit.
Natuurlijk burgemeester hebben we dit niet
alleen aan u te danken, ook zonder u was dit
gekomen, maar een aandeel er in hebt u wel,
want waar u kon, hebt u landbouw, nijverheid
en industrie gesteund, altijd vonden we bij u een
luisterend oor, wanneer we verbeteringen op
eenig gebied gingen bepleiten. Maar bij ailes,
wat in uw karakter valt te roemen, vervolgt
spreker, vind ik 't mooiste uwe eenvoud. U is
altijd en voor ieder dezelfde. Waar de tegen-
woordige tijd zich kenmerkt door grootdoenerij,
is het zoo mooi te zien, dat de hoogste persoon
in de gemeente als leuze huldigt „eenvoud het
ware". Dit is dan ook een groote aantrekkelijk-
heid van uw persoon, dit is het hoofdzakelijk, heer
burgemeester, dat u zoo gezien maakt, ook bij de
kleine menschen. Ja, ook bij vele kleine men-
schen, dit bleek zoo duidelijk toen we lijsten
lieten circuleeren om u een stoffelijk bewijs van
onze hoogachting te kunnen aanbieden.
Op deze lijsten komen zeer veel kleine be-
dragen voor, gegeven door menschen die niet
meer konden missen, maar toch niet bij de
anderen wilden achterstaan om u te huldigen.
Dit is zoo mooi gezegd door een arbeider
bij mij in de buurt, die zei „Ze binnen
ook mit de lieste bie mie west, 'k heb der
'n stuver op zet, want 'k heb 't veur dei
k^rel wel over." Zie, mijnheer van Roijen,
H, j p .a m e l i V airs- ~w omcfeTr^îS' Vnj"5prak, -
maar niettemin zat er pit in, de kern was gezond,
hij had het voor U over en zijn 5 cent getuigden
van evenveel liefde als rijksdaalders van meer-
gegoeden. Zoo zou ik hier nog wel een uurtje
kunnen doorspreken, maar "dat mag niet, daar
staan nog meer sprekers op 't lijstje. De feest-
commissie heeft dan, financieel daartoe in staat
gesteld door de gemeenteleden, na rijp beraad,
voor U gekocht een nieuw eiken ameublement
in de burgemeesterskamer, (waarvan de teekening
aan den jubilaris werd aangeboden en corn-
pleet zal worden geleverd door den heer F. J.
H. Smit alhier). U zult zeggen ,,'t oude was
meer dan voldoende", toch geloof ik, wanneer
straks ailes in orde is en U in de vernieuwde
kamer zit te werken, 't U goed zal doen, wan
neer die doode meubels gaan spreken van liefde
en dank voor ailes wat U in die 25 jaar voor
onze gemeente hebt gedaan. We hebben er
bijgedaan een zilveren herinneringsmedaille aan
den eenen kant staat het wapen van uwe familie,
aan den anderen kant dat van Hoogezand. Ze
drukt uit den wensch van ons, dat beider wapen
nog lang hier vereenigd mag blijven.
Daarna wendt de spreker zich tôt mevrouw
van Roijen en zegt ongeveer 't volgende
Ja mevrouw, wanneer ik niet afzonderlijk tôt
U ging spreken, zou U dit goed vinden immers
door uw man te huldigen, huldigen wij ook U.
