"dwaallichteiT
51e Jaargang
WOENSDAU 13 APRIL 1921
No. 29
Drukker-Uitgever T. K. KBEMEE
De branden in de venen.
Gsmengd Nieuws.
FEUILLETON.
wordt gelezen te HOOGEZAND, Klel-WIndeweer, Kropewolde, Westerbroek, Foxhol, SAPFEMEE.R, SLOCHTEREN, Sidde^uren, Heiiutn, Sohlldwolde, Kolhaa Fexham, Soharmer,
Harketede, Lageland, Oversohlld, TEN BOER, NOORDDIJK, NOORDBROEK, ZUIDBROEK, MUNTENDAM, ZUIDLAREN, NOOROLAREN, HAREN enz
OOST-GOORECHT
- Officieel Orgaai voor HQOBEZAND, SAPPEMEER en SLOCHTEREN.
Dit BLAD verschijnt iederen WOEN8DAG en ZATERDAG.
ABQNNEMENTSPKIJ8 per drie maanden 60 cent by voor-
uitbetaling. Franco per post 75 cent.
y.h. B0RGE8IUS ZOON.
SAPPEMEER. Tel. 41S.
ADVERTENTIËN van 1—5 regels 50 cent, ieder regel
meer 10 cent.
Inzending yan advertenties Dinsdagsmiddags en Vrydags-
middags voor 12 uur.
Voor het plaatsen yan Advertentiën betreffende Handel en N(jverlieid ia yoor de stad Groningen alleen gerechtigd het algemeen Adrertentiebureau yan H. WESTENBORG, Munnekeholm 8
Groningen, Tel. 772.
Voor Advertentiën en Reclames buiten de provincie Groningen is alleen gerechtigd het Advertentiebureau „HOLLiNDIA" 's Gravenhage, Tel. H 7614.
In de onmiddellijke nabijheid yan Stads-
kanaal is Zaterdagtniddag een felle brand
in de veenderijen ontstaan, die aterk werd
aangewakkerd door den hevigen storm.
Rook- en zandveratuivingen beletten eik
uitzicht. Groote voorraden turf gingen in
de ylammen op.
De oorzaak yan deze catastrophe is
niet met zekerheid op te geven, echter
is kwaadwilligheid niet buitengesloten.
Vijf personen gearresteerd.
Het bureau-V. D. seint uit Emmen aan
het Hdbl. d.d. 11 April
Te Weerdingeyeen zijn zestien huizen
yerbrand. In Valthermond veertien, Ex
loërmond vijf, in Emmererfscheidenveen
één. In het geheel zijn zes en dertig hui
zen verbrand. In Weerdingeveen en Val
thermond staat overal het veen nog in
brand. In Valthermond (gem. Odoorn)
werkt de stoomspuit uit Assen. In Emmer
erfscheidenveen waar groote massa's turf
zijn verbrand, waarvan de waarde nog
niet is te schatten, werkt de stoomspuit
van het veenschap.
In Weerdingeveen was aan de boomen
een gedrukt geschrift geplakt, waarin den
veenarbeiders wordt aangeraden zooveel
mogelijk in brand te steken thans was
hiervoor nog tijd by lichte maan. Als de
brand in de venen was afgeloopen moes-
ten fabrieken en boerderijen er aan ge
looven. Vyf personen zijn wegens ver
moedeiijke brandstichting gearresteerd.
Het Roode Kruis heeft in de veenstreken
hulp verleend. Er zijn geen persoonlijke
ongelukken.
Een rédacteur van Het Volk seint uit
Nieuw Amsterdam
Zondagavond omstreeks zes uur werden
nieuwe veenbranden ontdekt en wel te
Bargercompascuum en te Bargeroosterveen
Deze branden heeft men blijkbaar kunnen
stuiten. Van een vuurgloed in die richiing
is hier althans niets te zien.
Hoe zijn dezs ernstige veenbranden,
waar in de eerste plaats de arbeiders de
dupe van zijn, ontstaan? Op dit oogen-
biik is op die vraag geen positief ant-
woord te geven. Wel kan ik melden, dat
vele arbeiders openlyk als hun meening
uitspreken, dat deze ramp een uitvlooisel
is van de communistische agitatie der
laatate weken.
Door de politie is aan een boom het
voigende briefje gevonden „Steek zoo
veel mogelijk deze week de turf in brand,
want de voigende week is het lichte
maan. De Witte Garde".
