i De kleine Preiect. 51e Jaargaug ZATERDAG 23 APRIL 1921 No. 32 Brukker-UitgeFer T. K KHEMEE Aan week tôt week. Gemengd ïffieuws. FEUILLETON. wordl gelezen »e HflWSKAKB, Kl.l-Whdew.er, Kr.psw.ld., W..t.rtro.k, Foxliol, 3KPPESEER, SIORHTERE», WWnm, Hall», SoMldw.ld.K*» Faxbu S«taw H»rCT,wl«' OvaraeblldTER BBER TOORODUKNaORDBROEKÏUI0BB9EK, HUNTENOAM, ZUIDUBEN, «OOROUIIE* HASE® si» b *- M AdT.rtaati.bar». aaM H. WESTENBOBG, «....tehaim 8 ^aorAdrwl.all.11 en Beclaaie, b,Me„ ie protl,,cl. Groaingna is »!l.,n jt.ra.bUgd bel AdT.rteati.bar.ou „HOLLANDU» 'a GraT.nhoge, Tel. H 7614. i-) ORECHT Orgaan voor HOOGEZANO, SÂPPEMEEB en SLOCNTEREN. *- Dît BLAD verschgnt iederen WOENSDAG an ZATERDAG. ABONNEMENTSPEUS per drie maanden 60 cent bij voor- unoetaling. Franco per poat 75 cent. v.h. BOEGESIUS ZOON. SÂPPEMEEB. T«l. 413. ADYEBTEKTIËN van 1—6 regel» 50 cent, ieder regel meer 10 cent. Inzending van advertenties Dinsdsgsmiddags en Vriidass- middags voor 12 uur. EEBSTÉ BLÂD. WEEKKALENDBR. Zondag 24 April. Maandag 25. Dinsdag 26. Woensdag 27. Don- derdag 28. Vrijdag 29. Zaterdag 30. Zonsopgang, Zaterdag 30 April te 4.33, onder te 7.21. Laatate kwartisr Zaterdag 30 April. Jaarpaarden- en beestenmarkten. Maandag 25 April, Harkateda j. Beeds onlangs is de „Mandelsregisterwet 1918" in werking getreden. Dit wii dus zeggen, dat toen de verplichting is be- gonnen voor hen, die daarvoor krachtena deze wet in aanmerking ko mon, om van de in da wet ganoemde gegevens betref fende hun handels- of fabriekszaak opgave te doen san de commisaie, weike met het samenstellen van het handelsregiater is belaat. Er zijn in ons land 36 van deze commiaaiea éân voor elk der 36 diatricten waarin het land ia verdeeld en welke diatricten het gobied der 36 uieuwe Kamers van Koophandel en Fabriekeu zullen vorinen. In de provincie Groningen hebben we twee Kamers gekrogen. Eén die haar zetel heeft te Groningen en één die gevestigd is te Veendam. Hoogezand, Sappemeer, Noordbroek, Zuidbroek, Muntendam en Zuidlaren be- hooren o. m. tôt het gebied van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Veendam Slochteren, Ton Boer, Noorddijk en Haren o. m. tôt het gebied van de Kamer van Koophandel te Groningen. De grens tuaschen de beide Kamers in onze pro vincie loopt ongaveer van Zuidlaren via Hoogezand, Noordbroek langs Appinge- dam naar Delfzgl. Allés wat ten Noorden van deze grens ligt beboort bjj Groningen, de rest bij Veendam. De Kamers van Koophandel nu zgn belaet met de uitvoe- ring der Handelsregistcrwet. Deze wet is in zekere mate een uitvloeisel van den oorlogstoestand. Weliswaar was reeds lang van verschillende zijdenaangedrongen op de inrichting van een handelsregiater hier te lande, zooals dat ook in verschil- lende andere landen r6eds bestond en zelfs was in 1895 een wetsontwerp daartoe ingediend, dat echter bij de kabinets- wisseling in 1897 werd ingetrokken, doch eerst de toestand op handelsgebied gedurende den oorlog deed in ruimen kring de wenschelijkheid gevoelen, dat door een handelsregister het publiek ge- makkelijk eenige voor het beoordeelen van handelszaken onmisbare gegevens zou kunnen verkrijgen en bgv. zou kunnen ervaren, door wie een handelszaak wordt gedreven, weike de vorm der zaak is, welke de bevoegdheden van den bestuur- der zgn en ia hoeverre deze aanspra- kelijk is. De nieuwe wet gaat dan ook van het denkbeeld uit, dat het register zal wor- den gehouden door de Kamers van Koop handel, die in verband hiermee gereorga- niseerd moeten worden. Dit was noodig ook. De bestaand© regeling gaf een on- volkomen vertegenwoordiging van handel en nijverheid, doordat de Kamers slechts daar bestonden waar de gemeenteraad haar wonschelgk oordeelde, terwijl door het stelsel van eigen ssugifte voor het kiesrecht het kiezeracorps zeer onYolIedia was, Wat dit laatste batreft de insteliing van een handelsregister zou hierin ver- andering