"dwaallichteiT 51e Jaargang WOENSDAU 13 APRIL 1921 No. 29 Drukker-Uitgever T. K. KBEMEE De branden in de venen. Gsmengd Nieuws. FEUILLETON. wordt gelezen te HOOGEZAND, Klel-WIndeweer, Kropewolde, Westerbroek, Foxhol, SAPFEMEE.R, SLOCHTEREN, Sidde^uren, Heiiutn, Sohlldwolde, Kolhaa Fexham, Soharmer, Harketede, Lageland, Oversohlld, TEN BOER, NOORDDIJK, NOORDBROEK, ZUIDBROEK, MUNTENDAM, ZUIDLAREN, NOOROLAREN, HAREN enz OOST-GOORECHT - Officieel Orgaai voor HQOBEZAND, SAPPEMEER en SLOCHTEREN. Dit BLAD verschijnt iederen WOEN8DAG en ZATERDAG. ABQNNEMENTSPKIJ8 per drie maanden 60 cent by voor- uitbetaling. Franco per post 75 cent. y.h. B0RGE8IUS ZOON. SAPPEMEER. Tel. 41S. ADVERTENTIËN van 1—5 regels 50 cent, ieder regel meer 10 cent. Inzending yan advertenties Dinsdagsmiddags en Vrydags- middags voor 12 uur. Voor het plaatsen yan Advertentiën betreffende Handel en N(jverlieid ia yoor de stad Groningen alleen gerechtigd het algemeen Adrertentiebureau yan H. WESTENBORG, Munnekeholm 8 Groningen, Tel. 772. Voor Advertentiën en Reclames buiten de provincie Groningen is alleen gerechtigd het Advertentiebureau „HOLLiNDIA" 's Gravenhage, Tel. H 7614. In de onmiddellijke nabijheid yan Stads- kanaal is Zaterdagtniddag een felle brand in de veenderijen ontstaan, die aterk werd aangewakkerd door den hevigen storm. Rook- en zandveratuivingen beletten eik uitzicht. Groote voorraden turf gingen in de ylammen op. De oorzaak yan deze catastrophe is niet met zekerheid op te geven, echter is kwaadwilligheid niet buitengesloten. Vijf personen gearresteerd. Het bureau-V. D. seint uit Emmen aan het Hdbl. d.d. 11 April Te Weerdingeyeen zijn zestien huizen yerbrand. In Valthermond veertien, Ex loërmond vijf, in Emmererfscheidenveen één. In het geheel zijn zes en dertig hui zen verbrand. In Weerdingeveen en Val thermond staat overal het veen nog in brand. In Valthermond (gem. Odoorn) werkt de stoomspuit uit Assen. In Emmer erfscheidenveen waar groote massa's turf zijn verbrand, waarvan de waarde nog niet is te schatten, werkt de stoomspuit van het veenschap. In Weerdingeveen was aan de boomen een gedrukt geschrift geplakt, waarin den veenarbeiders wordt aangeraden zooveel mogelijk in brand te steken thans was hiervoor nog tijd by lichte maan. Als de brand in de venen was afgeloopen moes- ten fabrieken en boerderijen er aan ge looven. Vyf personen zijn wegens ver moedeiijke brandstichting gearresteerd. Het Roode Kruis heeft in de veenstreken hulp verleend. Er zijn geen persoonlijke ongelukken. Een rédacteur van Het Volk seint uit Nieuw Amsterdam Zondagavond omstreeks zes uur werden nieuwe veenbranden ontdekt en wel te Bargercompascuum en te Bargeroosterveen Deze branden heeft men blijkbaar kunnen stuiten. Van een vuurgloed in die richiing is hier althans niets te zien. Hoe zijn dezs ernstige veenbranden, waar in de eerste plaats de arbeiders de dupe van zijn, ontstaan? Op dit oogen- biik is op die vraag geen positief ant- woord te geven. Wel kan ik melden, dat vele arbeiders openlyk als hun meening uitspreken, dat deze ramp een uitvlooisel is van de communistische agitatie der laatate weken. Door de politie is aan een boom het voigende briefje gevonden „Steek zoo veel mogelijk deze week de turf in brand, want de voigende week is het lichte maan. De Witte Garde". In dit verband herinneren we er aan dat het Kamerlid Schaper de vorige week in het te Groningen verschijnende soc.