In dit verband herinneren we er aan
dat het Kamerlid Schaper de vorige week
in het te Groningen verschijnende soc.-
dem. weekblad de veenarbeiders heeft
gewaarschuwd, zich niet door onverant-
woordelijke agitatoren tôt onbehoorlijke
daden te Iaten aanzetten.
Een spéciale verslaggever meldt:
Het is gebleken, dat de veenbranden
Vrijdagavond zijn begonnen in het groote
veen bij de boterfabriek in het dorp
Weerdinge. Er konden echter tijdig maat-
regelen worden genomen, dat de huizen,
welke aile met rieten daken zijn gedekt,
gespaard bleven.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag
breidde do brand zich verder uit tôt Val
thermond. De huizen van de arbeiders
staan daar tusschen de veenderijen en
de bewoners vluchtten dan ook in allerijl
in de richting van Nieuw-Weerdinge en
Weerdinge. Eenig huisraad konden zy
meenemen, maar het meeste moest achter-
blijven tusschen het dreigend* vuur.
De brand in het Emmererfscheidenveen
kon worden bedwongen met behulp van
een motorspuit. Het is gebleken, dat deze
laatste brand niet aan kwaadwilligheid is
te wijten. Arbeiders, die daar bezig waren
met het werk voor de landaanwinning,
hadden hun koffievuurlje niet behoorlijk
gedoofd de wind bracht toen het onheil.
Wat echter de overige branden aangaat,
de autoriteiten hebben de overtuiging, dat
zy opzetteiijk zijn aangestoken.
Bij een inspectietocht, waaraan ook de
burgemeester van Emmen, de heer Koot-
stra, en de Commissaris der Koningin in
Drente, de heer mr. Linthorst Homan,
deelnamen, is trouwens waargenomen, dat
turfhoopen werden aangestoken en ook
zijn op plaatsen, waar blykbaar de brand
stichting is mislukt, in potroleum ge-
drenkte lappen en afgebrande lucifers
gevonden. Maar zeifs zonder deze directe
aanwijzingen leiden de autoriteiten uit
het feit, dat meer dan duizend dagwerken
turf, gezwegen nog van 't aantal stobben
bagger, tegelijk in brand zyn geraakt af,
dat hier een vooruit opgezet plan ten
uitvoer is gelegd.
De eigenlijke groote branden zyn ge-
sticht Zaterdag tusschen 2 en 4 uur in
de venen te Bargercompascuum, Roswin-
kelerveen, Nieuw-Weerdinge, Siepelveen,
Noordveen en Valthermond. Zaterdag-
middag heeft de burgemeester den com
missaris der Koningin onmiddellijk van
de gebeurtenissen in kennis gesteld. De
commissaris kwam spoedig met het parket
van Assen ter plaatse en bezocht in ge-
zelschap van de ambtenaren der justitie
en den burgemeester de vuurhaarden. De
autoriteiten kwamen tôt het inzicht, dat
zij machteioos stonden tegenover deze
gebeurtenissen. Zij hebben gezien, dat
in N.-Weerding9 achttien huizen en in
Emmererfscheidenveen een huis waren
afgebrand. De huizen zijn slechts gedeel-
telijk, de turf ia echter voor de voile
waarde verzekavd. In Roswinkelerveen
zijn geen huizen verbrand. Ook zagen
zij, dat veel huizen waren ontruimd en
op den terugweg bleek het den autori
teiten, dat ook bij Klazienaveen een groote
brand was ontstaan. Zaterdag op Zondag-
nacht kwamen er weer eenige vuurhaarden
bij, n.l. te Bargercompascuum en Zwarte-
meer.
Op het oogenblik zijn vele huizen, welke
aanvankelijk waren veriaten, weer door
de bewoners betrokken. De eerste schrik
is voorbij en het is een gelukkige factor,
dat de wind zoo goed als geheel is gaan
liggen. Zonder wind is de kans op snelie
voortplanting van het vuur zeer gering,
maar de turf, welke eenmaal brandt, is
moeilijk te blusschen. Intusschen worden
toch pogingen tôt blussching in het werk
gesteld. lu Nieuw-Weerdinge, waar het
veen, dus niet slechts de reeds verwerkte
turf, brandt, wordt een stoomspuit uit
Assen en Meppel verwacht, welke daar
het vuur zal pogen te doven.