kunnen brengen, daar dit den grondslag zou kunnen vormen voor het het opmaken der kiezersigsten. Ook waren de geldmiddelen onvoldoende, aangewezen als de Kamers waren op de gemesntekas, en was haar taak als enkel adviseerende collèges te beperkt om over het algemeen bg handel en njjverheid voldoende belangstelîing voor de Kamers te wekken. Nu wordt dit ailes anders. In de eerste plaats moat hg, wiens zaak in het register is ingeschreven, iets betalen bij de eerate inschrgving en voorts elk jaar, maar het bedrag is niet zeer hoog en behoeft dan ook allerminst een beletsel voor de in- sehrijving te vormen. Da laagste ver- schuldigde bedragen zgn n.l. f 5.— bij de eerate inschrijving en verder f 2.50 per jaar (indien de zaak niet meer dan f 10.000 kapitaal heeft) de hoogste be dragen zgn 1000 bij de eerste inschrij ving en verder 500 per jaar (voor een zaak met een kapitaal van meer dan f 5.000.000). Met de hierdoor ontvangen bedragen moet en kan de Kamer van Koophandel zich bedruipen. Zij wordt daardoor in staat gesteld de belangrijke functies in het belang van handel en nijverheid te verrichten, waartoe de nieuwe wet haar de bevoegdheid geeft. De ingeschrevene kan er dan ook van overtuigd zijo, dat zijn g3ld weer wordt beateed ten diensfe van haudel en industrie. Daarbij wordt hij kiezer voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken en kan hij daardoor bepalen aan wie 't beheer van 't handelsregister wordt toevertrouwd. Het doel van de inschrijving in het Handelsregister ia aan het publiek de gelegenheid te geven wie een bepaalde zaak drijft, welke do vorm van die zaak is, welke personeu voor de zaak aan- sprakelgk zijn en hoever die aansprake- lijkheid gaat. Derden worden uit de opgaven, die elk handelsman of indus triel verplicht is te doen, niet gewaar, wat hij niet zou mogen of moeten weten. 't la hier niet de kwestie, dat ieder die wil de noodige opgaven mag doen, maar er is hier van een verplichting sprake. De wet op het handelsregister bevat strafbepalingen en wel voor hem, die opzettelijk 6en onjuiste of onvolledige opgaaf doet: ten hoogste een jaar gevangenisstraf of ten hoogste/1000 boete voor hem, aan wiens schuld te wijten is dat een opgaaf onjuist of onvolledig is ten hoogste zes maanden hechtenis of ten hoogste f 1000 boete voor heih, die de voorgeschreven opgaaf in het geheel niet doet: ten hoogste f 2000 boete. De tijd, binnen welken de opgaaf moet geschieden, verschiet naarmate deze eene handelszaak betreft, die bjj het in werking treden der wet reeds bestond, dan wel een nieuwe nà dien dag gevestigde zaak. Wanneer een nieuwe zaak wordt ge vestigd moet binnen één week daarna de opgave plaats hebben. Van zaken die reeds gevestigd zijn na 1 Maart (de inworkicgtreding der nieuwo wet), moet de opgaaf binnen drie maanden na dien dag geschieden (dus vôôr 1 Juni a.s.) Niet allen, die hun beroep maken van eenigen tak van handel of nijverheid (in den ruimsten zin) zijn verplicht zich te doen inschrijven in het handelsregister. De wet houdt er rekening mee, dat het register niet noodeloos uitgebreid moet worden en dat dus zeer kleine z&ken, bjj welker inschrgviDg niemand eenig redelijk belang heeft, vrggesteld worde. De hier bedoelde uitzonderiogen gelden voor de publiekrechterlgke iichamen en bovendien voor a. minderjarigen, die geene handlich- ting hebben bekomen Ï3SE! b. strastventers, die niet tevens een winkel houden en audere door de regeering aan te wijzen soorten van kleine handels- liedon c. ambachtslieden, dis niet meer per sonen in hun dienst hebben, dan voor elk bedrijf door de regeeriDg zal worden bepaald, rekening houdende met den aard en de plaats van vsstigiog der onder- neming en die uitsluitend verkoopen hetgeen in hunne onderneming is voort- gebracht of bewerkt d. land- en tuinbouwers, alsmede vis- schers, die uitsluitend verkoopen hetgeen in hunne onderneming is