(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1921 | 5 januari 1921 | pagina 2

Meuws.

iBgezoîiciea Stukken.
Pandbrieven Veenkoloniale Bank.

Yan den liak opden tak.

Officieel© Publication.

Wie niet inschrqviiagspliclitig zjjn.

In welke gemeente de inschrqying
moet geseliiedtn.

Aangifte ter Inacl nrçviïig.

Insckry?ing na den gewonen tyd.

Hoogezand. Aan het poatkantoor alhier
en de dasronder ressorteerende hnlppost-
kantoren werd gedurende de maand De
cember 1920, ingelegd 9940.57, terug-
betaald f 5829,51.

't Bureau Stolze Wery te 's-Grs-
venhage heeft het certifieaat voor machine-
Bchrijvea toegskend aau mej. E. Gras-
meqer te Kleinemeer en aan de heereu
R. Henael en G. Wiegertjes te Hoogezand.

Naar wij uit goede bron vernemen,
is het Beatuur der Pluimvee- en Konij-
nanclub, „H.S." druk bezig otn zoo mo-
gelijk eone Tentoonstelliag van Pluimvee
en Koni]U6n te organîseeren.

Deze zal in hoofdzaak ten doel hebben,
cm ta laten zien, welke soorten rasko-
nijnen, ras ©n nuthoendara er reeds ou-
der de leden aanwezig zijn. Voor niet-
leden zal er gelegenheid toi inschrijving
worden opengeateid. Dat er door de leden
reeds zeor goade exempîaren van Kanqnon
en Kippea worden gehouden bewijst wel,
dat de hser Joh. Molter met Konqnen, den
2e. prijs en Eervolle vermsldings bahs&lde
de heer L. Groeneveîd met Witte Leg-
liorn Kippen den len prqs en de heer
M. A. Bouman met Blauwo Andaluaiën
Kippen le prijs on Eereprqzen verwier-
ven op de Groote Nationale Tentoonstel-
lsng te Groningen. Alla drie heeren zqa
loden van bovengenoemde Vereonigiag.

Sappemeer. Op initiatief van de Rederij-
kerskamor „Vondel" trad Donderdsgavond
in het hôtel Struvé op de heer G. W.
Spitzen (Geert Teia) van Den Haag. De
groote bovenzaal van den heer Struvé
was tôt den nok toe gevuld, wel een be-
wijs dat de heer Spitzen hior tal van be-
wonderaara telt. Het overtalrqke publiek
heeft zeer veel genoten van zijne magne-
fieke voordrachten in het Groninger dia-
lect en toonds zich uiterst tevreden en
voldaan. Het ia merkwaardig en bewon-
derenawaardig hoe de heer Spitzen al die
typeerende woorden en uitdrukkingen,
waaraan ona dialect zoo rqk is, in zijne
rnooie voordrachten weet vaat te leggen.
Hoe schaterde men van het lachen bij
het hooren van de hondengeschiedenis
bij „Maijer zien atevela" over de dokters
„Condukteurs van de train", zegt Teia,
„want rai helpen joe bie 't kommen en
bie 't gaon". Daar ia genoten, volop ge-
lachen, dat de lever schudde,

De voorzitter van de uitnoodigende
Kamer, de heer Leaterhuia, bracht woor
den van hartelijken dank aan den spreker
tevena den wenach uitapïekende, den
heer Teia hier spoedig eens te mogen
terugzien Hetgeen wq gaarna onderatre-
pec, de heer Spitzen kan van een voile
zaal verzekerd zjjn.

Aan het poatkantoor alhier en de
daaronder ressorteerende hulppostkan-
toren werd gedurende de maand December
1920 ingelegd 7601.67, terugbetaald
f 5349.49.

Bij den op Zondsg j.l. gohoude
wedstrqd behaalde S. V. V. I de ov
winning op D. 0. S. II met 2—1.

S. V. V. II, die voor de esrete
in een wedstrqd optrad, behaab" 1
overwinning op D. 0. SIII, waarhg0
spel te zien werd gegeven.