De groote massa der veenarbeiders is
over deze brandstichtingen, welke het
werk schijnen te zijn van een klein groepje
agitatora, niet te spreken, en reeds hebben
moderne en Christelijk georganiseerde
arbeiders een communistisch voorman
afgeranseld. Het doel van de misdrijven
schijnt voor een deel een uiting van wraak
te zijn tegen werkgevers, die zich niet
aan het arbeidscontract hebben gehouden,
maar ook schijnt er een poging in te
moeten worden gezien om door vermin-
dering van de voorraden turf de werk-
gelegenheid grooter te maken. Hoowel
de autoriteiten wel verdenking op eenige
brandstichters hebben, heeft zij nog geen
definitieve aanwijzingen, welke tôt arres-
taties hebben kunnen leiden. Militairen
komen voorloopig niet. Wel zijn uitge-
breide politiemsatregelen genomen. De
ambtenaren van rijks- en militaire politie
hebben zeer strenge orders.
De burgemeester van Emmen heeft zyn
arbitrage in het veencocflict aangeboden.
Heden confereert hij met een commissie
uit de verveners. Beide partijen hebben
de bemiddelingspoging voorloopig aan-
vaard. Mocht echter het geschil tôt een
oplossing komen, dan zal nog slechts
ongeveer de helft der arbeiders werk
kunnen vinden.
Vrachtrijder Meems van Wildervank
kreeg de vorige week te Scbolthuizen
oneenigheid met den winkelier B. men
zegt over de ontvangst van een rembours-
zending. B. ging daarby tôt handtastelijk-
heden over en gaf Meems een slag tegen
't hoofd, die zoo erg aan kwam, dat de
m»n per brancard naar zijn woning moest
worden gebracht. Meems schijnt vrij
ernstig te zijn mishandeld. Hij moet
voorloopig het bed houden.
Van de mishandeling is proces-verbaal
opgemaakt.
Al de 13 rywielen te Winschoten
in korten tijd door den gearresteerden
K. H., uit Oterdum, gestolen, zijn opge-
spoord. H. legde een volledige bekentenis
af. Hij wilde gelden hebben om te
trouwen
Donderdagnacht is ingebroken in
den goudsmidswinkel van den heer H. R.
Wezenberg te Musselkanaal. De dief ver-
schafte zich toegang door een paneel uit
te snijden. Er wordt vermist voor een
waarde van ruim /2000 aan goud en zilver.
Te Musselkanaal doet zich een geval
van slaapziekte voor. De echtgenoote
van den heer S. is voor eenige dagen
's morgens niet weer ontwaakt en slaapt
nog steeds. Tôt heden kwam zoo'n ziekte-
geval aldaar nog niet voor.
Ged. Staten van Groningen hebben
aan de gemeentebesturen advies gevraagd
over een niet-onbelangrijke verhooging
van de jaarwedden der burgemeesters en
secretarissen in die provincie. Voor 1920
was een tijdelyke voorziening getroffen,
die tevens voor de ontvangers gold.
Gedeputeerde Staten schrijven echter
Van de herziening der regeling der jaar
wedden van de ontvangers is voorshands
afgezien wegens de omstandigheid dat de
werkzaamheden, verband houdendo met
de invordering der belasting naar het
inkomen, als regel zullen ophauden tôt
hun werkkring te behooren en de omvang
hunner ambtstaak in de meeste gemeenten
belangrrjk zal afnemen.
Voor ambtswoning wenschen Gedepu
teerde Staten als regel aftrek van 15
der jaarwedde.
De scheikundige dr. W. van Rijn
schryft in de „N. R. Ct." naar aanleiding
van het citaat uit het „Maandhlad tegen
de Vervalschingen" van Dr. van Hamel
Roos over Vergiftig Behangselpapier.
Menigeen heeft dit blad niet onder zijn
bereik en velen die toch het artikel lezen,
zullen misschien nog denken, dat daarin
alleen een enkel Amsterdamsch geval is
beschreven. Uit eigen ervaring kan ik
evenwel het tegenovergestelde verzekeren.
Sedert eenige jaren heb ik talrijke be-
hangsels enz. op de aanwezigheid van
arsenicum onderzocht met wisselende be-
vindingen. Echter juist in den laatsten
tijd is het herhaaldelijk voorgekomen,
dat behangsels afgekeurd worden wegens
een hoog gebalte aan arsenicum-verbin-
dingen. Van de 8 monsters welke in de
laatste 14 dagen onderzocht heb, bevatten
er drie zeer veol, twee minder arsenicum,
terwijl slechts drie aïs vrij van dit ver-
gift te beschouwen waren. Die welke
zeer veel bevatten hadden een gehalte
per M2., dat hooger was dan de hoeveel-
heid die, in staten waar deze hoeveelheid
wettelijk geregeld is, was toegestaan.