voortgebracht of gevangen. Onder de „kleine handelslieden" rekent de regeering hen, wisr belastbaar inkomen over elk der laatst verloopea dri9 belas- tingjaren blijkens den bun opgelegden aanslag in de rrjksinkomstenbelasting (ongerekend den kinderaftrek) minder dan f 2000 's jaars bedroeg of die in 't geheel niet in die belasting zijn aangeslagen. Met de onder c. genoemde lieden worden bedoeld de ambachtslieden, die gedurende ten minste zes maandon per jaar niet meer personen boven 18 jaar in hun dienst hebben, dan vermeld is in een aan dit artikel toegevoegde staat, terwijl twee personen beneden 18 jaar worden geljjk- gesteld met één persoon boven de 18 jaar. De staat vermeld, dat horloge- en klokkanmakers, instrumentmakers, ivoor- draaiers en stempelsnijders zich niet be- hoeven laten inschrijven als zij deze personen boven 18 jaar in dienst hebben bedden- en matrasmakers, behangers, biljartmakers, blikalagers, borstelmakers, drukkers, électriciens, gas- en waterfitters, kappers, kistenmakers, kleermakers, kui- pera, leidekkers, loodgieters, lijstenmakers, metselaars, meubelmakers, molenmakers, pannen-, riet- en stroodekkers, passement- makers, pettenmakers, pompmakers, rg- wielhei'8tellers,schoenmak0rs,schcorsteen- vegers, slagers, smeden, stoffeerder8, stu- cadoors, timmerlieden, touwslagers, wagen- makers, z&delmakers, zeilmakers, zeii- en touwtaanders, als zij niet meer dan één persoon boven de achttien of twee per sonen beneden de achttien jaar in dienst hebben en boekbinders, hoedenmaaksters, huisschilders, klompenmakers, kruiers, leerlooiera, mandenmakers, naaisters, riet- mattenvlechters, sigarenmakers, steenhou- wers, tabakskervers, vischrookers of zou- ters, wasschers en bleekers, water- en vuurneringen an voorts aile in deze lijst niet genoemde ambachtslieden indien zij niet meer dan 2 personen boven de 18 of 4 personen beneden de 18 jaar in dienst hebben. Deze laatste uitzondoring geldt allaen voor gemeenten tôt en met 20000 zielen. Voor gemeenten boven de 20000 zielen mogen de voornoemde ambachtslieden nog isder 1 persoon boven de 18 jaar of twee personen beneden de 18 jaar meer in dienst hebben zonder dat zij nog verplicht zijn zich te doen inschrgven in het Handelsregister. Mon ziet, dat de kwestie nog zoo een- voudig niet is. Bestudeering der wet op het Handels register of van de door de Vereen. van secretarissen der voorbereidingacommis- sies daaruit opgemaakte beknopte hand- leiding is dus gewenscht. S. Te Wijisehoten hari de 72 jarige tim- merman H. Papo Woensdagmiddag het ongoluk van het dak te valleu van de in aanbouw zrjnde Chr. mulo school, Hij was onmiddellijk dood. Te 's-Hertogenbosch is men een geheele dievenbend© op het spoor gekomen naar aanîeiding van het vermissen van 200 baaltjes bloem uit het graanpakhuis der firma Mol-Pauwels. De baaltjes bloem moeten in een tijd van 10 14 dagen zjjn ontvreemd. Verschillende aanhou- dingen hebben reeds plaats gehad. Het grootste doel van het gestolene is reeds terecht. Het onderzoek is nog in vollen gang en men meent nu tevens de daders in handen te hebben van verschillende in den laatsten tijd hier en in de omgeving gepleegde diefstallen. De te IJmuiden wonende melkhan- delaar en reeder C. Vessies is in verze- kerde bewaring gesteld onder verdeaking opdracht te hebben gegeven tôt het „weg- brengen" van zijn oleepboottrawler „Ca- tharina Gertrudis". Ook van de bemanning zijn enkele leden aangehouden. Dinsdagmiddag, terwijl eenige werk- lieden van den Bijkstelegraaf tussohen Wilhelminakanaal en station Best bezig waren met het plaatsen van telegraaf- palen, geraakte een van hen, een zekere De Graaf uit Son, onder den trein, die juist uit de richting Eindhoven passeerde. Hg was dadelgk dood. Een andere werk- man werd eveneens gegrepen, doch in een sloot geslingerd. Hjj bekwam geringe verwondingen. Ieder smeedt zjjn eigen geluk, maar