Ten overataan van den h' Q,ctar*s
de Koe werd Maandag in het hc{

ten verzoeke van den hse- -^d208
pubîiek te koop gepresentee

Eene behuizing w. i. 4
erf en tuin, aan de Kleinerirsi8 r®.
gr. 9 A. 43 c.A. in huur J'
e.a. Geboden 2300. N' fïG8und»

Later uit de hand vioca^ aan don
heer -Tac. Spoor t8 Sapp1061-'

De leden der N' V(\r- tot, a,fsch-
van Aicofa. Dranken* vetdere 1eelsng-
stelienden wordeo gemaak- op de
huishoudelijken ve^"»"ûg van lieden-
avond. (Zie adveraha m M nnmnwr.)

Qp jjfuwjaarsdag is bq een ruzie

in De Kr^" 'e Fuschedé de 86-jarige
H. Rilltna^' e8n g®huwd man, door een
roussi oekin ke* kart gedood. Zekere
De Graf *3 îda dad0r goarreateerd.

Asaen ia gevankelijk binnsn-

pobr/a^ een arb0ider te Emmercompaa-
c'u wegens doodslagvan zijn atiefvader.

Te Hilvarenbeek (N.-Br.) ia nog één
hoenfabriek in werking. De overigen
.ijn aile weg8ns slapte stopgezet.

Mea meldt uit Goes

Toen een jachtopzienor zich dezer dagen
in Ooater Zwake cp surveillance bevond,
ontmoette hij twee personen, iu het bezit
van een lichtbsk. De jachtopziener wilde
hen wapenen en lichtbak afnemen. Hierbij
ontstond een gevecht. Toen do jaeht-
opzianer vsn zçjn revolver gebruik zou
maken, weigerde die. Een van de twee
peraonen, die den jachtopziener een slag
met de kolf van zijn gaweer wilde geven,
trof zijn m»kk*r. Aan den jachtopziener
werden revolver en zaklantaarn ontrukt,
doch hij wiat »an zijn belagers te ont-
komen.

De Hygiënische modelboerderij „De
Vi«raprong" van den heer C. de Kock,
welke ainda jaren Kampen voorzag van
hygrënisch zuivere malk, wordt gesloten
en de geheele bezitting komt onder den
haraer. Een en ander ia het onvermijde-
lijk gevolg van de verplichte winkelslui-
ting op Zondsg, waardoor dit bedrijf eene
onmogeljjkbeid werd. Voor Kampen
beteekent dit een groot verliea.

Een veehouder in Friealand vroeg
een jongen, gehuwden srbeider tegen een
woekloon van 20 gld. en bovendien vrije
woning. Bin nen 3 dagen hadden zich
240 îiefhebbera sangemeld. Ook in het
boerenbedrijf dus overvloed van werk-
kracht.

Dezer dagen deed een Duitscher,
verblijf houdende in het Duitache zee-
manshuis te Rotterdam, aangifte, dat een
landgenoot hem had opgelicht voor een
parti] leerwaren al3 dameataaachen, reis-
nécessaires enz. ter waarde van 18000
mark. Deze landgenoot had zich aan
hem voorgedaan aïs te heeten M. C.
Boateben, van boroep zeeman. Zijn ps
pieren, dezen naan» dragende, had hij
hem getoond. Bataald had hij met eon
chèque op de Hatidela- und Kcmmorzbsnk
te Hamburg. Bij ondsrzoek bleek de
man bij bedoelde bank geen cent te goed
te hebben. De papieren van den Hoî-
laudschen zeeman had deze hem verkocht.
Andsre landgenooten had hij eveneena
bpgelicbt. Van een bewoner van de
Pottebakkersstesg is nog een klacht in-
gekomen dat de paoudo Besteben, die
eigenlijk Erich Brieger heet, hem een
bedrag van f 75 had afgezet waarvoor
hij een waard&Iooze chèque van 2400
mark in rui! h»d gegoven.

