dwaallichten"
STORMEN.
51e Jaargang
ZATERDAG 12 MAART 1921
No. 20
Brakker-ïïitgew T. K. KBEMER
Officioele Fublicatiën
BUITENLAND,
FEUILLETON.
wordt gslezen te HQOSEZÂND, Klel-Wlndeweer, Kropswoltie, Waetorbrftek, Faxfeal, SAPPEMEER, SLOGHTESE^, Slddabitrasîfallu®, SehlldwsltlaKsSSaaat Faxba®, Scbarner,
Harkstede, Lageiand, Qvarssfiîld, ÏE8i BOÊR, RQQRDOiJK, NOOR0BRQEK, MSDSROESC, WUNTENDAM, JUIDLAREi, D9QRDLAREH, HAREfê ans
Voor het plaatsen van Advertentlën betrefltende Handel en Njjverheid 1s voor de stad Gronfngen alleen gerechtigd het aigemeen Advertentïefoureau van H. WESTENBGRG. Munnekeholm 8
Groningen, Tel. 772.
Voor Advertentlën en Réclamés huit en de provincie Groningen 1s alleen gereehtigd het Advertentiebureau «HOLLANDIA" 's Gravenhage, Tel. H 7614.
Oraaan ïoor
GOORECHT
Dit BLAD verschijnt iederen W0EN8BAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPkIJS per drie maanden 60 cent bg yoot-
uitbetaling. Franco per post 75 cent.
v.h. BORGESIUS ZOON.
SAPPJEMEEB. Tel. 418.
ADYERTENTÏÊN van 1—5 rogeïi 50 cent, ieder regel
meer 10 cent.
Inaending van advertenties Dinsdagsmiddags en Vrgdags-
middags voor 12 uur.
E JE B S T 13 BLAD.
WEEKRALENDER.
Zondag 18 Maart. Maandag 14.
Dinsdag 16. Woensdag 16. Don-
derdag 17. Vrijdag 18. Zaterdag 19.
Zonsopgang, Zaterdag 19 Maart te 6.7,
onder te 6.9.
Eerste kwartier, Donderdag 17 Maart.
OMDEBWIXS.
Burgemeester en Wethouders van
Slochteren maken bekend, dat de toelating
der leerlingen tôt de openbare lagere
eoholen gescliiedt eenmaal 'a jaars op den
1 Àpril.
AUdan worden toegelaten de kinderen,
die vôôr den 1 October a.s. den leeftijd
van zes jaren hebben bereikt.
De aanvragen om toelating moeten
worden gericht tôt bet Hoofd der scbool
waarop de toelating wordt verlangd,
uiterljjk véôr 20 Maart.
Burgemeester en Wethouders hebben
de bevoegdheid bij elke aanvraag om
toelating de school aan te wijzon aan
welko het onderwga zal worden genoten.
Slochteren, den 8 Maart 1921.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaria, De Burgemeester,
H. SNATER. H. BROEKEMA.
We hebben ze vroeg gehad dit jaar
met hun onvermijdelgke gevolgen van
watervloeden en verongelnkto schepen en
andere rampen. Meestal komen ze later
pas. Niet in den winter nog, wanneer
ailes slaapt on in afwachting sehijnt, maar
in het vroege voorjaar, wanneer het
nieuwe leven begint te ontwaken en ala
met geweldige hand beslag wil leggen
op de wereld en al het oude en afge-
storvene voor zioh uitjaagt.