Uw gezin is immers verbonden door één liefde-
band en waar de verhoudingen zéé zijn, deelt
men elkanders lief en leed. U is, meen ik, een
van die vrouwen, die zich niet bij voorkeur in
't maatschappelijk leven bewegen. „Dein Haus
sei deiue Welt", deze leuze huldigt gij, en ik
voor mij geloof, dat, wanneer onze vrouwen deze
leuze algemeen tôt de hare maakten, vele ge-
zinnen er gelukkiger door zouden worden, dat
ook de maatschappij er door zou worden ver-
beterd. Tegenwoordig meent men toch, dat aile
verbeteringen aangebracht, aile nooden gelenigd
moeten worden door staatsbemoeiïngen, dus van
boven af. Ik stem toe, dat vele staatsingrijpingen
op haar plaats zijn; maar toch geloof ik, wil men
een gelukkiger maatschappij doen geboren wor
den, dan moet men van beneden af beginnen,
men moet trachten ideale gezinnen te vormen,
dan wordt 't groote gezin (onze maatschappij)
vanzelf goed. En hiervoor zijn we onze vrouwen
noodig, zijn we vrouwen noodig bezield met
uwen geest mevrouw van Roijen. In uw gezellig
huis schept uw man 's avonds weer de kracht
voor 't werk dat hem wacht. Ik weet, onze
burgemeester is niet gauw ontmoedigd, maar hij
zal toch ook wel eens thuis komen, ontstemd,
omdat ailes niet ging zooals hij :t gaarne zou
zien. Hoogezand is nu eenmaal geen bloementuin
waar een naehtegaal in zingt, verre van dat,
't is één brok werkelijkheid met zijn moois,
maar ook met de tegenstelling daarvan. Wat
is er nu beter in staat om een man weer
in 't humeur te brengen dan een gezellig thuis,
wie kan dat beter doen dan een liefhebbende
vrouw. Hoogezand dankt U dan ook voor de
stille kracht waarmee U 25 jaar uw man hebt
gesteund, waardoor hij in staat was te werken
voor onze gemeente als hij dit heeft gedaan^.
Hierbij bood spreker mevrouw van Roijen cfci
prachtig bouquet aan. En dan wendt de vcJr-
zitter zich tôt 't publiek en vraagt „wat zullen
we vanavond doen?" Zeker luisteren naar muziek
en zang, maar ook willen we zelf zingen. In
deze tijden, nu ailes om ons heen worstelt en
woelt, nu het is of Nederland op een vulka^n
is gebouwd, verleert men 't zingen haast. Toch
handelen we in den geest van onzen burgemeester
wanneer we 't vanavond doen. De heeren Veldr
kamp en de Boer roepen ons toe „Kunt ge nog
zingen, zingt dan mee Laat ons vanavond
dan menig Vaderlandsch lied uit hun mooi boekje
zingen, ons in gedachten scharen om onze 3£o-
ningin en de rood-wit-blauwe vlag en daardoor
toonen dat we in deze dagen zijn één van ziel
en één van zin. Door zôô dit feest te viergn
zullen we er wijding aan geven. i
De heer Groeneveld ging daarna in een lange re|e,
de opkomst van Hoogezand na. Spr. herinnerlde
aan 't Hoogezandster volkslied, waarin sprake is
dat er vôér 300 jaar nog niets was dan veen.
Vanaf 1612 begon langzamerhand de dageraad
voor de gemeente aan te breken. Yerder jjpg
spr. na wat de vorige burgemeesters hadden
gedaan en wat onder het bestuur van den heer
van Roijen was tôt stand gekomen. Hij wenschte
hem verder veel geluk in de komende jaren en
sprak den wensch uit dat er onder zjjn bestuur
nog veel goeds mocht geschieden.
De heer Kollee overhandigde daarna aan den
jubilaris een prachtige mand met bloemen waar-
aan een lint bevestigd was met: „Mannenlmor
H.—S. 27-1—'15". T
De heer T. Agterbos Jr. kwam namens het
collège van zetters met een korte maar kern-
achtige speech, waarin hij dank bracht vooj^de
gewichtige en goede adviezen door den heer
van Roijen zoo dikwijls uitgebracht. Het ambt
van zetter is moeilijk en dikwijls lastig, maar
wanneer er hulp is als hier, wordt het gemak-
kelijk. Daarvoor dank. Spr. bood daarna «en
marmeren inkstel aan en een vloeidrukker, wat
dankbaar aanvaard werd.