T® Roozsndaal heeft men Brieger
thana aangehoudeu, vordscht o.a yan het
vervslschen van pasaen door de maré
chaussée ia hij nasr Rotterdam overgo-
bracht en na daar gehoord te zijn, weer
naar Roozendaal getransporteerd.

Donderdagmiddag sekoot een militai
van het bewakingadetachemeni te Vea
huizen een collega per ongeluk een ko
uit een dianstrevolver in het hoofd.
getroffane ia naar Groningen verv
zijn toestand is ernstig.

Te Zaandam ia Zaterdagavr' ^8r"
wjjl da bewonera afwezig waren jr?"
ken in de woning van den h',
Groot, in de Weatzijde. Tw

De G. thuia kwam stonden^0 ,dl9^en
plotssling voor hem. Deze ^®?s;n
hem, onder bedreiging te zv'a 8ctsle^n>
op de plaata te blijven sta' van welke
gelegenheid zij gebruik n? 0la me'
een schuitje over de Za« waarmede zq
ook gekomen waren, ontvluchten.
Vermiat worden 100 ilden' ^enevens
een gouden horloge.

Naar het ziekeiU!8 aan den Zuid-
wal te 's-GraveDii,8 18 g0b«cht een
11 jarig meisje, d s^oor het afachieten
van vuurwapena °P Oudejaarsavond
door een kogel ide imkerzqde van haar
hoofd werd grjff.en- t®r^1 m de
portiek van â7°a™8 s^ond- u

Nii ©en onderzoek werden

bij iemand de 0VerzP8 dar «traat,
een piatoo)ûetn Gen,«0 Pftr°n0n 1 n be-
alsv venor3, Da erkent te hebben

2eschoterJo<ch a!leen ia de Iucht> 0ok

de politigelo®ft' dat hier gBen °Pzot in
het spr'8 Evenwel zijn het pi3tooI en

de naf n 'n ^8S'a? ganomen.

den toeatand var het meisje aan-
deze ia waarschijnl.ijk gevaarlijk,
ezien de kogel nog niet uit het hoofd
orwijderd kunnen worden.

N»ar aanleiding van het bericht van de
Veenkolonisle Bank te Sappemser, gericht
aan de houdera van pandbrieven dezer
ïnsteiling, meen ik eenige opmerkingen
te moeten makon betreffende de cijfers,
in dit bericht vermeld.

Zooala den pandbriefhouders bekend zal
zijn, komen bestuurders dezar instelling
met het voorstel in het vervolg 2/s der
rente vau de pandbrieven te betalen, om-
dat bij voile uitbetaling van de coupons
de jaarlijksche renteontvangaten van do
leeningen in Hollsndsch g'old 100,000
minder bedragen, dan de verschuldigde
rente van de uitataande pandbrieven. Ter
staving van dit jaarlijka tekort komt in
dit bericht een staatje voor, weergovende
de finaneieele toestand dezer vennootachap,
nadat de aandeeîhoudsrs hunne aandeeîen
zullen hebben voîgeetort. Omtient deze
cijfers dan het volgonde

Volgens da Baiana per 31 December
1919 bsdroegen

da leeningen in Holl. gold 3.555.000
effecton v.d. voormalige reserve - 150.000
tegoed bq bankiers - 900.000

4.605.000

Dit bedrsg verminderen we met
Crediteuren f 80.000

tekort op de rente-

dienafc over '20 175.000

255.000

Blijft rentegevend bezit eind '204.830.000

Het bericht van bestuurders vermeldt
aan bezittingen een bsdrag van/3.550.000,
hetwelk met bovenstaand6 opstelling een
versehil maakt van pl.m. f 800.000.

Dit versehil is o.i. alleen te verklaren
doord&t de opstelling in het bericht zeer
onvolledig is, of dat de Bank in bot
afgeloopeu jaar op de in Holkndsch geld
uitataande leeningen beduidende verliezen
heeft geleden. Mocht dit laatste het geval
zijn, dan hebben de pandbriefhouders in
elk gavai het recht, in aanmerking ge-
nomen de positie waarin de Bank th&ns
verkeert, dit te vernemen.