- dem. weekblad de veenarbeiders heeft gewaarschuwd, zich niet door onverant- woordelijke agitatoren tôt onbehoorlijke daden te Iaten aanzetten. Een spéciale verslaggever meldt: Het is gebleken, dat de veenbranden Vrijdagavond zijn begonnen in het groote veen bij de boterfabriek in het dorp Weerdinge. Er konden echter tijdig maat- regelen worden genomen, dat de huizen, welke aile met rieten daken zijn gedekt, gespaard bleven. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag breidde do brand zich verder uit tôt Val thermond. De huizen van de arbeiders staan daar tusschen de veenderijen en de bewoners vluchtten dan ook in allerijl in de richting van Nieuw-Weerdinge en Weerdinge. Eenig huisraad konden zy meenemen, maar het meeste moest achter- blijven tusschen het dreigend* vuur. De brand in het Emmererfscheidenveen kon worden bedwongen met behulp van een motorspuit. Het is gebleken, dat deze laatste brand niet aan kwaadwilligheid is te wijten. Arbeiders, die daar bezig waren met het werk voor de landaanwinning, hadden hun koffievuurlje niet behoorlijk gedoofd de wind bracht toen het onheil. Wat echter de overige branden aangaat, de autoriteiten hebben de overtuiging, dat zy opzetteiijk zijn aangestoken. Bij een inspectietocht, waaraan ook de burgemeester van Emmen, de heer Koot- stra, en de Commissaris der Koningin in Drente, de heer mr. Linthorst Homan, deelnamen, is trouwens waargenomen, dat turfhoopen werden aangestoken en ook zijn op plaatsen, waar blykbaar de brand stichting is mislukt, in potroleum ge- drenkte lappen en afgebrande lucifers gevonden. Maar zeifs zonder deze directe aanwijzingen leiden de autoriteiten uit het feit, dat meer dan duizend dagwerken turf, gezwegen nog van 't aantal stobben bagger, tegelijk in brand zyn geraakt af, dat hier een vooruit opgezet plan ten uitvoer is gelegd. De eigenlijke groote branden zyn ge- sticht Zaterdag tusschen 2 en 4 uur in de venen te Bargercompascuum, Roswin- kelerveen, Nieuw-Weerdinge, Siepelveen, Noordveen en Valthermond. Zaterdag- middag heeft de burgemeester den com missaris der Koningin onmiddellijk van de gebeurtenissen in kennis gesteld. De commissaris kwam spoedig met het parket van Assen ter plaatse en bezocht in ge- zelschap van de ambtenaren der justitie en den burgemeester de vuurhaarden. De autoriteiten kwamen tôt het inzicht, dat zij machteioos stonden tegenover deze gebeurtenissen. Zij hebben gezien, dat in N.-Weerding9 achttien huizen en in Emmererfscheidenveen een huis waren afgebrand. De huizen zijn slechts gedeel- telijk, de turf ia echter voor de voile waarde verzekavd. In Roswinkelerveen zijn geen huizen verbrand. Ook zagen zij, dat veel huizen waren ontruimd en op den terugweg bleek het den autori teiten, dat ook bij Klazienaveen een groote brand was ontstaan. Zaterdag op Zondag- nacht kwamen er weer eenige vuurhaarden bij, n.l. te Bargercompascuum en Zwarte- meer. Op het oogenblik zijn vele huizen, welke aanvankelijk waren veriaten, weer door de bewoners betrokken. De eerste schrik is voorbij en het is een gelukkige factor, dat de wind zoo goed als geheel is gaan liggen. Zonder wind is de kans op snelie voortplanting van het vuur zeer gering, maar de turf, welke eenmaal brandt, is moeilijk te blusschen. Intusschen worden toch pogingen tôt blussching in het werk gesteld. lu Nieuw-Weerdinge, waar het veen, dus niet slechts de reeds verwerkte turf, brandt, wordt een stoomspuit uit Assen en Meppel verwacht, welke daar het vuur zal pogen te doven. De groote massa der veenarbeiders is over deze brandstichtingen, welke het werk schijnen te zijn van een klein groepje agitatora, niet te spreken, en reeds hebben moderne en Christelijk georganiseerde arbeiders een communistisch voorman afgeranseld. Het doel van de misdrijven schijnt voor een deel een uiting van wraak te zijn