Door den heer H. L. Wolters werd de heer
van R., namens het collège van Kerkvoogden en
Notabelen der Ned. Herv. Gem. toegesproken.
Ofschoon ik, aldus spr., een eenvoudig woord tôt
U richt is het ernstig gemeend. De heer van
R. is niet alleen 25 jaar burgemeester, maari^>k
20 jaar Kerkvoogd en ofschoon de kerkel. gem.
niet rijk is, is veel in die 20 jaren, mede door
den heer van R. tôt stand gebracht, waarvan
verschillende voorbeelden werden genoemd. Als
herinnering aan dezen dag bood hij den jubilaris
een gouden lorgnet aan
De fceer M.
voerder aïe naar voren trad. Nu wij ons er
over verblijden aldus richtte deze spreker
zich tôt den jubilaris dat U thans zoo ruim
geniet van de waardeering Uwer ingezetenen,
kan ik mijzelven het genoegen niet onthouden,
met een enkel woord uiting te geven aan de
gevoelens die mij thans bezielen.
Ik heb juist daarom de gelegenheid gezocht,
een zeer kort woord tôt U te spreken, omdat ik
in meer dan eene betrekking het voorrecht ge
niet, met U te mogen samenwerken, zij het ook
indirect, tôt de behartiging van de belangen der
gemeente en enkele harer instellingen.
Niet alleen toch als burgemeester, maar ook,
en in 't bijzonder, als voorzitter van het Bur-
gerlijk Armbestuur, waarvan de leiding bijna
25 jaar in uwe handen is, als voorzitter van den
Armenraad, ja zelfs als voorz. van het steun-
comité, van welke collèges mij de administra-
tieve arbeid is opgedragen en 't finantieel be-
heer is toevertrouwd, in aile die hoedanigheden
heb ik U leeren kennen en waardeeren als een
humaan chef, als iemand met een goed hart.
Gij hebt het weten te verstaan, op een nobele,
edele wijze, die toont hoe diep en eerlijk gij het
lijden voelt, leed te verzachten, zonlicht te doen
doordringen tôt de sombere woning van dat
gedeelte uwer ingezetenen, dat zich langzaam
voortbeweegt langs dien breeden zoom, die den
meergegoede van den maatschappelijk zwakkere
scheidt.
Yan dat deel der ingezetenen, dat hier slecnts
bescheiden vertegenwoordigd is, maar, van wie
ik weet, dat zij u op dezen dag in stillen een
voud dankbaar gedenken.
Gij hebt verstaan, onze vergaderingen te
leiden op een wijze die boven lof verheven is.
Maar gij hebt daarbij tevens kunnen ervaren,
dat het hanteeren van den moker des gezags,
onder aile omstandigheden, voor waar geen ge-
makkelijke taak is.
Niet altijd toch waren op onze vergaderingen
de ideeën dezelfde en zoo zullen ook straks de
meeningen niet steeds parallel gaan.
Maar wanneer dan in 't vervolg het vuur eens
boven den groud komt, wanneer het eens warm
mocht worden in onze vergaderingen, denk dan
M. d. B. dat dit niets anders is dan heilige
concurrentie in het behartigen van de belangen
naar eigen inzicht.
Dat is geen persoonlijk belang; evenmin
partijbelang, dat schijnt soms wel zoo neen,
daaronder gloeit dikwijls een warm vuurtje, dat
toch ook zoo verkwikkend kan aandoen.
Namens Armbestuur en Armenraad, was het
dat spr. den jubilaris dankbare hulde bracht
voor zijn vele en veelziidige bemoeiingen.
Spr. verzocht teu slotte den Burgemeester het
woord, dat hij gesproken had, niet te willen
beschouwen aïs een plichtpleging, maar als ôen
woord, dat wel gemeend was.
Hierna werd namens de afd.