De gemiddeide rentevoet van de tnans
uitataande gelden bedraagt vrq nauw-
keurig 6I/2 °/0. Dat dit percentage ook
wordt aangenomen voor de gelden, die
door de storting der sandeelhouders ter
belsgging beaehikbaar komen, lqkt on3,
gezien de renteatand op de kapitaalmarkt,
veel te laag.

Ten slotte vervvaarlooat men in de
opstelling da rente van leeningen in
Duitsch geld. Deze rente bedraagt bij
een Markenkoera van 5 cent ongeveer
20.000.Wel ia waar wordt dit
Markenbedrag niet gerealiseerd, doch dat
behoeft geen redon te zijn, deze renti
niet in sanmerking te nemen bij het
bepalen van de jaarlijksche inkomsten.

Bij een zoo ingrijpend voorstel aïs het
onderhavige mogen de pandbriefhouders
redfclijkerwqa als oisch stellen, dat be
stuurders de toestand der Bank nauw-
keurig weergeven, dat zq een nauwkeurige
berekening geven van de jaarîqksche
renteinkomsten en uitgaven. En dat ia
blqkens het vorenstaande o.i. niet geachied.

Opmerke r.

(Nadruk mbcen

Kringetjes spuweed water

atonden op hun gewe vergaderplaa.a
bij de brug eenige .'iteni',ra van den
dag". Ze hadden h>f g^chtenlezen

Een hunner verte)" k dle k^nst
ook veratond. De smeraden keken hem
verbluft aan on e1 zei «mge|ooTig 8Ik
geef je Vqf borrej, wanneer je mq wëet
te vertellen warlk J8 dîe za' taP"

^^Pon l" 7oii0 goflachtanlezendo man
en" greep L b5 band Ilq trok
hem door eef Feds aP'ngro<81lende memgte
omstandorsdoor vrachiilende straton,
totdat hij^ensktaP8 voor e8n tspperg

Toon ^ak P'echtig „Hier is hot, 1"
£n 1 verblufte wedder moeat ©rken-
n6n a, hier is het Maar non wilde

hii fcû ook ^ne van dû zaak W0t0U

dat nou toch kon! „Je bent een
zei de gedachtsniezer, toen io 't
~Je borreltje naar binnen had laten
jden, „dit is de eenigate kroeg in heel
a st&d die je nog bovgen wil

Veel geheimzinnige dingen zijn heel
gemakkelijk op te losaen wanneer mon
maar doet sis deze godachtenlezer en
logisch nsdenkt. En wanneer men dat
doet alvorena aan iets te beginnen, dan
is dat nog beter. Heel veel a&ndeeîhou-
vsn de Rotterdamsche Handels- en Land-
bouwbank b.v. hsddon dan hun liove ceri-
tjea in den zak gehouden. Za ia een
onaoliede instelling conststeert de Rotter
damsche Officier van Juatitis, en haar
loterqen zijn strijdig met de wet. Tegen
enkele personen, bij deso onderneming
betrokken, zal een strafvervolving worden
ingesteld, en met name de heer Broek-
huys zal worden vervolgd wegens oplich-
ting. Zijn gevangenneming is reeds be-
volen.

De Justitie zal zoo noodig ook optreden
tegen de bladen die voort blqven gaan
met het opnemen van advertentiën van
de Rotterdamsche Handols- en Landbouw-
bank. Inmiddels steekt zij telkens de
kop weer op en heeft een uiterst taai
leven. Maar de Justitie is nog taaier.
Zoo is te Den Haag bq een tiental agen-
ten huiazoeking gedaan. Er zijn belang-
rijke beaeheiden en een 20,000-tal obliga-
tiea van de Kertstmisleening in beslag
genomen. Bovendien werd een agent
der Bank, zekere Kraak, gearresteerd in
verbsnd met een oude oplichterszaak,
oven als zijn broer. Een illuster stelletje
De agenten gaan, wat scheîmerq betreft,
voor den patroon Broekhuys niet uit
den weg

En zoo zijn we van lieverlede weer op
het chapiter „oplichting" terecht gekomen.