tegen werkgevers, die zich niet aan het arbeidscontract hebben gehouden, maar ook schijnt er een poging in te moeten worden gezien om door vermin- dering van de voorraden turf de werk- gelegenheid grooter te maken. Hoowel de autoriteiten wel verdenking op eenige brandstichters hebben, heeft zij nog geen definitieve aanwijzingen, welke tôt arres- taties hebben kunnen leiden. Militairen komen voorloopig niet. Wel zijn uitge- breide politiemsatregelen genomen. De ambtenaren van rijks- en militaire politie hebben zeer strenge orders. De burgemeester van Emmen heeft zyn arbitrage in het veencocflict aangeboden. Heden confereert hij met een commissie uit de verveners. Beide partijen hebben de bemiddelingspoging voorloopig aan- vaard. Mocht echter het geschil tôt een oplossing komen, dan zal nog slechts ongeveer de helft der arbeiders werk kunnen vinden. Vrachtrijder Meems van Wildervank kreeg de vorige week te Scbolthuizen oneenigheid met den winkelier B. men zegt over de ontvangst van een rembours- zending. B. ging daarby tôt handtastelijk- heden over en gaf Meems een slag tegen 't hoofd, die zoo erg aan kwam, dat de m»n per brancard naar zijn woning moest worden gebracht. Meems schijnt vrij ernstig te zijn mishandeld. Hij moet voorloopig het bed houden. Van de mishandeling is proces-verbaal opgemaakt. Al de 13 rywielen te Winschoten in korten tijd door den gearresteerden K. H., uit Oterdum, gestolen, zijn opge- spoord. H. legde een volledige bekentenis af. Hij wilde gelden hebben om te trouwen Donderdagnacht is ingebroken in den goudsmidswinkel van den heer H. R. Wezenberg te Musselkanaal. De dief ver- schafte zich toegang door een paneel uit te snijden. Er wordt vermist voor een waarde van ruim /2000 aan goud en zilver. Te Musselkanaal doet zich een geval van slaapziekte voor. De echtgenoote van den heer S. is voor eenige dagen 's morgens niet weer ontwaakt en slaapt nog steeds. Tôt heden kwam zoo'n ziekte- geval aldaar nog niet voor. Ged. Staten van Groningen hebben aan de gemeentebesturen advies gevraagd over een niet-onbelangrijke verhooging van de jaarwedden der burgemeesters en secretarissen in die provincie. Voor 1920 was een tijdelyke voorziening getroffen, die tevens voor de ontvangers gold. Gedeputeerde Staten schrijven echter Van de herziening der regeling der jaar wedden van de ontvangers is voorshands afgezien wegens de omstandigheid dat de werkzaamheden, verband houdendo met de invordering der belasting naar het inkomen, als regel zullen ophauden tôt hun werkkring te behooren en de omvang hunner ambtstaak in de meeste gemeenten belangrrjk zal afnemen. Voor ambtswoning wenschen Gedepu teerde Staten als regel aftrek van 15 der jaarwedde. De scheikundige dr. W. van Rijn schryft in de „N. R. Ct." naar aanleiding van het citaat uit het „Maandhlad tegen de Vervalschingen" van Dr. van Hamel Roos over Vergiftig Behangselpapier. Menigeen heeft dit blad niet onder zijn bereik en velen die toch het artikel lezen, zullen misschien nog denken, dat daarin alleen een enkel Amsterdamsch geval is beschreven. Uit eigen ervaring kan ik evenwel het tegenovergestelde verzekeren. Sedert eenige jaren heb ik talrijke be- hangsels enz. op de aanwezigheid van arsenicum onderzocht met wisselende be- vindingen. Echter juist in den laatsten tijd is het herhaaldelijk voorgekomen, dat behangsels afgekeurd worden wegens een hoog gebalte aan arsenicum-verbin- dingen. Van de 8 monsters welke in de laatste 14 dagen onderzocht heb, bevatten er drie zeer veol, twee minder arsenicum, terwijl slechts drie aïs vrij van dit ver- gift te beschouwen waren. Die welke zeer veel