Want storm is leven immers. Dat
weten we eigenljjk wel, maar we vergeten
het zoo gemakkelgk. Het is zoo moeiljjk,
zoo vermoeiend, nietwaar tegen den
fellen wind op te tornen. Men moet zgn
beide beenen stevig neerzetten en zijn
spieren spannen en zjjn wil. Men moet
tegonstand overwinnen en zijn kleeren
vast om zgn lgf trekken en zijn hoed
stevig op het hoofd drukken. En de
longen moet men wjjd uitzetten en diep
moet men ademen tegen de felle vlagen
in, die iemand den adem dreigen af te
sngden. Wanneer een afgewaaide tak
ons in het gezicht striemt of aoms de
ngdige regen ons om d9 pijnlijka ooren
kletat, dan moeten we niât kleinzeerig
,,au" roepen, m&ar een moedigen glimlach
om de vaatgealoten lippen houden en een
geresde hand om desnoods ean vallende
dakpaa af te weren. We hebben kracht
noodig en moed en beslistheid. Maar ala
belooning voelen we ook de klopping van
het bloed door ons tintelend liehaam en
het friasche gloeien van onze wangen en
de weldoende verruimicg van onze borst
en de popelende kracht van onze spieren.
Zsker, het is gemakkelijker, wanneer
een zaoht koeltje ona voorhoofd streelt.
En we verlangen allan naar de majestueuse
rust van den kalmen zomerdag, wanneer
de boomen roerloos staan in den gouden
zonnedroom en het leven enkel een weelde
lgkt om te genieten. Maar daar komen
we niet aan toe, wanneer we de voor-
jaarsstormen niet doorgaan. En ook
wanneer we die door zgn immers ia na
de veratikkende hitte van broeiende
zornerdagen, waarin allés machtelooa
neerhangt, een nieuwe storm noodig, die
de boomen achudden doat en uit de voort-
jagende wolken het koele water neerkletst
op de verzengde sarde.
We hebbsn de atormon noodig, om en
in ons. Maar ze zgn het bewgs ook, de
uiting van het leven, om en in ons: Dat
moeten we ons altjjd duidelijk bewust
zijn, wanneer we er tegen in moeten en
onzen wil spannen moeten om niettemin
vooruit ta komen. Want dat bewust zçjn
maakt het ons makkeljjker, geeft ons niet
alleen de kracht, maar ook de lust om
er tegen in te gaan.
Storm is leven, want leven is beweging.
We kennen wel allomaal die tjjden van
haast doodelgke rust, wanneer de lucht
loodzwaar op ons schgnt te drukken of
een tergende lusteloosheid het leven saai
doet schijnen en zonder versohiet, wan
neer ons eigen innerlgk leven schgnt stil
te staan aie een doode beek en we
nauwelgks de handen nog rekken naar
nieuwe emoties, naar nieuwe gevoelens
en nieuwe tiaden. Het leven schgnt zoo
gemakkelgk dan. En tooh is het on-
draagïjjk vaak, ofschoon het niets van
onze inspanning en onze krachton sehijnt
te vorderen. Op zijn beat is het neutraal,
niet aangenaam en niet onaangenaam en
sehjjnt het ons zonder doel en zonder
reden. En onwillekeurig verlangen we
naar de beweging, al is het de bewege-
lijkheid dan van stormen en onweders.
Die komen wel, wanneer het leven ons
maar meer aangrijpt. Dan is het, ol een
plotselinge wind over den roerloozon vij-
verkom van ons innerlgk îeven strijkt,
dat hoog faot onstuimige water opstuift
en de vijvar ean Z8e wordt met hoogop-
gaaude golven en diepe laagten. Maar
op de golvantoppen glinstert het schuim
dat parelend als in vonkende diamanten
tegen de oevers slaat en zonneschitte-
ringen drgven hun spel van licht en
schaduw.
Het kan wel eens te hoog en te wild
gaan. De Ievensstormen kunnon weg-
slaan wat ons lief was en de afgoscheurde
takken, dis ons in het gezicht striomen,
kunnen lidteekens nalaten, die jarenlang
echrijnen blijven. Maar we weten, dat
de lucht gezuiverd wordt en dat straks,
wanneer de storm is uitgewoed, een nieuw
leven zal blgken te ontkiemen in nieuwe
blossems, die tôt vrucbten rgpen gaan.
De storm is er het teek®n van. Want
de stormen, die in ons woeden, teekenen
ook den overgang van den winterslaap
naar een nieuwe lente. Het is het nieuwa
leven, dat er zich aankondigt en zich
reeds in die stormen zelven openbaart.