Een dame, op dit terrein zeer bekend,
ja zels eenigzins beroemd, is thans door
de politie te Nijmegcn ingerekend. In
die stad ging sinds e mige dagen zuater
Van der Meer, particulier verplsegster,
met een lijst langs de huizen. Zij za-
melde gelden in, die zq ten behoeve
van zieken vroeg. De politie vond echter
uit dat zq deze gelden grootendeels ten
eigen bate aanwendde. Bij nader onder
zoek bîeek dat de verdaelite zeer waar-
schijnlijk de vrouw is, die in 1913 uit
het krankzinnigengesticht te Grave ia
ontvlucht en in 1912 gesignaleerd werd,
als verdacht van vele oplichtingen onder
diverse nsmen, aïs Annie Pascal, Freule
van Bijland, enz.

Het oplichtersvak wordt in den laatsten
tijd meer en Kteer door vrouwen uitge-
oefend. Het gaat er mee, als met vele
andere beroepen de oorlog heeft de vrouw
op de plaats van den man geplast3t.
Enfin, als je nu toch uitgeschud moet
worden, kun je dat beter door een aardig
meiake laten doan dan door een man, al
blijft het in beide gevallen onaangonaam.

Kerstmia, het Vrede-feeat ia voorbij,
en NiGuwjaar is eveneena voorbij. Glsns-
punten in het familieleven zijn deze
dagen en het gansche huisgezin is bijeen
om den Kerstboom of wacht op klokka
twsalf om de glazen tegen clkaar te
doen klinken an elkaar „Gelukkig Nieuw-
j&ar" toe to wenschon En niemand denkt
aan den eenzame vrijgezel die op zjjn
kamer alleen Nieuwjaar houdt, vergetsn
door allen. Hij is een beklagenawaardige,
die een dood-arme famille in weelde doet
leven. Hij bezorgt zjjn koepita thee en
suiker, zrjn hospes tabsk en cognac. Hij
voedert de kat met visek, koud vleesch
sardines en fruit, hij bespaart den zoon
des huizea de œoeite cigaretteri, daasen,
handschoenen, tandpasta en scheorzeep
te koopen hq voorziet de dochter van
schrijfpapier, brillantine en schoencrême
Hij zargt dat er anthraciet in buia is en
betaalt de rekening van het electriach
Iicht voor de geheeie familie.

Dat is een meneer-die-op kamers woont
oen beklagenBwaardige

Maar we dwaîen af! We wilden het
hebben over Nieuwjaar. Sta Van- Week-
tôt Weeker toe U, ge&chte lezerea en lezer,
zijn beste gelukwensch aan te bieden.
Hij heeft U in het afgeloopen jaar ge-
voerd over bergen en dalen, hij h8eft
U de humor en dwaasheid, een enkele
maal de erest en de schrijnende wreed-
heid van het leven doen zien. Hij voerde
U mede boven het gewroet der mensch-
jea uit en liet U neerzien op hun liegen
en bedriegen, op hun ploeteren en zwoe-
gen op hun grootheid

Thana gaat ook hij mediteeren op z'n
kamer, en denkt aan z'n verdwonen bril
lantine eu san z'n sigaren, die zoo spoe
dig op zjjn. En hij krijgt sombore plan-
nen trouwpîannen

Is er niet een lief lezeresje, die

Op hekkon en op huizen
staat dikwijls „Vrede beat
In huizen en in harten
komt dikwijls „Vrede lest
VROOLIJK NIEUWJAAR 1

Gevenden xroorwerpen.

Twee DAMES-ONDERLIJFJES.

Te bevrsgen bij den Opper Wacht-
meester der Kon. Marechausaee, te Hoo
gezand.

Aangifte ter luxclirijfiug voor
de militie.

De Burgemeesters van Hoogezand en
Sappemeer brengen ter kennis van wie
het aangaat, inzonderheid van de in het
jaar 1902 geboren mannelijke personen,
dat bij de Militiewet (Staatsblad 1912,
no. 21) het volgende is bepaald

Wie moeten worden ingeschroven.