niet elk geluk is zoo duur- £p zaain als jjzer. Door d. 1. B E U Y E E fi. (Nadruk verboden.) HOOFDSTUK I. Op den 22sten April 1810, een schoonen, zonnigen lentedag, zat een jonge man in een armoedig dakkamertje van een oud, reeds aanmerkelijk bouwvallig huis in de rue de Tiquetonne te Pargs. Hij droeg een licht morgentenue en was bezig regels van verschillende lecgte op een blad papier te schrijven, dat benevens een oude mappe en een glazen inktpot de eenigste versiering uitmaakte van een vermolmdo tafel, die oorspronkelijk meer voor keu- kengebruik scheen bestemd te zijn, dan om als plaats voor geestesarbeid te dienen. En toch een ernstige en gewiohtige arbeid scheen het te zgn, die den jongen, ongsveer drie en-twintig-jarigen man zoo ijverig bezig hield. Welk een levendige opgewondenheid Pg er op zgn frisch 8<daat Hg zag met zijn groote, meer van goedmoedigheid dan van scherpzin- nigheid getuigende oogen als zoekend en vragend door het open venster naar den blauwen hernel op. Met zijn hand door de blonde lokkc-n strijkend, bewoog hij de viugore nu eens als tellend op het tafelblad voor hg den regel neerschreef dien hij dan met zichtbaar welgevallen overlas, om daarna knikkend zijn goedkeuring uit te drukken, twijfelend, het een of ander woord door te strrjken en te verbeteren. In dezen arbeid, welke hem zoo geheel en al in beslag nam en hem ook volko men te bevredigen scheen, werd de jonge man door een oudere vrouw gestoord, die na kort, heftig kloppen de niet te stevig in haar hengsels hangende deur binnen- trad, zich voor de schrijftafel plaatste, en haar rood gekleurd gelaat in strenge vouwen plooiend met haar stekende, kleine oogen op den schrgver neerzag. »Ah goeden morgen, jufïrouw La- blache", zei de jonge man, die bg den aanblik der oude als uit een droom scheen te ontwaken, „goeden morgen. Ik hoop, dat u zich toch goed gevoelt, niet waar Wil mij verontschuldigen, dat ik nog in morgentoilet ben, maar ik heb een drin- gende arbeid, ziet u." Zijn gelaat drukte, voor zoover het zijn vriendelijke trekken mogelijk was, leven dige ontevredenheid over de stoornis uit en hij scheen slechts uit holfelijkheid den wensch in tehouden, dat hospita haar bezoek ter gclegener tijd zou herhaieD. De oude echter nam van dez6 wensch, hoe duidelijk ook uitgedrukt, niet de minste notifie. Met een hoonend lacbje sprak ze, terwijl haar stem als het rollen van een aftrekkend onweer klonk Het spijt mjj, rnijn lieve mgnheer Dubois, dat ik me genoopt zie, uw drin- gende arbeid te onderbrekeD, maar wat ik u te zeggen heb, is ook dringend en voor mij veel dringender, dan de verzen, die u daar weer maakt. Het betreft na- meiijk de kamerhuur, die u mij reeds sedert drie maanden niet befaalde. Voor den eersten April h&d u mjj beslist de voldoening toegezegd heden hebben wg reeds den twee-en-twintigsten en ik heb nog geen sous ontvangen. Ik moet echter mijn geld hebben, en u dringend ver- zoeken, mg tenminste de helft te voldcen, daar ik u anders hier niet langer kan laten blijven." De kleine oogjes fonkelden nog drei- gender, de krachtige handen van de oude werden m6t driftige beweging op de heupen geplaatst. De jonge man legde zuchtend de pen neder, toen hij uit zgn poëtische droomen in eenmaal tôt de prozaïsche werkelgkheid werd teruggebracht. .Mijn lieve juffrouw Lublaehe", sprak hij smeekend Bu weet wel, dat het niet aan mij ligt, dat ik u do huishuur niet schuldig gebleven was, als ik had kunnen betalen, u weet, hoe arm ik ben en hoe weinig ik nog verdien." „Qch wat 1" riep de juffrouw steeds heftiger, „ik ben ook arm en moet mijn brood ook zuur verdienen, en de huur voor de kamer hier is ook een deel van mijn inkomeu, wsarop ik reken, en ik moet de woning ook betalen uitstel geeft mijn huiabaas niet. Eu toch zou ik trots mgn armoede, medelijden mot u hebben en g»arne iets ontberen, cm u tijd te geveD, want u is een