Sappemeer van Landbouw en Nijverheid het
woord gevoerd door den heer A. G. Mulder die
o.a. zeide dat het hem een genot was, de opdracht
uit te mogen voeren van de afdeeling welke
niet zoozeer ligt op het gebied van den burge
meester, maar op het gebied, dat daarnaast ligt,
n.l. dat van den burgervader, die niet alleen
regeert, maar meeleeft, meevoelt met zijne ge-
meentenaren, meewerkt tôt verheffing van het
geestelijk peil, meestrijdt tôt bevordering van de
economische belangen der bevolking. Vervolgens
deed de heer M. uitkomen, wat onder leiding
of medewerking van den heer v. Roijen tôt
stand is gekomen en noemde o.a. de verschillende
landbouwcursussenlandbouwhuishoudschool
veeverzekeringsfonds, boerenleenbank, enz. Onze
afd. vervolgde spr. heeft onder uw presidium
veel tôt stand gebracht en ook de tentoonstelling,
hier in 1902 gehouden itf onder uwe leiding zoo
uitstekend geslaagd.
Namens bovengenoemde afdeeling bood de
heer Mulder den jubilaris aan: De beschrijving
van Handel en Nijverheid, (samengesteld door
mr. J. C. A Everwijn (2 dln.) met een historisch-
economischen atlas van denzelfden schrijver.
Het keurige bindwerk hiervan is grootendeels
vervaardigd op de binderij van de firma Borgesius.
Ds. Franke voerde het woord namens de plaat-
selijke schoolcommissie. Hij herinnerde er aan,
dat de geachte jubilaris tôt deze commissie in
eene eenigszins andere verhouding staat dan tôt
de vorige corporaties, daar hij feitelijk geen lid
is van de schoolcommissie. Hij is echter zoo
welwillend op een daartoe gedaan verzoek hare
vergaderingen geregeld bij te wonen als adviseur,
wat door de commissie ten zeerste wordt ge-
waardeerd en op prijs gesteld. Hierdoor toch
wordt het mogelijk een goeden band te leggen
tusschen het gemeentebestuur en de schoolcom
missie. Hij heeft hem leeren kennen als een
man, die het onderwijs een warm hart toedraagt
en wiens streven is, het op een hoog peil te
brengen. Natuurlijk, ook hij kan niet ailes wat
hij wil. Er zal wel altijd wat te wenschen over
blijven. De commissie voelde zich verplicht hare
erkentelijkheid tegenover den jubilaris uit te
spreken en zij biedt hem dan ook mede namens
den arrondissements schoolopziener de bekende
„Stielers Handatlas" aan. Met den wensch, dat
hij daar nog vele jaren genot van moge hebben,
eindigt spreker.
De heer Wedeven, thans het woord nemende
als vervolg op het door den heer Franke ge-
sprokene, zeide o.a. dat het voor den jubilaris
een mooie dag is, maar ook tevens een moeilijke.
Op de straat aldus spreker zeiindertijd
een jongen tegen een anderen, die mij tegen-
kwam, „pas op, dat is 'n schoulopzainer, dei
ken joe procès moaken".
Bij den heer van R. is dit het geval in dubbelen
zin, hij kan procès maken èn als burgemeester
Eenige zeer intéressante mededeelingen met
jaartallen enz. deed spr. daarna over de families
van Roijen en Feith. Zoowel de familie van
Roijen als de familie Feith zijn hier gekomen
uit Drenthe en Overijsel, maar 't zijn nu al
echte Groningers. Beide families hebben zich
altijd zeer tôt het onderwijs aangetrokken gevoeld
en veel in 't belang daarvan gedaan. Onze bur
gemeester niet het minst. In de Raadsverga-
dering is het heden geblekenwaar hem
hulde is gebracht voor ailes wat hij voor het
onderwijs heeft gedaan. Vele stichtingen zijn
door zijn initiatief tôt stand gekomen, o.a. ,,'t In-
stituut Hommes" en de „Dagnormaalschool".