Artikel 12. 1. Behoudens het bepaalde
in art. 13 wordt voor de militie inge-
schreven

lo. ieder minderjarig mannelijk Neder-
lander, die op 1 Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin hij het 18de
levensjaar heeft volbraeht, binnen het
Rijk, in het Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk België woonplaats heeft, of
wiens vader, moeder of voogd op genoemd
tijdstip in een dier Rijken woonplaats
heeft

2o. ieder meerderjarig mannelijk Neder-
lander, die op genoemd tijdstip in een der
genoemde Rijken woonplaats heeft

80. ieder mannelijk niet-Nederlander,
die op genoemd tijdstip ingezetene van
het Rijk is.

2. Voor ingezetene in den zin dezer
wet wordt gehouden

A. de minderjarige niet-Nederlander,
die binnen het Rijk woonplaats heeft

lo. indien zijn vader, moeder of voogd
binnen het Rijk woonplaats heeft en ge
durende de voorafgaande achttien maanden
in het Rijk of in de koloniën of bezit
tingen des Rijks in andere werelddeelen
woonplaats gehad heeft

2o. indien hij zelf gedurende de voor
afgaande achttien maanden in het Rijk
of in de koloniën of bezittingen des Rijks
in andere werelddeelen woonplaats gehad
heeft, tenzij hij in den zin dezer wet een
vader of moeder heeft en deze elders dar
binnen het Rijk woonplaats heeft

B. de meerderjarige niet-Nederlander,
die binnen het Rijk woonplaats heeft 3n
gedurende de voorafgaande achttien maan
den in het Rijk of in de koloniën of
bezittingen des Rijks in andere wereld
deelen woonplaats gehad heeft.

3. Voor de toepassing van het bepaalde
in het vorig lid wordt gehouden

voor minderjarig hij, die minderjarig
is in den zin der Nederlandsche wet

voor meerderjarig hij, die meerderjarig
is in den zin der Nederlandsche wet.

Artikel 13. Voor de militie wordt niet
ingeachreven

lo. de ingezetene niet-Nederlander, die
blijkt te behooren tôt een Staat, waar de
Nederlanders niet aan den verplichten
krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten
aanzien van den dienstplicbt het beginsel
van wederkeerigheid ia aangenomen

2o. hij, die blijkt in de koloniën of
bezittingen des Rijks in andere wereld
deelen woonplaats te hebben, mita dit
niet zij ter zake van krijgsdienst.

Artikel 14. 1. De inschrijving ge-
schiedt

lo. van hem, bedoeld in art. 12, eerste
lid, onder lo.

a. zoo zijn vader, moeder of voogd
binnen het Rijk woonplaats heeft, in de
gemeente der woonplaats van vader,
moeder of voogd

b. zoo hij binnen het lijk woonplaats
heeft, in de gemeente zijner woonplaats,
tenzij hij in den zin dezer wet een vader,
moeder of voogd heeft en deze in eene
andere gemeente binnen iiet Rijk woon
plaats heeft

c. zoo zijn vader, moeder of voogd in
het Duitsche Rijk en hij niet binnen het
Rijk woonplaats heeft, in de gemeente
Amsterdam

d. zoo zijn vader, moeder of voogd in
het Koninkrijk België en hij niet binnen
het Rijk woonplaatg heeft in de gemeente
Rotterdam

e. zoo hij in het Duitsche Rijk en zijn
vader, moeder of voogd niet binnen het
Rijk of in het Koninkrijk België woon
plaats heeft, in de gemeente Amsterdam

f. zoo hij in het Koninkrijk België en
zijn vader, moeder of voogd niet binnen
het Rijk of in het Duitsche Rijk woon
plaats heeft, in. de gemeente Rotterdam

2o. van he m, bedoeld in art. 12, eerste
lid, onder 2o.