bevatten hadden een gehalte per M2., dat hooger was dan de hoeveel- heid die, in staten waar deze hoeveelheid wettelijk geregeld is, was toegestaan. Eukele dier monsters werden my door particulieren ter onderzoek aangeboden, anderen op advies van een medicus nadat de bewoner van het behangen vertrek reeds de onaangename gevolgen ervan ondervonden had. Het is dunkt mij hoog tyd in ruimen kring het publiek op deze aangelegenheid te wijzen, te meer daar de gevolgen van een chronische arseenvergiftiging verre van aangenaam zijn. Vooral in een tijd van schoonmaak, waarin veel behangen wordt, is het zaak deze aangelegenheid onder oogen te zien. Dat behalve behangselpapier ook nog andere stotïen dit vergift bevatten bleek o.a. herhaalde malen na het onderzoek van gordijnen etc., die een opvallend groene kleur vertoonden. Een ander sprekend geval was het voigende Een jonge dame had een z.g. toetsen- dekker voor de piano g schabloueerd en deelde my na eenigen tijd mede dat de piano wanneer deze geopend werd, duide- lijk naar knoflook rook. Bij onderzoek bleek, dat het schabloneeren van de groene teekening geschied was met een st6rk arsenicum houdende verfstof, die als ge- wone schilderverf in den handel ver- krijgbaar was. Dat een dergelyk stof een groot gevaar oplevert voor oningewijden niet alleen, maar ook voor iedereen die er gebruik van maakt, behoaft zeker geen betoog. Te Tilburg zijn Zondag pl.m. 40 heciaren heide en bundgras afgebrand. Z&terdagmiddag clrca 3 uur ontstond aan den Arnhemschen weg in een stuk heideveld van mevrouw Pannekoek half- weg Apeldoorn—Beekbergen aan de oost- zijde van dien weg gelegen een brand, naar vermoeden veroorzaakt door kwaad wiiligheid van een der bewoners van het daar niet ver afgelegen Roode Dorp',. Door het slaan met stokken op en het werpen van zand in het vuur wist men de vlammen, door den fellen Oostenwind voortdurend aangewakkerd, te beperken. Toch werden nog bijna 2 H.A. vernield. Was dit niet gelukt en waren ongelukki- gerwijze de vlammen over den weg in de aan de Westzijde liggende bosschen geslagen, de ramp ware niet te overzien geweest. Men meldt uit Apeldoorn Zaterdagmiddag omtrent vijf uur werd •ntdekt, dat in een houten loods, deel uitmakende van de zeep- en sneeuwwit- chloorfabriek der firma De Haas en Van B-ero een felle brand heerschte, welke vermoedelyk is ontstaan door onvoor- zichtigbeid van het rookverbod over- tredende sigarettenrookende jeugdige arbeiders. De loods, waarin ailes voor de reclame- campagne in Amsterdam als 700 kisten ieder van 100 pakjes edelweiszeeppoeder, 4.000.000 vlaggestokjes en evenzooveel vlaggetjes, een millioen etiquetten, kisten vol met cadeauljes, bakken en een ontel- baar santal pakjes sneeuwwitchloor, kar- tonnm doozen, rollen karton en paraffine, gereed lag, geleek in korten tijd een vuurzee en brandde geheel af, een schade veroorzakend van 50.000, welke echter door beurspolisverzekering wordt gedekt. Aan het krachtdadig optreden van de Eendrachtsche brandweer, later gesteund door de Apeldoornsche motorspuit, is het Gedachten zyn tolvrjj, doch ook slechts zoo lang zy de l'ppen niet overschryden. door GEORGE HORN. (Nadruk verboden.) 