Maar het is noodig, dat we ze ook als
zoodanig zien en erkennen. Wanneer de
levensgebeurtenissen als een vloedgolf
tegen ons opslaan, wanneer rampen of
vreugde ontroeringen in ons wekken, dis
aïs de stormwind de golven van ons
innerlgk leven hoog doen gaan, dan dienen
we d&arin niet alleen het ongeluk of de
onrust te zien, maar de noodzakelijke
openbaring van het leven zslf. Want
zoo alleen zal ook deze storm als die
àaarbuiten de spieren spannen van onzen
wil en onzen moed. En onvervaard
zulîen we den strjjd aanbinden. Die
strjjd zelf zal ons het heerlgke bewustzgn
van onze kracht en onzen moed geven.
Ruimer ademend en met tintelende oogen
zullen we in den stormwind staan. En
straks, wanneer de strgd is uitgewoed,
zullen we met zegeviereudsn glimlach de
veiden overzien, waar onze nieuwe lente
bloesemt en waar straks de vrucht rijpt
onzer eigen overwinning.
Ma de conferenlie.
De Duitsche delegatie.
De Duitsche delegatie op de Londen-
sche conferentse was, zooals men weet,
ondergebracht in het bekende Savoy Hôtel
in de Strand, wasr zg de gast was der
Britsche regeering. Hedenmorgen zou de
rekening bij de schatkist gepresenteerd
worden ten bedrage van 2600 pond sterling.
Een socialistische conferentie.
Berlijn, 9 Maart. In een bespreking
van de centrale commissie van de U. S.
P D. met vertegenwoordigers van de
Fransche partij werd, zooals de „Freiheit"
mededeelt, besloten, binnenkort een
Duitsch-Fransch-Engelscho arboiderscon-
ferentie bijsen te roepen, die zich met de
quaeslie van de sehadevergosding zal
bezighouâen.
De uitbreiding der bezeiting.
Dusseldorf, 9 Maart. Generaal Gaucher
commandant der Fransche bezettings-
troepen, hseft zieh naar don regeerings-
president te Dusseldorf begeven om de
toepassing van den staat van beleg te
regelen.
Naar varluidt, ziet generaal Dagoutte
er geen bezwaar in, dat de provinciale
Lsnddag van het Rijnland den 18en Maart
bijeen zal komen, op voorwsarde dat er
geen redevoeringen over de bezottiog
zullen worden gehouden.
De gemeente-politie blgft in functie
de veiligheidspolitie zal opnieuw van
wapenen worden voorzien. De houdiug
der bevolking, vooral der arboidersklasse,
is uitmuntend.
Coblenz, 9 Maart, Lloyd George heeft
den 8an Maart aan Tirard, den président
der hooge intergealiioerde commissie voor
het Rgngebied, do instructies van den
Oppersten Raad doen toekomen in zake
de douane aan den Rijn. De hooge com
missie is o.a. belast zoo spoedig mogelijk
den geallieerden regeeringen de maat-
regeîen voor te leggen betreffende het
innen der douanerechten tusschen de
bezette gebisden en Duitschland.
De commissie heeft aanstonds de noodige
maatregelen getroffen. Het Duitsche
douane-personesl en dat der invoer- en
uitvoerdienaten is onder de orders dor
commissie geplaatst.
Een Belgisch oordeel.
Brussel, 9 Maart. In ds Peuple" gaat
Louis de Brouckère in op de woorden
van den eerste-minister, ni. dat de huidige
bezetting van Duitschland evenveei orjge-
makken als voordeelen biedt, om te be-
toogen dat het hangend geschil tusschen
Duitschland en de geallieerden niet met
geweld kan opgelost worden. Overigens
ziet de groote meerderheid van beide
kampen duidelijk in, dat men ten slotte
tôt transacties zgn toevlucht zal moeten
nemen. Wsarom dan, vraagt De Brouc
kère niet Iiever op loyale wgze de basia
van dit accoord zoeken, dan elkaar uit
te dagen.