Eukele dier monsters werden my door
particulieren ter onderzoek aangeboden,
anderen op advies van een medicus nadat
de bewoner van het behangen vertrek
reeds de onaangename gevolgen ervan
ondervonden had.
Het is dunkt mij hoog tyd in ruimen
kring het publiek op deze aangelegenheid
te wijzen, te meer daar de gevolgen van
een chronische arseenvergiftiging verre
van aangenaam zijn. Vooral in een tijd
van schoonmaak, waarin veel behangen
wordt, is het zaak deze aangelegenheid
onder oogen te zien.
Dat behalve behangselpapier ook nog
andere stotïen dit vergift bevatten bleek
o.a. herhaalde malen na het onderzoek van
gordijnen etc., die een opvallend groene
kleur vertoonden.
Een ander sprekend geval was het
voigende
Een jonge dame had een z.g. toetsen-
dekker voor de piano g schabloueerd en
deelde my na eenigen tijd mede dat de
piano wanneer deze geopend werd, duide-
lijk naar knoflook rook. Bij onderzoek
bleek, dat het schabloneeren van de groene
teekening geschied was met een st6rk
arsenicum houdende verfstof, die als ge-
wone schilderverf in den handel ver-
krijgbaar was. Dat een dergelyk stof een
groot gevaar oplevert voor oningewijden
niet alleen, maar ook voor iedereen die
er gebruik van maakt, behoaft zeker geen
betoog.
Te Tilburg zijn Zondag pl.m. 40
heciaren heide en bundgras afgebrand.
Z&terdagmiddag clrca 3 uur ontstond
aan den Arnhemschen weg in een stuk
heideveld van mevrouw Pannekoek half-
weg Apeldoorn—Beekbergen aan de oost-
zijde van dien weg gelegen een brand,
naar vermoeden veroorzaakt door kwaad
wiiligheid van een der bewoners van het
daar niet ver afgelegen Roode Dorp',.
Door het slaan met stokken op en het
werpen van zand in het vuur wist men
de vlammen, door den fellen Oostenwind
voortdurend aangewakkerd, te beperken.
Toch werden nog bijna 2 H.A. vernield.
Was dit niet gelukt en waren ongelukki-
gerwijze de vlammen over den weg in
de aan de Westzijde liggende bosschen
geslagen, de ramp ware niet te overzien
geweest.
Men meldt uit Apeldoorn
Zaterdagmiddag omtrent vijf uur werd
•ntdekt, dat in een houten loods, deel
uitmakende van de zeep- en sneeuwwit-
chloorfabriek der firma De Haas en Van
B-ero een felle brand heerschte, welke
vermoedelyk is ontstaan door onvoor-
zichtigbeid van het rookverbod over-
tredende sigarettenrookende jeugdige
arbeiders.
De loods, waarin ailes voor de reclame-
campagne in Amsterdam als 700 kisten
ieder van 100 pakjes edelweiszeeppoeder,
4.000.000 vlaggestokjes en evenzooveel
vlaggetjes, een millioen etiquetten, kisten
vol met cadeauljes, bakken en een ontel-
baar santal pakjes sneeuwwitchloor, kar-
tonnm doozen, rollen karton en paraffine,
gereed lag, geleek in korten tijd een
vuurzee en brandde geheel af, een schade
veroorzakend van 50.000, welke echter
door beurspolisverzekering wordt gedekt.
Aan het krachtdadig optreden van de
Eendrachtsche brandweer, later gesteund
door de Apeldoornsche motorspuit, is het
Gedachten zyn tolvrjj, doch ook
slechts zoo lang zy de l'ppen
niet overschryden.
door GEORGE HORN.
(Nadruk verboden.)
30.)
Die marmerbleeke trekken, dat gebro-
kene in heel haar wezen, o, verdriet en
berouw had ze, als Magdalena. Waar ze
geweest is Ik weet het niet, 'k heb
het haar ook niet durven vragen. Zij
kwam op het juiste oogenblik, want ik
had goeden raad noodig, hoe ik handelen
moest, van iemand, die ik kon vertrouwen.
Ik deelde haar mee, hoe verlegen ik; zat
en toen zei zij de woorden die u reeds
gehoord hebt, mijnheer Von Rechting.