a. zoo hij woonplaats heeft binnen het
Rijk, in de gemeente zijner woonplaats

b. zoo Mj woonplaats heoft in het
Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam

c. zoo hij woonplaats heeft in het
Koninkrijk België, in de gemeente Rot
terdam

3o. A. van hem, bedoeld in art. 12,
eerste lid, onder 3o., indien hij minder
jarig is

a. zoo zijn vader, moeder of voogd
binnen het Rijk woonplaats heeft, in de
gemeente der woonplaats van vader,
moeder of voogd

b. zoo hij in den zin dezer wet geen
vader, moeder of voogd heetft of zoo zijn
voogd niet binnen het Rijk woonplaats
heeft, in de gemeente, waar hij zelf
woonplaats heeft

B. van hem, bedoeld in art. 12, eerste
lid, onder 80., indien hij meerderjarig is

in de gemeente, waar hif woonplaats
heeft.

2. De in het vorig lid als. plaats van
inschrijving aangewezen gem.eftnte is die,
waar de woonplaats gevesti; j;d is of was
op 1 Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin de in te schrijiven persoon
het 18de levensjaar volbrachtt, Ten. aan
zien van hem, wiens in; ichrijving te
Amsterdam of te Rotterdam moet ge-
schieden wegens woonplaaDs onderscliei-
denlijk in het Duitsche Iîijk of in het
Koninkrijk België, wordt de gemeente,
waar de inschrijving moet plaats hebben,
bepaald naar het Rijk, waar de woonplaats
gevestigd is of was op 1 J amuari van het
jaar, volgende op dat, w s,anin de in te
schrijven persoon het 11 (de levensjaar
volbraeht.

Artikel 15. 1. Hij, lie volgens art.
12 moet worden ingesehre rvenf is verplieht
zich daartoe aan. te ge- fen "bij den bur-

gemeeater der gemeente, waar de inschrij
ving moet geschieden.

2. Indien hij ongesteld of afwezig is,
rust de verplichting tôt het doen van de
aangifte

a. indien het een minderjarige betreft,
op zijn vader, moeder of voogd, mils de
vader, moeder of voogd binnen het Rijk,
in het Duitsche Rijk, of in het Koninkrijk
België woonplaats heeft, of indien de
voogdij is opgedragen aau eene rechts-
persoonlijkheid bezittende vereeniging,
aan eene stichting of aan eene instelling
van weldadigheid op de bestuurders

b. indien het een meerderjarige betreft,
die onder curateele staat, op zijn curator.

3 De minderjarige, die in den zin
dezer -wet geen vader, moeder of voogd
heeft, of wiens vader, moeder of voogd
niet bianen het Rijk, in het| Duitsche
Rijk of in het Koninkrijk België woon
plaats heeft, is, behoudens het bepaalde
in het volgend lid, steeds zelf tôt het
doen van de aangifte verplieht.

4. Hij, die is opgenomen in een der
in art, 16 vermelde gestichten en inrich-
tingen of behoort tôt de in het tweede
lid van genoemd artikel bedoelde personen
dan wel in dienst is bij de zeemacht, bij
het ieger hier te lande of bij de koloniale
troepen, behoeft niet ter inschrijving te
worden aangegeven.

5. De aangifte geschiedt in de maand
Jariuari van het jaar, volgende op dat,
waarin de in te schrijven persoon het
18de levensjaar valbracht.

6. Voor hem of haar, die tôt het doen
van de aangifte verplieht is, kan de
aangifte geschieden door een ander, daartoe
jchriftelijk gemaehtigd.

Opgave ter inschryving.

Artikel 16. 1. De bestuurders van
krankzinnigen-, idioten-, doofstommen- en
blindengestichten, van gevangenissen, van
rijkswerkinrichtingen, van rijksopvoe-
dingsgestichten en van tuchtscholen
zenden jaarlijks vôôr 10 Januari eene
opgave, ingericht in den door Ons te
bepalen vorm, van de daarin opgenomen
mannelijke personen, die alsdan voor de
militie mooten worden ingeschreven, aan
Onzen commissaris in de provincie, binnen
welke de inschrijving moet plaats hebben.