Hg onderzoekt voorts de laatste Duit
sche tegenvoorstellen, die een vooruitgang
op den weg der verzoening beteekenen,
doch die onder meer de onaannemelgke
voorwsarde tellen, dat de geallieerden
Opper-Siîezië aan Duitschland om zoo te
zeggen zouden verkoopen tegen betaling
van een of andere ardemniteit. Verder
kunnen de geallieerden ook zelf de groote
leening, door Duitschland ontworpen, niet
dekken om zich aldus met eigen geld
schadeloos te stellen. Wat betreft de
vrgheid van handel, Duitsohland kan
toch niet eischen dat België, vooraleer
te worden betaald, van de Vereenigde
Staten en Frankrgk verkrggen, dat zg
hun grenzen voor de Duitsche koopwaren
openzetten.
Dit ailes, besluit de schrgver van het
artikel, zijn nuttelooze fantasiën, die de
discussie bemoeilijken. Aangezien de
geallieerden onmogelijk vgf jaar kunnen
wachten om de volledig te betalen schade
te bepalen, en de Duitaehers anderzgds
niet zoo maar op staanden voet een be-
slissing kunnen nemen, stelt De Brouc
kère onderhandelingen voor op de volgende
basis Aanvaarding der geallieerde voor
stellen voor de vijf eerste annulteiten
onmiddellijk aanvangen van besprekingen
om het bedrag der volgende annulteiten
vast te stellon.
FBANKBIJK.
De afdeeling van de obligaties der Na
tionale Verdediging aan het ministerie
van firianciën is voor een bedrag van
500,000 frçs. bestolen. De politie heeft
twee vrouwen aangehouden, welke niet
bjj genoemde afdeeling werkzaam zijn,
doch sedert December stelselmatig obliga
ties hebben weten te ontvreemden. Zg
hebben er eenige van verkocht en andere
ingewisseld.
Siechts een klein gedeelte van het ver-
duisterde bedrag is bjj de schuldigen
terug gevonden.
Den 20en Maart wordt Clem c-asau van
zijn Indische reis in Toulon terug vrwacht
Voor de rechtbank in Tunis is bel pro
cès begonnen tegen een rooversliacde,
welke gedurende bijkans drie jaren het
gebiad van Zaghouan onveilig heeft go-
maakt, en een ware terreur heeft uitge-
oefend.
De organisator der bende was Kouida
ben Mohammed, ambtenaar in het pro-
tectoraat, die als Sjeik van het gebied
grooten invloed op zçjn geloofsgenooten
uitoefende in 1918 stierf hg in de ge-
vangenis. De bende bleef echter de streek
onveilig maken, plunderde Fransche kam-
pen en brandschatten de inboorlingen-
dorpen.
De Fransche regeering zette een expe-
ditie op touw om de bende te overmees-
teren, hetgeen geschiedde na een gevecht
in de bergen, waarbg aan beide zgden
dooden en gewouden vielen.
Verwacht wordt, dat de doodstraf tegen
de 19 beklasgden zal worden uitgesproken
a Staat gjj tusschen twee vjjanden, a
X spreok dan siechts znlke woorden, 7
7 dat als zy eenmaal uwe vrienden 7
7 mochten worden, gjj niet be- 7
7 schaamd behoeft te zgu. 7
door GEORGE HORN.
(Nadruk verboden.)
22.)
Zôo had ze ook moeten opsehrikken uit
haar eigen gedachten, die gingen longs
verkeerde banen, maar ailes werkte meo
rondom haar, om voort te droomen te
zuchten op haar lippen zweefde bevend
een geluid een naam
Zg had heelemaal niet bespeurd, dat
iemand haar tegemoet liep. Eerst toen
ze in haar onmiddellgke nabijheid een
mannelgke gestalte ontwaarde, bief ze
haar droomerige oogen op.