30.) Die marmerbleeke trekken, dat gebro- kene in heel haar wezen, o, verdriet en berouw had ze, als Magdalena. Waar ze geweest is Ik weet het niet, 'k heb het haar ook niet durven vragen. Zij kwam op het juiste oogenblik, want ik had goeden raad noodig, hoe ik handelen moest, van iemand, die ik kon vertrouwen. Ik deelde haar mee, hoe verlegen ik; zat en toen zei zij de woorden die u reeds gehoord hebt, mijnheer Von Rechting. Ik moest haar op eerewoord beloven, dat ik u daar nooit iets van vertellen mocht, maar dat moest ik u nu wel meedeelen, omdat u zelf over de zaak begon. Voor een uurtje geleden bracht ze me de som van achtduizend gulden op het kantoor." Rechting moest zich inhouden om het oude mannetje niet aan zijn hart te druk- ken. qZoek overal, in aile boeken en u zult nergens den naam uwer vrouw ontdekken, «I wou u die ook met een loup opzoeken. O en nu moet ik niet vergeten, ik heb hier een bericht voor u van een ouden vriend, den fabrikant Lichtner. Lees u dat, dan kom ik later antwoord halen. Zoo iets moet eerst overlegd worden." Hij legde een couvert neer en verzocht Rechting nogmaais, of hij zoo spoedig mogelijk de boeken weer mocht hebben. Bij het afscheid stak Von Rechting den ouden man beide handen toe en schudde hartelijk de zijne en trok die aan zijn hart niet in staat op andere wjjze zijn gevoelens uiting te geven. Warbusch weerde af en zei „Maar mynheer Von Rechting niet ik heb u geholpen de handen van juffrouw Regina moet u aan 't hart drukken." De oude Warbusch ging heen en Erich bleef alleen achter. Van Regina's doen en laten hadden hy noch zijn vrouw iets vernomen in den laatsten tijd. De vriendin had er nooit over gesproken. Zij wisten slechts, dat Regina leefde van haar eigen inkomaten, van lessen, die ze aan verschillende inrich- tingen van onderwijs gaf, dat ze voor zichzelf even weinig behoeften had als een kluizenaar in een woestijn en dat ze nooit iets van hen had willen hebben dat was ailes. Erich was niet zoozeer verbaasd over haar handelswijze, dan wel over de som, die Regina bezeten had. Was Regina zooveel rijker dan hij dacht. Bovendien kwam het hem op 't oogen blik niet uit, die som van achtduizend gulden haar weer te doen toekomen. Dat drukte Erich ook niet al te zwaar, omdat hy Regina kende als een ware vriendin, dus, omgekeerd had zij in nood gezeten, dan zou hij ten opzichte van haar, even- zoo gehandeld hebben. Toch was er hem iets pijnlijks in haar grootmoedigoptreden wat moest Regina wel denken van de verhouding van Doris tôt den président Hij zou niet kunnen hebben, dat Doris daardoor ook maar iets gedaald zou zijn in de achting en de liefde, die Regina steeds voor zijn vrouw had getooud. De argelooze man had er absoluut geen idee van, dat Regiua met scherpe blikken Lideman en Doris had bekeken, toen zijzelf haar hartstocht voor Erich haast niet kon bedwitigen. O, wat verlangde Erich naar zijn vrouw. Bij elk gedruisch in den voortuin keek hij door 't raam, om te zien, of ze nog niet thuis kwam. Eindelijk Daar kwam Doris aan. Hij liep haar al tegemoet, maar zyu vreugde bleef in zijn binnenste besloten, toen hij zag, dat Doris niet bly keek. „Wat ben je lang weggeweest, lieve Doris." Ja, ik kom van de familie Von Wan- delt en mevrouw heeft me langer opge- houden, dan me lief was. Ik moet eens wat met jou bespreken 't is over Elza." „By de Wandelt'a" ging ze voort, ter wijl ze haar hoed afzette en haar hand- schoenen uittrok in de kamer „dasr heerscht een gedrukte stemming. Zij hebben den gezant te kennen gegeven, dat hij zijn pensioen moet aanvragen, hij is z66 zenuwachtig en kan bepaald zijn werk niet goed meer doen. Dat kornt er nu nog bij, na al hun hopen op den pré sident. Alleen Ebje is verstandig. Zij had jou al zoo lang eens iets willen toe- vertrouwen. Op een avond, weet je nog wel, dat ze hier was en dat jij haar naar huis hebt gebracht en later ook weer by het tuinfeest, maar er is niets van ge- komen om jou het te vertellen en daarom heeft ze mij haar geheim nu maar geopen- baard. Zy bemint den jongen Lichtner en ze wou