Het is den heer Van R. als overheidspersoon
steeds gelukt, in practischen zin, op te lossen
het groote probleem van de vereeniging van
gezag en vrijheid. Spr. vindt daarvoor een schoone
théorie in de formuleering van deze beide eischen
door den grooten staatsman Groen van Prinsterer
De Overheid moet zijn Stedehouderesse Gods en
Dienaresse Gods. Wellicht doen sommigenj hun
practijk rusten op een andere théorie, maar in
elk geval heeft Burgemeester v. Roijen steeds
een gelukkige vereeniging van de beide zijden
van het vraagstuk getoond. En daarom brengt
spreker lof aan den jubilaris en de zijnen.
De heer Van Roijen nam vervolgens het woord
en sprak ongeveer het volgende U zult be-
grijpen dat ik geen woorden genoeg kan vinden
om allen mijn dank te betuigen. In den raad
is heden gezegd wat er in deze 25 jaren door
mij is tôt stand gebracht, maar voor een groot
deel is dat evenwel te danken aan de vele per-
sonen die mij ter zijde hebben gestaan. Zij allen
hebben mij mijn taak aangenaam en prettig ge
maakt.
Het woord van dank heden door mij in de
raadsvergadering gesproken, herhaal ik hier en
ook dat het vele dat tôt stand is gebracht in
de verschillende betrekkingen buiten mijn bur-
gemeestersambt mede te danken is aan de mede
werking der personen, die me daarmee hebben
gesteund, en al die betrekkingen bekleed ik nog
steeds met zeer veel genoegen.
De wensch is uitgesproken dat ik nog vele
jaren die betrekkingen mag waarnemen en zelfs
de wensch dat ik ook mijn gouden jubilé mag
vieren, maar dat zal ik wel niet beleven.
Ik zal op den ingeslagen weg voortgaan en
zal al mijn krachten wijden aan den bloei en
den vooruitgang van de gem. Hoogezand.
De heer G. Buining sprak daarna tôt de aan
wezigen Ik zal niet veel van uw geduld vergen,
slechts een enkel oogenblik stilte. Ik heb een
woord van hulde gebracht aan den heer van
Roijen, in den raad, doch heden avond nog niet.
Ik hoop, dat Hoogezand steeds vooruit moge
gaan en breng gaarne hulde aan den man, die
al zijn krachten wqdt aan den bloei der gemeente.
Er zijn indertijd verschillende personen samen
gekomen om te overleggen op welke wijze de
gemeente uiting zou geven aan haren wensch
den Burgemeester te eeren. Wat die commissie-
leden hebben gedaan, daarvan hebt ge allen de
resultaten gezien. Namens U allen een woord
van hulde aan heD, die hunne voornemens in
daden hebben omgezet.
Dat op aile gehouden toasten vooral op die
van den jubilaris een daverend applaus volgde
behoeft geen betoog.
Maar niet alleen met toespraken en huldigingen
werd deze avond gevuld, er was voor verschillende
afwisseling gezorgd. Zoo hebben vooral het
Mannenkoor en het Fanfareeorps, beide onder
de verdienstelijke leiding van den heer Smedes
veel bijgedragen tôt het welslagen van dit feest.
Van het Mannenkoor viel vooral zeer in den
smaak „Bede" van Heinze. In het „Afscheid
van Moeder", dat zeer mooi gezongen werd, kwam
de baryton, de heer S. Fellinger, die over een
prachtig geluid beschikt, ten voile tôt z'n recht.
Een groot deel van het hartelijk applaus, dat
volgde, kwam dan ook hem toe. Ook op het
„Abschied von den Alpen" gezongen door een
dubbel quartet bestaande uit de heeren S. Fel
linger, J. Fellinger, J. D. Groeneveld, E. Buiter,
H. Kuipers, J. Knol, J. Landman en J. Scheen,
volgden, warme welverdiende bijvalsbetuigingen.