„Erich 1 Erich I"
't Was een schreeuw, een schreeuw uit
haar diepste innerlgk, waaruit angst en
vreugde tegelgk spraken. Een gevoel van
sohuld, van diep berouw en tegelijk van
reine vreugde, dat er esn eind was aan
haar onzinnige gedachten, maakte zich
van Doris meester. Doodsche stilte
heerschte rondom, Doris meende een
geestverschijning te zien, die een goede
engel vèôr haar op de weg had geplaatst.
Daarop ging ze naar Erich toe en trachtte
ïijn hand te vatten, maar hij trok die
terug.
«Kom Doris, 't is hier te koud aan 't
water, je zou verkouden worden en boven-
dien is 't niet goed, dat jonge vrouwen
zich van 'toverigegezelschap verwijderen".
Hg bood haar zçjn arm om haar bg de
feestgenooten te brengen.
„Hoe kom je eigenlijk hier stamelde
zg. nIk had je niet zoo vroeg terug
verwacht."
„Dat geloof ik dadeljjk anders zou
je deze uitnoodiging wel niet aangenomen
hebben."
»Och, mevrouw Von Wandelt stond
erop dat ik kwam, ik kon me niet langer
tegen haar verzetten. Ikzelf heb al heel
weinig schuld eraan, geloof me. Vrst&g
't haar maar, dan zul je 't hooren. En
Regina vond ook zg keek bevend
naar hem op.
Erich sprak geen woord. Zwjjgend
liepen ze naast elkander voort, 't zand
knerste onder hun voeten.
»Is er dan iets bgzonders gebeurd, dat
je zoo vroeg weer kon komen Gaat het
jou persoonlgk aan, Erich, toe spreek dan
toch een vreeselgke angst sshroeft me
de keel haast dicht
„Met mij is 't best. Maar, toen ik thuis
kwam en jou wilde verrassen exprès
had ik geen telegram gestuurd toen
vond ik 't buis leeg en 't bedje van Lidie
niet bswaakt door 't moederoog, toen
toen
Doris voelde, hoe hg leed en haast niet
verder spreken kon.
„Toen werd me gezegd, dat je een
prachtige japon had aangetrokken om
hier te gaan feestvieren".
„'t Is geen feest, Erieh 1" Zg zuchtte
méér dan zg sprak.
We komen juist op tgd, ze gaan net
aan tafel."
,Gaan we dan niet weg. Erich
„Neen, we bljjven. Ik z«g je dat ik
me ook amuseeren wil."
„Maar ik wil niet, o, ik smeek je, Erich 1"
Zij trachtte haar arm uit den zijnen
los te maken, maar hg drukte dieu stevig
tegen zieh aan en bovolend klonk 't
Je blijft
Zôô liepen ze voort, naar 't landhuis,
de weg erheen was donker. Indien Erieh
niet langzamer was gaan stappen had
Doris niet bemerkt, dat zich een m»n
verborg in het struikgewas, zoodra zij
naderbg kwamen. Haar zenuwen waren
zôô in de war, dat ze geschrokken zou
zijn van een vailend boomblad.
Onwillekeurig keek ze naar den msn,
dien ze nooit eerder had gezien. Aïs hij
ook tôt de gasten behoor îe, moest zg
hem toch herkend hebben, doch haar man
scheen hem te kennen.
De vreemde legde salueerend de hand
aan de pet. Erich sprak geen woord,
maakte alleen een gebaar tegen hem, dat
hij dadelgk scheen te begrgpen en liep
toen met Doris verder.
De gesamenlijke gasten waran in huis
bjjeen, er heerschte die onbehaaglijke
drukte, die een feestmaal voorafg&at, 't
was een zoeken naar een juiste plaats.
Mevrouw Von Wandelt wierp woedande
blikken naar haar dochtor, die zich naast
den assessor Von Reshting een plaatsje
had uitgezocht, in plaats van te gaan
zitten naast den président, zooals marna
dat verlangd had. Bovendi*n kreeg de
oude dame nog een standje van haar man,
die juist terecht gekomen was op 't plekje,
waar twee tafels aan elkaar stonden, zoo-
dat hg met zgn beenen voortdurend tegen
de tafelpooten stiet.