solied, be- lia&rd jongmensch, die niet zoo onrustig îeeft als menig ander ja, ik zou het doen, aïs u werkelijk zoo arm was, dat u niet betalen kon, maar maar, „Zoo arm, madame Lablache", viel de jonge man met bitteren lach in, „als u mijn geheele kamer door zoekt, vindt u niet meer dan één franc, vjjftig centimes, en die moet ik toch houden voor mijn meik en brood, want u zal toch niet willen, dat ik verhongeren zal „Kom kom", riep madame, „ik weet wel, wat ik zeg die paar aousstukken heb ik wel in uw beurs gezien, toen ik de kamer deed, en ik weet wsl, dat n niets verstopt heeft. Maar ik heb gelijk J want iemand, die werken kan als u en wat verdienen en het niet doet, doch den ganschen dag verluiert, die is niet arm en verdient niet, dat men medelgden met hem heeft. Hij is een spilzieke dwaas, ja, ja, een verkwister, mijnhecr Dubois, want men kan zijn tijd evengoed ver- kwisten aïs zgn geld en dat is nog veel erger verloren geld kan mon terug krijgen, verkwisten tijd nimmer." De oude zweeg, minder wijl ze niets meer wist, dan wgl ze buiten adem ge- raakt was. De joDge Dubois blikte zuchtend op zijn papier en merkte schuchter op BMaar Madame Lablache, ik verspil toch werkelijk mgn tijd niet, u ziet toch, dit ik arbeid en „Arbeiden", riep madame en wees min- schtend naar het beschreven blad papier. „Noemt u dat arbeiden, als u het papier met dat gerijmel vol krasf, gergmel, dat men niet begrijpt en waarvoor niemand u betaalt »Dat komt wel, madame, dat komt heeft toch onlangs de bakker ginds me geen drie francs betaald voor 't gedicht, dat ik op 't huwelijk van sijn dochter maakte aile dichters, madame, hebben met nood en zorgen te kampen gehad tôt se eindelijk een beschermer voodsn die „Oeh, wat, beschermer hier, beschermer daar, ik weet niet, wat dat is, maar 't zal wel niet veel waard zgn en daarom heer Dubois zijn de dichters, van wio ik ooit hoorde, altgd hongerlijders geweest, en als u eindelijk eens naar een aanstel- ling omzien wou men kan immers nette jongelui, die wat geleerd hebben, overal gebruikan dan zou het ook beter met u staan en ik behoefde niet herhaaldeHjk om de kamerhuur te komen." Zçj wierp een blik op het papier, dat de jonge Dubois zoo vlgtig beschreven had en zti met een gebaar van diepe min&chting „dat is ook weer van het domine gebazel, waaraan u uw tgd ver- spilt en dat niets opbrengt. Pauline divine las ze, met den vinger op de laatste woorden wgzend „u zou liever boekhouder worden bg een koopman, en rekeningen en brieven schrgven, die u en hem wat inbrachten." „Maar madame Lablache De deur werd geopeud en een jong, hupsch meisje met blauwe oogen en asch- blond haar, in eenvoudig, doch buitenge- woon net kostuum, trad binnen. Ze bleef een oogenblik op den drempel staan, en trad toen de oude vriendelrjk groetend, binnen. „Hoe komt het vroeg ze lachend, „dat vrouw Lablache zoo boos is „Ik ben niet boos, ieder weet, dat ik een goed hart heb en 't met ieder go'ed meen, maar ik kan mijn kamer niet gratis verhuren en als mijnheer Dubois niet werken wil, ïn plaats van die dwaze versen te maken, dan moet hij den eersten der volgeûde masnd vertrekken en zich een andere^woning zoeken." „Och kom, madame Lablache", sprak het jonge meisje vleiend, „zoo erg zal het niet zijn ik heb een weinigje be- spaard van mgn loon, en zal u daarvan, zooveel ik kan, op afkorting geven, en u zal dan nog wel wat willen wachteD." „U is een goed meisje, juffrouw Clai rette", sprak de oude wat vriendelgker. „U arbeidt en verdient zooveel u kan en is immer vroolijk en blg maar mijn heer Dubois daar ik zal geen kwaad van hem zeggen maar hij doet niets, hg zou liever naar u kijken en wat ver dienen, en bg kan 't immers want hg heeft wat geleerd, hij zou wel een aan- stelliug vinden, als hg met die domine verzen maar ophield." (Wordt vervolgd.)

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1921 | | pagina 1