2. Ten aanzien van de mannelijke
personen, die ingevolge art. 39 van het
Wetboek van Strafrecht ter beschikking
van de Regeering zijn gesteld en niet in
een Rijksopvoedingsgestioht zijn opge
nomen, geschiedt gelijke opgave vanwege
Onzen Minister van Justitie.

3. De inschrijving van de in het eerste
en het tweede lid bedoelde personen,
zoomede van die, welke in dienst zijn
bij de zeemacht, bij het leger hier te lande
of bij de koloniale troepen, geschiedt
overeenkomstig door Ons te geven voor-
schriften.

Artikel 17. 1. Voor de militie wordt
ook ingeschreven of wordt opnieuw inge
schreven

lo. ieder minderjarig mannelijk Neder-
lander, die na 1 Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin hij het 18e
levensjaar volbraeht, en vèor het intreden
van het 21ste levensjaar zijne woonplaats
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of
in het Koninkrijk België gevestigd heeft
en wiens vader, moeder of voogd niet
reeds in een dier Rijken woonplaats had

2o. ieder minderjarig mannelijk Neder-
lander, die niet in een der genoemde
Rijken woonplaats heeft, doch wiens vader,
moeder of voogd na 1 Januari van het
jaar, volgende op dat, waarin de minder
jarige het 18de levensjaar volbraeht, en
vôôr het intreden van diens 21ste levens
jaar zijne of hare woonplaats binnen een
dier Rijken gevestigd heeft

3o. ieder mannelijk minderjarige, die
na 1 Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin hij het 18de levensjaar vol
braeht, en vôôr het intreden van het
21ste levensjaar Nederlander of opnieuw
Nederlander is geworden, zoo hij of zijn
vader, moeder of voogd binnen het Rijk,
in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk
België woonplaats heeft

4e. ieder meerderjarig mannelijk Neder
lander, die na 1 Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin hij het 18do
levensjaar volbraeht, en vôôr het intreden
van het 21ste levensjaar zijne woonplaats
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of
in het Koninkrijk België gevestigd heeft.

5e. ieder mannelijk meerderjarige, die
na 1 Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin hij het 18de levensjaar vol
braeht en vôôr het intreden van het 21sle
levensjaar Nederlander of opnieuw Neder
lander is geworden, zoo hij binnen het
Rijk, in het Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk België woonplaats heeft

60. ieder mannelijk niet-Nederlander,
die na 1 Januari van het jaar, volgende
op dat, waarin hij het 18de levensjaar
volbraeht, en vôôr het intredei van het
21ste levensjaar ingezetene of opnieuw
ingezetene is geworden in den zin van
art. 12, tweede lid

7o. hij, die vôôr het intredm vau het
21ste levensjaar ophoudt te verkeeren in
een der gevallen, bedoeld in art. 13,
indien hij overigens, hetzij volgens art. 12,
hetzij volgens het hiervoren onder lo.60.
bepaalde ingeschreven zou moeten worden.

2. Met betrekking tôt hei bepaalde
onder lo.60. gelden art, 12, laatste lid,
en art. 13.

3. Ten aanzien van de gomtente, waar
de inschrijving of de inschrjvbg opnieuw
moet geschieden, geldt art. 14 eerste lid,
met dien verstande, dat le plaats van
inschrijving wordt bepaall iaar de ge
meente of het Rijk, waar le (voonplaats
gevestigd is of was op dei dig, waarop
de in te schrijven persoon of zijn vader,
moeder of voogd is geraakt.in een der
in het eerste lid van dit artikol mschreven
gevallen.

4. Ten aanzien van do langifte of
opgave ter inschrijving of t«r nschrijving
opnieuw gelden de artt. 35 en 16, met
dien verstande, dat de aanjife geschiedt
binnen dertig en de opgave >innen tien
dagen na den dag, waamp de in te
schrijven persoon of zijn zaler, moeder
of voogd i3 geraakt in «er der in het
eerste lid van dit artikd jmschreven
gevallen.