Ook het Fanfareeorps bleek ernstig studie te
hebben gemaakt van de nummers welke ten
beste werden gegaven. Er werd vlot ea con
amore gespeeld. Het overweldigend applaus dat
èn Mannenkoor èn Fanfareeorps ten deel viel
is ongetwijfeld het beste bewijs, dat het gegevene
in den smaak der aanwezigen viel.
De liederen voor en na gezamenlijk door de
aanwezigen gezongen deden een gezellige, echt
feestelijke stemming in de zaal heerschen en
't was dan ook reeds laat of beter gezegd
vroeg in den morgen toen men huiswaarts
ging-
Dank zij de goede voorbereiding van de feest-
commissie en den heer Faber liep ailes als „op
wieltjes" en zal deze dag zeker nog lang een
zeer aangename herinnering achterlaten bij de
vele feestgenooten er moesten velen worden
afgewezen wegens te weinig ruimte die het
jubileum van den heer Van Roijen mee hielpen
bejubelen.
Behalve in het hôtel Faber, werd op
meerdere plaatsen feest gevierd. Zoo werd
in de concertzaal „Juliana", eigenaar de heer
Grimme, een groote specialiteiten-voorstelling
gegeven. Ook daar was de zaal geheel gevuld
en vermaakten de aanwezigen zich uitstekend.
Een flink strijkorkest zorgde voor afwisseling.
De geestdrift in de zaal steeg ten top toen om
ongeveer half twaalf de burgemeester met eenige
commissieleden binnentrad. Een groot gejuich
ging op, men klom op stoelen en banken, er
werden volksliederen. aangeheven ter eere van
den jubilaris, door allen staande meegezongen.
Een oogenblik stilte werd verzocht. Toen sprak
de heer Van Roijen onder meer: Het doet mij
goed te bemerken, dat ook het publiek van den
heer Grimme, dat grootendeels uit jongelui
bestond met mij sympathiseert. Verschillende
van hen kwamen tegenwoordig tengevolge
van de slechte tijden met hem in aanraking
en als hij in de gelegenheid was die menschen
te helpen, dan deed hij dat steeds gaarne; wan
neer in de toekomst het voor mocht komen, dat
men zijn steun noodig heeft, dan zal hij ook
voortaan daar gaarne toe bereid zijn.
Aan zijn verzôek om een „Leve Hoogezand"
aan te heffen werd gaarne voldaan, waarna hem
uitgeleide gedaan werd onder hartelijke toejui-
chingen.
Van de voorstellingen in Welte's bioscoop
werd eveneens een druk gebruik gemaakt. 's Mid-
dags van 3D/2 en van 56 uur werden gratis
kindervoorstellingen gegeven en van 61/28I/2
werden personen van 1420 jaar, door de feest-
commissie in de gelegenheid gesteld gratis van
de bioscoop te genieten. Na uur werden
toegangsprijzen geheven. De bioscopische voor
stellingen trokken zooals te verwachten was een
enormen toeloop, zoodat velen geen toegang
konden krrjgen.
De directeur van het Armhuis was door den
burgemeester in staat gesteld de gealimenteerden
te onthalen; ook de Belgische vluchtelingen
werden getracteerd, zoodat ook die allen een
mooie dag werd bereid. Des morgens reeds was
de burgemeester ten zijnen huize door de Belgen
gecomplimenteerd, en een aardige wandversiering
aangeboden.
En zoo behoort dit zilveren jubileum, waaraan
terecht door bijna aile ingezetenen is deelgenomen
weer tôt het verleden, maar het zal ongetwijfeld
er toe medewerken, dat de hechte band tusschen
burgemeester en gemeentenaren zoo mogelijk nog
vaster wordt.
EUT
ADTEBTENTIËK.
Bij dezen zeggen wij DAUfK voor de
VELE BE WIJZEN VAN DEELNEMING, onder-
vonden na het overlijden van onze lieve moeder,
behuwd- en grootmoeder.
Uit aller naam:
TEUNA VAN HOORN.
Sappemeer, 80 Jan. 1915.