Ik moest haar op eerewoord beloven, dat
ik u daar nooit iets van vertellen mocht,
maar dat moest ik u nu wel meedeelen,
omdat u zelf over de zaak begon. Voor
een uurtje geleden bracht ze me de som
van achtduizend gulden op het kantoor."
Rechting moest zich inhouden om het
oude mannetje niet aan zijn hart te druk-
ken.
qZoek overal, in aile boeken en u zult
nergens den naam uwer vrouw ontdekken,
«I wou u die ook met een loup opzoeken.
O en nu moet ik niet vergeten, ik heb
hier een bericht voor u van een ouden
vriend, den fabrikant Lichtner. Lees u
dat, dan kom ik later antwoord halen.
Zoo iets moet eerst overlegd worden."
Hij legde een couvert neer en verzocht
Rechting nogmaais, of hij zoo spoedig
mogelijk de boeken weer mocht hebben.
Bij het afscheid stak Von Rechting den
ouden man beide handen toe en schudde
hartelijk de zijne en trok die aan zijn
hart niet in staat op andere wjjze zijn
gevoelens uiting te geven.
Warbusch weerde af en zei „Maar
mynheer Von Rechting niet ik heb
u geholpen de handen van juffrouw
Regina moet u aan 't hart drukken."
De oude Warbusch ging heen en Erich
bleef alleen achter.
Van Regina's doen en laten hadden
hy noch zijn vrouw iets vernomen in den
laatsten tijd. De vriendin had er nooit
over gesproken. Zij wisten slechts, dat
Regina leefde van haar eigen inkomaten,
van lessen, die ze aan verschillende inrich-
tingen van onderwijs gaf, dat ze voor
zichzelf even weinig behoeften had als
een kluizenaar in een woestijn en dat ze
nooit iets van hen had willen hebben
dat was ailes. Erich was niet zoozeer
verbaasd over haar handelswijze, dan wel
over de som, die Regina bezeten had.
Was Regina zooveel rijker dan hij dacht.
Bovendien kwam het hem op 't oogen
blik niet uit, die som van achtduizend
gulden haar weer te doen toekomen. Dat
drukte Erich ook niet al te zwaar, omdat
hy Regina kende als een ware vriendin,
dus, omgekeerd had zij in nood gezeten,
dan zou hij ten opzichte van haar, even-
zoo gehandeld hebben. Toch was er hem
iets pijnlijks in haar grootmoedigoptreden
wat moest Regina wel denken van de
verhouding van Doris tôt den président
Hij zou niet kunnen hebben, dat Doris
daardoor ook maar iets gedaald zou zijn
in de achting en de liefde, die Regina
steeds voor zijn vrouw had getooud. De
argelooze man had er absoluut geen idee
van, dat Regiua met scherpe blikken
Lideman en Doris had bekeken, toen
zijzelf haar hartstocht voor Erich haast
niet kon bedwitigen. O, wat verlangde
Erich naar zijn vrouw. Bij elk gedruisch
in den voortuin keek hij door 't raam,
om te zien, of ze nog niet thuis kwam.
Eindelijk Daar kwam Doris aan. Hij
liep haar al tegemoet, maar zyu vreugde
bleef in zijn binnenste besloten, toen hij
zag, dat Doris niet bly keek.
„Wat ben je lang weggeweest, lieve
Doris."
Ja, ik kom van de familie Von Wan-
delt en mevrouw heeft me langer opge-
houden, dan me lief was. Ik moet eens
wat met jou bespreken 't is over Elza."
„By de Wandelt'a" ging ze voort, ter
wijl ze haar hoed afzette en haar hand-
schoenen uittrok in de kamer „dasr
heerscht een gedrukte stemming. Zij
hebben den gezant te kennen gegeven,
dat hij zijn pensioen moet aanvragen, hij
is z66 zenuwachtig en kan bepaald zijn
werk niet goed meer doen. Dat kornt er
nu nog bij, na al hun hopen op den pré
sident. Alleen Ebje is verstandig. Zij
had jou al zoo lang eens iets willen toe-
vertrouwen. Op een avond, weet je nog
wel, dat ze hier was en dat jij haar naar
huis hebt gebracht en later ook weer by
het tuinfeest, maar er is niets van ge-
komen om jou het te vertellen en daarom
heeft ze mij haar geheim nu maar geopen-
baard. Zy bemint den jongen Lichtner
en ze wou zoo graag, dat j y eens thuis
bij h.ar ouders een goed woordje voor
hem wou doen, je kent Lichtner immers
wel
„0 ja, zeker, die flinke violist."