Reehting keek een oogenblik zéér som-
ber, toen hij bemerkte, dat Lidemsn po-
gingen deed om zjjn vrouw aan tafel te
begeleiden. Hij scheen echter tevreden,
zoodra hij zag, dat Doris die poging ver-
ijdolde en den arm nam van den jongen
Liehtner. Ten slotte is eten en drinken
toeh een goed middel om zich niet door
verschillende stemmingen te laten be-
heerschen.
Terwijl de bedienden van den président
rondgingen en présente,erden, stiet me
vrouw Von Wandelt haar echtgenoot
voortdurend aan, al heviger.
BJa, ja, mijn engel, ik wil wel, zooals
jg wilt masr we moeten wachten op de
sect, dat wil zeggen, ik hoop toch, dat
we die krggen. O, kijk daar kcmt hij
al aan
Flesschen in ijs werden binnengedragen.
De bedienden zetten ze op tafel en vulden
de glazen. Von Wandelt dronk eenige
glazen tôt op den bodem leeg.
„Bedasr toch wat", fluisterde zjjn lieve
vrouw, „anders kun je aanstonda geen
speech afsteken."
BStraks, straks beste 1"
„Neen, nu zeg ik je ik wil nu."
Zij stiel met een zilveren lepel tegen
een glas en porde toen haar man aan,
't was het teeken, dat de gazant een
woordje spreken zou.
Hg verhief zich, als een gehoorzasm
echtgenoot en begon, na een oogenblik
van diep gepeins
BVereerde vrienden, hier aanwezige
gaaten Ik wil u een vroolijke tgding
meedeeien
Wat scheelt eraan, beste Elza
fluisterde Erich de dochter toe. Hij had
zooeven govoeld, dat een sidderende hand
zich op zijn arm legde.
„Mgn verloving met den président zal
zeker aangekondigd worden, maar o, ik
spring liever 't water in."
Erich keek haar aan, zôôlang, tôt haar
varier weer verder ging
,Een zéér vroolijke tgding, die u allen
wei aangenaam zal verrassen."
Aller oogen vestigden zich op den
apreker, die onderwgl de kluts kwijtge-
raakt was en wanhopig zijn vrouw aan-
keek. Deze fluisterde hem weer moed
in en hg vervolgde
„Eén vsn onze vooruitstrevende ver-
dienstelgke mannsn, een familie, die u
allen kent
Weer stokte kg en keek naar zijn glas
sech.
Nu echter stoad R<?chiing plotseling op
en begoh in zijn plaats het woord te
voeren
BHetgeen mgnheer Von Wandelt u niet
zeggen kan, dames en heeren, omdat hg-
zelf er te vesl van onder den indruk is,
dat zal ik u meedeeien één onzer ver-
dienstelgke rnannen, de gezant Von Wan
delt, is bsgifugd met een ridderorde om
zijn verdiensten te erkennen. De heer
Von Wandelt Ieve 1"
Aigemeen herosp en klinken van glazen
Von Wandelt zelf wss psr plex van ver-
bazing en ontroering.
Iutuosehôn deelde mevrouw de alge-
meene vreugde niet, zg had Von Reehting,
die haar man zoo schandelgk in de rede
was gevallen, wel met haar blikken in
den grond willen boren. Wat gaf zg om
die ster voor haar man, nu de „Coup"
met haar dochter geheel mislukt was
't Gunstigo moment, 't geheele effeot was
verloren Maar diep geroerd drukte
Elsje dan spreker de hand van innigen
dank vervuld.
Geheel ontdaan vial Vod Wandelt zjjn
jangere coilega in de armen en zei
B0, als u wist hoe ik daar mgu heele
l'even naar verlangd heb I En nu eu
nu hoe weet u 't Van den minister
natuurlgk
„Zaker, u hefot het geraden 1"
«Constance, beste vrouw, je hebt nn een
gedocoreerden man I"
(Wordt vervolgd.)