zoo graag, dat j y eens thuis bij h.ar ouders een goed woordje voor hem wou doen, je kent Lichtner immers wel „0 ja, zeker, die flinke violist." „Elk oogenblik tracht Eleje haar moeder eens deelgenoot te maken van haïr geluk, maar 't is haar nog nooit gelukt tôt heden toe, help haar een beetje. Toe, Erich, doe 't, zeg, als twee menschen nu gelukkig kunnen worden door één woord." Doris „Ga. Doe het uit liefde voor mij," riep ze hem nog toe. Erich ging zich klaar maken hoe had hij de bede van zyn vrouw kunnen weer- staan Niets was hem voor haar onmo- gelijk geweest op dit oogenblik. Vô6r by heenging, wilde hy haar nog eerst goeden dag zeggen. Hij luisterde aan de deur en hoorde zyn vrouw loopen. Erich deed de kamerdeur open en bleef als versteend staan. Zij stak één van de bloemen op de borst, die Lideman haar gezonden had in den bloemenmand. In een glas op een tafeltje stonden er nog méér. Zyn oogen bleven aldoor op die bloemen gevestigd, 't was of er een vergiftige geur oprees. „Kijk eens, wat heerlijko Magnolia's „Dat zie ik, zeldzame exemplaren en je bent er blij mee." sBlij, natuurlijk ben ik er blij mee." Hy liet een' akeligen lach hooren en Doris keek hem verwonderd aan. „V&n wie heb je die bloemen gekregen vroeg Frich. „E!za heeft ze mij gegeven." „Ik dacht de président zou ze je gestuurd hebben." Scherp, als een roofvogel zijn prooi, hield hij Doris in 't oog. Zy sloeg de oogen neer. Dat was een teeken van schuld Nu was 't uit met zyn zelf- beheersching. ,,-Ja zeker, zoo'n man van eer geeft niets voor niets. Doris, ik zou myn leven gegeven hebben voor jou eer en jij bent er zoo goedkoop mee 1" „0, vergeef me, Erich, dat ik je al niet eerder een bekentenis deed, die ma zoo zwaar op 't hart ligt. Maar niets, wat er in mijn hart omgaat, zal voor jou ver- borgen blijven. Een vrouw kan lyden door een schuldgevoel, daartoe hoeft ze een anderen man geen vingertop te heb ben toegestoken en toch zich van haar eigen man afgewend hebben. Ik ben jong en levenslustig en jij was soms in je optreden tegenover my zéé streng, zéô akelig, wat het omgaan met onze oude bekenden betrof. In den président leerde ik iemand kennen, die me vleide, me naar den mond praatte, die medelyden met me had. Toen kwam er in myn hart verdriet en verzet tegen jou. Ik traohtte ailes te onderdrukken, o, ik heb met ailes wat goed en heilig was, die kwade neiging trachten te ontkomen, maar mijn oog zag de dingen niet meer als vroeger. Ik zag andere verhoudingen, ailes anders, ailes nieuw. Mijn hart, tôt nog toe zôô aterk, begon moeilijker te weer- streven, 't was of er een onmachtover mij kwam. Ja, ja, je zult ailes weten er kwam zelfs een oogenblik, dat ik den man, dien jij bedoelt, aardig en beminnelyk vond. Dat was op dien avond van het feest. Daar kwam jy en jou verschrjnen was mijn redding, Ecich ik weet niet, of ik jou \66r dieu avond wel ooit waar- achtig lief gehad heb, maar toen wist ik, dat ik je liefhebben mcest als niets of niemand anders in de heele wereld, ik heb jou lief, zooals 'k zelfs mijn kiud niet liefhebben kan en mijn hart hangt trou- wer en vaster aan jou dan ooit! Aïs ik je stem niet hoor, je adem niet voel, dan weet ik me geen raad. Erich, Erich, toe, blijf bij my, m'n eenig geliefde man Rechting zag e9n ander wezen vôôr zich, een vrouw met een hart, dat onder- vond hij nu. Er was dus wel héél wat in haar omgegaan, al had hij dat uiterlijk niet aan haar bespeurd. Haar gezicht gloeide, in haar stem klonk die siddering, die een liefhebbend man onmogelijk kan weerstaan. (Wordt vervolgd.)

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1921 | | pagina 1