„Elk oogenblik tracht Eleje haar moeder
eens deelgenoot te maken van haïr geluk,
maar 't is haar nog nooit gelukt tôt
heden toe, help haar een beetje. Toe,
Erich, doe 't, zeg, als twee menschen nu
gelukkig kunnen worden door één woord."
Doris
„Ga. Doe het uit liefde voor mij," riep
ze hem nog toe.
Erich ging zich klaar maken hoe had
hij de bede van zyn vrouw kunnen weer-
staan Niets was hem voor haar onmo-
gelijk geweest op dit oogenblik. Vô6r
by heenging, wilde hy haar nog eerst
goeden dag zeggen. Hij luisterde aan de
deur en hoorde zyn vrouw loopen. Erich
deed de kamerdeur open en
bleef als versteend staan. Zij stak één
van de bloemen op de borst, die Lideman
haar gezonden had in den bloemenmand.
In een glas op een tafeltje stonden er
nog méér. Zyn oogen bleven aldoor op
die bloemen gevestigd, 't was of er een
vergiftige geur oprees.
„Kijk eens, wat heerlijko Magnolia's
„Dat zie ik, zeldzame exemplaren en je
bent er blij mee."
sBlij, natuurlijk ben ik er blij mee."
Hy liet een' akeligen lach hooren en
Doris keek hem verwonderd aan.
„V&n wie heb je die bloemen gekregen
vroeg Frich.
„E!za heeft ze mij gegeven."
„Ik dacht de président zou ze je
gestuurd hebben."
Scherp, als een roofvogel zijn prooi,
hield hij Doris in 't oog. Zy sloeg de
oogen neer. Dat was een teeken van
schuld Nu was 't uit met zyn zelf-
beheersching.
,,-Ja zeker, zoo'n man van eer geeft
niets voor niets. Doris, ik zou myn leven
gegeven hebben voor jou eer en jij
bent er zoo goedkoop mee 1"
„0, vergeef me, Erich, dat ik je al niet
eerder een bekentenis deed, die ma zoo
zwaar op 't hart ligt. Maar niets, wat
er in mijn hart omgaat, zal voor jou ver-
borgen blijven. Een vrouw kan lyden
door een schuldgevoel, daartoe hoeft ze
een anderen man geen vingertop te heb
ben toegestoken en toch zich van haar
eigen man afgewend hebben. Ik ben
jong en levenslustig en jij was soms in
je optreden tegenover my zéé streng, zéô
akelig, wat het omgaan met onze oude
bekenden betrof. In den président leerde
ik iemand kennen, die me vleide, me
naar den mond praatte, die medelyden
met me had. Toen kwam er in myn hart
verdriet en verzet tegen jou. Ik traohtte
ailes te onderdrukken, o, ik heb met ailes
wat goed en heilig was, die kwade neiging
trachten te ontkomen, maar mijn oog zag
de dingen niet meer als vroeger. Ik
zag andere verhoudingen, ailes anders,
ailes nieuw. Mijn hart, tôt nog toe
zôô aterk, begon moeilijker te weer-
streven, 't was of er een onmachtover
mij kwam. Ja, ja, je zult ailes weten
er kwam zelfs een oogenblik, dat ik den
man, dien jij bedoelt, aardig en beminnelyk
vond. Dat was op dien avond van het
feest. Daar kwam jy en jou verschrjnen
was mijn redding, Ecich ik weet niet,
of ik jou \66r dieu avond wel ooit waar-
achtig lief gehad heb, maar toen wist ik,
dat ik je liefhebben mcest als niets of
niemand anders in de heele wereld, ik
heb jou lief, zooals 'k zelfs mijn kiud niet
liefhebben kan en mijn hart hangt trou-
wer en vaster aan jou dan ooit! Aïs ik
je stem niet hoor, je adem niet voel, dan
weet ik me geen raad. Erich, Erich, toe,
blijf bij my, m'n eenig geliefde man
Rechting zag e9n ander wezen vôôr
zich, een vrouw met een hart, dat onder-
vond hij nu. Er was dus wel héél wat
in haar omgegaan, al had hij dat uiterlijk
niet aan haar bespeurd. Haar gezicht
gloeide, in haar stem klonk die siddering,
die een liefhebbend man onmogelijk kan
weerstaan.
(Wordt vervolgd.)